direct naar inhoud van 3.5 Watertoets
Plan: Nieuw - Amsterdam, Vaart Zuidzijde 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010016-0701

3.5 Watertoets

Normstelling en beleid

In het waterbeheer zijn drie grote beleidsthema's aan de orde:

  • voor het dagelijkse waterbeheer is dat het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Doel daarvan is gedurende een groot deel van het jaar dié wateromstandigheden te realiseren die het beste passen bij de functie zoals de provincies die hebben vastgesteld;
  • om in extreem natte en extreem droge omstandigheden de schade als gevolg van wateroverlast of watertekort te beperken, kennen we WB21. Hierin zit de trits vasthouden-bergen-afvoeren als voorkeursvolgorde en afwegingskader en het principe van niet afwentelen. Het stedelijk gebied dient dus waterneutraal te zijn. Mocht dit door de enige goede reden - de veiligheid is ernstig in het geding, de kosten zijn te hoog, er spelen nijpende ruimtevraagstukken - niet kunnen, dan komen het waterschap en de gemeente passende afspraken overeen. Doel is het watersysteem zó in te richten dat het in extreme omstandigheden en in de toekomst goed functioneert;
  • voor het bereiken van een goede ecologische toestand van het water zijn er de Europese richtlijnen voor ecologie en waterkwaliteit. Dit thema bestaat uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Vogel- en Habitatrichtlijnen (vertaald in Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet). Doel daarvan is dat alle Europese wateren, zowel oppervlaktewater als grondwater, zich in 2015 in een goede ecologische en goede chemische toestand bevinden. Met goede argumenten is uitstel mogelijk tot uiterlijk 2027. Voor de Natura 2000-gebieden is geen uitstel mogelijk.

Deze drie thema's hangen zó met elkaar samen dat het niet mogelijk is ze afzonderlijk van elkaar te realiseren. Dat doet het college dus ook niet. Het college zorgt er voor dat het watersysteem:

  • tijdig op orde is;
  • duurzaam is ingericht;
  • voldoet aan de landelijke normen voor het voorkomen van wateroverlast;
  • bijdraagt aan het bereiken van grond- en oppervlaktewaterpeilen in relatie tot de functies van die wateren en gebieden;
  • verdroging tegen gaat en rekening houdt met de eisen vanuit de KRW.

Waterwet

Om aan deze punten te voldoen is begin 2010 de Waterwet in werking getreden. Deze wet vervangt acht bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland. Deze wet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. Ook verbetert deze wet de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Hierdoor zijn waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de Waterwet in het toekennen van functies voor het gebruik van water, zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, natuur, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van deze functies worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water.

De instrumenten vanuit de Waterwet zijn waterplannen (rijk en provincie), waterbeheerplannen (waterbeheerder) en vergunningen.

Waterbeheerplan

Het nieuwe waterbeheerplan van Waterschap Velt en Vecht is opgesteld in nauwe samenwerking met de andere waterschappen in Rijn-oost en de maatregelen die voortkomen uit de Kaderrichtlijn Water voor het Rijn-oost-gebied zijn in dit plan verwerkt. Vanwege de complexheid van de wateropgaven en de vele partijen die daarbij betrokken zijn is samenwerking noodzakelijk om de doelen te kunnen realiseren.

Toetsing en conclusie

Digitale watertoets

Op grond van het Besluit op de ruimtelijke ordening moet in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf worden opgenomen. Hierin wordt ingegaan op de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. Deze paragraaf is het resultaat van het contact tussen de initiatiefnemer en het waterschap.

De watertoets heeft plaats gevonden op de website www.dewatertoets.nl. Daarmee zijn de waterhuishoudkundige aspecten voldoende belicht. De beantwoording van de vragen heeft er niet toe geleid dat er nader overleg met het waterschap moet worden gevoerd. De antwoorden op de gestelde vragen zijn opgenomen in bijlage 4 van deze toelichting.

Uit de gegevens die de initiatiefnemer van het plan heeft verstrekt, blijkt dat er sprake is van een plan met een beperkte omvang. De invloed van het plan op de waterhuishouding is beperkt. Waterschap Velt en Vecht heeft geen bezwaar tegen dit plan.

Afronden watertoets

Deze waterparagraaf is in het kader van het wettelijk vooroverleg (artikel 3.1.1. Bro) aan Waterschap Velt en Vecht voorgelegd. Het waterschap heeft geen inhoudelijke reactie op het bestemmingsplan gegeven.