direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Emmen, Buitenweg (Europan 10)
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak67026-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Woningbouwcorporatie Lefier heeft een aanvraag voor een wabo-omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van 24 grondgebonden rijenwoningen in de sociale huursector aan de Buitenweg te Emmen. De aanvraag is destijds ingebracht als prijsvraaglocatie voor Europan 10. Europan is een samenwerkingsverband van gemiddeld twintig Europese landen die om de twee jaar een prijsvraag op het gebied van architectuur en stedenbouw organiseren. Het initiatief heeft betrekking op een gebied aan de Buitenweg dat is gelegen aan de zuidkant van de Van Schaikweg. De aanvraag is in strijd met het vigerende bestemmingsplan op de onderdelen bouw en gebruik. Om die reden is verzocht om de gewenste transformatie via één omgevingsvergunning, inclusief het deel "afwijking van het bestemmingsplan", te kunnen realiseren.

De aanvraag is genoteerd onder Zaak 67026. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak67026--V701.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak67026-V701_0001.jpg"

Figuur 1.1: Globale ligging van het plangebied aan de Buitenweg in Emmen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak67026-V701_0002.jpg"

Figuur 1.2: Locatie plangebied in omgeving: rode gebied was studiegebied voor Europan. Zwarte gebied was uitwerkingsgebied.

Hoofdstuk 2 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

2.1 Ligging en huidige situatie

Voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op een aantal percelen aan de Buitenweg, ten zuiden van de Van Schaikweg, kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie F, nummers 5400, 5402, 8775, 10747, 10748, 10749, 10751, 10752, 10753, 10754 en 13364 (ged.). De percelen zijn gelegen aan de rand van het centrumgebied van Emmen, tussen de Van Schaikweg en de Dordsestraat, zie afbeelding 1.1, 1.2 en 2.1. De percelen zijn momenteel braakliggend. De vrijstaande en dubbele woningen zijn gesloopt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak67026-V701_0003.jpg"

Figuur 2.1: Luchtfoto met locatie.

2.2 Beleid en planologische regeling

2.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef

De Structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is op 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld in de raadsvergadering van september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur tot 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. In de omgeving waarin het voorliggend plan Emmen, Buitenweg (Europan 10), NL.IMRO.0114.Zaak67026-V701 wordt gerealiseerd is vooral het thema Wonen van belang.
Ten aanzien van het thema wonen in het centrum wordt in de structuurvisie gestreefd om de kwaliteit van de diverse woonmilieus te behouden dan wel te versterken en te innoveren. Het huidige plan voorziet in een versterking van het stedelijk woonmilieu. Naast de structuurvisie moet rekening gehouden worden met de Woonvisie van de gemeente welke is vastgesteld door de raad in december 2012. In deze Woonvisie wordt aangegeven dat ter vervulling van nieuwe woonbehoeften gekeken moet worden naar inbreiding. De percelen werden in het verleden gebruikt voor vrijstaande en dubbele woningen. Het plan voldoet derhalve hieraan.

2.2.2 Masterplan Emmen centrum 2020, ruimte voor verandering

In het 'Masterplan Emmen centrum 2020, ruimte voor verandering' heeft het gemeentebestuur van Emmen haar ambities vastgelegd. Dit masterplan is in november 2003 door de gemeenteraad van Emmen als visiedocument vastgesteld. Emmen heeft zich vanaf de midden jaren negentig sterk ontwikkeld als een industriestad waarbij het werken en wonen de twee speerpunten waren. Naast de herstructureringsopgave van de naoorlogse woonwijken, ligt er vanuit dit masterplan een opgave om in het Emmense centrum in de komende jaren een groot aantal woningen toe te voegen. Het nu gekozen Europangebied is één van de locaties waar een deel van deze opgave zal moeten worden ingevuld. Het gemeentebestuur van Emmen heeft in het Masterplan aangegeven te streven naar een meer stedelijk centrum waarbij drie basisthema's zijn: binnenstad, landschap en leisure. Deze drie kwaliteiten zijn kenmerkend voor het imago van de stad Emmen. Het te ontwikkelen Europangebied met de grondgebonden woningen heeft een stedelijke uitstraling en past in de stedelijke opgave zoals gesteld in het Masterplan Emmen centrum 2020, ruimte voor verandering.

2.2.3 Bestemmingsplan

De percelen zijn gelegen binnen het bestemmingsplan "Emmen, Centrum-Oost", vastgesteld door de raad op 19 december 2013. Het gebied is nagenoeg in het geheel bestemd voor woningbouw (enkele en dubbele woningen). Het aangevraagde (bouw van 24 grondgebonden rijenwoningen) is in strijd met het vigerende bestemmingsplan.

2.2.4 Algemene verklaring van geen bedenkingen

Om de gevraagde omgevingsvergunning te kunnen verlenen is het noodzakelijk dat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen afgeeft (artikel 2.27 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), jo. artikel 6.4 Besluit omgevingsrecht (Bor)). De raad kan echter een algemene verklaring van geen bedenkingen voor bepaalde categorieën afgeven (artikel 6.5 lid 3 Bor). Voor het verlenen van een omgevingsvergunning is dan niet, voor elk afzonderlijk geval, een procedure via de raad vereist en dat spaart tijd. Bij de Crisis- en herstelwet (Chw) is het dan niet langer nodig om de omgevingsvergunning op te nemen in een bestemmingsplan, zoals dat voor een projectbesluit verplicht was (vervallen artikel 3.13 Wro).
De Algemene verklaring van geen bedenkingen is vastgesteld op 28 april 2011 en voorziet in de mogelijkheid om één of meerdere woningen te bouwen in het kader van de herstructurering van woonwijken of kernen, voor zover in overeenstemming met een door de raad vastgesteld masterplan of een vastgestelde structuurplan (punt 2 van de Algemene verklaring van geen bedenkingen). Het ingediende bouwplan voldoet aan bovengenoemd punt 2 uit de Algemene verklaring van geen bedenkingen.

2.2.5 Crisis en herstelwet

De bouw van 24 grondgebonden rijenwoningen valt onder Bijlage I Categorieën ruimtelijke en infrastructurele projecten als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Crisis- en herstelwet. Onder lid 3.1 staat vermeld: ontwikkeling en verwezenlijking van werken en gebieden krachtens afdeling 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening of een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo van het bestemmingsplan, het inpassingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, ten behoeve van de bouw van meer dan 11 woningen in een aaneengesloten gebied of de herstructurering van woon- en werkgebieden.

2.2.6 Conclusie

De aanvraag voor de bouw ten behoeve van 24 grondgebonden rijenwoningen past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie "Gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef" en het Masterplan Emmen centrum 2020, ruimte voor verandering. Door het plan zal het stedelijke woonmilieu in diversiteit versterkt worden.

Hoofdstuk 3 Onderzoeken

3.1 Archeologie

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

Het gebied is volgens de archeologische beleidsadvieskaart gelegen in een gebied met deels hoge en middelhoge archeologische waarden op de beleidsadvieskaart van de gemeente Emmen.

Dit zijn gebieden waar op basis van de geologische en bodemkundige opbouw en reeds aangetroffen archeologische resten een (middel)hoge kans op het aantreffen van (intacte) archeologische vindplaatsen bestaat. Deze zones worden gekenmerkt door een - al dan niet verscholen onder het huidige maaiveld - redelijk gaaf landschap met dekzandruggen en dekzandkoppen. Van concrete vindplaatsen is hier echter vooralsnog geen sprake. In hoofdzaak geldt een grote trefkans op nederzettingen, grafvelden, losse boerderijen, wegen, dijken, linies, kleine jachtkampen en losse vondsten uit alle perioden. In Emmen zijn dit globaal het gedeelte op de Hondsrug, de beekdalen en de delen van het veengebied dat niet tot in de ondergrond zijn ontgonnen. Voor deze categorieën is een minimumoppervlak voor bodemverstoringen opgenomen van 1000 m² en een diepte van 30 cm onder maaiveld.

Het Bureau voor Archeologie heeft in de periode juli/augustus 2013 een verkennend archeologisch onderzoek gedaan voor het plangebied. Conclusies uit het bovenstaande onderzoek zijn:

  • 1. Op de meeste plaatsen in het plangebied is de bodem geroerd. De kamppodzolgronden of loopodzolgronden zijn hier niet meer herkenbaar. In een aantal profielen is echter nog een restant van een mogelijke cultuurlaag met daaronder een podzol-B aanwezig. Dit is in het zuidwesten van het plangebied;
  • 2. In de zone met een restant van een mogelijke cultuurlaag en de podzolgrond daaronder kunnen archeologische resten aanwezig zijn. Deze bodemopbouw wijst erop dat de gronden lang een functie als bouwland (es) bij een nederzetting gehad hebben. Doordat nederzettingen zich vaak verplaatst hebben over het areaal van de bouwlanden, kunnen sporen van nederzettingen nog in de grond onder de cultuurlaag aanwezig zijn;
  • 3. De zone waarin mogelijk archeologische waarden aanwezig zijn, dienen door middel van een proefsleuvenonderzoek nader onderzocht te worden.

Op basis van het bovenstaande is door Archeodienst in opdracht van de gemeente Emmen op basis van de aanbeveling uit het verkennend archeologisch onderzoek een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. In het totaal zijn drie proefsleuven aangelegd om de archeologische verwachting te toetsen. In een deel van proefsleuf 1 en 2 is de cultuurlaag aangetroffen. Er is één relevant spoor aangetroffen, een greppel die waarschijnlijk onderdeel was van landbouwactiviteiten die vermoedelijk plaats hebben gevonden voor de late middeleeuwen. Verdere vondsten en sporen zijn van recente aard. In het plangebied is geen concrete vindplaats aangetroffen. Verder nader onderzoek is daarom niet noodzakelijk.

3.2 Ecologie

De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Adviesbureau Mertens B.V. heeft in januari 2014 een quick scan flora- en fauna uitgevoerd in opdracht van de gemeente Emmen. Er is vastgesteld dat er in het plangebied vleermuizen (gewone dwergvleermuis en laatvlieger) kunnen vliegen/foerageren in lage dichtheid. Deze dieren kunnen er gewoon blijven vliegen in de aanleg- en gebruiksfase. Effecten op vleermuizen worden derhalve uitgesloten. In de groenstrook kunnen daarnaast algemene broedvogels voorkomen. Voor deze broedvogels geldt dat werkzaamheden moeten worden uitgevoerd buiten het broedseizoen of op een manier dat vogels niet tot broeden komen. Het voorkomen van overige beschermde soorten wordt uitgesloten.

Op grond van bovenstaande analyse worden effecten op beschermde soorten uitgesloten; de realisatie en uitvoering van het plan is niet in strijd is met het gestelde binnen de Flora- en faunawet.

Voor het uitvoeren van werkzaamheden, dient vooraf goed te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn. De initiatiefnemer is voor het onderzoek zelf verantwoordelijk. Voor alle bouwactiviteiten geldt dat er voorzorgsmaatregelen genomen dienen te worden waardoor:

  • Planning aanvang werkzaamheden buiten het broedseizoen (globaal van half maart tot begin augustus) dient plaats te vinden;
  • Een week voor de werkzaamheden beginnen, het plangebied kort gemaaid dient te worden, zodat het plangebied ongeschikt wordt voor kleine zoogdieren en ze de kans krijgen om te vluchten;
  • (wortel)schade aan de (oude) bomen wordt voorkomen en geen graafwerkzaamheden binnen de kroonprojectie van deze oude bomen kan plaatsvinden.

3.3 Milieu

3.3.1 Vormvrije m.e.r.

In voorliggend bouwplan komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen (vormvrije) m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

3.3.2 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.

De bouwaanvraag betreft het realiseren van 24 grondgebonden rijenwoningen in drie blokken. Om die reden is een bodemonderzoek uitgevoerd door IDDS. Naar aanleiding van het onderzoek heeft IDDS een rapport opgesteld, datum 29 augustus 2013, kenmerk 1307F586/RKO/rap1. De conclusies en het advies hierop is het volgende:

Bovengrond

  • in de bovengrond zijn bijmengingen met bodemvreemde materialen waargenomen. Op het maaiveld en in het opgeboorde bodemmateriaal zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen;
  • de bovengrond is licht verontreinigd met PAK en is niet verontreinigd met de overige onderzochte zware metalen, PCB's en minerale olie.

Ondergrond

  • in de ondergrond zijn plaatselijk bijmengingen met bodemvreemde materialen waargenomen. In het opgeboorde bodemmateriaal zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen;
  • de ondergrond is niet verontreinigd met de onderzochte zware metalen, PCB's, PAK en minerale olie.

Grondwater

  • vanwege de lage grondwaterstand (meer dan 5.5 m-mv) is het grondwater niet onderzocht.

Gelet op de onderzoeksresultaten, te weten de aangetoonde overschrijding van de betreffende achtergrondwaarden (grond), dient de hypothese onverdacht voor de onderzoekslocatie formeel te worden verworpen. Echter, de gemeten waarden zijn dermate gering dat aanvullend onderzoek naar het voorkomen van deze stoffen in de bodem in het plangebied ingevolge de Wet bodembescherming, niet noodzakelijk is. Beperkingen inzake het verlenen van een omgevingsvergunning (activiteit bouwen), dan wel voortzetting van het huidige gebruik, worden op basis van de onderzoeksresultaten uit milieuhygiënisch oogpunt niet voorzien.

3.3.3 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

3.3.3.1 Geluidsbronnen in en nabij het plangebied

Op de locatie langs de Van Schaikweg/Buitenweg worden 24 nieuwe grondgebonden rijenwoningen mogelijk gemaakt. De locatie ligt binnen de wettelijke geluidszone van de Ermerweg/Dordsestraat, Van Schaikweg, Buitenweg, Wilhelminastraat, Beatrixstraat, Julianastraat en Prins Hendrikweg. Tevens is de locatie gelegen binnen de zones van de spoorlijn (Emmen-Zwolle) en het industrieterrein Bargermeer.

3.3.3.2 Bevindingen en advies

Railverkeerslawaai

Uit het onderzoek blijkt dat de maximale geluidsbelasting ten gevolge van de spoorlijn 55 dB bedraagt. Hiermee wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB en is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

Wegverkeerslawaai

Ten gevolge van het verkeer op de Buitenweg (30 km/uur weg, dus geen zone) bedraagt de maximale geluidsbelasting 51 dB. Hierbij wordt de richtwaarde van 48 dB overschreden maar de maximaal aanvaardbare waarde van 63 dB niet. Dit wordt als acceptabel geacht.

De geluidsbelasting vanwege de overige wegen (Beatrixstraat, Julianastraat, Wilhelminastraat, Ermerweg/Dordsestraat, Prins Hendrikweg) voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB en er is dus sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

Uit het onderzoek blijkt dat de berekende geluidsbelasting vanwege de Van Schaikweg op de nieuwe woningen ten hoogste 56 dB bedraagt. Hiermee wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op 14 woningen uit bouwblok A en 1 woning uit bouwblok B overschreden. Op woonblok C wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Op woonblok A, bestaande uit 14 woningen, bedraagt de geluidsbelasting op 8 woningen (meest westelijke) 56 dB, op de andere 6 woningen (meest oostelijke) 55 dB. Op woonblok B bedraagt de geluidsbelasting op 1 woning (meest noordelijke) 49 dB.

Gelet op de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van de Van Schaikweg is onderzocht of er maatregelen ter beperking van het geluid mogelijk zijn.

Maatregelen

Een mogelijkheid is om de functie van de weg, samenstelling van het verkeer of de maximumsnelheid te wijzigen. De Van Schaikweg heeft een belangrijke (gebiedsontsluitende) functie binnen de hoofdwegenstructuur van Emmen. Functiewijziging, wijziging van samenstelling of snelheid van het verkeer zijn derhalve niet mogelijk en stuiten op overwegende bezwaren van verkeerskundige aard. De Buitenweg is reeds gecategoriseerd als erftoegangsweg met een snelheid van 30 km/h. Verdere afwaardering is niet mogelijk.

Een andere maatregel aan de bron is het toepassen van geluidsreducerende wegdekverharding. Bij het toepassen van geluidsreducerende wegdekverharding (asfalt/ klinkers) zal de geluidsbelasting met ca. 3 dB reduceren. Ten gevolge van de Van Schaikweg en de Buitenweg is dan nog steeds een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. Deze maatregel is dan ook niet doelmatig. Maatregelen in het overdrachtsgebied zoals geluidsschermen zijn stedenbouwkundig niet inpasbaar. Ook is het vergroten van de afstand tussen de wegas en de ontwikkeling niet mogelijk, omdat de ontwikkeling dan niet meer in te passen is.

Industrielawaai

De geluidsbelasting ten gevolge van het industrieterrein Bargermeer bedraagt ten hoogste 56 dB(A). Op de oost- en zuidgevels van alle woonblokken wordt de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) overschreden. Op de volgende gevels wordt ook de uiterste grenswaarde van 55 dB(A) van art. 59 Wgh overschreden:

  • woonblok A: de oostgevel op 7.5 m hoogte (2e verdieping);
  • woonblok C: de oost- en zuidgevel op 7.5 m hoogte (2e verdieping).

Voor de genoemde woningen kan dus voor de 2e verdieping alleen een hogere grenswaarde worden vastgesteld voor Industrielawaai met gebruikmaking van de ruimte van art. 61 Wgh. In bouwblok A zijn voor de 2e verdieping geen geluidsgevoelige ruimten geprojecteerd, in bouwblok C wel.

In overleg met de gemeente Emmen is besloten dat:

  • voor de woonblokken A (14 woningen) en B (5 woningen) wordt uitgegaan van het vaststellen van een hogere grenswaarde van 55 dB(A);
  • in bouwblok A (in ieder geval de meest oostelijke woning daarvan) op de 2e verdieping geen geluidsgevoelige ruimte mag worden gerealiseerd.
  • voor de vijf woningen van bouwblok C met gebruikmaking van art. 61 Wgh een hogere grenswaarde van 56 dB(A) wordt vastgesteld. De invulling van de voorwaarden a en b bij dit artikel wordt nader uitgewerkt in de ruimtelijke onderbouwing.

Er zijn geen reële maatregelen te treffen om de geluidsbelasting te verlagen.

Cumulatie

De cumulatieve geluidsbelasting bedraagt ten hoogste 62 dB. Dit is lager dan de uiterste grenswaarde van 63 dB. Een dergelijke waarde is als aanvaardbaar te beschouwen.

Gevelgeluidwering

Er dient een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd naar de geluidswering van de gevels in verband met de toetsing aan het Bouwbesluit. Actie gemeente Emmen

Hogere waarde

Indien de gemeente Emmen de bron- en overdrachtsmaatregelen als niet doelmatig/wenselijk aanmerkt, dient het college van B&W van de gemeente Emmen te worden verzocht voor de nieuw te realiseren woningen hogere waarden, zoals in de hieronder weergegeven tabel vast te stellen. Zie de bijlage voor een plattegrond.

Tabel 3.1: Hogere grenswaarden wegverkeerslawaai en spoorweglawaai

Ontwikkeling   Aantal woningen   Hogere grenswaarde   Geluidsbron
 
woonblok A   8   56 dB   Van Schaikweg  
woonblok A   6   55 dB   Van Schaikweg  
woonblok B   1   49 dB   Van Schaikweg  
       
woonblok A   14   55 dB(A)   Industrieterrein Bargermeer  
woonblok B   5   55 dB(A)   Industrieterrein Bargermeer  
woonblok C   5   56 dB(A)   Industrieterrein Bargermeer  

Voor het plangebied zijn in het verleden reeds hogere waarde vastgesteld. Deze worden ingetrokken en vervangen door de nieuwe hogere waarde.

3.3.3.3 Artikel 61 Wet geluidhinder

Speciale aandacht verdient woonblok C aangezien hiervoor een hogere grenswaarde nodig is van 56 dB(A) als bedoeld in artikel 61 van de Wet geluidhinder. Toepassing van artikel 61 Wgh is in dit geval mogelijk aangezien de nieuw te bouwen woningen ter vervanging dienen van de bestaande (inmiddels gesloopte) woningen binnen het plangebied. De vervanging door de 24 grondgebonden rijenwoningen veroorzaken geen ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige functie of structuur zoals gesteld in artikel 61 onder a Wgh en voldoen tevens aan de maximaal gestelde toename van 100 woningen zoals gesteld in artikel 61 onder b Wgh.

3.3.3.4 Conclusie

Het plangebied ligt binnen de invloedsfeer van de Ermerweg/Dordsestraat, Van Schaikweg, Buitenweg, Wilhelminastraat, Beatrixstraat, Julianastraat, Prins Hendrikweg. Daarnaast ligt het plangebied binnen de geluidszone van de spoorweg (Emmen-Zwolle) en het industrieterrein Bargermeer.

De geluidsbelasting vanwege spoorweglawaai op de gevel van de nieuwe woningen bedraagt ten hoogste 55 dB en hiermee wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB.

De geluidsbelasting vanwege de Van Schaikweg bedraagt op de woningen ten hoogste 56 dB en hiermee wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschreden. Vanwege de Buitenweg (30 km/uur, dus niet zoneplichtig) bedraagt de geluidsbelasting ten hoogste 51 dB. Aangezien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden zijn bron- en overdrachtsmaatregelen beschouwd. Op de overige wegen wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde.

De voor industrielawaai geldende voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt op alle 24 woningen overschreden en bedraagt ten hoogste 56 dB(A). Aan de maximale ontheffingswaarde van 55 dB(A) wordt op woonblok A en B voldaan. Op woonblok C bedraagt de geluidsbelasting ten hoogste 56 dB(A) en is woningbouw alleen mogelijk onder bepaalde voorwaarden. Er zijn geen reële maatregelen te treffen om de geluidsbelasting te verlagen.

Indien de gemeente Emmen bron- en overdrachtsmaatregelen als niet doelmatig aanmerkt, dient het college van B&W van de gemeente Emmen te worden verzocht voor 15 woningen (14 woningen woonblok A en 1 woning woonblok B), een hogere waarden van ten hoogste 56 dB vast te stellen ten gevolge van de Van Schaikweg.

Vanwege het industrieterrein Bargermeer wordt verzocht voor de woonblokken A (14 woningen) en B (5 woningen) een hogere grenswaarde van 55 dB(A) vast te stellen. Voor woonblok C (5 woningen) zal een hogere waarde van 56 dB(A) worden vastgesteld. Het volgende is overeengekomen:

  • in bouwblok A (in ieder geval de meest oostelijke woning daarvan) op de 2e verdieping geen geluidsgevoelige ruimte mag worden gerealiseerd.
  • voor de vijf woningen van bouwblok C wordt met gebruikmaking van art. 61 Wgh een hogere grenswaarde van 56 dB(A) vastgesteld: er is sprake van vervanging van bestaande woningen waarbij de stedenbouwkundige functie en structuur niet ingrijpend wijzigt en er tevens geen sprake is van een toename van meer dan 100 woningen.

Voor het plangebied zijn in het verleden reeds hogere waarde vastgesteld. Deze worden ingetrokken en vervangen door de nieuwe hogere waarde.

Er dient nog wel een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd naar de geluidswering van de gevels in verband met de toetsing aan het Bouwbesluit.

3.3.4 Lucht

De wijze van berekening van de concentraties luchtverontreinigende stoffen is vastgelegd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het verlenen van de omgevingsvergunning.

3.3.5 Externe veiligheid

Op basis van de risicokaart kan geconcludeerd worden dat de locatie waarop de 24 rijenwoningen moeten worden gerealiseerd geen risicobronnen aanwezig zijn die invloed hebben op deze locatie. De locatie ligt wel in de nabijheid van het spoor waarover gevaarlijke stoffen worden getransporteerd. De locatie ligt op circa 100 meter vanaf de spoorlijn. Gezien het aantal transporten gevaarlijke stoffen en de soort gevaarlijke stoffen wordt er op deze afstand geen groepsrisico (GR) berekend. Wanneer er geen GR wordt berekend is er geen sprake van een toename van het GR en is een verantwoording van het GR niet noodzakelijk.

3.4 Waterparagraaf

3.4.1 Inleiding

Uitgangspunt bij een watertoets is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.
In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem ten behoeve van de nieuwe ontwikkeling aan de Buitenweg is ingericht en of fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden. Naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de stedelijke wateropgave heeft het het wateradvies van het waterschap een duidelijke plaats gekregen.

3.4.2 Ligging plangebied

Het plangebied is gelegen aan de rand van het centrumgebied van Emmen, tussen de Van Schaikweg en de Dordsestraat. De locatie is altijd bebouwd geweest met enkele en dubbele woningen in de stijl van de bebouwing aan de Buitenweg en de Julianastraat. Deze straten liepen door vanaf de Dordsestraat naar de Kerkhoflaan. De toename van de bebouwing is uitsluitend in het blok met rijenwoningen welke parallel aan de Van Schaikweg gerealiseerd zullen worden. Deze 14 woningen zijn in oppervlakte circa 910 m². Het verharde oppervlakte zal met aan te leggen bestrating minder dan 1500 m² bedragen. De binnenplaats achter de woningen wordt als een gemeenschappelijke binnentuin ingericht.

3.4.3 Waterhuishouding

Het perceel ligt in het deelstroomgebied Rijn-Oost en valt onder het beheersgebied van het waterschap Vechtstromen. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Waterbeheerplan van waterschap Vechtstromen en in het waterplan van de gemeente Emmen.

Het verharde oppervlak neemt door de realisatie van het plan toe, maar blijft onder de 1500 m². De te realiseren wooneenheden worden aangesloten op een gescheiden rioolstelsel met gesloten buis.

3.4.4 Afvoer van water

Het beleid van de gemeente Emmen en het waterschap is gericht op afkoppelen van hemelwater van de riolering en te lozen op oppervlaktewater of zo mogelijk te laten infiltreren in de bodem. Op deze manier wordt waar mogelijk geprobeerd extra ruimte voor water te maken. Ook wordt om wateroverlast te voorkomen naar extra afvoermogelijkheden gezocht. Probleem wat optreedt bij diverse initiatieven, is dat een deel van het gebied in een grondwaterbeschermingsgebied ligt. Infiltreren is daarom niet altijd toegestaan. Vanwege de grote hoeveelheid verharding in het centrum en de beperkte mogelijkheden om water in het plangebied te bergen wordt een robuuste bergingsvoorziening als het meest kansrijk gezien voor Kern Emmen te samen met waterafvoer voor de wijken Angelslo, Bargermeer Noord, Nieuw-Dordrecht, een deel van Barger-Oosterveld en de gehele Werkas Emmen.

3.4.5 Wateradvies waterschap

Er wordt rekening gehouden met bestaande wetten en regels op het gebied van de waterhuishouding. Vooraf is contact geweest met het waterschap Vechtstromen.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Algemeen

19 januari 2009 was de start van Europan 10, een architectuurprijsvraag voor jonge architecten. Verdeeld over twintig landen in Europa waren er ruim zestig locaties waarvan vier in Nederland. De deelnemende Nederlandse locaties waren: Maastricht, Den Haag, Utrecht en Emmen.

Op 17 januari 2010 werden Timur Shabaev en Marco Galasso (Moscow meets Milan in Emmen) als winnaas in het NAI bekend gemaakt en in de bloemen gezet. Met hun ontwerp Suture kwamen beide ontwerpers uit de 42 inzendingen voor de locatie Buitenweg in Emmen als beste uit de bus.

4.2 Bouwplan

Het bouwplan is gebaseerd op Kintsugi, een Japanse kunst om gebroken porcelein met goudpoeder te repareren. Vertaald naar de opdracht voor Emmen is het een herstel van de stedenbouwkundige structuur van de onderhavige locatie aan de Buitenweg.

Naast het herstel van de stedenbouwkundige structuur hebben de ontwerpers er voor gekozen om de oriëntatie van de woningen om te keren waardoor het binnenterrein een belangrijke ruimte wordt. Een ruimte die als gezamenlijke tuin, zonder autoverkeer, een bijdrage levert aan een verbeterde woonkwaliteit. Naast deze kwaliteitsimpuls is het ook een slimme oplossing van de geluidsproblematiek met betrekking tot het wegverkeer. Door het naar binnen keren van de woningen keren deze zich als het ware af van de wegen en is de geluidsbelasting op de voorgevels aanmerkelijk lager. Ook is de bezonning van de woningen beter dan bij de oorspronkelijke bebouwing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak67026-V701_0004.jpg"

Figuur 4.1: Gebouw parallel aan de Van Schaikweg

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak67026-V701_0005.jpg"

Figuur 4.2: Aanzicht oostelijk gelegen gebouw aan de Buitenweg

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak67026-V701_0006.jpg"

Figuur 4.3: Aanzicht westelijk gelegen gebouw aan de Buitenweg

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide procedure van toepassing.

De terinzagelegging van het ontwerpbesluit is op 21 mei 2015 gepubliceerd in 'In Emmen' en de Staatscourant.

Met ingang van 22 mei 2015 heeft het ontwerp van de vergunning met het ontwerp van het besluit hogere waarden voor zes weken voor een ieder ter inzage liggen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend.

Bij de inpassing van de woningen dient sprake te zijn van een stedenbouwkundig-, landschappelijk- en milieutechnisch inpasbare situatie. De aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan. Daartoe is een aanvraag gedaan tot een Wabo-omgevings vergunning in strijd met het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager, woningbouwcorporatie Lefier, van de omgevingsvergunning. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.