direct naar inhoud van 5.4 Toelichting op de regels
Plan: Emmen, Centrum-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010040-0703

5.4 Toelichting op de regels

Voor elke functie is een bestemming op de verbeelding opgenomen en een afzonderlijke regel. Soms kan het nodig zijn dat afwijking van de gestelde regels gewenst is. Deze flexibiliteitbepalingen bieden de mogelijkheid om op specifieke situaties in te kunnen spelen. De uitvoering van de flexibiliteitregelingen ligt bij het college van burgemeester en wethouders en de uitvoering zal plaatsvinden via de omgevingsvergunning. In het bestemmingsplan diverse flexibiliteitregelingen opgenomen, deze zijn:

  • Afwijkingen van de bouwregels;
  • Afwijkingen van de gebruiksregels;
  • Nadere eisen;
  • Algemene afwijkingsregels;
  • Wijzigingsbevoegdheden artikel 3.6 Wro;

De afwijkingen van de bouw- of gebruiksregels maken afwijkingen van geringe aard mogelijk, waarbij de aan de grond toegekende bestemming gehandhaafd dient te blijven. Door het inwerkingtreden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) worden verschillende vergunningen en besluiten, zoals de milieuvergunning, de bouwvergunning, afwijkingen van het bestemmingsplan en de kapvergunning gebundeld in een integrale omgevingsvergunning. Toestemming van burgemeester en wethouders voor een afwijking van de bouw- of gebruiksregels kan zodoende worden verkregen door het aanvragen van een omgevingsvergunning.
Met de nadere eisen kunnen ondergeschikte zaken aan gebouwen worden aangepast. Het gaat hierbij om zaken zoals het aanpassen van de vorm of de situering van een bouwwerk of de inrichting van een terrein. Met 'nadere eisen' kunnen geen ingrijpende veranderingen plaatsvinden in de bestemmingen.
Bij toepassing van een afwijking en / of nadere eisen wordt het beoordelingskader gehanteerd zoals in de figuur 5.1 is weergegeven. Deze lijst geeft de afwegingscriteria aan die meegewogen moeten worden bij de afweging of een afwijking wordt verleend en/ of het toepassen van de nadere eisen. Op deze wijze kunnen interpretatieproblemen worden vermeden en wordt aan gebruikers van de in het plangebied gelegen gronden zoveel mogelijk rechtszekerheid geboden. Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden voor de afwijkingen en de nadere eisen, de uitvoering van deze flexibiliteitsbepalingen zal plaatsvinden via de omgevingsvergunning.

Bij toepassing van een afwijking en/ of nadere eis mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de volgende criteria:  
1. Woonsituatie:  
Ten aanzien van de woonsituatie dient rekening gehouden te worden met het in stand houden en/ of garanderen van een goede woonsituatie, hierbij dient gelet te worden op:
i. de verkeersaantrekkende werking en de parkeerbehoefte;
ii. overlast door lawaai, stank en/of trillingen;
iii. de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van (bebouwing op) aangrenzende gronden;
iv. het uitzicht;
v. de aanwezigheid van voldoende privacy.  
2. Straat- en bebouwingsbeeld:  
In het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige en architectonische inpassing dient aandacht gegeven te worden aan:
i. een goede verhouding tussen bouwmassa's en open ruimte, (landschappelijke inpassing);
ii. de verhouding tussen de hoogte breedte van gebouwen;
iii. gevelbeelden;
iv. de samenhang van de bouwvorm met nabij gelegen bebouwing;
v. de hoogtedifferentiatie;
vi. de situering van gebouwen op het perceel;
vii. de geleding van de gebouwen indien de oppervlakte meer dan 1000 meter² bedraagt.  
3. Cultuurhistorie  
i. cultuurhistorische waarden en archeologische waarden;  
4. Verkeersveiligheid  
Ten waarborging van verkeersveiligheid dient rekening gehouden te worden met:
i. verkeersaantrekkende werking, toename van de verkeersintensiteit en de parkeerbehoefte;
ii. overlast door lawaai, stank en/of trillingen;
iii. benodigde uitzichthoeken van wegen;
iv. de aansluiting van in- en uitritten op de openbare weg;
v. de gevolgen voor het zicht op de openbare weg en of fiets- en voetpaden;
vi. de aanwezigheid van voldoende laad- en losruimte.  
5. Sociale veiligheid  
Ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet-sociaal controleerbaar is dient rekening gehouden te worden:
i. de mogelijkheden voor de verbetering van toezicht op en de overzichtelijkheid en toegankelijkheid van een sociaal onveilige plek;
ii. de mate waarin de toezicht op en de overzichtelijkheid en toegankelijkheid van een openbare ruimte wordt ingeperkt.  
6. Brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding  
Ten aanzien van de brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding dient rekening gehouden te worden met de volgende aspecten:
i. aanwezigheid van kwetsbare objecten;
ii. de aanwezigheid en routering van vluchtwegen;
iii. de bereikbaarheid van de bouwwerken;
de beschikbaarheid en bereikbaarheid van adequate blusmiddelen.  
7. Milieusituatie:  
Ter waarborging en ter voorkoming van een milieukundig ongewenste situatie als gevolg van een ruimtelijke ingreep dient rekening gehouden te worden met:
i. de mate van hinder voor de omliggende functies;
ii. de gevolgen voor de externe veiligheid;
iii. de gevolgen van de aanwezigheid van gevoelige functies voor de hinderlijke functies;
iv. de gevolgen voor flora en fauna in relatie met de omgeving;
v. de gevolgen voor de bodemkwaliteit;
vi. de gevolgen voor de (grond)waterkwaliteit;
vii. de situering van gebouwen ten opzichte van het water.  
8. Gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen  
Ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken is het niet toegestaan op enig terrein zodanig te bouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, waarvan de toestand op dat moment overeenkomt met het plan, een situatie zou ontstaan die niet meer overeenkomt met het plan of waardoor een reeds bestaande afwijking van het plan zou worden vergroot.  

Figuur 5.1: Beoordelingscriteria afwijkingen en nader eisen

De bevoegdheid ex. artikel 3.6 Wro om het bestemmingsplan te wijzigen ligt eveneens bij burgemeester en wethouders. De wijzigingsbevoegdheid maakt een wijziging van een bestemming in een andere bestemming mogelijk. Voor de wijzigingsbevoegdheid geldt dat deze niet kan worden uitgevoerd, voordat onderzoek is uitgevoerd. Dit biedt de mogelijkheid om nader onderzoek zoveel mogelijk op de concrete situatie af te stemmen.

Staat van inrichtingen

In diverse regels van dit bestemmingsplan wordt verwezen naar een staat van inrichtingen. Hierin zijn de toegestane vormen van bedrijvigheid in het plangebied opgenomen. Deze staat van inrichtingen is ontleend aan de 'Bedrijven en milieuzonering' van de Vereniging Nederlandse Gemeenten, 2009. Op basis van deze lijst is voor het bestemmingsplan Emmen, Centrum-Oost een specifieke Staat van inrichtingen opgesteld.

Aan deze lijst is een onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegevoegd en als bijlage bij de regels opgenomen. Reden voor toevoeging van dit onderscheid is de bescherming van de aanwezigen in objecten. Daarnaast is het van belang dat bij de bouwplantoetsing geen verkeerde afweging wordt gemaakt in het kader van de kwetsbaarheid. De keuze voor kwetsbaar of beperkt kwetsbaar kan namelijk gevolgen hebben voor saneringsopgaven, weigeren van vergunningsaanvragen en negatief adviseren op ruimtelijke plannen. Op het moment dat een kwetsbaar object aanwezig is, kan een risicovol bedrijf niet meer in dezelfde omgeving worden toegelaten of uitgebreid. Wordt een kwetsbaar object binnen een risicocontour van een bestaand bedrijf gebouwd, dan kan er een situatie ontstaan waarbij sanering noodzakelijk is. Dit laatste kan dan ook leiden tot planschade. Het is belangrijk dat de afweging niet constant hoeft plaats te vinden (ad hoc), maar dat er vooraf duidelijkheid wordt gegeven of een activiteit/ object kwetsbaar is of beperkt kwetsbaar. Deze problematiek rond de afweging speelt zich landelijk af, maar hiervoor is tot nu toe nog geen duidelijk toetsingskader ontwikkeld. De gemeente Emmen heeft daarom een toetsingskader ontwikkeld en aan de staat van inrichtingen toegevoegd.

Opzet regels

De planregels van het bestemmingsplan zijn opgedeeld in vier hoofdstukken:

  • Hoofdstuk 1. Inleidende regels;
  • Hoofdstuk 2. Bestemmingsregels;
  • Hoofdstuk 3. Algemene regels;
  • Hoofdstuk 4. Overgangs - en slotregels.

De inhoud van de verschillende hoofdstukken wordt als volgt toegelicht:

5.4.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

In hoofdstuk 1 Inleidende regels worden diverse begrippen welke in de regels worden gehanteerd nader verklaard. Dit om mogelijke interpretatieproblemen te voorkomen. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze bepaalde afmetingen dienen te worden gemeten.

De begripsbepalingen in artikel 1 Begrippen zijn noodzakelijk voor de interpretatie van de regels. In dit artikel worden begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. De begrippen die hierin zijn opgenomen zijn terug te vinden in de bestemmingsbepalingen. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. Voor zover geen begrippen zijn gedefinieerd wordt aangesloten bij het normaal spraakgebruik.
Met uitzondering van de eerste twee begrippen (plan en bestemmingsplan) zijn de begrippen alfabetisch gerangschikt. De begrippen zijn zoveel mogelijk gebaseerd op vaste jurisprudentie. In de loop der tijd hebben de meeste begrippen zich ontwikkeld tot een standaard, waarvan ook in dit bestemmingsplan gebruik is gemaakt.
De bepalingen over de wijze van meten zijn in artikel Artikel 2 Wijze van meten opgenomen. Dit artikel geeft aan hoe de hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.

5.4.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

In hoofdstuk Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels worden artikelsgewijs de op de verbeelding aangegeven bestemmingen omschreven en wordt toegelicht op welke wijze de gronden en opstallen gebruikt mogen worden.

5.4.2.1 Bedrijf

Afhankelijk van de mate van hinder ten opzicht van de woonomgeving is de hoofdbestemming Bedrijf opgedeeld in een gespecificeerde bestemming Bedrijf, waarbij de specifieke functie van het bedrijf wordt aangegeven dan wel een bepaalde milieucategorie.
Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat in woongebieden in principe alleen milieucategorie 1- en 2 bedrijven (de zogeheten lichte vormen) gevestigd kunnen worden. Echter doordat het bestemmingsplan een actualisatie betreft en bestaand gebruik opnieuw wordt vastgelegd komt het voor dat bedrijven me een zwaarder milieucategorie in het plangebied voorkomen. Het bestemmingsplan kent 4 bedrijfbestemmingen, waarbij opgemerkt moet worden dat binnen de bestemming Gemengd- 2 en Gemend-3 eveneens bedrijven tot milieucategorie 1- en 2 gevestigd mogen worden. Deze gronden zijn niet specifiek als bedrijf zijn bestemd omdat deze gebieden tevens ook ruimte bieden voor andere lichtere functies anders dan bedrijven.

Voor alle bedrijvenbestemmingen geldt dat gebouwen en overkappingen, binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken opgericht moeten worden. Voor andere bouwwerken, anders dan overkappingen, geldt dat deze binnen en buiten het bouwvlak mogen worden opgericht. Binnen de bouwvlakken wordt een maatvoeringaanduiding weergegeven, welke het bebouwingspercentage van het terrein aangeeft, deze mag niet worden overschreden.
Artikel 3 Bedrijf - Autoservicebedrijf
Het perceel aangeduid als Bedrijf- Autoservicebedrijf is een Kwik-Fit autoservicebedrijf met autowerkplaats aan de Weerdingerstraat. Dit bedrijf is specifiek bestemd omdat een autoservicebedrijf een hogere milieucategorie heeft dan de milieucategorie 1 of 2 is. Op de locatie mag geen zelfstandige detailhandel plaats vinden. Wel mag het bedrijf artikelen gekoppeld aan het autoservicebedrijf met autowerkplaats verkopen. Met een binnenplanse afwijking kunnen Burgemeester en wethouders afwijken van zowel de bouwregels als de gebruiksregels. Met de afwijking van de bouwregels kan afgeweken worden van de bestaande bouw- en goothoogtes. Door gebruik te maken van de afwijkingsmogelijkheden van de gebruiksregels kunnen andere bedrijven die in aard en omvang gelijk zijn aan de bestemming Bedrijf- Autoservicebedrijf met autowerkplaats of andere bedrijven die in aard en omvang gelijk zijn aan bedrijven tot maximaal milieucategorie 2 conform bijgevoegde staat van inrichtingen bijlage1 zich vestigen binnen de voor Bedrijf- Autoservicebedrijf, bestemde gronden met uitzondering van detailhandels bedrijven, bedrijven met een risicocontour van 10-6.
Artikel 4 Bedrijf - Installatietechniek
In het plangebied komen twee installatietechnische bedrijven 1 aan de Wolfsbergenweg en 1 aan de Weerdingerstraat. Vanwege de specifieke werkzaamheden welke hoger zijn dan milieucategorie 2 hebben deze bedrijven een specifieke bestemming gekregen. Deze bedrijven mogen op de huidige locatie materialen verkopen gekoppeld aan het installatietechnische bedrijf. Zelfstandige detailhandel is niet toegestaan.
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorzieningen
Op verschillende plaatsen in het plangebied komen nutsvoorzieningen voor, ten behoeve van de distributie van gas of elektriciteit. Installaties met enige omvang zijn geregeld met de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorzieningen'. De maximale bouwhoogte is vastgelegd op de bestaande bouwhoogtes. Kleinere bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen zijn meegenomen binnen de bestemmingen.
Artikel 6 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen
De bestemming Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen is toegekend aan het bedrijf aan de Wolfsbergenweg en de Emmalaan. Alleen aan de Wolfsbergenweg mag nog LPG worden verkocht. Naast de verkoop van motorbrandstoffen zijn bij de bedrijven een benzineshop en een autowasgelegenheid aanwezig. Gebouwen zoals de benzineshop moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. Installaties mogen ook buiten het bouwvlak voorkomen mits geen gevolgen voor het groepsrisico en 10-6 contour.
Deze bestemming kent een wijzigingsbevoegdheid voor het verwijderen van de mogelijkheid om LPG te verkopen, bij actualisatie, revisie, wijziging van de omgevingsvergunning.
Voor beide percelen geldt dat er een contour op basis van externe veiligheid rondom het vulpunt gelegen is. Deze is op de verbeelding aanwezig met een algemene aanduidingsregel veiligheidszone- lpg. Binnen deze contour mogen geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten worden opgericht.

5.4.2.2 Bos

In het plangebied zijn nog een paar gebiedjes met bosbeplanting aanwezig. Deze gebieden zijn vooral te vinden in de overloop van de wijk naar de Emmerdennen. Deze gebiedjes zijn bestemd als Bos, Artikel 7, en mogen/ kunnen tevens gebruikt worden voor recreatief medegebruik zoals bijvoorbeeld sport- en speelgelegenheden en fiets- en voetpaden. Binnen de bestemming bos mogen geen gebouwen worden opgericht. De bestemming kent net als het bos in de Emmerdennen een Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. De reeds bestaand parkeervoorzieningen binnen de bestemming Bos mogen voortgezet worden maar kunnen direct omgezet worden in Bos. Het vergroten van de bestaande parkeervoorzieningen binnen deze bestemming is niet mogelijk.

5.4.2.3 Centrum

De bestemming "Centrum" is gelegd op het geconcentreerde winkelgebied langs de Hoofdstraat. Aan deze bestemming liggen verschillende functies ten grondslag. Zo is het binnen deze bestemming toegestaan om de gronden onder andere te gebruiken voor detailhandel, dienstverlening, horeca categorie 1, 2 en 3, (zie ook Horeca) wonen op de verdieping ter plaatse van de functieaanduiding wonen, opslag van goederen ten dienste van de bestemming Centrum en garageboxen ter plaatse van de functie aanduiding garage. Tevens kunnen parkeervoorziening , fiets- en voetpaden worden aangelegd.

5.4.2.4 Cultuur en ontspanning

Binnen het plangebied zijn 2 inrichtingen die vallen onder de categorie Cultuur en ontspanning. De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor culturele instellingen en ontspanning. Dit betreffen in dit plangebied de dierentuin, en Hotel Eden inclusief zalen en sportcentrum. Al deze inrichting zijn specifiek bestemd.
Artikel 9 Cultuur en Ontspanning - Dierentuin
Vanwege het karakter van dit bestemmingsplan het actualiseren van de vigerende bestemmingsplannen krijgt de dierentuin aan de Hoofdstraat behoud voorlopig ( in ieder geval tot zolang de dierentuin hier nog aanwezig is) de bestemming dierentuin. Binnen deze bestemming kan de huidige dierentuin in werking zijn, met bijbehorende horeca-1 en horeca-2 ten dienste van de bestemming, educatieve doeleinden en de bedrijfswoning. Voor alle bebouwing binnen de bestemming Cultuur en Ontspanning- Dierentuin geldt dat deze op de bestaande locatie gehandhaafd dient te blijven, met dien verstande dat deze nog 10% mag worden uitgebreid. Middels een afwijking van de bouwregels kan de bebouwing binnen het bestemmingsplan verplaatst worden mits de bouwhoogte en oppervlakte gelijk blijft.
Artikel 10 Cultuur en Ontspanning - Horeca en evenementencomplex
Hotel Eden heeft binnen het plangebied de bestemming Cultuur en Ontspanning- Horeca en evenementencomplex gekregen dit als gevolg van de vele activiteiten die zich binnen dit complex voordoen. Het hotel is op verbeelding aangeduid als hotel. De overgebleven ruimten worden op diverse manieren gebruikt ondermeer voor sportvoorzieningen, waaronder een tennisbaan en een fitnesscentrum. Daarnaast worden in het gebouw feesten en partijen gehouden, worden ruimtes gebruikt als congrescentrum en worden inpandige evenementen georganiseerd. Buiten het complex ligt een grote parkeerplaats. Binnen de bestemming is het niet mogelijk om buiten evenementen te houden ook niet op het aangeduide parkeerterrein. Dit in verband met overlast naar de omgeving toe en het aspect externe veiligheid.

5.4.2.5 Detailhandel

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden Artikel 11 Detailhandel zijn bestemd voor detailhandel. Gebouwen dienen binnen het bouwvlak gerealiseerd te worden.
Binnen de bestemming detailhandel kan het voorkomen dat naast detailhandel ook andere activiteiten plaatsvinden. Indien dit voorkomt wordt dat op de verbeelding met een functieaanduiding gemengd aangegeven. De activiteiten die binnen de aanduiding gemengd uitgevoerd mogen worden zijn horeca- 1, sport of opslag, at wat mag is op de verbeelding aangeduid.

5.4.2.6 Gemengd

De voor Gemengd aangewezen gronden dienen minimaal te bestaan uit een combinatie van twee gelijkwaardige functies van de in de SVBP 2008 opgesomd hoofdgroepen van bestemmingen. Vanwege de mogelijkheden op de diverse percelen zijn binnen de bestemming Gemengd verschillende subbestemmingen opgesteld, met eigen bijbehorende mogelijkheden en regelingen. Voor alle bestemmingen Gemengd geldt dat gebouwen binnen het bouwvlak gerealiseerd moeten worden.
Gemengd - 1
Binnen de bestemming Gemengd- 1 mag sport, maatschappelijke voorzieningen, kantoren. Binnen dit bestemmingsplan ligt het zwembad met binnen en buiten baden en de tennisbaan. Deze beide sportvoorzieningen zijn met een functieaanduiding aangeduid. Voor de tennisbaan geldt dat dit een tennisbaan met uitsluitend buitenbanen is. Echter om toch in de winter te kunnen tennis mag op de tennisbaan een wintervoorziening in de vorm van een niet permanente luchthal worden geplaatst van 1 oktober tot en met 31 maart. Middels een afwijking van de bouwregels mag maximaal 250m² worden gerealiseerd onder voorwaarde dat de bouwhoogte 3 meter bedraagt en het perceel niet meer dan 50% bebouwd worden.
Gemengd - 2
Binnen de bestemming Gemengd- 2 mogen bedrijven tot en met milieucategorie 2 conform de bijgevoegde staat van inrichtingen behorende bij de regels, tevens mogen binnen deze bestemming kantoren, maatschappelijke en medische voorzieningen, sport, en uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding detailhandel, detailhandel en een prostitutiebedrijf ter plaatse van de functieaanduiding prostitutie. Middels een afwijking van de gebruiksregels is het mogelijk dat bedrijven die in aard en omvang gelijk zijn aan de bestemmingen maatschappelijk- medische voorzieningen, kantoren, dienstverlening of bedrijven milieucategorie 2 zich mogen vestigen binnen de voor Gemengd- 2 bestemde gronden.
Gemengd - 3
Binnen de bestemming Gemengd- 3 mogen bedrijven tot en met milieucategorie 2 conform de bijgevoegde staat van inrichtingen behorende bij de regels, tevens mag binnen deze bestemming detailhandel uitgezonderd supermarkten, een benzineverkooppunt zonder lpg ter plaatse van de aanduiding verkooppunt motorbrandstof en een bedrijfswoning ter plaatse van de functieaanduiding bedrijfswoning. Binnen deze bestemming is 1 verkooppunt van vuurwerk aanwezig. Verkoop van vuurwerk mag uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding verkooppunt vuurwerk.
Middels een afwijking van de gebruiksregels is het mogelijk dat bedrijven die in aard en omvang gelijk zijn aan de bestemmingen detailhandel, benzineverkooppunt zonder lpg of bedrijven milieucategorie 2 zich mogen vestigen binnen de voor Gemengd- 3 bestemde gronden.
Gemengd - 4
De gronden binnen de bestemming Gemengd- 4 mogen gebruikt worden voor kantoren, dienstverlening Horeca 2 en of Horeca 5 ter plaatse van de functieaanduiding horeca en detailhandel ter plaatse van de functieaanduiding detailhandel. De bestemming Gemengd- 4 is neergelegd op de gronden richting het centrum van de gemeente. De locaties zijn niet direct centrumlocaties maar liggen in een overgangsgebied.
Middels een afwijking van de gebruiksregels is het mogelijk dat bedrijven die in aard en omvang gelijk zijn aan de genoemde bestemmingen zich mogen vestigen binnen de voor Gemengd- 4 bestemde gronden.
Gemengd - 5
De gronden binnen de bestemming Gemengd- 5 mogen gebruikt worden voor kantoren, dienstverlening medische voorzieningen, maatschappelijk- onderwijs en maatschappelijk- zorginstelling. Middels een afwijking van de gebruiksregels is het mogelijk dat bedrijven die in aard en omvang gelijk zijn aan de genoemde bestemmingen zich mogen vestigen binnen de voor Gemengd- 5 bestemde gronden.
Gemengd - 6
De gronden binnen de bestemming Gemengd- 6 mogen gebruikt worden voor dienstverlening, kantoren horeca 1,2, en 3, detailhandel, supermarkt uitgesloten, maatschappelijke voorzieningen wonen vanaf de eerst verdieping. Middels een afwijking van de gebruiksregels is het mogelijk dat bedrijven die in aard en omvang gelijk zijn aan de genoemde bestemmingen zich mogen vestigen binnen de voor Gemengd- 6 bestemde gronden.
Gemengd - 7
De gronden binnen de bestemming Gemengd- 7 mogen gebruikt worden voor dienstverlening, kantoren horeca categorie 1 en horeca categorie 2, maatschappelijke voorzieningen, wonen vanaf de eerst verdieping en wonen ter plaatse van de functie aanduiding wonen op de begane grond. Middels een afwijking van de gebruiksregels is het mogelijk dat bedrijven die in aard en omvang gelijk zijn aan de genoemde bestemmingen zich mogen vestigen binnen de voor Gemengd- 7 bestemde gronden.

Gemengd - 8
Het theater de Muzeval heeft de bestemming Gemengd- 8. Binnen de bestemming kunnen alle theateractiviteiten worden uitgevoerd. Daarnaast mogen congresactiviteiten binnen de bestemming plaats vinden. Het theater dient binnen het bouwvlak op de verbeelding gerealiseerd te worden, dat geldt ook voor een eventuele ondergrondse parkeergarage, tevens is het mogelijk om de gebouwen voor onderwijs te gebruiken.

5.4.2.7 Groen

De op de verbeelding voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor openbare groenvoorziening, stadspark, water, hoog opgaande bomen en bossage, (erf)toegangswegen, fietsstroken, voetpaden, voorziening ten behoeve van de waterhuishouding en nutsvoorzieningen en een volkstuinencomplex ter plaatse van de functieaanduiding volkstuin. Voorzieningen ten behoeve van sport- en speelgelegenheden en andere bouwwerken mogen binnen deze bestemming opgericht worden.
Binnen de bestemming groen is geen bouwmogelijkheid opgenomen, met uitzondering van het volkstuinencomplex. Ten behoeve van de volkstuinen mag maximaal 75m2 gebouwen worden opgericht. Het is niet mogelijk om bij recht parkeergelegenheden in het groen te realiseren.
De reeds bestaand parkeervoorzieningen binnen de bestemming Groen mogen voortgezet worden maar kunnen direct omgezet worden in groen. Het vergroten van de bestaande parkeervoorzieningen binnen deze bestemming is niet mogelijk, hiervoor is altijd een afwijking nodig.

5.4.2.8 Horeca

De horeca-inrichtingen gelegen buiten het centrum en de aanlooproutes naar het centrum zijn in verband met de mogelijke hinder die deze inrichtingen kunnen veroorzaken afzonderlijk geregeld. Afhankelijk van de mate van hinder ten opzicht van de woonomgeving is iedere horeca-inrichting in een categorie ingedeeld. Deze categorie is met een eigen specifieke functieaanduiding op de verbeelding aangegeven. Binnen de bestemming Centrum mogen horeca bedrijf categorie 1 tot en met 3 bij recht tenzij anders op de verbeelding is aangegeven. Deze functieaanduiding horeca correspondeert met een bepaald type horecabedrijf, zoals omschreven in de begripsomschrijvingen. Het onderscheid tussen de functieaanduidingen heeft te maken met de dag-, avond- of nachtelijke openingstijden en, in het verlengde hiervan, de verkrijgbaarheid van (sterk) alcoholische dranken. In de begripsomschrijvingen is van de verschillende horecabedrijven een nadere omschrijving opgenomen.

In oplopende volgorde van zwaarte gaat het om horecaondernemingen vergelijkbaar met lunchrooms, broodjeszaken, snackbar, voedsel afhaal/ bezorggelegenheden, sportkantine (categorie 1), restaurants (categorie 2), cafés (categorie 3), bardancings en discotheken (categorie 4) en logiesverstrekkende bedrijven, zoals hotels en pensions (categorie 5). Voor de categorieën geldt een uitwisselbaarheid tussen de bestemmingsklassen en wel zodanig dat in een zwaardere klasse (bijvoorbeeld een bar) per saldo een lichter gekwalificeerd horecabedrijf mag komen. Echter het niet mogelijk de voor Horeca 5 (H5) aangewezen gronden om te zetten naar Horeca 4 categorie. Buiten de horeca in het centrum en de aanloopgebieden, valt de bestemming Horeca valt in dit plangebied uiteen in 3 categorieën horeca te weten: Horeca - 2, Horeca - 3 en Horeca - 5.
Voor alle horecavormen geldt dat het hoofdgebouw in het bouwvlak gerealiseerd dient te worden.

5.4.2.9 Kantoor

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren. De bebouwing dient te worden opgericht binnen de op de plankaart aangegeven bouwvlakken, waarbij de bouwvlakken zijn voorzien van een bebouwingspercentage.

5.4.2.10 Maatschappelijk

De gronden op de verbeelding bestemt voor Maatschappelijk mogen gebruikt worden voor maatschappelijke voorzieningen. Bij maatschappelijke voorzieningen gaat het bijvoorbeeld om scholen, kinder(dag)opvang, kerken, (overheid)instellingen, stichtingen, nutvoorzieningen, begraafplaatsen en zorginstellingen. Vanwege de diverse maatschappelijke functies wordt in deze bestemming gebruik gemaakt van specificaties van de hoofdgroepbestemming Maatschappelijk met een specifieke regel. Het bestemmingsplan kent hierdoor 9 maatschappelijke bestemmingen, in sommige gevallen wordt daarnaast nog gebruik gemaakt van een functieaanduiding. Deze functieaanduiding geeft binnen de bestemming extra mogelijkheden binnen de bestemming weer.
Voor de meeste gronden met een maatschappelijke bestemming geldt dat de gebouwen gebouwd ten dienste van de bestemming op de verbeelding aangegeven bouwvlak opgericht dienen te worden. Bij de meeste maatschappelijke functies is het bouwvlak om de bestaande bebouwing heen gelegd. Voor andere bouwwerken, anders dan overkappingen, geldt dat deze binnen en buiten het bouwvlak mogen worden opgericht. Binnen de bouwvlakken wordt een maatvoeringaanduiding weergegeven, welke het bebouwingspercentage van het terrein aangeeft, deze mag niet worden overschreden.
Op een voormalige scholenlocatie aan de Prinsenlaan is de bebouwing gesloopt. Op deze locatie is een bouwvlak opgenomen, zodat er op termijn een nieuwe maatschappelijke functie kan worden gehuisvest, bijvoorbeeld een school. Het is echter ook denkbaar dat op deze locatie een andere invulling van de gronden gaat plaatsvinden, te denken valt aan woningbouw, een dergelijke ontwikkeling is niet mogelijk binnen dit bestemmingsplan. Indien nieuwe ontwikkelingen gaan plaatsvinden zal hiervoor een nieuw bestemmingsplan moet worden opgesteld of zal hieraan medewerking worden verleend via een omgevingsvergunningsprocedure.
Maatschappelijk
De bestemming Maatschappelijk is neergelegd op een negental locatie, voor deze gronden geldt dat deze gebruikt mogen worden voor het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder: gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd/ kinder/ ouderenopvang, onderwijs, religie, uitvaart, bibliotheken, openbare dienstverlening, culturele voorzieningen, verenigingsleven, nutsvoorzieningen, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.Dit artikel kent een afwijkingsregel voor het bouwen van gebouwen tot maximaal 50m² buiten het bouwvlak.
Maatschappelijk - Begraafplaats
Binnen het plangebied komen 2 begraafplaatsen voor. Ten behoeve van de begraafplaats mogen gebouwen worden gebouwd. Het aantal m² gebouwen dat gebouwd mag worden is op de verbeelding aangegeven. Tevens mogen andere bouwwerken worden opgericht mits niet meer dan 50m² per begraafplaats.

Maatschappelijk - Medisch en Zorg
Het ziekenhuisterrein heeft de bestemming Maatschappelijk- Medisch Zorg gekregen deze bestemming omvat veel meer dan alleen een ziekenhuis. De gronden met bestemming mogen gebruikt worden als ziekenhuis met bijbehorende de medische voorzieningen maar ook voor en door zorginstellingen, waaronder verpleeginstellingen, revalidatiecentra, zorghotel, medisch(kinder)dagverblijf, daarnaast kan binnen het terrein onderwijsvoorzieningen, kinderopvang,een politiepost, ambulancepost, brandweerpost, organisaties en instellingen tbv thuiszorg, verhuur- en verkoop van hulpmiddelen, een klinisch chemisch laboratorium ten dienste van de bestemming,detailhandel en horeca ten dienste van de bestemming, kantoorruimte ten dienste van de bestemming en huisvesting van personeel ten dienste van de bestemming worden opgericht. De bestemming heeft meerdere bouwvlakken waarvoor geldt dat niet meer mag worden gebouwd dan is aangegeven. Voor de bouwhoogtes geldt dat een maatvoeringaanduiding op de verbeelding is opgenomen. De bestemming kent een wijzigingsbevoegdheid. Dit betreft het opnemen van een helikopterplatform binnen de bestemming Maatschappelijk - Medisch Zorg, het huidige platform ligt in de buurt van het ziekenhuis maar niet op het terrein zelf.

Maatschappelijk - Onderwijs
Bij de onderwijsinstellingen is gebruik gemaakt van een specifieke bestemming Maatschappelijk - Onderwijs. Binnen deze bestemming zijn scholen en gelijksoortige voorzieningen zoals peuterspeelzaal, brede school, buurtwerk, kinderopvang en buitenschoolse opvang toegestaan. Tevens is ten dienste van het onderwijs horeca-1 toegestaan. De bestemming Maatschappelijk - Onderwijs kent een afwijkingsmogelijkheid voor het bouwen buiten het bouwvlak tot maximaal 100m², tevens kent de bestemming een afwijkingsmogelijkheid van de gebruiksregels. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning toestaan dat de gronden worden gebruikt voor andere maatschappelijke voorzieningen anders dan onderwijs.
De gronden aan de Hagedoorn en Sleedoorn kennen een gebiedsaanduiding Wro- zone wijzigingsgebied. Dit vanwege de gewijzigde leerling aantallen waardoor voor diverse scholen de vraag voor hergebruik of sloop van de onderwijsgebouwen speelt. Voor de scholen aan de Hagendoorn en Sleedoorn wordt nagedacht over sloop mogelijkheden en het bebouwen van de gronden ten behoeve van woningbouw. Realisatie van woningen zal middels een wijziging van het bestemmingsplan gerealiseerd moeten.
Maatschappelijk - Religie en Maatschappelijk - Scouting

De bestemming Maatschappelijk - Religie is gelegd op alle bij ons bekende religieuze instellingen zoals kerken, moskeeën, gebedshuizen en andere in aard en omvang vergelijkbare instellingen met bijbehorende voorzieningen. Het scouting-terrein aan de Dennenlaan met de bestemming maatschappelijk- scouting is bedoeld voor scoutingactiviteiten maar ook voor buitenschoolse opvang. Voor beide bestemmingen geldt dat de gebouwen binnen het bouwvlak gerealiseerd moeten worden en het bouwvlak volledig mag worden bebouwd.

Maatschappelijk - Uitvaartcentrum
Aan de Weerdingestraat is een uitvaartcentrum aanwezig. Dit centrum is specifiek aangeduid vanwege de specifieke maatschappelijke functie. Binnen de bestemming uitvaartcentrum valt een ruimte voor bijeenkomsten om afscheid te nemen (rouwdiensten, maar ook rouwkamers).
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning toestaan dat de gronden worden gebruikt voor andere maatschappelijke voorzieningen anders dan een uitvaartcentrum.

Maatschappelijk - Zorginstelling

Er is bewust gekozen om de aanwezige zorginstelling een specifieke bestemming te geven Maatschappelijk- Zorginstelling. Dit heeft te maken met de omvang van de instelling en omdat de er sprake is van gebruikers/ bewoners die er dag en nacht verblijven. Dit in tegenstellingen tot de overige maatschappelijke functies waar geen verblijf 's nachts plaatsvindt.
Binnen de begripsbepaling van deze bestemming is de mogelijkheid voor Horeca- 1 en 2 ten dienste van de bestemming opgenomen. Hierbij moet gedacht worden aan een kantine/ restaurant voor de zorginstelling. Een zelfstandige Horeca -1 of 2 functie voor bedrijfsmatige doeleinden is niet toegestaan, wel mogen buurtbewoners die gebruik willen maken van de diensten van het restaurant van de zorginstelling hier gebruik van maken. De bestemming kent ter plaatse van de functieaanduiding gemengd de mogelijkheid om de gronden op begane grond voor detailhandel, zakelijke- en maatschappelijke dienstverlening te gebruiken. Deze functieaanduiding is te vinden bij de zorginstelling aan de Wilhelminastraat. Burgemeester en wethouders kunnen met een wijzigingsbevoegdheid toestaan dat de functieaanduiding gemengd deels of geheel wordt verwijderd zodat het gehele gebouw als zorginstelling gebruikt kan worden.

5.4.2.11 Tuin

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen worden gebouwd, maar geen overkappingen. De bouwhoogte van een ander bouwwerk mag voor de gevellijn maximaal 1 meter en achter de voorgevel maximaal 3 meter bedragen. Volgens de regels van het bestemmingsplan mag de maximale bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding voor de gevellijn 1 meter bedragen en achter de gevellijn 2 meter. Een vlaggenmast mag zowel voor als achter de gevellijn maximaal 5 meter hoog zijn.

5.4.2.12 Verkeer

De voor 'Verkeer ' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen en straten voor hoofdzakelijk doorgaand verkeer en andere verkeersgerelateerde functies zoals transferia, voorzieningen voor het openbaar vervoer en taxistandplaatsen. Binnen deze bestemmingen zijn ook, voor zover aanwezig, waterhuishoudkundige voorzieningen, de bermen, bermsloten en bermbeplanting opgenomen. zie bestemmingsomschrijving in de regels. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht. Wel is het mogelijk dat andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht, zoals verkeerslichten en dergelijke. Voor een aantal wegen in het plangebied is een gebiedsaanduiding geluidzone- wegverkeer opgenomen.

Verkeer - Spoorverkeer
De spoorlijn welke door het plangebied loopt is geregeld onder de bestemming Verkeer- Spoorverkeer. Alle voor het spoor benodigde andere bouwwerken kunnen binnen deze bestemming worden gerealiseerd. Gebouwen mogen alleen binnen deze bestemming worden gebouwd voor zover deze verbonden zijn aan de spoorwegfunctie.

Verkeer - Stationsplein

De stationsomgeving van Emmen krijgt de bestemming Verkeer- Stationsplein. Op deze gronden mag binnen de bouwvlakken gebouwen worden gerealiseerd. De gronden mogen onder anderen gebruikt worden als treinstation, busstation, taxistandplaats, verkeer- verblijfgebied. Het station mag gebruikt worden voor kleinschalige detailhandel, of horeca 1 en 2.
Verkeer - Verblijfsgebied

De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor woonstraten en wegen ten behoeve van de ontsluiting van de aanliggende erven en percelen, toegangswegen en inritconstructies zie bestemmingsomschrijving in de regels. Binnen deze bestemming is het aanleggen van voet- en fietspaden, straten, erven en pleinen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, sport en speelgelegenheden, nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen eveneens mogelijk. Gebouwen mogen niet worden opgericht binnen deze bestemmingen, wel zijn andere bouwwerken ten dienste van de bestemming en het oprichten van een antennemast met installatieruimte ter plaatse van de aanduiding zend-/ontvangstinstallatie mogelijk.
Het bestemmingsplan kent een functieaanduiding gereguleerde camperplaats (gop). Op deze locatie mogen campers voor een kort verblijf ( 1 of 2 overnachtingen) op de parkeerplaats verblijven.Verder kent de bestemming een functieaanduiding voor het helikopterplatform. Dit platform is in gebruik door het ziekenhuis. De voor Verkeer - Verblijfsgebied autoboxen aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor garageboxen, autoboxen of autostalling. De autoboxen mogen uitsluiten binnen de aangegeven bouwvlakken gerealiseerd worden. Binnen deze bestemming mag niet worden gewoond.

5.4.2.13 Wonen

Binnen de bestemming Wonen wordt de mogelijkheid geboden voor de bouw van woningen en de realisatie van daarbij behorende voorzieningen. Dit laatste is tevens bedoeld om ondergeschikte, aan de woonfunctie grenzende voorzieningen (bijvoorbeeld groenvoorzieningen of toegangswegen), waarvan de feitelijke begrenzing niet exact blijkt samen te vallen met de bestemmingsgrens, onder de woonbestemming te brengen. In het bestemmingsplan mag het aantal woningen niet worden vermeerderd, tenzij dit met een aanduiding op de verbeelding anders word aangegeven.
Voor de verschillende woonvormen in het plangebied zijn verschillende bestemmingen opgenomen. Voor alle woonvormen geldt dat het hoofdgebouw in het bouwvlak gerealiseerd dient te worden. Het bouwvlak van het hoofdgebouw is per woning op basis van stedenbouwkundige uitgangspunten bepaald. Als uitgangspunt voor de totale bebouwing op het bouwperceel geldt dat het perceel niet meer dan 50% bebouwd mag worden. Daar waar binnen de specifieke bestemming Wonen nog een onderscheidt gemaakt moet worden wordt gebruik gemaakt van specifieke woonbestemmingen.
Bijbehorende bouwwerken dienen ondergeschikt aan het hoofdgebouw te zijn en mogen in het bouwvlak maar ook op het zij- en achtererf gebouwd worden. Voor het te bouwen m² aan bijbehorende bouwwerken geldt een maximum dat is aangegeven binnen de regels.Voor alle woonvormen geldt dat wonen in bijbehorende bouwwerken niet is toegestaan. Naast bijbehorende bouwwerken kunnen tevens andere bouwwerken zoals bijvoorbeeld een dierenverblijf of een overkapping worden gerealiseerd. Voor deze andere bouwwerken geldt dat overkappingen niet voor de voorgevel mogen worden opgericht.
In de woonbestemmingen zijn afwijkingen van de bouwregels opgenomen om het bestemmingsplan flexibeler te maken. Naast algemene afwijkingen (o.a. vergroten van de bouwmogelijkheden voor goot- en nokhoogte, bouwen van bijbehorende bouwwerken in de voorgevel van het hoofdgebouw, bouwen van het hoofdgebouw maximaal 5 meter achter de gevellijn en het bouwen met een minder steile dakhelling) zijn er ook specifieke afwijkingsmogelijkheden opgenomen.
Wonen - Aaneengebouwd en Wonen - Specifiek Aaneengebouwd

Bij Wonen - Aaneengebouwd Artikel 38 gaat het om regels die gelden voor grondgebonden aaneengesloten woningen. Aaneengesloten woningen zijn woningen waarvan meer dan twee woningen onder één kap zijn geplaatst (rijwoningen). In enkele gevallen vallen dubbele woningen onder de bestemming Wonen, aaneengesloten gelet op de overeenkomsten met nabijgelegen aaneengesloten woningen. Voor Wonen - Aaneengebouwd aaneen geldt dat maximaal 35m² bijgebouwen gerealiseerd mogen worden mits niet meer dan 50% van het bouwperceel wordt bebouwd (inclusief de ruimte die gebruikt wordt voor de woning). Binnen de aaneengebouwde woning is nog een bijzonder categorie aaneengebouwde woningen op genomen deze zijn bestemd als Wonen- Specifiek Aaneengebouwd, Artikel 40. Deze woningen kennen een maximaal gezamenlijk oppervlakte aan te bouwen gebouwen van maximaal 200m² bedragen, mits niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt en de afdekking van de gebouwen dient plat te zijn.
Wonen - Gestapeld

Ter plaatse van flatgebouwen of appartementen geldt de bestemming 'Artikel 39 Wonen - Gestapeld'. Een aantal van deze appartementsgebouwen hebben ter plaatse van de functieaanduiding de mogelijkheid om op de begane grond in de plint gemengde doeleinden, in de vorm van detailhandel, zakelijke dienstverlening en maatschappelijke dienstverlening te vestigen, danwel ter plaatse van de functieaanduiding horeca tot en met categorie 2 horecabedrijven op de begane grond in werking te hebben.
Wonen - Twee aaneen
Bij Wonen - Twee aaneen gaat het om grondgebonden twee- onder- één kap woningen dan wel grondgebonden woningen die door middel van een garage, berging of bijgebouw aan elkaar geschakeld zijn. Voor Wonen - Twee aaneen geldt dat maximaal 50m² bijgebouwen gerealiseerd mogen worden mits niet meer dan 50% van het bouwperceel wordt bebouwd (inclusief de ruimte die gebruikt wordt voor de woning). In sommige gevallen zijn specifieke functieaanduidingen bij de woning op genomen hiermee worden bepaalde zaken naast het wonen mogelijk gemaakt.
Wonen - Vrijstaand kern
De meeste vrijstaande woningen in het plangebied hebben de bestemming Wonen-Vrijstaand Kern gekregen. Bij deze vrijstaande woningen geldt dat maximaal 75m² bijgebouwen gerealiseerd mogen worden mits niet meer dan 50% van het bouwperceel wordt bebouwd (inclusief de ruimte die gebruikt wordt voor de woning). Een aantal vrijstaande woningen hebben een afwijkende bestemming gekregen in verband met een bijzondere bouwmassa, kapafdekking of omvang van de woningen. Deze woningen zijn bestemd als Artikel 41 Wonen - Specifiek Vrijstaand 1 of Artikel 42 Wonen - Specifiek Vrijstaand 2 .

5.4.3 Hoofdstuk 2 dubbelbestemmingen

Het plangebied Emmen, Centrum-Oost kent 2 dubbelbestemmingen te weten: Waarde- Archeologie en Leiding-Gas

Dubbelbestemmingen worden opgenomen als meerdere functies onafhankelijk van elkaar op dezelfde plaats voorkomen. In feite betreft het hier twee (of meer) afzonderlijke bestemmingen voor één (deel van een) gebied. Daar waar een dubbelbestemming is gelegen, geldt zowel de bepaling van de betreffende (hoofd)bestemming als de bepaling zoals gesteld in de dubbelbestemming. Aan een dubbelbestemming bestaat behoefte, wanneer een bestemming onvoldoende recht doet aan de functies/gebruiksdoelen die op de betrokken gronden toelaatbaar (moeten) zijn of wanneer ruimtelijk relevante belangen veilig moeten worden gesteld die niet of onvoldoende met een bestemming kunnen worden gewaarborgd.
Dubbelbestemmingen hebben voorrang op de hoofdbestemmingen. Dit betekent dat bepalingen van bestemmingen alleen van toepassing zijn als deze niet strijdig zijn met bepalingen die horen bij dubbelbestemmingen. Door deze dubbelbestemmingen worden beperkingen opgelegd aan onderliggende (hoofd) bestemmingen. In de bestemmingsomschrijving van de dubbelbestemming worden niet alle doeleinden opnieuw genoemd maar alleen die waarvoor de dubbelbestemming is opgenomen.
De dubbelsbestemming Leiding - Gas is bedoeld om de leidingen te beschermen tegen invloeden van buitenaf zoals bijvoorbeeld werkzaamheden. Binnen het plangebied voert de leiding langs de van Schaikweg ter hoogte van de Stenden Hogeschool richting ziekenhuisgebied. Het betreft een buisleiding (4"- 40 bar) van de Gasunie. Ten aanzien van deze buisleidingen dient is in het bestemmingsplan opgenomen dat toekomstige (bouw)ontwikkelingen binnen de inventarisatieafstand van 45 m bij de 4" - 40 bar leiding getoetst moeten worden aan de vigerende Externe Veiligheid wetgeving en beleid, alvorens de ontwikkeling toe te staan.
Om de archeologische waarden te beschermen in het plangebied zijn de bestemmingen Waarde - Archeologie 2 , Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Archeologie 4' opgenomen. 
De verschillende archeologische waarden en verwachtingen en maatregelen die daaraan zijn gekoppeld zijn in gemeentelijk archeologische beleidsadvieskaart vertaald naar diverse categorieën "Waarde - Archeologie". Met de vertaling is op eenvoudige wijze voor het gehele gebied van de gemeente Emmen in beeld gebracht of archeologische waarden in het geding zijn of kunnen zijn en zo ja, op welke manier daarmee dient te worden omgegaan. Er is een onderverdeling gemaakt in vier categorieën. Zie onderstaande tabel:

Categorie   Archeologische waarden   Oppervlakte   Diepte   Drainage  
Rijksmonument   Beschermd   -   -   Verbod  
Waarde - Archeologie 1   Zeer hoge archeologische waarde   0 m2   30 cm + 10 cm   Verbod  
Waarde - Archeologie 2   (zeer) (hoge) archeologische waarde   100 m2   30 cm + 10 cm   Verbod  
Waarde - Archeologie 3   Middelhoge of hoge verwachting   1000 m2   30 cm + 10 cm   Verbod  
Waarde - Archeologie 4   Middelhoge of hoge verwachting   1000 m2   30 cm + 10 cm   Toegestaan  

De categorieën 1 tot en met 4 worden indien nodig in bestemmingsplannen als dubbelbestemming op de verbeelding opgenomen. De maatregelen zijn in planregels opgenomen voor de te bouwen oppervlakte en een omgevingsvergunningsstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Bij een vergunningaanvraag wordt het bestemmingsplan als toetsingskader gebruikt. Indien voorgenomen plannen binnen categorie 1 of 2 vallen en de daarbij gestelde normen voor oppervlakte en diepte overschrijden zal met de gemeente overleg moeten plaats vinden omdat het uitgangspunt bij terreinen met een archeologische waarde is om deze in de bodem te behouden.
Indien voorgenomen plannen binnen categorie 3 of 4 vallen en de daarbij gestelde normen voor oppervlakte en diepte overschrijden is archeologisch onderzoek nodig om vast te stellen of er waarden aanwezig zijn en of deze behoudenswaardig zijn. Het onderzoekstraject kan verschillende fasen omvatten waarbij per fase de afweging wordt gemaakt of er voldoende aanleiding is om aan te nemen dat er behoudenswaardige archeologie aanwezig is om een vervolgonderzoek uit te voeren.

Rijksmonumenten (beschermd) worden in principe niet binnen een gemeentelijk bestemmingsplan op de plankaart/verbeelding getoond. Desondanks zijn deze objecten wel weergegeven, aangezien het voor Emmen zeer belangrijke en in het oog springende objecten betreft, zoals grafheuvels en hunebedden. Bovendien heeft de gemeente een zone van 50m rondom het wettelijk beschermde gebied, bestempeld tot gebied met 'archeologische waarden' Indien het principe van het niet tonen van beschermde terreinen wordt nageleefd, zou enkel de 50m zone (archeologische waarde) op de plankaart getoond worden en niet het daar binnen gelegen wettelijk beschermde terrein.

Drainage is toegestaan buiten de aangewezen essen, bekende archeologische vindplaatsen en de AMK-terreinen, zoals in de overeenkomst tussen LTO en de provincie is opgenomen. Concreet geldt het drainageverbod voor alle terreinen van (zeer) (hoge) archeologische waarde. Vanzelfsprekend geldt het verbod ook voor alle beschermde terreinen.

Onder Waarde - Archeologie 1 zijn terreinen geschaard met een - uit eerder onderzoek - bekende archeologische waarde. Het betreft terreinen die door het Rijk en de provincie zijn gekwalificeerd als (zeer) hoog archeologisch waardevol: vele grafheuvels, een enkele nederzetting en één veenweg. Met name de grafheuvels zijn door hun geringe omvang – meestal minder dan 100m2 - zeer kwetsbaar voor bodemingrepen. Daarom geldt een vrijstellingsoppervlakte en -diepte van 0m2 respectievelijk 30cm.

Om deze belangwekkende en zeer gezichtsbepalende objecten te beschermen, is een zone van 50m rondom deze terreinen bestempeld tot gebied van archeologische waarde, waarvoor 2 van toepassing is.

Onder Waarde - Archeologie 2 vallen terreinen van (hoge) archeologische waarde, door het Rijk en de provincie aangewezen. Deze terreinen bestrijken veelal een groot oppervlak. Te denken valt aan grafvelden, nederzettingsterreinen, celtic fields, bundels karrensporen schansen etc. Gelet op de omvang van deze sporen en structuren, hebben beperkte bodemingrepen een aanvaardbare invloed op het bodemarchief. Het plan hanteert hier een vrijstellingsgrens van 100m2 en 30 cm diepte.
Waarde - Archeologie 3 heeft specifiek betrekking op essen. Dezelfde maatregelen als genoemd in Waarde - Archeologie 4 gelden voor 3, met één uitzondering: voor zones vallend onder 4 geldt een drainageverbod.
Tot Waarde - Archeologie 4 behoren zones die op grond van landschappelijke kenmerken een hoge tot middelhoge verwachting hebben op het aantreffen van intacte sporen en vondsten. Deze zones worden gekenmerkt door een - al dan niet verscholen onder het huidige maaiveld - redelijk gaaf landschap met dekzandruggen en dekzandkoppen. Delen van dit landschap kunnen bovendien zijn afgedekt door esdekken. Van concrete vindplaatsen is hier echter vooralsnog geen sprake. In hoofdzaak geldt een grote trefkans op nederzettingen, grafvelden, losse boerderijen, wegen, dijken, linies, kleine jachtkampen en losse vondsten uit alle perioden.
De vrijstelling geldt voor oppervlaktes tot 1000m2 en dieptes tot 30 cm +10 cm. De diepte vrijstelling volgt de lijn van de overeenkomst tussen LTO en de provincie.
De archeologische inventarisatiekaart van de gemeente Emmen dient, voorafgaand aan het uitvoeren van een archeologisch onderzoek, geraadpleegd te worden om een indruk te krijgen van de te verwachten archeologische resten.

5.4.4 Hoofdstuk 3 algemene regels

Hoofdstuk 3 van de regels bevat bepalingen die van toepassing zijn op meerdere bestemmingen, zodat het uit praktische overwegingen de voorkeur verdient deze in afzonderlijke artikelen onder te brengen.

Artikel 50 Anti-dubbeltelregel voorkomt dat meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt. Dit is bijvoorbeeld mogelijk als (onderdelen van) bouwpercelen van eigenaars in maatvoering verschillen en wisselen. Door verwerving van een extra (bouw)perceel of een gedeelte daarvan, kunnen de gronden niet meegenomen worden met de berekening van de bouwmogelijkheden van het nieuwe perceel als de nieuw verworven gronden reeds meegenomen zijn bij de berekening van een eerdere bouwplannen. Het is dus niet toegestaan gronden twee keer in te zetten om een omgevingsvergunning te verkrijgen.
In artikel 51 Algemene bouwregels zijn regels opgenomen voor het bouwen van ondergeschikte bouwonderdelen. De genoemde onderdelen mogen de in de regels bepaalde maximale bouwhoogte overschrijden met de in artikel genoemde maten. Hiervoor is bewust gekozen omdat dit duidelijkheid en enige vrijheid aan ontwerpers biedt.
Tevens wordt in dit artikel, artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing verklaard met uitzondering van een zestal onderwerpen dit o.a in verband met de bereikbaarheid, beheer en gebruik van het openbaar gebied.
Artikel 52 Algemene aanduidingsregels
Toegevoegd aan de hiervoor genoemde basisbestemmingen zijn enkele aanduidingen die vanuit het milieu en veiligheidbeleid een extra aanduiding aan gronden geven. Het zijn de aanduidingen 52.1 Geluidzone - Industrie, 52.2 Geluidzone - spoor, 52.3 Geluidzone - weg,52.4 Veiligheidszone - lpg en 52.5 Veiligheidszone - vuurwerk.
De aanduiding Geluidzone - industrie is een geluidzone afkomstig van het bedrijventerrein Bargermeer. De aanduiding is bedoeld om te voorkomen dat binnen de geluidszone van het terrein nieuwe geluidgevoelige bebouwing wordt gerealiseerd of dat bestaande geluidgevoelige bebouwing wordt uitgebreid en daardoor een te hoge geluidbelasting optreedt. Voor eventuele realisatie van nieuwe geluidgevoelige bebouwing en of uitbreidingen van bestaande geluidgevoelige bebouwing zal vooraf eerst bekeken moeten worden of realisatie of uitbreiding mogelijk is binnen de gestelde geluidswaarden dan wel of het mogelijk is om een hogere grenswaarde geluid vast te stellen. Indien om een of andere reden het industrieterrein niet meer zoneplichtig is, kan deze aanduiding van de plankaart worden verwijderd middels een hiertoe opgenomen wijzigingsbevoegdheid.
De aanduiding Geluidzone- spoor heeft de bedoeling te voorkomen dat geluidgevoelige gebouwen en ruimten worden gerealiseerd binnen de geluidzone van een spoorweg. Indien om een of andere reden een spoor niet meer zoneplichtig is, kan deze aanduiding van de verbeelding worden verwijderd middels een hiertoe opgenomen wijzigingsbevoegdheid. In het bestemmingsplan wordt in beginsel geen uitbreidingen van geluidgevoelige bestemmingen in de geluidzones mogelijk gemaakt. Voor eventuele realisatie van nieuwe geluidgevoelige bebouwing en of uitbreidingen van bestaande geluidgevoelige bebouwing zal vooraf eerst bekeken moeten worden of realisatie of uitbreiding mogelijk is binnen de gestelde geluidswaarden dan wel of het mogelijk is om een hogere grenswaarde geluid vast te stellen.
De zone Geluidzone- weg in het bestemmingsplan is gelegd langs de 50 km- wegen in het plangebied Weerdingerstraat, De Boermarkeweg, de Wolfsbergerweg en de Boslaan (oostelijk deel), Dordsestraat, VanSchaikweg, Hunebaan/ Dennenlaan (noordelijk deel) en de Kerkhoflaan/ Emmalaan/ Veenkamperweg/ Oosterstraat (zuidelijk deel). Deze wegen zijn druk bereden wegen binnen het plangebied met een wettelijke zone. De aanduiding Geluidzone- weg heeft de bedoeling te voorkomen dat er geluidgevoelige gebouwen ruimten worden gerealiseerd binnen de geluidzone van een weg, als daardoor een te hoge geluidbelasting optreedt. Indien om een of andere reden een weg niet meer zoneplichtig is, kan deze aanduiding van de verbeelding worden verwijderd middels een hiertoe opgenomen wijzigingsbevoegdheid. In het bestemmingsplan wordt in beginsel geen uitbreidingen van geluidgevoelige bestemmingen in de geluidzones mogelijk gemaakt. Voor eventuele realisatie van nieuwe geluidgevoelige bebouwing en of uitbreidingen van bestaande geluidgevoelige bebouwing zal vooraf eerst bekeken moeten worden of realisatie of uitbreiding mogelijk is binnen de gestelde geluidswaarden dan wel of het mogelijk is om een hogere grenswaarde geluid vast te stellen.
De Veiligheidszone- lpg van het Vulpunt aan de Wolfsbergenweg is bedoeld om het bouwen van nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten tegen te gaan. Binnen de zone zijn beperkingen opgenomen ten aanzien van van de realisatie en het gebruik van beperkt kwetsbare- en kwetsbare objecten.
De Veiligheidszone- vuurwerkverkooppunt is een kleine zone bedoeld om het bouwen van nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten binnen de zone tegen te gaan. Binnen de zone zijn beperkingen opgenomen ten aanzien van van de realisatie en het gebruik van beperkt kwetsbare- en kwetsbare objecten.
Het bestemmingsplan kent 4 Wro-zones - wijzigingsgebied. In "Wro-zone - wijzigingsgebied 1", wordt het mogelijk om de bestemming te wijzigen van Maatschappelijk- Onderwijs in maximaal 17 aaneengesloten woningen, inclusief parkeervoorzieningen en verkeer en verblijf en bijbehorende voorzieningen (Sleedoorn). In gebiedsaanduiding "Wro-zone - wijzigingsgebied 2", wordt het mogelijk om de bestemming te wijzigen te wijzigen van Maatschappelijk- Onderwijs in maximaal 15 woningen (Hagedoorn). In gebiedsaanduiding "Wro-zone - wijzigingsgebied 3", wordt het mogelijk om de bestemming te wijzigen te wijzigen van Horeca 2 in de bestemming Wonen- Vrijstand kern conform artikel 44 van dit bestemmingspla en in gebiedsaanduiding "Wro-zone - wijzigingsgebied 4", wordt het mogelijk om de bestemming te wijzigen wijzigen van Maatschappelijk in 8 vrijstaande woningen of 16 zelfstandige wooneenheden. De laatste twee mogelijkheden zijn mogelijkheden die reeds voortvloeien uit het geactualiseerde bestemmingsplan. De wijzigingen zijn alleen mogelijk als deze financieel haalbaar zijn en het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. ndien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.

Artikel 53 Algemene afwijkingsregels
Afwijkingsregels zoals artikel 53 Algemene afwijkingsregels zijn regels waardoor aan de bestemmingsbepalingen de nodige extra flexibiliteit wordt meegegeven. Toestemming voor afwijking gebeurt door het verlenen van een omgevingsvergunning. Het college van burgemeester en wethouders kan bijvoorbeeld een omgevingsvergunning verlenen voor het 10 % vergroten van de bouwmogelijkheden voor goot- en nokhoogte, het bouwen van bijgebouwen in de voorgevel van het hoofdgebouw, het bouwen van het hoofdgebouw maximaal 5 meter achter de gevellijn en het bouwen met een minder steile dakhelling. Daarnaast kan afgeweken worden van het bestemmingsplan om op medische indicatie te bouwen op- of achter de gevellijn en specifiek voor het oprichten van 30m² bebouwing voor noodzakelijke voorzieningen in het licht van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Daarnaast zijn ten aanzien van het gebruik afwijkingsmogelijkheden opgenomen voor de uitoefening van een aan huis gebonden kleinschalige beroeps- of bedrijfsactiviteiten voor alle woningen of het uitoefenen van bed en breakfast.
De omgevingsvergunningen mogen alleen gebruikt worden indien niet op grond van een andere bepaling in deze regels omgevingsvergunning kan worden verleend. Dit betekent dat niet 2 keer omgevingsvergunning kan worden verleend van eenzelfde bepalingen of dat bepalingen die extra bouwmogelijkheden geven niet cumulatief gebruikt mogen worden.
Met Artikel 53 Algemene afwijkingsregels kan in een aantal gevallen een mogelijkheid geboden worden tot het wijzigen van het plan op basis van de wijzigingsbevoegdheid op grond van artikel 3.6 Wro. De procedure van de wijzigingsbevoegdheid is voorgeschreven in de nieuwe Wro, waarnaar voor deze procedure dan ook wordt verwezen.

5.4.5 Hoofdstuk 4 Overgangs- en Slotregels

Hoofdstuk 4 Overgangs- en Slotregels bestaat uit 2 artikelen, de eerste is het overgangsrecht ten aanzien van gebruik en bebouwing en de tweede de slotregel waarin de citeertitel van het bestemmingsplan wordt aangehaald.

Artikel 55 Overgangsrecht regelt het overgangsrecht ten aanzien van legaal bestaand gebruik en legale bestaande bouwwerken die afwijken van de (nieuwe) bestemming. Het overgangsrecht beschermt de gevestigde belangen of rechten bij een nieuwe, van de bestaande situatie afwijkende regeling. Dit betekent dat bestaand gebruik en bestaande bouwwerken welke in strijd zijn met het nieuwe bestemmingsplan, maar reeds aanwezig was ten tijde van de voorgaande plannen, onder voorwaarden, mag worden voortgezet, met als doel het uiteindelijk beëindigen van de afwijkende situatie. Voorheen illegale bebouwing en illegaal gebruik worden met het overgangsrecht niet gelegaliseerd.
Artikel 56 is de Slotregel van het bestemmingsplan. In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald. In dit geval kunnen de regels van het bestemmingsplan aangehaald worden als "Regels van het bestemmingsplan Emmen, Centrum-Oost".