direct naar inhoud van 3.4 Milieu
Plan: Nieuw-Schoonebeek, appartementencomplex Kerkenweg-Europaweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2012006-0701

3.4 Milieu

3.4.1 Vormvrije m.e.r.

In het Besluit m.e.r. zijn drempelwaarden opgenomen voor wanneer er een m.e.r. of m.e.r.-beoordeling moet worden opgesteld. Dit besluit is op 1 april 2011 gewijzigd.  Sinds de wijziging van het Besluit op 1 april 2011 is een beoordeling van een activiteit die op de D-lijst  van het Besluit m.e.r. voorkomt noodzakelijk, ook al ligt de omvang van de activiteit (ver) onder de drempelwaarde.  Voor elk besluit of plan dat betrekking heeft op activiteit(en) die voorkomen op de D-lijst die beneden de drempelwaarden vallen moet een toets (vormvrije m.e.r.-beoordeling) worden uitgevoerd of belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen worden uitgesloten.  De motivering moet gebaseerd zijn op een toets die qua inhoud aansluit bij de m.e.r.-beoordeling. De vereiste 'diepgang' hangt af van het betreffende initiatief. Er zijn geen vormvereisten.

 

In het bestemmingsplan Nieuw-Schoonebeek, appartementencomplex Kerkenweg-Europaweg wordt een complex gerealiseerd met 11 appartementen. In het plangebied was een voormalige winkel met bedrijfswoning aanwezig. Deze gebouwen zijn na brandstichting gesloopt. Dit bestemmingsplan betreft een voormalig bebouwd gebied. De appartementen worden gerealiseerd in 1 gebouw. Dit bestemmingsplan biedt geen mogelijkheid voor de vestiging van m.e.r.-(beoordelings)plichtige bedrijven. 

In bijlage III van de EU richtlijn m.e.r. staan de criteria genoemd waarna gekeken moet worden bij de beoordeling.  Hierin spelen omvang, aard en ligging van de activiteit een belangrijke rol. In dit geval is gekeken naar deze Europese criteria. De resultaten van de onderzoeken zoals deze zijn opgenomen in het hoofdstuk onderzoeken  laten zien dat er geen belangrijke nadelige gevolgen zijn voor de omgeving en het milieu. Gezien de aard van de ingrepen zijn geen negatieve effecten te verwachten. Op grond hiervan is het verrichten van een (nadere vormvrije) m.e.r. beoordeling verder niet noodzakelijk.

3.4.2 Bedrijven en milieuzonering

Vanuit milieuhygiënisch oogpunt vergt de bedrijvigheid in het plangebied een goede afstemming met de andere, in de omgeving aanwezige functies. Ten behoeve van dit bestemmingsplan is in het plangebied een inventarisatie geweest van de aanwezige bedrijven.

3.4.2.1 Onderzoek

In de directe omgeving van het plangebied is een horecabedrijf gevestigd. Op basis van het VNG-rapport Bedrijven en Milieuzonering (2009) kent een horecabedrijf een milieuzone van 10 meter. Het plangebied ligt op meer dan 10 meter afstand en daarmee is geen sprake van onevenredige hinder over en weer. Op verdere afstand is onder meer een garagebedrijf, supermarkt, sportcomplex, busmaatschappij met pomp (zonder lpg) en een bouwbedrijf gevestigd; echter de afstand is zodanig dat dit over en weer geen onevenredige hinder met het oog op de te realiseren nieuwbouw oplevert.

3.4.3 Bodem

Voorafgaand aan de bouw van het complex is een onderzoek naar de milieuhygiënische gesteldheid van de bodem verricht (Sigma Bouw & Milieu, 7 september 2009, “actualisatie bodemonderzoek Europaweg nr. 139 te Nieuw-Schonebeek”). Hieruit blijkt dat op basis van de onderzoeksresultaten uit milieuhygiënische overwegingen in relatie tot de bodemkwaliteit geen belemmeringen zijn ten aanzien van de beoogde nieuwbouw op de onderzoekslocatie.

Aanbevelingen

Op en plaatselijk onder het maaiveld is sprake van veel puinmateriaal. Tijdens het veldonderzoek zijn enkele boringen vanwege de aanwezigheid van puinmateriaal gestaakt. In het kader van het bouwrijp maken van het perceel dient rekening te worden gehouden met een aanzienlijke hoeveelheid puin. Bij het opruimen van de puinverharding dient zeker te zijn bedacht op de mogelijke aanwezigheid van asbesthoudend materiaal. Sigma Bouw & Milieu adviseert na te gaan of voorafgaand aan de sloop van de gebouwen een asbestinventarisatie is uitgevoerd. Indien dit het geval is, mag ervan uit worden gegaan dat het aanwezige puinmateriaal (nagenoeg) asbest vrij is. Voor nadere informatie wordt naar het vorengenoemde rapport verwezen.

3.4.3.1 Conclusie

Het vooronderzoek is goed uitgevoerd en het actualisatiebodemonderzoek is conform NEN 5740 uitgevoerd.

Zintuiglijk zijn in boring 1 puinsporen aangetroffen. Boring 5 is op 0,5 meter –mv gestaakt. De boringen 4 en 6 tot en met 12 zijn puinhoudend.

Nabij boring 9 is op het maaiveld een stuk asbesthoudend plaatmateriaal aangetroffen.

3.4.3.2 Grond

Bovengrondmengmonster MM1 is licht verontreinigd met lood en bovengrondmengmonster MM2 is licht verontreinigd met lood en minerale olie. Het ondergrondmengmonster is niet verontreinigd met de onderzochte parameters.

De grond vrijkomend op de locatie is niet multifunctioneel toepasbaar. Als een bouwvergunning wordt aangevraagd, moet aan de bouwvergunning voorwaarde 76 worden toegevoegd. (Voorwaarde 76 betekent dat de grond op eigen terrein toepasbaar is, maar als het wordt vervoerd naar een andere locatie dient de gemeente hiervan op de hoogte te worden gebracht.)

Indien het noodzakelijk is dat grond moet worden afgevoerd van de locatie en elders binnen de gemeente Emmen wordt toegepast, zal er een melding grondverzet moeten worden gedaan.

3.4.4 Geluid

Door het NAA is een onderzoek uitgevoerd (berekening geluidsbelasting op appartementencomplex aan de Europaweg in Nieuw-Schoonebeek, kenmerk 3846/NAA/hw/fw/2) ter vaststelling van de geluidsbelasting vanwege het wegverkeerslawaai op een nieuw te bouwen appartementencomplex aan de Europaweg in Nieuw-Schoonebeek. Hierna is de conclusie van het rapport weergegeven.

Het plan voorziet in de bouw van een appartementencomplex en is gelegen binnen de wettelijke geluidszone van de Europaweg. Aanleiding voor het onderzoek is de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB ter plaatse van de gevel van een aantal woningen als gevolg van het wegverkeer. Tevens is rekening gehouden met de geluidsbelasting veroorzaakt door wegverkeer op de Kerkenweg. In het kader van de Wet geluidhinder behoeft deze weg niet beoordeeld te worden (wettelijk toegestane maximum snelheid 30 km/uur), maar in het kader van een goede ruimtelijke ordening is hier rekening mee gehouden in het onderzoek.

De gehanteerde verkeersgegevens hebben betrekking op het jaar 2020. Aanvullend zijn groei intensiteiten ontvangen over de periode 2002 - 2009 (telpuntnummer FP001). Op basis van deze gegevens en de marginale groei (soms zelfs een afname) zijn de aantallen voor het jaar 2020 ook gehanteerd voor het beoordelingsjaar 2023 in het onderzoek.

Per wegvak is behalve de etmaalintensiteit van belang hoe het verkeer verdeeld is tussen dag-, avond- en nachturen. Bovendien is de verdeling van de aantallen en snelheden per voertuigcategorie uitgesplitst. De voertuigcategorieën worden hierbij als volgt ingedeeld:

  • lichte motorvoertuigen (personenauto's en bestelauto's);
  • middelzware motorvoertuigen (autobussen, vrachtwagens met twee assen en vier achterwielen);
  • zware motorvoertuigen (vrachtwagens met drie of meer assen, vrachtwagens met aanhanger, trekkers met oplegger).

De gehanteerde verkeersgegevens zijn samengevat in de navolgende tabel.

Weg   Wegvak   Etmaalintensiteit in motorvoertuigen per etmaal   Wettelijke maximumsnelheid  
Europaweg   Van Ecklaan - Kerkenweg   4.000   50  
  Kerkenweg - Aalminksweg   1.800   30/50  
Kerkenweg   Europaweg - Huurdemanlaan   3.300   30  

Op het appartementencomplex wordt de voorkeursgrenswaarde ten gevolge van verkeer op de Europaweg op één punt overschreden (immissiepunt 06). De geluidsbelasting op het appartementencomplex ten gevolge van de Europaweg bedraagt ten hoogste 49 dB.

Hiermee wordt de maximale ontheffingswaarde voor stedelijk gebied niet overschreden zodat voor deze overschrijding ontheffing mogelijk is in de vorm van een hogere waarde.

Ten gevolge van de Kerkenweg bedraagt de geluidsbelasting ten hoogste 50 dB op de appartementen. Formeel zijn dergelijke wegen vrijgesteld van een akoestisch onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder.

Bij het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Emmen wordt een hogere waarde aangevraagd.

Het rapport 'Berekening geluidsbelasting op appartementencomplex aan de Europaweg in Nieuw-Schoonebeek' is opgenomen in de bijlagen.

3.4.5 Lucht

Nederland heeft de regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing) en locaties waartoe leden van het publiek gewoonlijk geen toegang hebben'.

NSL/NIBM

Op 15 november 2007 is dit deel van de Wet milieubeheer in werking getreden.

Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit.

De ministerraad heeft op voorstel van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met het NSL. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden.

Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm.

In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal
1,2 µg/meter3 NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd.

3.4.5.1 Onderzoek

Het plan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van 11 appartementen. Op basis van de CROW-publicatie nr. 256 'Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden' (oktober 2007) is de ritproductie van een appartement bepaald op zeven ritten per etmaal. De totale ritproductie bedraagt derhalve 77 ritten.

Nibm tool

Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in samenwerking met InfoMil de nibm-tool juni 2011 ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Met behulp van deze rekentool is de toename van de stoffen NO2 en PM10 bepaald.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2012006-0701_0004.jpg"

Uit de berekeningen met de nibm-tool blijkt dat het plan de grens van 3% (een toename van 1,2 µg/meter3 NO2 of PM10) niet overschrijdt. Het project moet derhalve worden beschouwd als een nibm-project.