direct naar inhoud van Artikel 8 Centrum
Plan: Emmen, Centrum-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010040-0703

Artikel 8 Centrum

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening;
  • c. horeca categorie 1, categorie 2 en categorie 3
  • d. wonen inclusief bijbehorende bouwwerken ter plaatse van functieaanduiding wonen;
  • e. kinderopvang ter plaatse van de functieaanduiding specifieke vorm van maatschappelijk-kinderopvang;
  • f. garageboxen ter plaatse van functieaanduiding garage;
  • g. opslag ter plaatse van de functieaanduiding opslag;

met bijbehorende:

  • h. andere bouwwerken;
  • i. fiets- en voetpaden;
  • j. toegangswegen in- en uitritten;
  • k. parkeervoorzieningen, zowel ondergronds als bovengronds;
  • l. groenvoorzieningen;
  • m. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht;
  • c. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bebouwingspercentage terrein (%) staat per bouwvlak het maximale bebouwingspercentage aangegeven, indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak 100% bebouwd worden;
  • d. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bouwhoogte mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen bouwhoogte is aangegeven;
  • e. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding goothoogte mag de goothoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande goothoogte indien geen goothoogte is aangegeven;
8.2.2 ter plaatse van de functieaanduiding wonen
  • a. ter plaatse van de functieaanduiding wonen mag vanaf de 1e verdieping gewoond worden;
8.2.3 ter plaatse van de functieaanduiding garage
  • a. uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding garage mogen garageboxen gerealiseerd worden;
8.2.4 Andere bouwwerken
  • a. overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan andere bouwwerken mag maximaal 25m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag voor de gevellijn maximaal 1 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/ of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw, mag maximaal 1 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 meter mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte van andere bouwwerken binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 5 meter;
  • f. de bouwhoogte van andere bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 3 meter;
8.3 Nadere eisen
8.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
8.4 Afwijken van de bouwregels
8.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 8.2.1 lid d en toestaan dat de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
  • a. artikel 8.2.1 lid e en toestaan dat de maximale goothoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
8.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 8.4 genoemde afwijkingen zijn beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de garageboxen ter plaatse van de functie aanduiding garage anders dan stalling of garagebox;
  • b. het gebruik van de opslagruimte ter plaatse van de functie aanduiding opslag anders dan opslag van goederen ten dienste van de bestemming Centrum;
  • c. het oprichten en in werking hebben van een kinderopvang buiten de ter plaatse aangeduide functieaanduiding supermarkt uitgesloten;
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
8.6.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 8.1 en toestaan dat andere activiteiten die in aard en omvang gelijk zijn aan de bestemming Centrum zich mogen vestigen binnen de voor Centrum, bestemde gronden.
8.6.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 8.6 genoemde afwijking is beperkt tot gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;