direct naar inhoud van Artikel 12 Gemengd - 1
Plan: Emmen, Centrum-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010040-0703

Artikel 12 Gemengd - 1

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. maatschappelijke voorzieningen;
  • c. medische voorzieningen;
  • d. sport inclusief sportvelden kleedkamers en sportkantine;
  • e. horeca-1 ten dienste van de bestemming;
  • f. een zwembad (binnen- en buitenbaden) met ligweide ter plaatse van de functieaanduiding zwembad;
  • g. buiten tennisbanen ter plaatse van de functieaanduiding tennisbaan;

met bijbehorende:

  • h. bijbehorende bouwwerken;
  • i. andere bouwwerken;
  • j. sport- en speelgelegenheden;
  • k. fiets- en voetpaden;
  • l. toegangswegen in- en uitritten;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de functieaanduiding zwembad mogen zwembaden zowel overdekt als niet overdekt worden gerealiseerd;
  • c. ter plaatse van de functieaanduiding tennisbaan mag uitsluitend een niet overdekte tennisbaan worden gerealiseerd, met dien verstande dat in de wintermaanden, van 1 oktober tot en met 31 maart, buiten het bouwvlak een niet permanente luchthal mag worden geplaatst met een maximum oppervlak van 700m² en een bouwhoogte van 8 meter;
  • d. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bebouwingspercentage terrein (%) staat per bouwvlak het maximale bebouwingspercentage aangegeven, indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak 100% bebouwd worden;
  • e. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bouwhoogte mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen bouwhoogte is aangegeven;
12.2.2 Andere bouwwerken
  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan andere bouwwerken mag maximaal 50m² bedragen, mits het bebouwingspercentage op de verbeelding niet wordt overschreden;
  • b. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag voor de gevellijn maximaal 1 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/ of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw, mag maximaal 1 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 meter mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 6 meter;

de bouwhoogte van andere bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 3 meter;

  • e. de maximale bouwhoogte voor glijbanen ter plaatse van de functieaanduiding zwembad bedraagt 10 meter;
12.3 Nadere eisen
12.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
12.4 Afwijken van de bouwregels
12.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 12.2.1 onder a en toestaan dat maximaal 250m² bebouwing buiten het bouwvlak gerealiseerd mag worden mits:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagd;
    • 2. niet meer dan 50% van het bouwperceel wordt bebouwd;
  • b. artikel 12.2.2 onder b sub 1 en toestaan dat de bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding langs de openbare weg maximaal 3 meter mag bedragen;
12.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 12.4 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

12.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de horeca-1 ten dienste van de bestemming ten behoeve van zelfstandige horeca;
  • b. het gebruiken van een niet permanente luchthal ten behoeve van het spelen van tennis buiten het winterseizoen (van 1 oktober tot en met 31 maart) ter plaatse van de functieaanduiding tennisbaan;