direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Emmen, Westenesscherstraat 60
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak48713-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

1.1 Aanleiding

Door Bramy Emmen B.V. is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een woning en bijbehorend bouwwerk op het perceel Westenesscherstraat 60 te Emmen (Westenesch). Op dit moment staat op het perceel een woning. Deze staat al een periode leeg en verpauperd de laatste jaren.

De aanvraag voor het bouwen van een woning en bijbehorend bouwwerk heeft betrekking op het onderdeel handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening. Het onderdeel bouwen zal in een volgende fase worden aangevraagd.

De aanvraag is geregistreerd onder Zaak 48713-2016. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak48713-V701.

Hoofdstuk 2 Inleiding

2.1 Ligging en huidige situatie

Voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het perceel Westenesscherstraat 60 te Emmen. Dit perceel is kadastraal bekend als Gemeente Emmen, sectie T, nummer 691.

Het plangebied van Emmen, Westenesscherstraat 60 wordt aan de oostzijde globaal begrensd door de agrarische percelen van Westenesch. De Westenesscherstraat begrenst aan de zuidwestzijde het perceel. Aan de zuidoostzijde van het perceel ligt een agrarisch perceel, naast dit perceel liggen woningen gesitueerd. Aan de overige zijden staan woningen die het perceel begrenzen (zie afbeelding 1.1 en 1.2).

Het perceel is aan de voorkant breed en versmalt naar achteren toe. Op het erf bevindt zich nu alleen een leegstaande woning.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak48713-V701_0001.png"

Afbeelding 2.1: Indicatie begrenzing plangebied.

2.2 Huidige planologische regeling

2.2.1 Bestemmingsplan

Het perceel Westenesscherstraat 60 heeft in het geldende bestemmingsplan "Westenesch" de bestemming 'Beschermd dorpsgezicht' met de aanduiding 'wonen (landelijke woonbebouwing)' (artikel 4), en de karakteristiek 'structuurbepalende bebouwing'. Woonbebouwing is op deze locaties toegestaan, mits deze worden gegroepeerd binnen een aaneengesloten bouwperceel en het wonen alleen in hoofdgebouwen plaatsvindt. De gewenste woning met bijgebouw heeft een oppervlakte van 220 m2. Er is maximaal 200 m2 bebouwing toegestaan. Dit is in strijd met het bestemmingsplan.

Voor de als 'structuurbepalende bebouwing' aangewezen gebouwen dient zowel de ligging van de gebouwen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de weg, alsmede de huidige hoofdvorm, die bepaald wordt door de goothoogte, nokhoogte, inhoud en dakvorm, te worden gehandhaafd. Ook dient het huidige of oorspronkelijke uiterlijk te worden gehandhaafd. De nieuw te bouwen woning wordt dichter op de weg en meer richting het noordwesten gebouwd, waardoor de ligging zal veranderen. De goothoogte, nokhoogte en inhoud worden groter. De hoofdvorm wordt wel gehandhaafd, zij het in grotere afmetingen. Dit is in strijd met het bestemmingsplan.

2.3 Beleid

2.3.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef

De Structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld in de raadsvergadering van september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. Voor de omgevingsvergunning van Emmen, Westenesscherstraat 60 is vooral het thema Wonen belang.

2.3.2 Ruimtelijke Waardenkaart

De Ruimtelijke waardenkaart (RWK) is een in eind september 2011 vastgestelde uitwerking van de Structuurvisie Emmen 2020. De Ruimtelijke waardenkaart belicht de cultuurhistorische en de landschappelijke waarden van het grondgebied van de gemeente Emmen. Het geeft een beschrijving van het ontstaan van het landschap en stelt de belangrijkste karakteristieken van het landschap vast, geeft de knelpunten aan met betrekking tot hedendaagse ruimtelijke ontwikkelingen en stelt een strategie op voor behoud, versterking en ontwikkeling van het landschap in relatie tot cultuurhistorie. Het document biedt concrete handvatten voor de ontwikkeling van het landschap in relatie tot cultuurhistorie en geeft aan met welke aspecten in de planvorming rekening dient te worden gehouden.

Deelgebieden en kenmerken per deelgebied
De RWK maakt een onderscheid in deelgebieden. Het plangebied ligt binnen het deelgebied “Esdorpenlandschap”. Dit is het oudste landschap van Emmen, bestaande uit zandgronden. Er is veelal een heldere basisstructuur van deze zandgronden die bepaald wordt door escomplexen, brinkdorpen, beekdalen en jonge ontginningen. Het is een kleinschalig landschap, met veel groen, historische boerderijen en zand- en keipaden. In Emmen is de oorspronkelijke structuur bijna niet meer zichtbaar, maar Westenesch, Zuidbarge en Noordbarge hebben grotendeels hun karakteristieke structuur behouden.

De Ruimtelijke waardenkaart omvat een drietal kaarten.

  • 1. Ruimtelijke aspecten, genoemd voor de omgeving van het plangebied:
    • a. Kanaal
    • b. Monumentale kanaal- en laanbeplanting
    • c. Overige beplanting
  • 2. Visuele aspecten, genoemd voor de omgeving van het plangebied:
    • a. Geen
  • 3. Elementen, genoemd voor de omgeving van het plangebied:
    • a. Hunebed

In de volgende hoofdstukken wordt nader ingegaan op de ruimtelijke en landschappelijke inpassing van het plan.

2.3.3 Woonbeleid

De Woonvisie 2012-2017 "Thuis in Emmen" is op 20 december 2012 vastgesteld door de raad. Het beleidskader richt zich op goed wonen en leven; er is sprake van een kwalitatieve insteek. In de woonvisie wordt rekening gehouden met vergrijzing en mogelijke bevolkingskrimp. De prioriteiten in het beleid zijn: zorg voor voldoende en goede woningen voor de doelgroepen van beleid; herstructurering in relatie tot bevolkingskrimp en vergrijzing; zorg voor voldoende geschikte woningen voor senioren; duurzaamheidsmaatregelen (in het bijzonder energiebesparende maatregelen). Het accent ligt met deze prioriteiten op behoud en versterking van de bestaande woonkwaliteit. Dit komt ook tot uiting in de algemene woningbouwstrategie, waarin bij het beoordelen van nieuwe initiatieven herstructureringsprojecten prioriteit hebben. Ook van belang is dat nieuwe initiatieven en nieuw te ontwikkelen locaties/gebieden in samenhang worden bekeken.

2.3.4 Welstandsbeleid

Bouwwerken moeten voldoen aan "redelijke eisen van welstand". Een zogenaamde Welstandscommissie beoordeelt bouwplannen aan de vooraf vastgestelde welstandcriteria opgenomen in de Welstandsnota. Op 30 juni 2016 heeft de gemeenteraad de Welstandsnota vastgesteld. Dit betekent dat gekeken wordt of een bouwplan qua uitstraling wel past bij de omgeving.
Het bestemmingsplan en de welstandsnota zorgen samen voor het behoud van de ruimtelijke kwaliteit. Hiet nieuwe welstandsbeleid heeft zo min mogelijk regels. Voor de meeste gebieden geldt het welstandsniveau 'welstandsluw'. Dit welstandsniveau is ook voor het plangebied van toepassing.

De welstandscommissie heeft het bouwplan getoetst en heeft hierover een positief advies afgegeven.

2.3.5 Provinciaal beleid

Omgevingsvisie Drenthe

In 2014 is de geactualiseerde Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld. De Omgevingsvisie is het strategische kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe tot 2020. De Omgevingsvisie Drenthe is een integraal document. De Omgevingsvisie heeft voor de provincie vooral een interne binding. Dit betekent dat de provincie bij de uitoefening van haar taken aan de Omgevingsvisie gebonden is.

De missie van de provincie is het ontwikkelen van een bruisend Drenthe, passend bij de kernkwaliteiten die de provincie rijk is. De kernkwaliteiten zijn de kwaliteiten die bijdragen aan de identiteit en aantrekkelijkheid van Drenthe. Het provinciaal belang ligt in het behouden en waar mogelijk ontwikkelen van de kernkwaliteiten.

De kernkwaliteiten van Drenthe zijn uitgewerkt naar meer concrete indicatoren:

Kernkwaliteiten   Indicatoren  
Rust Stilte   Duisternis  
Ruimte   Openheid van het landschap  
Natuur   Biodiversiteit  
Landschap   Diversiteit
Gaafheid van landschappen  
Oorspronkelijkheid   Cultuurhistorische waarden
Archeologische waarden
Aardkundige waarden  
Veiligheid   Sociale veiligheid
Externe veiligheid
Verkeersveiligheid  
Noaberschap, Menselijke maat,
Kleinschaligheid (Drentse schaal)  
Leefbaarheid
Passend bij Drenthe  

Op kaarten behorende bij de Omgevingsvisie Drenthe is bovenstaande nader weergegeven. Op een aantal kaarten (wanneer relevant) is het plangebied als volgt aangeduid:

Visiekaart en doelstellingen
Het plangebied ligt binnen het gebied dat op de visiekaart is aangeduid als "Multifunctioneel gebied". Het gaat hierbij vooral om een combinatie van landbouw, natuur, recreatie en landschappelijke waarden. Binnen deze gebieden is er geen sprake van één leidende hoofdfunctie.

Kernkwaliteiten
Landschap

Het plangebied is gelegen binnen het esdorpenlandschap. Deze landschappen bevatten altijd dezelfde onderdelen, te weten het dorp, de es, het beekdal en de velden/bossen/heide. Deze onderdelen vloeien voort van agrarisch gebruik. Esdorpen liggen veelal op landschappelijke overgangen van beekdalen, waar het nat is, naar es/heide/bos, waar het droog is. Het landelijk gebied doordringt zich in het dorp. De bebouwing in een esdorpenlandschap is landelijk en het bestaat vooral uit boerderijen die ogenschijnlijk willekeurig zijn geplaatst.

Cultuurhistorie

Het beleid van de provincie Drenthe ten aanzien van cultuurhistorie is beschreven in het Cultuurhistorisch kompas. Het plangebied is gelegen binnen het gebied 'Emmen en haar venen'. In het gebied is de structuur van het esdorpenlandschap zichtbaar gebleven.

In het plangebied geld het generiek beleid, ofwel het respecteren van alle onderdelen van de cultuurhistorische hoofdstructuur. De cultuurhistorische samenhang is van provinciaal belang en zal daarom worden veilig gesteld voor de toekomst. Initiatiefnemers hebben de verantwoordelijkheid de cultuurhistorische hoofdstructuur als inspiratiebron te benutten.

Aardkundige waarden

Aardkundige waarden zijn natuurlijke variaties in het aardoppervlak van geomorfologische, geologische, bodemkundige verschijnselen en/of processen die onder andere onder invloed van wind en water gebeuren. Onder aardkundige waarden vallen bijvoorbeeld veentjes, pingoruïnes, stuwwallen, zandkoppen en (micro en macro)reliëf.

Aardkundige waarden die bijdragen aan het specifieke Drentse karakter wil de provincie Drenthe behouden en waar mogelijk herstellen zonder daarbij het normale landbouwkundig gebruik te belemmeren. Voor de aardkundige waarden worden drie beschermingsniveaus onderscheiden die verschillen in de mate van inzet van de provincie. De hoge en het gemiddelde beschermingsniveau zijn van provinciaal belang.

Het plangebied is gelegen binnen een gebied met een hoog beschermingsniveau. In deze gebieden staat de provincie Drenthe ontwikkelingen alleen toe als aardkundige kwaliteiten en kenmerken worden behouden. Er dient zorgvuldig en verantwoord te worden omgegaan met de aardkundige waarden.

Archeologie

In het plangebied moet de verwachting van archeologische waarden worden getoetst. Wanneer er archeologische waarden worden ontdekt, dienen deze in situ, ofwel in de bodem, te worden bewaard. Mocht het niet mogelijk zijn archeologische vondsten in de bodem te bewaren, dan worden ze ex situ bewaard. Dit houdt in dat de vondsten worden opgegraven en duurzaam worden bewaard.

Provinciale omgevingsverordening

In de Provinciale Omgevingsverordening vertaalt de provincie Drenthe de Omgevingsvisie (deels) door naar een verordening voor zover het planologisch relevante aspecten betreft. Ten aanzien van ontwikkelingen van landelijke woonbebouwing wordt met betrekking tot het plangebied niets specifieks gezegd.

2.3.6 Rijksbeleid

Het ruimtelijke rijksbeleid heeft geen directe invloed op het plangebied.

2.3.7 Conclusie

Het rijksbeleid werkt niet rechtstreeks door in het plangebied. Voor de voorliggende ruimtelijke onderbouwing kan geconcludeerd worden dat het plan niet in strijd is met het geldende gemeentelijke- en provinciale beleid, wanneer rekening wordt gehouden met bepaalde aspecten zoals de ruimtelijke, landschappelijke en milieutechnische inpassing. Hierop wordt nader ingegaan in de volgende hoofdstukken.

2.4 Overzicht verricht onderzoek

Ter voorbereiding van de omgevingsvergunning Emmen, Westenesscherstraat 60 zijn diverse onderzoeken verricht en adviezen gegeven. Daarnaast is er informatie gebruikt uit onderzoeken en adviezen die in een ander kader zijn uitgevoerd. De conclusies uit de onderzoeken en adviezen zijn verwerkt in de toelichting.

Ter voorbereiding van de omgevingsvergunning zijn de volgende onderzoeken verricht:

  • Akoestisch onderzoek
  • Archeologisch inventariserend onderzoek
  • Bodemonderzoek

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

3.1 Algemeen

Door Bramy Emmen B.V. is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het herbouwen van een woning en het realiseren van een bijgebouw op het perceel Westenesscherstraat 60 te Emmen.

3.2 Ontstaansgeschiedenis

3.2.1 Kort historisch overzicht

Westenesch maakt deel uit van de zuidelijke uitloper en tevens het hoogste deel van de Hondsrug. Algemeen wordt Westenesch aangeduid als een dochter-, filiaal- of satellietnederzetting van het dorp Emmen. Het ontstaan en de ontwikkeling van Westenesch valt geheel binnen het historisch- cultuurlandschappelijk kader van het Drentse esdorpenlandschap. In deze historische context is er vanouds sprake van een functionele en ruimtelijke relatie tussen Westenesch en het moederdorp Emmen. In oorsprong gaat de relatief jonge esnederzetting Westenesch naar alle waarschijnlijkheid terug op de aanleg van één of enkele hoeven in de 12de - 14de eeuw na Christus. Westenesch is sedertdien uitgegroeid tot een min of meer lineaire esrandnederzetting langs het Emmer escomplex.

De ligging van Westenesch aan het escomplex met zijn aanwezige landschappelijke waarden en de inrichting van het gebied door mensen maken de samenhang ervan tot een ook in landschappelijk opzicht belangrijk gebied. De uitgevoerde ruilverkaveling en de aanleg van de Frieslandweg heeft op het aangrenzende landschap een nadelige invloed gehad. Hierdoor is de historisch-landschappelijke waarde in hoge mate en de visueel landschappelijke kwaliteit in mindere mate achteruitgegaan. Ondanks deze ingrepen hebben Westenesch en de omliggende essen hun oorspronkelijk karakter grotendeels behouden.

3.2.2 Aanwijzing beschermd dorpsgezicht

Het plangebied valt binnen het gebied dat is aangeduid als beschermd dorpsgezicht. Ook valt het binnen het bestemmingsplan "Westenesch" onder de bestemming 'Beschermd dorpsgezicht'.

Bij besluit van 17 december 1991 is Westenesch als beschermd dorpsgezicht aangewezen. In de toelichting op de aanwijzing zijn over de historische en ruimtelijke karakteristiek van Westenesch de volgende belangwekkende passages opgenomen:

“De vroegmiddeleeuwse bewonings- en nederzettingsgeschiedenis heeft uitsluitend betrekking op het zandgebied, in het onderhavige geval de twee zandruggen. Uitgestrekte, ontoegankelijke hoogvenen omgeven de smalle schiereilanden tot ver in de 19de eeuw. De basisstructuur van het historische cultuurlandschap in Drenthe wordt vastgelegd in de Karolingische Tijd (omstreeks de 8de en 9de eeuw na Christus).
De opbouw van het 'traditionele' esdorpenlandschap is gebaseerd op het centrale principe van de 'escultuur' in het toenmalige landbouwsysteem. Vanaf de 9de eeuw is er sprake van permanente bewoningskernen, de es- of brinkdorpen én aangrenzende, eveneens permanente bouwlandcomplexen of essen. De esdorpen Emmen, Barge en Weerdinge dateren uit de beginfase van deze ontwikkeling. De kernen groeien uit tot zelfstandige esdorpen met een eigen dorpsterritoir of 'marke'. Emmen wordt het centrale hoofd- en kerkdorp binnen het gelijknamige kerspel.”

“Uitbreiding van de dorpen komt tot stand door splitsing van de oorspronkelijke erven en nieuwe vestigingen langs brinken, uitvalswegen en esranden. Westenesch is ontstaan uit een afsplitsing van het moederdorp Emmen. De nieuwe vestiging vindt plaats aan de overzijde van het Emmer bouwlandcomplex, ofwel westelijk van de es. De naamsoorsprong van Westenesch is hiermee duidelijk."

"Tot op heden wordt de es door de enigszins bolle vorm in visuele zin geaccentueerd. Het moederdorp Emmen ligt op het oostelijke helIingsgebied tussen de es en de oostelijke dalzone (Emmer- en Bargermeer). Westenesch ligt op het westelijk overgangsgebied tussen de es en de stroomdalgronden van de Sleener Stroom.
Aanleiding tot de 'kolonisatie' is naar alle waarschijnlijkheid de behoefte aan nieuw-te ontginnen-bouwland en/of groenland. In elk geval zijn delen van de bouw- en groenlanden kennelijk 'ver van Emmen' komen te liggen, dat het praktischer is om enkele hoeven te verplaatsen,."

3.2.3 Historisch karakteristiek Westenesch

"Westenesch ligt aan de rand van de 'Emmer Nesch' op de overgang naar 'het Wester veld'. De hoofdverbinding tussen Emmen en Westenesch loopt door de zuidoost-noordwest gerichte bewoningskern. In westelijke richting bereikt deze weg de Sleener Stroom. Een andere verbindingsweg, de huidige Heirweg, loopt in zuidelijke richting langs de es naar 'Noordbergen'. De boerderijen in de bewoningskern van 'West Nesch' zijn -voor een deel in clusters gegroepeerd- vooral zuidwestelijk van de doorgaande wegen en veedriften gesitueerd. De esrand zèlf, welke noordoostelijk van de wegenstructuur is gesitueerd, is slechts incidenteel bebouwd. Voorts zijn langs de straten van de kern zeer duidelijk de goorns, waaronder de 'lienstukken' of vlasakkertjes. weiden en inscharingskampen te onderscheiden.
Brede boomwallen en verspreide bosopstanden, waaronder mede begrepen brinken en brinkachtige ruimten completeren de plattegrondsvorm."

“Sedert 1800 zijn de plattegrondskenmerken van de nederzetting tot op heden zeer resistent gebleken. De meest ingrijpende wijziging ten aanzien van de bewoningskern betreft de uitbreiding en verdichting van de agrarische bebouwing. De 'eenhuizige' boerderijen in de vroeg 19de-eeuwse situatie worden uitgebreid met schuren, schaapskooien, stookhutten of bakhuisjes. Het aantal landbouwbedrijven neemt gestaag toe. Ook de noordoostelijke esrand raakt bebouwd, zij het dat het in tegenstelling tot de zuidelijke sector van de hoofdweg “Westenesscherstraat” niet heeft geresulteerd in een aaneengesloten bebouwing.
Vooral na de Tweede Wereldoorlog breidt de landelijke woonbebouwing zich uit. Door de subrecente saneringsprocessen in de landbouw hebben steeds meer boerderijen een overwegende woonbestemming gekregen. De grootste wijzigingen sedert de 19de eeuw doen zich voor in het 'buitengebied', met name ten aanzien van de veld- en groengronden. Omstreeks 1855 wordt in de zuidoostelijke randzone langs de bewoningskem het Oranjekanaal aangelegd, ten behoeve van de ontginning van de zuidoostelijke veengebieden.
De grootschalige ontginningen van de veldgronden dateren vooral van rond het midden van de 20ste eeuw. Het centrale esgedeelte heeft het historisch bepaalde open karakter behouden. Sedertdien ligt Westenesch perifeer afzijdig van de doorgaande wegen.”

Volgens de aanwijzing is het beschermingsbelang van Westenesch gebaseerd op het relatief gave, oorspronkelijke agrarische karakter van de nederzetting. Om die reden zal een groot deel van de kern Westenesch in dit plan een bijzondere bescherming krijgen. Westenesch als beschermd dorpsgezicht omvat de min of meer lineaire esrandnederzetting met de Westenescherstraat als centrale as. Daaronder is mede begrepen de bebouwing ter plaatse van de secundaire wegenstructuur aan beide uiteinden van de hoofdas. De grens loopt verder, voor zover dat mogelijk is, langs de achtergrenzen van de percelen welke vallen binnen de aangegeven hoofdstructuur. Het gebied van het aangewezen beschermd dorpsgezicht in dit plan met enkele ondergeschikte toevoegingen integraal als gelijknamige bestemming overgenomen.

Een beschermd dorpsgezicht, zeker dat van een esrandnederzetting, kan niet los worden gezien van het omringende landschap en de waarden daarvan. De toelichting bij de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht spreekt in dat verband over: "Geconstateerd moet worden dat het dorpsgezicht feitelijk niet valt te isoleren uit de historische-landschappelijke context van het aangrenzende esdorplanschap. De ruimtelijke karakteristiek van dit omringende landschap, vooral gelegen in aspecten van openheid en reliëf, moet mede van belang worden geacht voor het herkenbaarheid van de historische ruimtelijke waarde van het beschermde dorpsgezicht." De esgronden rondom Westenesch zijn nu planologisch geregeld in het bestemmingsplan voor het buitengebied. De plan wordt herzien en bij de begrenzing worden de gronden rond Westenesch buiten de herziening gehouden.

De aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht houdt geenszins een algehele bevriezing in. Zij heeft slechts als doel om door het scheppen van de juiste stedenbouwkundige maatregelen de basis te leggen voor behoud, versterking èn ontwikkeling van het unieke karakter van deze esrandnederzetting

3.3 Bouwplan en erfinrichting

Er is door Bramy Emmen B.V. een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het herbouwen van de woning aan de Westenesscherstraat 60 te Emmen (Westenesch).

De bestaande woning staat leeg en verpauperd de laatste jaren. Deze woning zal gesloopt worden en er zal een nieuwe woning met bijgebouw worden gebouwd. De nieuw te bouwen woning heeft dezelfde hoofdvorm als de bestaande woning en de nokrichting blijft gehandhaafd. De totale oppervlakte van deze woning met bijgebouw is 220 m2.

De huidige woning grenst met voorgevel op een geringe afstand van circa 2,5 meter aan een perceel landbouwgrond. Het vergroten van deze afstand is gelet op het verschil in woon- en agrarisch gebruik ruimtelijk akkoord. De exacte positie van de gevel in relatie tot de perceelsgrens is niet karakteristiek en levert geen aantasting op van het straatbeeld. De woning krijgt een centralere positie op het erf met behoud van de open ruimte aan de linkerzijde van het perceel richting de es.

De nieuwe woning wordt op een kortere afstand van de weg gesitueerd, in lijn met de gevellijn van de naastgelegen woonbebouwing. De bebouwingsstructuur blijft op deze wijze bestaan en er kan een goede woonsituatie worden gecreëerd omdat de kavel naar achteren smaller is. Het bijgebouw wordt op 1 meter vanaf de erfgrens gebouwd.

De welstandscommissie heeft het bouwplan getoetst en heeft hierover een positief advies afgegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak48713-V701_0002.png"

figuur 3.1: Ligging nieuw te bouwen woning en bijgebouw ten opzichte van bestaande woning

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak48713-V701_0003.png"

figuur 3.2: Erfinrichtingsplan

Aan de voorzijde van de woning wordt als erfafscheiding een haag geplaatst. Dit geldt voor het merendeel van de boerderijen en landelijke woonbebouwing in Westenesch, waardoor deze erfafscheiding ruimtelijk goed wordt ingepast. Aan de achterzijde van het perceel wordt een moestuin gerealiseerd. Met het erfinrichtingsplan is rekening gehouden met de ruimtelijke karakteristieken van Westenesch.

Het bouwplan met erfinrichting is opgenomen als Bijlage 1.

Hoofdstuk 4 Onderzoeken

4.1 Archeologie en monumenten

4.1.1 Algemeen

De gemeente Emmen heeft archeologiebeleid vastgesteld, d.d. 30 mei 2013. Hiervoor is een archeologische beleidsadvieskaart gemaakt met daarbij een rapport, dit rapport dient als toelichting op de kaart. Het doel van deze documenten is om aan te geven wat de kern vormt van het archeologiebeleid en waar de beleidskeuzes zijn gemaakt. De verschillende archeologische waarden en verwachtingen en de maatregelen die daaraan zijn gekoppeld zijn in de gemeentelijk archeologische beleidsadvieskaart vertaald naar diverse categorieën "Waarde - Archeologie" in het bestemmingsplan. Met de vertaling is op eenvoudige wijze voor het gehele gebied van de gemeente Emmen in beeld gebracht of archeologische waarden in het geding zijn of kunnen zijn en zo ja, op welke manier daarmee dient te worden omgegaan, tabel 1 geeft de onderverdeling van de vier gemaakte categorieën weer.

Categorie   Archeologische waarden   Oppervlakte   Diepte   Drainage  
Rijksmonument   Beschermd   -   -   Verbod  
Waarde - Archeologie 1   Zeer hoge archeologische waarde   0 m2   30 cm + 10 cm   Verbod  
Waarde - Archeologie 2   (zeer) (hoge) archeologische waarde   100 m2   30 cm + 10 cm   Verbo  
Waarde - Archeologie 3   Middelhoge of hoge verwachting   1000 m2   30 cm + 10 cm   Verbod  
Waarde - Archeologie 4   Middelhoge of hoge verwachting   1000 m2   30 cm + 10 cm   Toegestaan  

Tabel 1: Onderverdeling van archeologische waarden.

4.1.2 Archeologische waarden in het plangebied

Emmen, Westenesscherstraat 60 is volgens de beleidskaart gelegen in een gebied met archeologische waarde 2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak48713-V701_0004.png"

figuur 4.1: Uitsnede archeologische beleidskaart, plangebied gelegen in waarde - archeologie 2.

Deze waarde houdt in:

Gebieden gecategoriseerd als Waarde - Archeologie 1 en 2 zijn terreinen met als behoudenswaardig gekwalificeerde archeologische resten. Het uitgangspunt is om de aanwezige archeologische resten zoveel mogelijk in de bodem te behouden.

Onder Waarde - Archeologie 2 vallen terreinen van (hoge) archeologische waarde, door het Rijk en de provincie aangewezen. Deze terreinen bestrijken veelal een groot oppervlak. Te denken valt aan grafvelden, nederzettingsterreinen, de historische kernen van Emmen zoals Noordbarge, Zuidbarge en Westenesch, etc. Gelet op de omvang van deze sporen en structuren, hebben beperkte bodemingrepen een aanvaardbare invloed op het bodemarchief. Voor Waarde - archeologie 2 is een minimumoppervlak voor bodemverstoringen opgenomen van 100 m² en een diepte van 30 cm onder maaiveld.

Voor de herbouw van de woning aan de Westenesscherstraat 60 geldt dat dit minimumoppervlak van 100 m2 voor bodemverstoringen wordt overschreden en dat geen gebruikt wordt gemaakt van de bestaande fundering. Daarom dient er een archeologisch inventariserend onderzoek uitgevoerd te worden.

Op 13 juli 2016 heeft MUG Ingenieursbureau b.v. een archeologisch bureau- en booronderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is bijgevoegd als Bijlage 2.

4.1.3 Conclusie

MUG Ingenieursbureau heeft een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de bodemopbouw in het grootste deel van het onderzoeksgebied is verstoord. Alleen in de zone tussen de bestaande bebouwing en de Westenesscherstraat is de bodemopbouw niet verstoord. Op die locatie is sprake van een cultuurlaag, welke waarschijnlijk een esdek is. Het advies van MUG Ingenieursbureau is om in het zuidwestelijke deel van het plangebied geen bodemingrepen te laten uitvoeren die dieper zijn dan 0.3 m-mv. Eventuele aanwezige archeologische resten dienen in situ, ofwel in de bodem, te worden behouden.

De huidige bouwplannen richten zich op het zuidwestelijke deel van het plangebied. Indien het niet mogelijk is de huidige bouwplannen aan te passen, dient een archeologisch vervolgonderzoek plaats te vinden. Dit vervolgonderzoek dient zich te richten op het terrein onder de bestaande bebouwing en het deel ten zuidwesten daarvan. De gemeente adviseert het vervolgonderzoek te richten op het gebied waar ook nieuwbouw zal plaatsvinden. Dit is uitgewerkt in het Programma van Eisen.

Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de sloop van de fundamenten van de oude woning onder archeologische begeleiding dient te worden uitgevoerd. Tevens wordt geadviseerd de bouwput voor de nieuwe woning onder archeologische begeleiding uit te laten graven. In het vervolgonderzoek dient de aard van het vermeende esdek te worden vastgesteld en eventueel aanwezige archeologische sporen en vondsten te worden veilig gesteld. Voor dit vervolgonderzoek is een door de bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen noodzakelijk. Voor het overige deel van het plangebied wordt geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren en het vrij te geven voor de bouwwerkzaamheden.

De sloopactiviteiten dienen onder archeologische begeleiding te worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor de bouw- en aanlegactiviteiten. Het Programma van Eisen dient te worden gebruikt bij deze activiteiten.

4.2 Ecologie

4.2.1 Flora en Fauna

De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Gelet op het huidige gebruik van het plangebied en de inrichting daarvan, wordt een flora- en fauna-onderzoek niet nodig geacht.

4.3 Externe veiligheid

Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Binnen en nabij het plangebied zijn geen bedrijven of transportroutes gelegen waarbij rekening moet worden gehouden met het aspect externe veiligheid.

4.4 Milieu

4.4.1 Bodem

Het plangebied bevat locaties die voor wat betreft bodemverontreiniging verdacht zijn (historisch verdacht als gevolg van in het verleden uitgevoerde bodembedreigende activiteiten). Hierom zal er een verkennend milieukundig bodemonderzoek worden uitgevoerd.

Voor de daadwerkelijke bouwontwikkelingen zal de bodem conform de uitgangspunten van de bouwverordening in het kader van de Wabo-vergunning voor bouwen moeten worden onderzocht.

4.4.1.1 Bodemonderzoek

Voor deze omgevingsvergunning is in oktober 2015 een verkennend milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd door Sigma Bouw& Milieu. Dit onderzoek is toegevoegd als Bijlage 3. Op basis van de resultaten van het verkennend bodemonderzoek blijkt dat de locatie niet vrij is van bodemverontreiniging.

De grond ter plaatse van de onderzoeklocatie bevat plaatselijk verontreinigingen ten opzichte van de achtergrondwaarde. De plaatselijk verhoogd gemeten verontreinigingen overschrijden de tussenwaarde niet, daarnaast geldt voor de verhoogd gemeten gehalten een humane risico-index <1 waardoor de verhoogd gemeten verontreinigingen geen aanleiding geven tot het instellen van een nader onderzoek.

Op basis van de onderzoeksresultaten zijn er uit milieuhygiënische overwegingen in relatie tot de bodemkwaliteit, naar onze mening,geen belemmeringen ten aanzien het huidige bodemgebruik van de onderzoekslocatie.

Opgemerkt wordt dat de conclusies betrekking hebben op de chemische gesteldheid van de bodem (exclusief asbest). Een asbestonderzoek conform de NEN 5707 maakt geen onderdeel uit van de scope van onderhavig onderzoek.

4.4.2 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

4.4.2.1 Geluidsbronnen in en nabij het plangebied

Voor het plangebied Emmen, Westenesscherstraat 60 geldt dat het gelegen is binnen de van rechtswege aanwezige geluidszones van de Westenesscherstraat en Kromme Elleboog. Deze geluidszones hebben mogelijk effect op eventuele uitbreidingsplannen bij woningen of nieuwbouwplannen.

4.4.2.2 Wegverkeerslawaai

De Wet geluidhinder is alleen van toepassing binnen de van rechtswege aanwezige zone van een weg. Conform de Wet geluidhinder heeft elke weg een zone. Conform art. 74 lid 2 Wgh zijn de onderstaande wegen hiervan uitgezonderd:

  • Wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied;
  • Wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt.

De breedte van de zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging in stedelijk of buitenstedelijk gebied. De wegen in het plangebied Emmen, Centrum- Oost zijn gelegen in stedelijk gebied. Hiervoor gelden de volgende zonebreedtes (conform art. 74 lid 1 Wgh)
a. in stedelijk gebied:
1. voor een weg, bestaande uit drie of meer rijstroken : 350 meter;
2. voor een weg, bestaande uit één of twee rijstroken : 200 meter.

De afstanden zoals weergegeven worden aan weerszijden van de weg gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook.

Bij de realisatie van woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen moeten de wettelijke grenswaarden in acht worden genomen. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai bedraagt 48 dB. Indien deze voorkeursgrenswaarde wordt overschreden moet er onderzoek worden gedaan naar mogelijke bron- en/of overdrachtsmaatregelen. Zijn maatregelen niet mogelijk dan kunnen Burgemeester en Wethouders ontheffing van de voorkeursgrenswaarde verlenen.
Indien met maatregelen niet kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB kan voor woningen in binnenstedelijk gebied een hogere waarde worden vastgesteld van ten hoogste 63 dB.

De gemeente dient het vaststellen van de hogere waarde met eigen argumenten te motiveren en de vastgestelde hogere waardes zo snel mogelijk inschrijven in het kadaster.

4.4.2.2.1 Conclusie

ABT heeft een onderzoek naar het wegverkeerlawaai aan de Westenescherstraat 60 uitgevoerd. Dit onderzoek is toegevoegd als Bijlage 4. Uit de berekeningen is gebleken dat de voorkeurswaarde van 48dB wordt overschreden. De geluidsbelasting bedraagt namelijk ten hoogste 50dB inclusief aftrek. Om een woning te kunnen realiseren op dit perceel is het van belang dat er een verzoek tot hogere waarde wordt ingediend. Zonder aftrek bedraagt het verkeerslawaai hoogstens 55dB. Dit betekent dat niet kan worden voldaan aan de grenswaarde van 33dB in een verblijfsgebied. Er moet dan ook nader onderzoek worden uitgevoerd naar de vereiste geluidswering van de overige 22dB.

Het besluit voor het vaststellen van een hogere grenswaarde is toegevoegd als Bijlage 5.

4.4.3 Lucht

De Wet luchtkwaliteit is bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling. Volgens de nieuwe regeling vormt luchtkwaliteit in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van een ruimtelijk project als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project leidt, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • een project draagt 'niet in betekenende mate' (NIMB) bij aan de luchtverontreiniging;
  • een project past binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of binnen een regionaal programma van maatregelen.
4.4.3.1 Algemeen beeld luchtkwaliteit plangebied

Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOX en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan.

4.5 Waterparagraaf

Het perceel valt onder het beheersgebied van het waterschap Vechtstromen. Het beleid van de gemeente Emmen en het waterschap is gericht op afkoppelen van hemelwater van de riolering en te lozen op oppervlaktewater of zo mogelijk te laten infiltreren in de bodem.

Uitgangspunt is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat er grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.

Er zijn in het plangebied geen waterhuishoudkundige knelpunten bekend. De nieuw te bouwen woning kan aangesloten worden op het aanwezige rioolstelsel. In het plangebied ligt een gemengd rioolstelsel.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide Wabo-procedure van toepassing.

De terinzagelegging van het ontwerpbesluit is op 17 november 2016 gepubliceerd in de krant Emmen.nu en de Staatscourant.

Met ingang van 18 november 2016 heeft het ontwerp van de vergunning zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.