direct naar inhoud van Artikel 54 Wonen - Vrijstaand lintbebouwing
Plan: Klazienaveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009032-0701

Artikel 54 Wonen - Vrijstaand lintbebouwing

54.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen-Vrijstaand lintbebouwing aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. vrijstaande woningen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. tuin en erven;
  • d. kleinschalig kamperen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreëren - kleinschalig kamperen";
  • e. wonen met detailhandel ter plaatse van de aanduiding "detailhandel";
  • f. opslagruimte ter plaats van de aanduiding "opslag";
  • g. een praktijk aan huis, ter plaatse van de aanduiding "praktijkruimte";
  • h. een Bed and Breakfast ter plaatse van de aanduiding "bed and breakfast";

met bijbehorende:

  • i. andere bouwwerken;
  • j. sport- en speelgelegenheden;
  • k. toegangswegen in- en uitritten;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. groenvoorzieningen;
  • n. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
54.2 Bouwregels
54.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. per bouwperceel mag maximaal 250m2 bebouwd worden, met dien verstande dat:
    • 1. het oppervlakte aan aangebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan de oppervlakte van het hoofdgebouw, indien het vloeroppervlak van het hoofdgebouw 50m2 of minder bedraagt dan mag de oppervlakte aan aangebouwde bijbehorende bouwwerken 1,5x de omvang van het hoofdgebouw bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag maximaal 100m2 bedragen;
  • b. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
54.2.2 Hoofdgebouw
  • a. als hoofdgebouw mag uitsluitend een vrijstaande woning worden gebouwd;
  • b. het aantal hoofdgebouwen met de bestemming Wonen - Vrijstaand lintbebouwing ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan mag niet worden vermeerderd, tenzij dit op de verbeelding met een aanduiding anders is weergegeven;
  • c. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimum geldt;
  • d. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht, danwel op de bestaande locatie indien de huidige voorgevel achter de gevellijn is opgericht;
  • e. het hoofdgebouw mag langs/aan de straatzijde maximaal 10 meter breed zijn;
  • f. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding "maximum bouwhoogte" mag de bouwhoogte van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen of een andere bouwhoogte is opgenomen dan de bestaande bouwhoogte;
  • g. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding "maximum goothoogte" mag de goothoogte van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande goothoogte indien geen of een andere goothoogte is opgenomen dan de bestaande goothoogte;
  • h. de dakhelling van een hoofdgebouw mag niet minder bedragen dan 35o, dan wel, indien een andere dakhelling aanwezig is, de bestaande dakhelling;
  • i. de nokrichting van het hoofdgebouw dient ongewijzigd te blijven;
54.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijbehorende bouwwerken dienen minimaal 3 meter achter de gevellijn van de woning te worden opgericht, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • b. bij twee naar de weg gekeerde gevels (hoeksituatie) van het hoofdgebouw dienen vrijstaande bijbehorende bouwwerken achter de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw dan wel in of achter het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken binnen 3 meter afstand van de perceelsgrens mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • d. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 6 meter bedragen;
  • f. in afwijking van het bepaalde in artikel 53.2.2 onder a. en b. is ter plaatse van de aanduiding "opslag" 100m2 extra bebouwing toegestaan ten behoeve van een beroep aan huis;
  • g. in afwijking van het bepaalde in artikel 53.2.2 onder a. en b. is ter plaatse van de aanduiding "bijgebouw" extra bebouwing toegestaan ten behoeve van de woonfunctie;
  • h. in afwijking van het bepaalde in artikel 53.2.2 onder a. en b. is ter plaatse van de aanduiding "praktijkruimte" 100m2 extra bebouwing toegestaan ten behoeve van een praktijk aan huis;
54.2.4 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag voor de gevellijn maximaal 1 meter en achter de gevellijn maximaal 3 meter bedragen met dien verstande dat:
    • 1. de totale gezamenlijke oppervlakte aan andere bouwwerken bij een woning inclusief overkappingen maximaal 50 m2 mag bedragen, onder voorwaarde dat niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
    • 2. de maximale bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding voor de gevellijn mag maximaal 1 meter bedragen en achter de gevellijn maximaal 2 meter;
    • 3. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal 5 meter bedragen;
    • 4. een luifel aan het hoofdgebouw mag maximaal 1,5 meter uit steken;
54.2.5 Bouwwerken ten dienste van het kleinschalig kamperen

Voor het bouwen van bouwwerken ten dienste van het kleinschalig kamperen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken ten behoeven van het functioneren van het kampeerterrein mag niet meer bedragen dan 50 m2 met dien verstande dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2 meter bedragen;
54.3 Nadere eisen
54.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
54.4 Afwijken van de bouwregels
54.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 54.2.1 onder a. sub 2. toestaan dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk meer dan 100m2 mag bedragen onder de voorwaarden dat dit bouwwerk niet groter is dan het hoofdgebouw en de totale oppervlakte aan bebouwing nooit meer dan 250m2 bedraagt;
  • b. artikel 54.2.2 onder e. en toestaan dat de breedte van het hoofdgebouw langs /aan de straatzijde meer dan 10 meter mag bedragen;
  • c. artikel 54.2.2 onder i. en toestaan dat de nokrichting gewijzigd wordt;
  • d. artikel 54.2.3 onder a. en toestaan dat bijbehorende bouwwerken vanaf de gevellijn mogen worden opgericht;
  • e. artikel 54.2.3 onder b. en toestaan dat bij twee naar de weg gekeerde gevels (hoeksituatie) van het hoofdgebouw het vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet in het verlengde van de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw gebouwd hoeft te worden;
  • f. artikel 54.2.5 onder a. en toestaan dat ten behoeve van het functioneren van het kleinschalige kampeerterrein 50m2 aan bouwwerken mag worden gerealiseerd, met een maximale goothoogte van 3 meter en een bouwhoogte van 6 meter;
54.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 54.4.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

54.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk als zelfstandige woning;
54.6 Wijzigingsbevoegdheid
54.6.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Wonen - Vrijstaand lintbebouwing wijzigen:

  • a. voor het verwijderen van de aanduiding "specifieke vorm van recreëren - kleinschalig kamperen", "detailhandel", "opslag", "praktijkruimte" en "bed and breakfast" bij beëindiging van de desbetreffende activiteit;
54.6.2 Beperkingen

De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om conform artikel 3.6 het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen te worden. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.