direct naar inhoud van Artikel 75 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Emmen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009072-0710

Artikel 75 Algemene aanduidingsregels

75.1 geluidzone - industrie

Ter plaatse van de aanduiding geluidzone - industrie zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op geluidsgevoelige bestemmingen.

75.1.1 Bouwregels
  • a. voor het bouwen geldt dat geen nieuwe bouwwerken mogen worden gebouwd ten behoeve van geluidsgevoelige functies, met uitzondering van: ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw, in generlei opzicht wordt vergroot of veranderd;
75.1.2 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelig object.
  • b. de nieuwvestiging van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen.
75.1.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. het bepaalde in artikel 75.1.1 onder a buiten toepassing blijft, zodat geluidsgevoelige objecten overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen gebouwd en gebruikt kunnen mits:
    • 1. de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde;
    • 2. de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van geluidsgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde.
  • b. de aanduiding geluidzone - industrie wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving of vergunningverlening aanleiding toe bestaat;
  • c. de aanduiding geluidzone - industrie wordt verwijderd indien de bron van de geluidszone is opgehouden te bestaan.
  • d. de wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten.
  • e. in de afweging omtrent toepassing van de in 75.1.3 onder a, b en c opgenomen wijzigingsbevoegdheden worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken: de woonsituatie, de stedenbouwkundige structuur, het landschap, archeologie, cultuurhistorie, verkeersveiligheid, (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, natuur, het functioneren van het watersysteem en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
  • f. de aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de in artikel 75.1.3 onder e genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • g. voorzover voor meerdere activiteiten een wijziging benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;
  • h. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.

75.2 luchtvaartverkeerzone

Ter plaatse van de aanduiding luchtvaartverkeerzone zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een laagvliegroute.

75.2.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de ter plaatse voorkomende bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding luchtvaartverkeerzone dat ten aanzien van het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde dat de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 40 m.

75.2.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding luchtvaartverkeerzone wordt gewijzigd of verwijderd indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding toe bestaat;
  • b. de wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten.
  • c. in de afweging omtrent toepassing van de in artikel 75.2.2 onder a opgenomen wijzigingsbevoegdheden worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken: de woonsituatie, de stedenbouwkundige structuur, het landschap, archeologie, cultuurhistorie, verkeersveiligheid, (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, natuur, het functioneren van het watersysteem en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
  • d. de aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de in artikel 75.2.2 onder c genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • e. voorzover voor meerdere activiteiten een wijziging benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;
  • f. indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.

75.3 milieuzone - hydrologisch aandachtsgebied

Ter plaatse van de aanduiding milieuzone - hydrologisch aandachtsgebied zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de waterhuishouding van het natuurgebied Bargerveen.

75.3.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het wijzigen van het waterpeil en / of het aanleggen van drainage;
    • 2. het graven en/of dempen van sloten;
    • 3. het bebossen van gronden;
    • 4. het realiseren van een terrein voor boomteelt of fruitteelt.
  • b. Het verbod als bedoeld in artikel 75.3.1 onder a is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
    • 1. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
    • 2. al in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning.
  • c. Voor zover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit in zijn geheel in de beoordeling betrokken.
  • d. Bij de afweging omtrent verlening van de vergunning wordt de landschappelijke waarde, zoals weergegeven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap" betrokken.
  • e. De onder a bedoelde vergunning wordt niet verleend indien het werk of de werkzaamheid plaatsvindt met het oog op het ontwikkelen of versterken van natuurwaarden in een nieuw natuurgebied en door de uitvoering op directe of indirecte wijze aantoonbare afbreuk wordt of zou worden gedaan aan de agrarische bedrijfsvoering op aangrenzende of nabijgelegen percelen, dan wel aantoonbare schade of nadeel aan nabijgelegen agrarische bedrijven en/of de landbouwfunctie wordt of zou worden gedaan.
  • f. De in artikel 75.3.1 onder a bedoelde vergunning wordt in ieder geval geweigerd wanneer de voorgenomen werken, of werkzaamheden de waarden van een gebied zodanig zullen aantasten of de mogelijkheden tot herstel daarvan zodanig zullen verkleinen, dat dit niet door het stellen van voorwaarden aan de vergunning kan worden voorkomen.
  • g. De in artikel 75.3.1 onder a bedoelde vergunning wordt in ieder geval geweigerd wanneer blijkt dat uitvoeren van het werk van negatieve invloed is op de waterhuishouding van natuurgebied Bargerveen
75.3.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding milieuzone - hydrologisch aandachtsgebied wordt gewijzigd of verwijderd indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, regelgeving of vergunningverlening aanleiding toe bestaat;
  • b. de wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten;
  • c. in de afweging omtrent toepassing van de in artikel 75.3.2 onder a opgenomen wijzigingsbevoegdheden worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken: de woonsituatie, de stedenbouwkundige structuur, het landschap, archeologie, cultuurhistorie, verkeersveiligheid, (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, natuur, het functioneren van het watersysteem en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
  • d. de aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de in artikel 75.3.2 onder c genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • e. voorzover voor meerdere activiteiten een wijziging benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;
  • f. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.
75.4 vrijwaringszone - molenbiotoop

Ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop 1 t/m 6 zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de handhaving van de molenbiotoop met het oog op een vrije windvang van de molen.

75.4.1 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemming(en) geldt ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop 1 (Barger-Compascuum) dat:
    • 1. binnen een afstand van 100 meter van de molen op deze gronden niet hoger mag worden gebouwd dan 3,20 meter, dan wel de bestaande hoogte;
    • 2. op een afstand vanaf 100 meter van de molen niet hoger mag worden gebouwd dan: (afstand in meters tot de molen / 50) + 2,80 meter, dan wel de bestaande hoogte.
  • b. In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemming(en) geldt ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop 2 (Emmer-Compascuum) dat:
    • 1. binnen een afstand van 235 meter van de molen op deze gronden niet hoger mag worden gebouwd dan 8,15 meter, dan wel de bestaande hoogte;
    • 2. op een afstand vanaf 235 meter van de molen niet hoger mag worden gebouwd dan: (afstand in meters tot de molen / 50) + 3,51 meter, dan wel de bestaande hoogte.
  • c. In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemming(en) geldt ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop 3 (Erica) dat:
    • 1. binnen een afstand van 200 meter van de molen op deze gronden niet hoger mag worden gebouwd dan 7.50 meter, dan wel de bestaande hoogte;
    • 2. op een afstand vanaf 200 meter van de molen niet hoger mag worden gebouwd dan: (afstand in meters tot de molen / 50) + 1,50 meter, dan wel de bestaande hoogte.
  • d. In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemming(en) geldt ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop 4 (Veenoord) dat:
    • 1. binnen een afstand van 150 meter van de molen op deze gronden niet hoger mag worden gebouwd dan 6,25 meter, dan wel de bestaande hoogte;
    • 2. op een afstand vanaf 150 meter van de molen niet hoger mag worden gebouwd dan: (afstand in meters tot de molen / 50) + 3,47 meter, dan wel de bestaande hoogte.
  • e. In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemming(en) geldt ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop 5 (Weerdinge) dat:
    • 1. binnen een afstand van 100 meter van de molen op deze gronden niet hoger mag worden gebouwd dan 3,10 meter, dan wel de bestaande hoogte;
    • 2. op een afstand vanaf 100 meter van de molen niet hoger mag worden gebouwd dan: (afstand in meters tot de molen / 50) + 2,82 meter, dan wel de bestaande hoogte.
  • f. In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemming(en) geldt ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop 6 (Zuidbarge) dat:
    • 1. binnen een afstand van 130 meter van de molen op deze gronden niet hoger mag worden gebouwd dan 5,90 meter, dan wel de bestaande hoogte;
    • 2. op een afstand vanaf 130 meter van de molen niet hoger mag worden gebouwd dan: (afstand in meters tot de molen / 50) + 3,31 meter, dan wel de bestaande hoogte.
  • g. het onder a, b, c, d, e en f bepaalde is niet van toepassing op lichtmasten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
75.4.2 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 75.4.1 onder a, b, c, d, e en f en toestaan dat in de daar voorkomende bestemming(en) toegelaten bouwwerken worden gebouwd, waarbij de volgende bepalingen gelden:
    • 1. vooraf is advies ingewonnen bij een deskundige, omtrent de vraag of de belangen vanuit het functioneren van de betreffende molen worden geschaad;
    • 2. de afwijking wordt niet verleend indien onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het functioneren van de molen.
  • b. de toepassing van de in artikel 75.4.2 onder a genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast;
  • c. in de afweging omtrent verlening van afwijking dient in ieder geval rekening worden gehouden met belangen uit agrarisch-, ruimtelijk-, landschappelijk-, cultuurhistorisch, verkeerstechnisch-, milieuhygiënisch, archeologisch- en ecologisch oogpunt, de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, mogelijke onevenredige aantasting van de leefbaarheid en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
  • d. de aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de in artikel 75.4.2 onder c genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • e. indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de afwijking niet verleend.
  • f. voorzover voor meerdere activiteiten een afwijking benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;

 

75.5 vrijwaringszone - straalpad

Ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone - straalpad zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding van straalpaden met het oog op het het functioneren van de telecommunicatie.

75.5.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de ter plaatse voorkomende bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone - straalpad dat ten aanzien van het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde dat de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 30 m.

75.5.2 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 75.5.1 en toestaan dat in de daar voorkomende bestemming(en) toegelaten bouwwerken worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 40 m, waarbij de volgende bepalingen gelden:
    • 1. vooraf is schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de straalverbinding, omtrent de vraag of hierdoor de belangen vanuit het functioneren van de telecommunicatie worden geschaad;
    • 2. de afwijking wordt niet verleend indien onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het functioneren van de telecommunicatie.
  • b. de toepassing van de in artikel 75.5.1 onder a genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast;
  • c. in de afweging omtrent verlening van afwijking dient in ieder geval rekening worden gehouden met belangen uit agrarisch-, ruimtelijk-, landschappelijk-, cultuurhistorisch, verkeerstechnisch-, milieuhygiënisch, archeologisch- en ecologisch oogpunt, de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, mogelijke onevenredige aantasting van de leefbaarheid en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
  • d. de aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de in artikel 75.5.1 onder c genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • e. indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de afwijking niet verleend.
  • f. voorzover voor meerdere activiteiten een afwijking benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;
75.5.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding vrijwaringszone - straalpad wordt gewijzigd of verwijderd indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding toe bestaat;
  • b. de wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten.
  • c. in de afweging omtrent toepassing van de in artikel 75.5.3 onder a opgenomen wijzigingsbevoegdheden worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken: de woonsituatie, de stedenbouwkundige structuur, het landschap, archeologie, cultuurhistorie, verkeersveiligheid, (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, natuur, het functioneren van het watersysteem en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
  • d. de aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de in artikel 75.5.3 onder c genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • e. voorzover voor meerdere activiteiten een wijziging benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;
  • f. indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.

 

75.6 veiligheidszone - lpg
75.6.1 Bouwregels

Op de gronden, ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - lpg, zijn geen beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten toegestaan.

75.6.2 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object.
75.6.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:

  • a. de op de verbeelding aangegeven veiligheidszone - lpg te verschuiven, indien het concrete voornemen bestaat om de LPG-opslag te verplaatsen, indien dit vanuit een oogpunt van milieu en externe veiligheid niet bezwaarlijk is.
  • b. de op de kaart aangegeven veiligheidszone - lpg te verwijderen, indien de verkoop van LPG ter plaatse gedurende ten minste een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de verkoop op korte termijn wordt voortgezet.
  • c. de op de kaart aangegeven veiligheidszone - lpg te verwijderen alsmede de aanduiding "LPG niet toegestaan" toe te voegen, indien de verkoop van LPG op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet langer is toegestaan.

75.7 wro-zone - kleinschalig kamperen

Ter plaatse van de aanduiding wro-zone - kleinschalig kamperen zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor kleinschalig kamperen en gebouwen ten behoeve van het functioneren van het kampeerterrein, zoals sanitaire voorzieningen en onderhoud en beheer met de daarbij behorende groen-, parkeer- en speelvoorzieningen.

75.7.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de ter plaatse voorkomende bestemming(en) geldt ter plaatse van de aanduiding wro-zone - kleinschalig kamperen dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen ten behoeven van het functioneren van het kampeerterrein niet meer mag bedragen dan 50 m2;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 6 meter;
  • c. de goothoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 3 meter;
  • d. het aantal standplaatsen voor kampeermiddelen niet meer bedraagt dan 25;
  • e. het (kampeer)terrein is voorzien van een in de omgeving passende beplanting;
75.7.2 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van het terrein buiten de periode 15 maart tot en met 31 oktober;
  • b. het toestaan van stacaravans, trekkershutten, chalets en tenthuisjes.
75.7.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding wro-zone - kleinschalig kamperen wordt toegevoegd ten behoeve van de realisatie van een nieuw terrein voor kleinschalig kamperen, waarbij de volgende bepalingen gelden:
    • 1. de oppervlakte van het kampeerterrein bedraagt minimaal 0,5 ha.;

gebieden met de bestemming Natuur - Veengebieden en Beekdalen en landschappelijke essen zijn uitgesloten (voor ligging essen zie Bijlage 3: Kaart "Essen en beekdalen");

    • 1. het terrein is passend binnen de stedenbouwkundige- en landschappelijke structuur;
    • 2. voldaan wordt aan milieu- en externe veiligheidswetgeving;
    • 3. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein;
    • 4. er is geen sprake van onevenredige aantasting van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. de aanduiding wro-zone - kleinschalig kamperen wordt gewijzigd of verwijderd indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, regelgeving of vergunningverlening aanleiding toe bestaat;
  • c. de wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten;
  • d. in de afweging omtrent toepassing van de in artikel 75.7.3 onder a en b opgenomen wijzigingsbevoegdheden worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken: de woonsituatie, de stedenbouwkundige structuur, het landschap, archeologie, cultuurhistorie, verkeersveiligheid, (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, natuur, het functioneren van het watersysteem en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
  • e. de aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de in artikel 75.7.3 onder d genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • f. voorzover voor meerdere activiteiten een wijziging benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;
  • g. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.

75.8 wro-zone - wijzigingsgebied 1
75.8.1 Bevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming ter plaatse van de aanduiding wro-zone - wijzigingsgebied 1 ten behoeve van de aanleg van leidingen wordt gewijzigd in de bestemming Leiding - NAM leiding (boven- en ondergronds), waarbij de volgende bepalingen gelden;
    • 1. de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond;
    • 2. de uitbreiding is passend binnen de landschappelijke structuur;
    • 3. voldaan wordt aan milieu- en externe veiligheidswetgeving;
    • 4. er is geen sprake van onevenredige aantasting van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat aan de bestemming ter plaatse van de aanduiding wro-zone - wijzigingsgebied 1 een specifieke aanduiding "specifieke vorm van verkeer - erftoegangsweg NAM" wordt toegekend ten behoeve van de aanleg van NAM wegen, waarbij de volgende bepalingen gelden;
    • 1. de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond;
    • 2. de weg is passend binnen de landschappelijke structuur;
    • 3. er is geen sprake van onevenredige aantasting van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
75.8.2 Afwegingen
  • a. De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten.
  • b. In de afweging omtrent toepassing van de in 75.8.1 en opgenomen wijzigingsbevoegdheden worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken: de woonsituatie, de stedenbouwkundige structuur, het landschap, archeologie, cultuurhistorie, verkeersveiligheid, (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, natuur, het functioneren van het watersysteem en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
  • c. De aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de onder b genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • d. Voorzover voor meerdere activiteiten een wijziging benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;
  • e. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.
75.9 wro-zone - wijzigingsgebied 2
75.9.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming ter plaatse van de aanduiding wro-zone - wijzigingsgebied 2 wordt gewijzigd in de bestemmingen Agrarisch - Bedrijventerrein en Groen, waarbij de volgende bepalingen gelden;

  • a. de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond;
  • b. de uitbreiding is passend binnen de landschappelijke structuur;
  • c. voldaan wordt aan milieu- en externe veiligheidswetgeving;
  • d. er is geen sprake van onevenredige aantasting van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
75.9.2 Afwegingen
  • a. De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten.
  • b. In de afweging omtrent toepassing van de in 75.9.1 opgenomen wijzigingsbevoegdheden worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken: de woonsituatie, de stedenbouwkundige structuur, het landschap, archeologie, cultuurhistorie, verkeersveiligheid, (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, natuur, het functioneren van het watersysteem en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
  • c. De aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de onder b genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • d. Voorzover voor meerdere activiteiten een wijziging benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;
  • e. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.
75.10 wro-zone - wijzigingsgebied 3
75.10.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming ter plaatse van de aanduiding wro-zone - wijzigingsgebied 3 wordt gewijzigd in de bestemming Horeca - Categorie 5, waarbij de volgende bepalingen gelden;

  • a. de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond;
  • b. de uitbreiding is passend binnen de landschappelijke structuur;
  • c. voldaan wordt aan milieu- en externe veiligheidswetgeving;
  • d. er is geen sprake van onevenredige aantasting van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de bedrijfsbebouwing wordt vergroot tot maximaal 7000 m2.
75.10.2 Afwegingen
  • a. De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten.
  • b. In de afweging omtrent toepassing van de in 75.10.1 opgenomen wijzigingsbevoegdheden worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken: de woonsituatie, de stedenbouwkundige structuur, het landschap, archeologie, cultuurhistorie, verkeersveiligheid, (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, natuur, het functioneren van het watersysteem en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
  • c. De aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de onder b genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • d. Voorzover voor meerdere activiteiten een wijziging benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;
  • e. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.
75.11 wro-zone - wijzigingsgebied 4
75.11.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming ter plaatse van de aanduiding wro-zone - wijzigingsgebied 4 ten behoeve van de aanleg van parkeerplaatsen voor het Geluidsportcentrum wordt gewijzigd in de bestemming Sport - Geluidsportcentrum, waarbij de volgende bepalingen gelden;

  • a. de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond;
  • b. de uitbreiding is passend binnen de landschappelijke structuur.
75.11.2 Afwegingen
  • a. De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten.
  • b. In de afweging omtrent toepassing van de in 75.11.1 opgenomen wijzigingsbevoegdheden worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken: de woonsituatie, de stedenbouwkundige structuur, het landschap, archeologie, cultuurhistorie, verkeersveiligheid, (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, natuur, het functioneren van het watersysteem en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
  • c. De aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de onder b genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • d. Voorzover voor meerdere activiteiten een wijziging benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;
  • e. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.
75.12 wro-zone - wijzigingsgebied 5
75.12.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding wro-zone - wijzigingsgebied 5, worden gewijzigd in de bestemming Bedrijf - Kwekerij 2 en Groen, waarbij de volgende bepalingen gelden;

  • a. de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond;
  • b. er een 10 m brede groensingel wordt gerealiseerd tussen de noordzijde van de bestemming Bedrijf - Kwekerij 2 en de woningen aan de Verlengde Vaart ZZ.
75.12.2 Afwegingen
  • a. De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten.
  • b. In de afweging omtrent toepassing van de in 75.12.1 opgenomen wijzigingsbevoegdheden worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken: de woonsituatie, de stedenbouwkundige structuur, het landschap, archeologie, cultuurhistorie, verkeersveiligheid, (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, natuur, het functioneren van het watersysteem en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
  • c. De aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de onder b genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie;
  • d. Voorzover voor meerdere activiteiten een wijziging benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken;
  • e. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.