direct naar inhoud van Artikel 10 Overig - Waarde - Archeologie
Plan: Recreatieve ontwikkeling Amsterdamsche Veld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010001-0003

Artikel 10 Overig - Waarde - Archeologie

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Overig - Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden' een monument dat in situ behouden moet blijven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' de hoofdingang tot de bestemming Recreatie - 1.

10.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken geldt de volgende bepaling:

  • op de gronden mogen geen gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken is het bepaalde in artikel 15 (algemene gebruiksregels) van toepassing.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • c. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • d. het verlagen of het verhogen van het waterpeil;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • f. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
  • g. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • h. het verwijderen en rooien van bomen of andere opgaande beplanting, waarbij de stobben of wortels worden verwijderd alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
  • i. het ophogen van de bodem;
  • j. het zoeken naar delfstoffen;
  • k. het aanleggen van bos of boomgaard of andere diepwortelende gewassen;
  • l. het bebossen van gronden die op het tijdstip van het kracht worden van dit plan niet als bosgrond kunnen worden aangemerkt;
  • m. het scheuren van grasland.

10.4.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod als bedoeld in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer betreffen, waarbij de grond niet geroerd zal worden;
  • b. plaatsvinden in relatie tot archeologisch onderzoek.

10.4.3

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt niet eerder verleend dan nadat de aanvrager met behulp van een rapport/advies heeft aangetoond dat de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is beschermd dan wel veilig gesteld. Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen het bevoegd gezag het rapport/advies ter beoordeling voorleggen aan een deskundige. Bij een negatief advies van de deskundige wordt de omgevingsvergunning niet verleend.

10.5 Wijzigingsbevoegdheid
10.5.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstige artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Overig - Waarden - Archeologie te wijzigen in de bestemming Recreatie - 1 of Groen onder de voorwaarden dat:

  • a. door middel van archeologisch onderzoek de archeologische waarden en de omvang daarvan zijn vastgesteld en de resultaten van het onderzoek geen aanleiding geven tot voortzetting van de bescherming, dan wel bewaring in situ en/of opgraving;
  • b. alvorens van de wijzigingsbevoegdheid gebruik te maken, zullen burgemeester en wethouders het rapport/advies voorleggen ter advisering aan de archeologische deskundige van de gemeente of de provincie Drenthe; bij een negatief advies van de deskundige wordt de bestemming niet gewijzigd;
  • c. aan een wijziging kunnen burgemeester en wethouders voorwaarden verbinden ter veiligstelling of bescherming van de in het rapport vermelde archeologische waarden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarde' kan van de wijzigingsbevoegdheid enkel gebruikgemaakt worden indien opgraving heeft plaatsgevonden of door een deskundige is bepaald dat de aanwezige waarden anderszins zijn veilig gesteld;
  • e. ten behoeve van het bouwen kunnen bouwvlakken en specifieke bouwaanduidingen worden aangebracht.

10.5.2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Overig - Waarden - Archeologie te wijzigen en een aanduiding 'archeologische waarden' toe te voegen indien op grond van onderzoek blijkt dat in het plangebied een archeologisch monument aanwezig is.