direct naar inhoud van 4.2 Water
Plan: Recreatieve ontwikkeling Amsterdamsche Veld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010001-0003

4.2 Water

Relevant toetsingskader

Voor dit bestemmingsplan is de watertoets van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Ten behoeve van het bestemmingsplan is in dat kader onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van de beoogde functiewijziging voor het watersysteem. De waterparagraaf is gebaseerd op de uitkomsten van de onderzoeken van Bell-Hullenaar (en Witteveen+Bos) en het MER. Een volledige waterparagraaf is opgenomen in bijlage 1. Hieronder treft u een samenvatting aan. Bij het tot stand komen van de plannen voor de herinrichting van het gebied heeft herhaaldelijk overleg plaatsgevonden met de waterbeheerders. Dit overleg is voortgezet in het kader van de planvoorbereiding/de watertoets. Opmerkingen op de conceptwaterparagraaf zijn verwerkt in de definitieve waterparagraaf (bijlage 1). Ook bij de uitvoering blijven de waterbeheerders betrokken.

Conclusies onderzoek

Het MER en achterliggende rapporten gaat uitvoerig in op de gevolgen van de voorgenomen herinrichting voor het watersysteem. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Waterschap Velt en Vecht, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. De provincie Drenthe is verantwoordelijk voor het beheer van grote onttrekkingen van diep grondwater. De volledige waterparagraaf beschrijft het toepasselijk beleid en gaat in op de toekomstige situatie:

Toekomstig watersysteem

Het plangebied krijgt een eigen watersysteem dat wordt beheerd door de initiatiefnemer en losgekoppeld is van de omliggende watersystemen die in beheer zijn bij het waterschap. Het watersysteem is zodanig aangelegd dat het in principe zelfvoorzienend is. Zo kan het onder meer (extreme) neerslag opvangen, voorzien in beregeningswater (onder andere gietwater golfbaan) en een bepaalde waterkwaliteit bereiken (zie ook hierna).

Peilbeheer en (grond)wateroverlast

Er is sprake van natuurlijk fluctuerende grondwaterpeilen. Dit stelt eisen aan minimale vloerpeilen van gebouwen. Om voorbereid te zijn op droge periodes wordt water zoveel mogelijk gebufferd in het watersysteem. Ook is in het systeem rekening gehouden met het bufferen in tijden van extreme neerslag, onder meer door inunderen van gronden. Het watersysteem kent diverse peilen. Met behulp van pompen ontstaat een stromend watersysteem. Verder is de toename van verhard oppervlak ruimschoots gecompenseerd.

Watervoorziening

Zoals gesteld is het watersysteem van het park zelfvoorzienend. Wel houdt het plan voor de extreem droge jaren rekening met noodvoorzieningen. Dit zijn het inlaten, na voorzuivering, van (extern) oppervlaktewater uit het Dommerskanaal en/of Hoofdwijk G en als laatste middel tijdelijk gebruik van (diep) grondwater. Dit is de enige resterende mogelijkheid om water toe te voegen in tijden dat ook de inlaat van gebiedsvreemd water aan een verbod is gebonden. Voor grondwateronttrekking zal vergunning worden aangevraagd. Het is Griendtsveen bekend dat de provincie zeer terughoudend is met het verlenen van vergunningen waarbij grondwater voor recreatieve doeleinden wordt ingezet. Uit het MER blijkt dat de grondwaterwinning moet worden gemaximeerd tot maximaal 600.000 m³/jaar. Dan treden er geen negatieve effecten op ten opzichte van de referentiesituatie. De gietwaterbehoefte van de glastuinbouw en de behoefte van Griendtsveen als noodvoorziening gezamenlijk overschrijdt de maximale hoeveelheid niet.

Waterketen: riolering en IBA's

In het WildLife ParkResort worden in beginsel IBA's toegepast, waarvan het effluent loost op het oppervlaktewater.

Oppervlakte- en grondwaterkwaliteit

Voor de waterkwaliteit heeft de voorgenomen herinrichting vooral positieve effecten. Er blijft echter een zeker risico dat zonder aanvullende maatregelen een matige tot slechte waterkwaliteit (troebel watersysteem) kan ontstaan. Mogelijke maatregelen zijn onderzocht en maken onderdeel uit van het initiatief. Voor het grondwater geldt dat dit bruikbaar is als gietwater en tevens ten behoeve van het WildLife ParkResort als hier voorbehandeling plaatsvindt.

Volksgezondheid

De waterkwaliteit levert geen gevaar op voor de volksgezondheid. Bij indicatie van blauwalg of botulisme worden waarschuwingsborden geplaatst. Ter voorkoming van verdrinkingsgevaar worden de oevers deels uitgevoerd met flauwe taluds of afgeschermd.

Verdroging, bodemdaling, natte natuur

In het plan worden hogere oppervlaktewaterstanden gerealiseerd, hierdoor zal een verbetering in de verdrogingsituatie optreden. De ontwikkeling en beleefbaar maken van (natte) natuur is één van de doelstellingen van dit plan. De inrichting wordt zodanig vormgegeven dat deze (natte) natuur zich goed kan ontwikkelen. Door de planinrichting is er vrijwel geen risico op bodemdaling.

Vertaling naar het bestemmingsplan

De ontwikkeling, die door het bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, heeft gevolgen voor de waterhuishoudkundige situatie. De waterhuishoudkundige aspecten voor de bestaande situatie zijn afdoende onderzocht en in beeld gebracht. Ook voor de toekomstige situatie zijn de waterhuishoudkundige aspecten met bijbehorende opties voldoende onderzocht, in beeld gebracht en gemotiveerd. De definitieve vormgeving van de waterhuishouding en inrichting van het watersysteem hangt mede af van de lopende vergunningaanvragen en gesprekken met de waterbeheerders.

De uitgangspunten en randvoorwaarden voor een duurzaam watersysteem zijn in dit geval niet vertaald naar regels in het bestemmingsplan. Om bescherming te bieden aan het beoogde watersysteem is in de bestemming Recreatie (1, 2 en 3), naast de reeds aanwezige waterpartijen, de realisatie van water mogelijk. Om een goede inrichting te waarborgen zijn de relevante uitgangspunten en mogelijke maatregelen opgenomen in een inrichtings- en beheerplan.