direct naar inhoud van 3.2 Archeologie en monumenten
Plan: Bestemmingsplan Emmen, Centrum-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.200909054-0701

3.2 Archeologie en monumenten

3.2.1 Normstelling en beleid

Rijksbeleid

Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is op 1 september 2007 de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) in werking getreden. Deze nieuwe wet maakt onderdeel uit van de (gewijzigde) Monumentenwet. De kern van WAMZ is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De WAMZ verplicht gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden. Naast het inventariseren van de te verwachten archeologische waarden, zal het bestemmingsplan uiteindelijk, indien nodig (en mogelijk), bescherming moeten bieden aan waardevolle gebieden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een omgevingsvergunningenstelsel.

Provinciaal archeologiebeleid

De archeologische verwachtingswaarden in de provincie Drenthe zijn vastgelegd op een Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). De reeds gewaardeerde gebieden met archeologische waarden zijn op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) aangeduid.

Ten aanzien van deze archeologische waarden hanteert de provincie het volgende beleid. Op grond van inhoudelijke overwegingen en expert judgement hanteert de provincie Drenthe een vrijstellingsmogelijkheid van 500 m². Daarbij dienen de volgende uitgangspunten te worden gehanteerd:

  • het gaat om het totaal aan te verstoren bodemoppervlak binnen een plangebied of bouwblok van een samenhangend project dat niet opgedeeld kan worden in deeluitwerkingen;
  • de vrijstelling geldt voor gebieden met een lage (alleen beekdalen), middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde, zoals aangegeven op de IKAW, tenzij binnen een afstand van 50 meter een AMK-terrein aanwezig is;
  • de vrijstelling geldt niet voor bekende vindplaatsen die op de AMK van Drenthe staat aangegeven; uitzondering hierop zijn de historische kernen die op de AMK staan aangegeven als 'terrein van hoge archeologische waarde'. Voor deze terreinen is een vrijstelling van 70 m² mogelijk.

Archeologisch onderzoek is niet vereist als het gaat om herbouw met dezelfde maatvoering als het oorspronkelijke bouwwerk, dat wil zeggen dat de funderingen dezelfde horizontale en verticale afmetingen hebben of wanneer werkzaamheden vergunningvrij kunnen worden uitgevoerd.

Indien de provinciale ontheffingsbevoegdheid niet van toepassing is op de voorgenomen bodemverstoring, moet door de veroorzaker een inventariserend archeologisch veldonderzoek wordt uitgevoerd. Dit onderzoek kan aangeven of het gebied vrij van archeologie is of dat er waarden zijn waar rekening mee dient worden gehouden.

Totdat de Gemeente Emmen zelf onderbouwd archeologiebeleid heeft vastgesteld, is het provinciaal beleid van toepassing en verwoord in de regels.

3.2.2 Archeologische waarden in het plangebied

In het kader van het m.e.r. is de archeologische situatie in het plangebied beoordeeld. Hieronder volgt een overzicht van de conclusies uit de MER.

Ten oosten van de Schapenveenweg

Het bodemarchief van de Noordbargeres is zeer rijk en bevat waarden vanaf het Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. In het gebied ten oosten van de Schapenveenweg is archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Op ongeveer de helft (de westelijke helft) van dit gebied zijn waardevolle archeologische resten aangetroffen. De bodem in de andere helft (de oostelijke helft) van het onderzoeksgebied bleek in meer of mindere mate verstoord te zijn, waardoor eventuele archeologische resten niet meer intact of zelfs verdwenen waren.

Het westelijk deel van het onderzoeksgebied is door de gemeente aangemerkt als een behoudenswaardige vindplaats. Dat betekent dat het gebied bij voorkeur in situ wordt beschermd. Aangezien dit door de geplande ontwikkeling niet mogelijk is, zal een deel van de archeologische vindplaatsen worden opgegraven. Deze waarden worden ex situ behouden.

Ten westen van de Schapenveenweg

In het gebied ten westen van de Schapenveenweg is geen proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Wel geldt voor dit deel een hoge archeologische verwachtingswaarde. Voor dit gebiedsdeel is dus sprake van een leemte in kennis. Het dierenpark wordt geheel ten oosten van de Schapenveenweg aangelegd. Mogelijk vinden ten westen van de Schapenveenweg wel bodemingrepen plaats in verband met de productie van gras en takken. De archeologische waarden in dit gebied zullen worden beschermd door middel van een omgevingsvergunningenstelsel.

3.2.3 Uitgangspunten bestemmingsplan

Bij de inrichting van het plangebied worden graafwerkzaamheden en bodemingrepen uitgevoerd die de aanwezige behoudenswaardige vindplaatsen binnen het plangebied mogelijk kunnen verstoren of vernietigen. Ten westen van de Schapenveenweg zullen voedselgewassen worden geteeld voor de in het park te houden dieren (gras en takken).

Een deel van de archeologische vindplaatsen zal worden opgegraven. Omdat er in het gehele plangebied een hoge archeologische verwachtingswaarde geldt en niet kan worden uitgesloten dat deze archeologische waarden verloren gaan bij de inrichting van het plangebied, geldt voor de delen van het plangebied, met uitzondering van reeds verstoorde delen, de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie'. Bij deze bestemming is geregeld dat voor werkzaamheden die de bodem relevant kunnen verstoren, een omgevingsvergunning noodzakelijk is. Door dit aanvullende toetsingskader worden archeologische waarden die eventueel aanwezig zijn, beschermd.