direct naar inhoud van Artikel 20 Centrum
Plan: Klazienaveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009032-0701

Artikel 20 Centrum

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. (overdekt) winkelcentrum;
  • c. dienstverlening
  • d. horecavoorzieningen van categorie 1 tot en met 3;
  • e. kantoren;
  • f. parkeervoorzieningen, zowel ondergronds als bovengronds;
  • g. horecavoorzieningen van categorie 5 ter plaatse van de aanduiding "Horeca van categorie 5";
  • h. wonen vanaf de eerste verdieping;
  • i. evenemententerrein ter plaatse van de aanduiding "evenemententerrein";
  • j. garageboxen ter plaatse van de aanduiding "garage";

met bijbehorende:

  • k. andere bouwwerken;
  • l. sport- en speelgelegenheden;
  • m. fiets- en voetpaden;
  • n. toegangswegen in- en uitritten;
  • o. parkeervoorzieningen;
  • p. groenvoorzieningen;
  • q. geluidswerende voorzieningen;
  • r. kunstwerken en waterwerken;
  • s. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
20.2 Bouwregels
20.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht;
  • c. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bebouwingspercentage terrein (%) staat per bouwvlak het maximale bebouwingspercentage per bouwperceel aangegeven, indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak 100% bebouwd worden;
  • d. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding "maximum bouwhoogte" mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen bouwhoogte is aangegeven;
  • e. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding "minimale bouwhoogte" mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet minder bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen bouwhoogte is aangegeven;
  • f. Gebouwen dienen te zijn voorzien van een plat dak;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang" een onderdoorgang op de begane grond van minimaal 1,5 meter breed en 2,5 meter hoog;
  • h. het aantal wooneenheden binnen de bestemming Centrum mag niet worden vermeerderd ten opzichte van de bestaande situatie ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij dit op de verbeelding met een aanduiding anders is weergegeven;
20.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag voor de gevellijn maximaal 1 meter en achter de gevellijn maximaal 5 meter bedragen met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten voor en achter de gevellijn mag maximaal 5 meter mag bedragen;
    • 2. overkappingen mogen binnen het bouwvlak worden gerealiseerd;
    • 3. buiten het bouwvlak mag per bouwperceel de gezamenlijke oppervlakte aan andere bouwwerken inclusief overkappingen maximaal 20 m2 bedragen;
    • 4. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 meter;
    • 5. de maximale bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding voor de gevellijn mag maximaal 1 meter bedragen en achter de gevellijn maximaal 2 meter;
    • 6. een luifel aan het hoofdgebouw mag maximaal 1,5 meter uit steken;
20.3 Nadere eisen
20.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
20.4 Afwijken van de bouwregels
20.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 20.2.1 onder d. en toestaan dat de bouwhoogte maximaal 10 meter mag bedragen ten behoeve van wonen vanaf de eerste verdieping;
  • b. artikel 20.2.1 onder b. en toestaan dat de voorgevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter achter de gevellijn mag worden opgericht;
  • c. artikel 20.2.2 onder a. en toestaan dat de bouwhoogte van een ander bouwwerk maximaal 5 meter mag bedragen;
  • d. artikel 20.2.2 onder a.5. en toestaan dat de bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding langs de openbare weg maximaal 3 meter mag bedragen;
  • e. artikel 20.2.2 onder a.6. en toestaan dat een luifel aan het hoofdgebouw maximaal 3 meter voor de gevellijn uit steken;
20.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 20.4.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

20.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het bewonen van vrijstaande bijbehorende bouwwerken;