direct naar inhoud van 3.4 Milieu
Plan: Nieuw - Amsterdam, Vaart Zuidzijde 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010016-0701

3.4 Milieu

3.4.1 Bedrijven en milieuzonering

Normstelling en beleid

Onder andere vanuit milieuhygiënisch oogpunt vergt bedrijvigheid een goede afstemming met andere, in de omgeving aanwezige functies. Voor het bepalen welke categorieën bedrijfsactiviteiten toelaatbaar zijn, is in het kader van dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" (2009).

Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

Aangezien het onderhavige plangebied is gelegen naast een relatief druk bereden ontsluitingsroute en in een lint waar van oorsprong functiemenging voorkomt, wordt het beoogde functiegebruik zonder meer toelaatbaar geacht.

De binnen het plangebied mogelijk gemaakte functie (fysiopraktijk) betreft een activiteit uit milieucategorie 1 waarop een richtafstand van 10 meter van toepassing is. Binnen een gebied waar functiemening voorkomt, wordt de activiteit direct naast woningen toelaatbaar geacht.

In de directe omgeving van het plangebied zijn geen functies aanwezig die onaanvaardbare milieuhinder ter plaatse van de fysiotherapiepraktijk kunnen veroorzaken. Aan de overzijde van de Hoogeveensche Vaart is het industrieterrein de Tweeling gelegen. Op korte afstand van het terrein reeds woningen zijn gelegen, waarmee de bedrijven in het hun bedrijfsvoering rekening dienen te houden. Zodoende zullen ook de bedrijven op het industrieterrein in geen geval tot onaanvaardbare milieuhinder ter plaatse van de fysiotherapiepraktijk veroorzaken.

3.4.2 Bodem en grondwaterkwaliteit

Normstelling en beleid

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.

In geval van verontreinigingen is de Wet bodembescherming van toepassing. In de wet is geregeld dat indien ter plaatse van een plangebied ernstige verontreinigingen worden aangetroffen, er sprake is van een saneringsgeval. Bij bodemverontreinigingen groter dan 25 m3 en grondwaterverontreinigingen groter dan 100 m3 is er sprake van een urgent saneringsgeval. Bij verontreinigingen kleiner dan deze omvang kan het bevoegd gezag zelf een afweging maken. Daarbij dient zij uiteraard de gevoeligheid van het toekomstige functiegebruik te betrekken.

Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

Ter plaatse van het plangebied is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek wijst uit dat in de bodem een lichte verontreiniging met PCB, olie en PAK voorkomen (overschrijding van de achtergrondwaarde). In het grondwater overschrijdt het bariumgehalte de tussenwaarde. De gemeten concentraties zijn echter dusdanig dat er geen aanvullende maatregelen of aanvullend onderzoek noodzakelijk is. Het verhoogde gehalte barium in het grondwater wordt nagenoeg in heel Nederland gemeten. Op grond van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat er geen milieuhygiënische belemmeringen bestaan voor het beoogde functiegebruik. Het bodemonderzoek is opgenomen als bijlage bij de toelichting.

3.4.3 Geluid

Normstelling en beleid

Op grond van de Wet geluidhinder is rond inrichtingen die ''in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken'', wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30-km/uur en spoorwegen een geluidzone van kracht. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones dient akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd om te bepalen of de ontwikkeling voldoet aan de in de wet bepaalde voorkeursgrenswaarde. Indien niet aan deze grenswaarde kan worden voldaan, kan het bevoegd gezag - in de meeste gevallen de gemeente - hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. De van toepassing zijnde voorkeursgrenswaarde en maximale hogere grenswaarde zijn afhankelijk van de geluidsbron, het type geluidsgevoelig object en de omgevingssituatie.

Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

Wegverkeerslawaai

Een fysiotherapiepraktijk is geen geluidsgevoelig object of een 'ander geluidsgevoelig gebouw' in de zin van de Wet geluidhinder. Aangezien er in de omgeving van het plangebied geen wegen zijn gelegen die kunnen leiden tot een hoge geluidsbelasting wordt nadere toetsing van het ruimtelijke ordeningsspoor niet noodzakelijk geacht.

In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de bestemming 'Wonen' kan worden gerealiseerd. Deze bestemming kan wel worden aangemerkt als geluidsgevoelig object. Als gevolg van een in de Crisis en Herstelwet geregelde wijziging van de Wet geluidhinder kan toetsing aan geluidsgrenswaarden plaatsvinden op het moment dat van de wijzigingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Het plangebied is gelegen binnen de geluidszone van de Van Goghstraat, de Industrieweg en de Vaart Noordzijde. Naar deze wegen dient bij het opstellen van een wijzigingsplan akoestisch onderzoek plaats te vinden.

Spoorweglawaai

Op circa 190 m van het plangebied is het spoorwegtraject Emmen-Coevorden gesitueerd. Op dit traject is een geluidszone van 100 m aan weerszijden van de spoorweg van kracht. Aangezien het plangebied niet binnen de desbetreffende geluidszone is gelegen, is akoestisch onderzoek ten aanzien van spoorweglawaai niet aan de orde.

Industrielawaai

Op enige afstand van het plangebied bevindt zicht het gezoneerde industrieterrein 'De Tweeling'. Ten behoeve van een uitbreiding van dit industrieterrein is een akoestisch model opgesteld. Uit de berekeningen blijkt dat ter plaatse van het plangebied kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A).

Zodoende levert het industrieterrein geen belemmering op voor de vaststelling van het bestemmingsplan of de uitvoering van de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid.

3.4.4 Luchtkwaliteit

Normstelling en beleid

Op 15 november 2007 is het toetsingskader voor luchtkwaliteit in de Wet milieubeheer in werking getreden. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling.

Volgens de nieuwe regeling vormt luchtkwaliteit in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van een ruimtelijk project als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project leidt, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • een project draagt 'niet in betekenende mate' (NIMB) bij aan de luchtverontreiniging;
  • een project past binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of binnen een regionaal programma van maatregelen.

In het Besluit en de Regeling Niet in betekenende mate is exact vastgelegd welke typen projecten “niet in betekenende mate” bijdragen aan de luchtverontreiniging. Het gaat onder andere om:

  • woningbouwlocaties met niet meer dan 1.500 nieuwe woningen bij één ontsluitingsweg en 3.000 nieuwe woningen bij twee ontsluitingswegen;
  • kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 100.000 m2 bij één ontsluitingsweg en 200.000 m2 bij twee ontsluitingswegen;
  • en een combinatie van woningbouw- en kantoorlocaties.

Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

De beoogde ontwikkeling heeft een zeer beperkte verkeersaantrekkende werking en daarmee verwaarloosbare gevolgen voor de luchtkwaliteit in de omgeving van het plangebied. Op grond van het Besluit niet in betekenende mate is het plan daarom uitgesloten van nadere toetsing aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer.

Gelet op de jaargemiddelde achtergrondconcentratie voor stikstofdioxide (13,0 µg/m3) en fijnstof (18,5 µg/m3) ter plaatse van het plangebied, kan worden geconcludeerd dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat uit het oogpunt van luchtkwaliteit. Daarmee voldoet het plan aan het criterium van een goede ruimtelijke ordening.