direct naar inhoud van Artikel 14 Gemengd - 3
Plan: Emmen, Centrum-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010040-0703

Artikel 14 Gemengd - 3

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd -3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot maximaal milieucategorie 2 bedrijven conform bijgevoegde staat van inrichtingen bijlage1 ;
  • b. benzineverkooppunt, zonder lpg ter plaatse van de aanduiding verkooppunt motorbrandstof;
  • c. detailhandel, supermarkt uitgesloten;
  • d. een bedrijfswoning ter plaatse van de functieaanduiding bedrijfswoning;
  • e. vuurwerkverkooppunt ter plaatse van de functieaanduiding specifieke vorm van detaihandel- vuurwerk verkooppunt;

met bijbehorende:

  • f. andere bouwwerken;
  • g. fiets- en voetpaden;
  • h. toegangswegen in- en uitritten;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
14.2 Bouwregels
14.2.1 Bebouwing

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht;
  • c. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bebouwd oppervlak (m²) staat per bouwvlak het maximale aantal m² aangegeven dat gebouwd mag worden, indien geen maximum is aangegeven mag het bouwvlak volledig bebouwd worden;
  • d. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding goothoogte mag de goothoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande goothoogte indien geen goothoogte is aangegeven;
  • e. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bouwhoogte mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen bouwhoogte is aangegeven;
14.2.2 ter plaatse van de functieaanduiding verkooppunt motorbrandstoffen
  • a. ter plaatse van de functieaanduiding verkooppunt motorbrandstoffen is een brandstofverkooppunt, zonder lpg verkoop toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. een overkapping is toegestaan tbv het brandstofverkooppunt welke mag worden opgericht met een maximum bouwhoogte tot 6 meter binnen de functieaanduiding verkooppunt motorbrandstoffen;
14.2.3 ter plaatse van de functieaanduiding bedrijfswoning
  • a. ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning is 1 bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken toegestaan;
  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij de woning aangeduid als bedrijfswoning mag maximaal 75m² bedragen, met in achtneming dat:
    • 1. niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
  • b. bijbehorende bouwwerken dienen minimaal 3 meter achter de gevellijn van de woning te worden opgericht, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • c. bij twee naar de weg gekeerde gevels (hoeksituatie) van het hoofdgebouw dienen vrijstaande bijbehorende bouwwerken achter de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw dan wel in of achter het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • d. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken binnen 3 meter afstand van de perceelsgrens mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • e. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 6 meter bedragen;
14.2.4 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan andere bouwwerken mag maximaal 50m² bedragen, exclusief de overkapping ter plaatse van de functieaanduiding verkooppunt motorbrandstoffen;
  • b. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag voor de gevellijn maximaal 1 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/ of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw, mag maximaal 1 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 meter mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 6 meter;
  • e. de bouwhoogte van andere bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 3 meter;
14.3 Nadere eisen
14.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
14.4 Afwijken van de bouwregels
14.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 14.2.1 lid d en toestaan dat de maximale goothoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
  • b. artikel 14.2.1 lid e en toestaan dat de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
14.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 14.4 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

14.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het oprichten en in werking hebben van een supermarkt ter plaatse van de functieaanduiding supermarkt uitgesloten;
  • b. het verkopen van vuurwerk buiten de ter plaatse aangeduide gronden voor verkoop van vuurwerk.
14.6 Afwijken van de gebruiksregels
14.6.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 14.1 en toestaan dat andere bedrijven die in aard en omvang gelijk zijn aan de bestemming Gemengd-3 zich mogen vestigen binnen de voor Gemengd- 3 bestemde gronden

3.6.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 3.6 genoemde afwijking is beperkt tot gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;