direct naar inhoud van Artikel 44 Wonen - Vrijstaand kern
Plan: Emmen, Centrum-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010040-0703

Artikel 44 Wonen - Vrijstaand kern

44.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen-Vrijstaand aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. vrijstaande woningen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. tuin en erven;
  • d. detailhandel ter plaatse van de functieaanduiding detailhandel;
  • e. kantoor ter plaatse van de functieaanduiding kantoor;
  • f. een nieuw te bouwen woning, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - nieuw te bouwen woning’ met dien verstande dat per aanduiding één nieuwe woning is toegestaan;

met bijbehorende:

  • g. andere bouwwerken;
  • h. sport- en speelgelegenheden;
  • i. toegangswegen in- en uitritten`, achterpaden;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
44.2 Bouwregels
44.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. als hoofdgebouw mag uitsluitend een vrijstaande woning worden gebouwd;
  • b. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • c. het bouwvlak mag volledig bebouwd worden;
  • d. het aantal hoofdgebouwen met de bestemming Wonen- Vrijstaand kern ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan mag niet worden vermeerderd,
  • e. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens dient minimaal 3 meter te bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimum geldt;
  • f. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht, danwel op de bestaande locatie indien de huidige voorgevel achter de gevellijn is opgericht;
  • g. ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goot- en bouwhoogte van een gebouw maximaal de aangegeven hoogte bedragen danwel de bestaande goot- en bouwhoogte indien geen of een andere goot- en bouwhoogte is opgenomen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • h. de dakhelling van het hoofdgebouw dient ten minste 30o en ten hoogste 60o te bedragen dan wel, indien een andere dakhelling aanwezig is, de bestaande dakhelling.
  • i. de nokrichting van het hoofdgebouw dient ongewijzigd te blijven;
44.2.2 Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding nieuw te bouwen woning
  • a. ter plaatse van de ‘specifieke bouwaanduiding - nieuw te bouwen woning’ mag, anders dan gesteld onder 44.2.1 onder b 1 vrijstaande woning met bijbehorende bouwwerken gerealiseerd mag worden conform de regels van artikel 44;
44.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij een woning met de bestemming Wonen- Vrijstaand mag buiten het bouwvlak maximaal 75m² bedragen, met in achtneming dat:
    • 1. niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
    • 2. de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken gebouwd op dat gedeelte van het bouwperceel, waar het hoofdgebouw nog volgens het bepaalde in artikel 44.2.1 onder a kan worden vergroot, niet wordt gerekend tot de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken;
    • 3. de oppervlakte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer mag bedragen dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; Met dien verstande dat, indien het vloeroppervlak van het hoofdgebouw 50m² of minder bedraagt dan mag het aangebouwde bijbehorende bouwwerk 1,5x de omvang van het hoofdgebouw bedragen;
  • b. de voorgevel van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag maximaal 30 meter achter de achtergevel van het hoofdgebouw worden opgericht;
  • c. bijbehorende bouwwerken dienen minimaal 3 meter achter de gevellijn van de woning te worden opgericht, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • d. bij twee naar de weg gekeerde gevels (hoeksituatie) van het hoofdgebouw dienen vrijstaande bijbehorende bouwwerken achter de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw dan wel in of achter het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • e. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken binnen 3 meter afstand van de perceelsgrens mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • f. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen;
  • g. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 6 meter bedragen;
44.2.4 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan andere bouwwerken mag maximaal 30m² bedragen, mits niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
  • b. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag voor de gevellijn maximaal 1 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/ of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw, mag maximaal 1 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 meter mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 5 meter;
  • e. de bouwhoogte van andere bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 3 meter;
44.3 Nadere eisen
44.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
44.4 Afwijken van de bouwregels
44.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 44.2.1 lid b en toestaan dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • 1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast indien uitbreiding van het hoofdgebouw binnen het bouwvlak niet meer mogelijk is;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen niet meer dan maximaal 250m² bedraagt en niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
    • 3. mits de afstand van het hoofdgebouw tot de zijerfscheiding minimaal 3 meter bedraagt;
    • 4. de oppervlakte van de uitbreiding kleiner is als de oppervlak van het bouwvlak;
    • 5. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing;
  • b. artikel 44.2.1 lid g en toestaan dat de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
  • c. artikel 44.2.1 onder g en toestaan dat de maximale goothoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
  • d. artikel 44.2.3 lid a en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken per woning maximaal 100m² bedragen, mits;
  • 1. de totale bebouwing op het bouwperceel niet meer dan 250m² bedraagt;
  • 2. niet meer dan 50% van de oppervlakte van het achtererfgebied bebouwd wordt;
  • 3. de oppervlakte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk niet meer dan 75m² bedraagt.
  • e. artikel 44.2.3 lid a en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij een per woning maximaal 125m² bedragen, mits;
    • 1. het perceel groter is als 1000m² ;
    • 2. de totale bebouwing op het bouwperceel niet meer dan 250m² bedraagt;
    • 3. de oppervlakte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk niet meer dan 100m² bedraagt.
  • f. artikel 44.2.3 lid c en toestaan dat bijbehorende bouwwerken vanaf de gevellijn mogen worden opgericht;
  • g. artikel 44.2.3 lid d en toestaan dat bij twee naar de weg gekeerde gevels (hoeksituatie) van het hoofdgebouw het vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet in het verlengde van de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw gebouwd hoeft te worden;
44.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 44.4 genoemde afwijkingen is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

44.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk als zelfstandige woning;
  • b. detailhandel buiten de ter plaatse met functieaanduiding detaihandel aangeduide gronden;
  • c. het houden van een kantoor buiten de ter plaatse met functieaanduiding kantoor aangeduide gronden;
44.6 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:
  • a. artikel 44.1 en toestaan dat de gronden met de bestemming Wonen- vrijstaand kern ter plaatse aangeduid als kantoor gewijzigd mag worden in de bestemming Wonen ten behoeve van 1 wooneenheid;

De toepassing van de in artikel 44.6 genoemde afwijking mag het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet aantasten. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;