direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Recreatieve ontwikkeling Amsterdamsche Veld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010001-0003

3.4 Gemeentelijk beleid

Strategienota Emmen 2020 (september 2001)

De ambitie in de strategienota is om de economische structuur te versterken. De gemeente wil dit onder andere doen door te werken aan een veelzijdige productiestructuur (ontwikkeling van diverse economische sectoren). Hierbij liggen de grootste kansen bij glastuinbouw, vrijetijdsindustrie, distributie+ en zakelijke dienstverlening. Het recreatieve imago van 'Emmen = Noorder Dierenpark' biedt in combinatie met de mogelijkheden in de omgeving van Emmen een goede basis voor de toeristisch-recreatieve sector.

Toeristisch Recreatief OntwikkelingsPlan Emmen 2001-2010 (TROP)

De gemeente heeft het TROP opgesteld om de toeristisch-recreatieve sector te versterken, met als doel de economische ontwikkeling te stimuleren en werkgelegenheid te genereren. Aangegeven wordt dat delen van de veenkoloniƫn in algemene zin aantrekkelijk kunnen worden gemaakt voor dag- en verblijfsrecreatie. Al naar gelang de vraag vanuit het recreatiebedrijfsleven en de landschappelijke kenmerken, kunnen nieuwe locaties voor de recreatie worden aangewezen. Als vaste uitgangspunten gelden het toekomstige leefklimaat, de ruimtelijke kwaliteit en de landschappelijke inpassing.

Structuurvisie Emmen 2020, veelzijdigheid troef

De ambities waar Emmen aan wil werken zijn onder andere meer en andere werkgelegenheid (waarbij onder andere zorg en leisure kansrijk zijn). Op het gebied van leisure liggen er onder andere bijzondere kansen voor grootschaligere vormen van verblijfsrecreatie in combinatie met andere functies, zoals waterretentie. Als voorbeeld wordt hierbij WildLife ParkResort Griendtsveen genoemd. Voor het natuurgebied Bargerveen wordt ingezet op een hydrologische buffer tussen natuur en landbouw. De bufferzone biedt volop kansen voor de koppeling met recreatieve functies. In het veenkoloniale gebied zijn mogelijkheden om de waterbergende functie te vergroten door herstel van beekdalen en vergroting van de capaciteit van het kanalenstelsel.

Voor de structuurvisie is een planmer-procedure doorlopen. De aandachtspunten uit deze planmer, voor deze zover betrekking hebben op de recreatieve ontwikkeling Amsterdamsche Veld, zijn uitgewerkt in het MER Recreatieve ontwikkeling Amsterdamsche Veld.

Conclusie

Het gemeentelijk beleid richt zich op versterking van de toeristische sector. Dit kan een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid. De ontwikkeling past binnen het gemeentelijk beleid.