direct naar inhoud van Artikel 62 Algemene aanduidingsregels
Plan: Klazienaveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009032-0701

Artikel 62 Algemene aanduidingsregels

62.1 Geluidzone - industrie

Ter plaatse van de aanduiding "Geluidzone - industrie" zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op geluidsgevoelige bestemmingen.

62.1.1 Bouwregels

Voor het bouwen geldt dat geen nieuwe bouwwerken mogen worden gebouwd ten behoeve van geluidsgevoelige functies, met uitzondering van ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw, in generlei opzicht wordt vergroot of veranderd;

62.1.2 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelig object.
  • b. de nieuwvestiging van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen.
62.1.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. het bepaalde in artikel 62.1.1 buiten toepassing blijft, zodat geluidsgevoelige objecten overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen gebouwd en gebruikt kunnen mits:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de met deze gebiedsaanduiding gereserveerde ruimte voor het industrielawaai;
    • 2. de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van geluidsgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde.
  • b. de aanduiding te wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat;
  • c. de aanduiding te verwijderen in die zin dat de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - industrie' opgeheven wordt indien de bron van de geluidszone is opgehouden te bestaan.

De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen te worden. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de wijziging niet plaatsvinden.

62.2 Veiligheidszone - lpg

De gronden ter plaatse van de aanduiding Veiligheidszone - lpg zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu in verband met de nabijheid van het vulpunt van de lpg-installatie.

62.2.1 Bouwregels

Op de gronden, ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone - lpg”, zijn geen beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten toegestaan.

62.2.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:

  • a. de op de verbeelding aangegeven “veiligheidszone - lpg” te verschuiven, indien het concrete voornemen bestaat om de LPG-opslag te verplaatsen, indien dit vanuit een oogpunt van milieu en externe veiligheid niet bezwaarlijk is;
  • b. de op de verbeelding aangegeven “veiligheidszone - lpg” te verwijderen alsmede de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg" toe te voegen, indien de verkoop van LPG ter plaatse gedurende ten minste een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de verkoop op korte termijn wordt voortgezet;
  • c. de op de verbeelding aangegeven “veiligheidszone - lpg” te verwijderen alsmede de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg" toe te voegen, indien de verkoop van LPG op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet langer is toegestaan.

De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om conform artikel 3.6 het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen te worden. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.

62.3 Wro- zone - wijzigingsgebied
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ter plaatse van de volgende gebiedsaanduidingen:
    • 1. gebiedsaanduiding "Wro-zone - wijzigingsgebied 1", wijzigen in de bestemming Wonen - Vrijstaand lintbebouwing ten behoeve van de bouw van één vrijstaande woning met een bouwhoogte van maximaal 9 meter en een goothoogte van maximaal 3 meter;
    • 2. gebiedsaanduiding "Wro-zone - wijzigingsgebied 2", wijzigen in de bestemming Wonen - Vrijstaand lintbebouwing ten behoeve van de bouw van één woning met een bouwhoogte van maximaal 9 meter en een goothoogte van maximaal 3 meter;
    • 3. gebiedsaanduiding "Wro-zone - wijzigingsgebied 3", wijzigen in de bestemming Wonen - Vrijstaand kern ten behoeve van de bouw van ten hoogste twee woningen met een bouwhoogte van maximaal 9 meter en een goothoogte van maximaal 3 meter;
    • 4. gebiedsaanduiding "Wro-zone - wijzigingsgebied 4", wijzigen in de bestemming Bedrijf - Norit ten behoeve van een uitbreiding van een turfverwerkend bedrijf of bedrijven van ten hoogste milieucategorie 3.2;
  • b. De wijziging als genoemd onder a. dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om conform artikel 3.6 het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, milieusituatie, archeologie en cultuurhistorie, ecologie, water, verkeer(-veiligheid), agrarische belangen, ruimtelijke en landschappelijke inpassing, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de wijziging niet plaatsvinden.
62.4 Milieuzone - geluidsgevoelige functie uitgesloten

De gronden ter plaatse van de aanduiding Milieuzone - geluidsgevoelige functie uitgesloten zijn mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu in verband met de nabijheid van het bedrijventerrein Klazienaveen.

62.4.1 Bouwregels

Op de gronden, ter plaatse van de aanduiding “Milieuzone - geluidsgevoelige functie uitgesloten", zijn geen geluidsgevoelige functies toegestaan.