direct naar inhoud van Artikel 18 Gemengd - 7
Plan: Emmen, Centrum-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010040-0703

Artikel 18 Gemengd - 7

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, supermarkt uitgesloten;
  • b. dienstverlening;
  • c. horeca categorie 1 en categorie 2;
  • d. kantoren;
  • e. maatschappelijke voorzieningen;
  • f. wonen vanaf de eerste verdieping;
  • g. wonen vanaf de begane grond toegestaan ter plaatse van de functieaanduiding wonen;

met bijbehorende:

  • h. andere bouwwerken;
  • i. fiets- en voetpaden;
  • j. onderdoorgangen, toegangswegen in- en uitritten;
  • k. parkeervoorzieningen;
  • l. groenvoorzieningen;
  • m. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
18.2 Bouwregels
18.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht;
  • c. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bebouwingspercentage terrein (%) staat per bouwvlak het maximale bebouwingspercentage aangegeven, indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak 100% bebouwd worden;
  • d. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bouwhoogte mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen bouwhoogte is aangegeven;
  • e. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding goothoogte mag de goothoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande goothoogte indien geen goothoogte is aangegeven;
  • f. wonen mag vanaf de eerste verdieping;
  • g. het aantal bestaande wooneenheden mag niet vermeerderd worden;
18.2.2 ter plaatse van de functieaanduiding wonen
  • a. ter plaatse van de aanduiding wonen is 1 vrijstaande woning met bijbehorende bouwwerken toegestaan;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij de woning aangeduid als bedrijfswoning mag maximaal 75m² bedragen;
  • c. bijbehorende bouwwerken dienen minimaal 3 meter achter de gevellijn van de woning te worden opgericht, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • d. bij twee naar de weg gekeerde gevels (hoeksituatie) van het hoofdgebouw dienen vrijstaande bijbehorende bouwwerken achter de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw dan wel in of achter het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • e. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken binnen 3 meter afstand van de perceelsgrens mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • f. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen;
  • g. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 6 meter bedragen;
18.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan andere bouwwerken mag maximaal 25m² bedragen, mits niet meer dan 50% van het bouwperceel wordt bebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag voor de gevellijn maximaal 1 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/ of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw, mag maximaal 1 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 meter mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 6 meter;
  • e. de bouwhoogte van andere bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 3 meter;
18.3 Nadere eisen
18.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
18.4 Afwijken van de bouwregels
18.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 18.2.1 lid d en toestaan dat de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
  • b. artikel 18.2.1 lid e en toestaan dat de maximale goothoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
18.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 18.4 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

18.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden bestemd voor Gemengd- 7 als supermarkt;
18.6 Afwijken van de gebruiksregels
18.6.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 18.1 en toestaan dat andere bedrijven en activiteiten die in aard en omvang gelijk zijn aan de bestemming Gemengd-7 zich mogen vestigen binnen de voor Gemengd- 7 bestemde gronden

De toepassing van de in artikel 18.6 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;