direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Nieuw-Amsterdam, kindercentrum Sportlaan 85
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak22630-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De eigenaresse van het kindcentrum Zus & Zo heeft al enige tijd plannen om haar tijdelijke huisvesting aan het Ganzeroer te Nieuw Amsterdam een definitieve bestemming te geven. Deze mogelijkheid doet zich thans voor op het terrein van de openbare basisschool De Bascule, gevestigd aan de Sportlaan 85 te Nieuw Amsterdam. De gemeente staat positief tegenover deze ontwikkeling. Dit omdat onderwijskundig gezien dit nieuwe kindcentrum een goede aanvulling is op wat een basisschool (jonge) kinderen te bieden hebben. Beide versterken elkaar.

De aanvraag om een omgevingsvergunning heeft dan ook betrekking op de onderdelen bouw en strijdigheid met het bestemmingsplan. Daarom is gevraagd om de gewenste nieuwbouw via een omgevingsvergunning, inclusief het deel "afwijking van het bestemmingsplan", te kunnen realiseren.

De aanvraag staat geregistreerd onder zaaknummer 22630-2015. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak22630-V701.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak22630-V701_0001.png"

Figuur 1.1: Locatie plangebied in omgeving (oranje contour).

Hoofdstuk 2 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

2.1 Ligging en huidige situatie

Deze ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het perceel grond aan de Sportlaan 85 te Nieuw Amsterdam, kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie G nummer 8801. Het perceel is gelegen temidden van de bestaande woonwijk van Nieuw Amsterdam aan de Sportlaan, waar op dit moment alleen de OBS De Bascule is gevestigd. Aan de noord- en westzijde van het terrein zijn woningen aanwezig, aan de zuidzijde bevindt zich enige openbaar groen en ten oosten van de te realiseren nieuwbouw staat de huidige openbare bassisschool.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak22630-V701_0002.png"

Figuur 2.1: Luchtfoto met locatie (oranje contour).

2.2 Beleid en planologische regeling

2.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef

De structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, heeft de gemeenteraad op 24 september 2009 vastgesteld. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, zoals de raad die in september 2001 heeft vastgesteld. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer.

Tevens moet de structuurvisie om bedrijven, instellingen en andere overheden uitnodigen tot en stimuleren om passende, gewenste activiteiten en investeringen te doen die aansluiten op de weergegeven ambities en ruimtelijke mogelijkheden. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid.

Over het aspect kinderdagverblijf wordt in algemene- en meer specifieke zin het volgende gezegd. In de centra vormen de winkels en andere voorzieningen het hart van de wijk of dorp. Vanwege de belangrijke rol voor de leefbaarheid is de inzet van de gemeente gericht op het behoud van deze ruimtelijke voorzieningenstructuur. De gemeente Emmen houdt hierbij het principe aan van spreiding van lokale voorzieningen en tegelijkertijd efficiënte bundeling (zoals bijvoorbeeld een brede school of kulturhus) om de kwaliteit op niveau te houden c.q. te versterken.

Natuurlijke momenten worden aangegrepen om deze wijzigingen in de structuur te realiseren. Met natuurlijke wijzigingsmomenten wordt bijvoorbeeld gedoeld op:

  • de noodzakelijke vervanging van één of enkele accomodaties in een gebied;
  • een voorziening komt onder druk te staan vanwege een afname in het gebruik;
  • ingrepen in een gebied zoals een herstructurering;
  • de ontwikkeling van een nieuwe voorziening waaraan zaken gekoppeld kunnen worden.

Afwegingen over het al dan niet aanpakken van voorzieningen worden bezien vanuit een aantal kenmerken, te weten vernieuwing, betaalbaarheid, kwaliteit, bereikbaarheid, inzet van bewoners, specifiek beleid en multifunctionaliteit. Genoemde kenmerken vormen in onderlinge samenhang de leidraad

Afwegingen en discussies over het al dan niet aanpakken van voorzieningen worden bezien vanuit een zevental kenmerken.

  • 1. Vernieuwing: in plaats van aanpassing en continuering van het huidige voorzieningenniveau vindt vernieuwing plaats door te investeren in bundeling en clustering en toepassing van nieuwe concepten.
  • 2. Betaalbaarheid.
  • 3. Kwaliteit in plaats van kwantiteit: geïnvesteerd wordt in een voorzieningenniveau van kwaliteit in plaats van het in stand houden van de kwantiteit.
  • 4. De bereikbaarheid van voorzieningen is leidend, niet de directe nabijheid van voorzieningen.
  • 5. Uitgangspunt moet zijn gebundelde/geclusterde voorzieningen (multifunctionaliteit).
  • 6. Meer nadruk op specifiek beleid. De primaire voorzieningen zijn aanbodgericht, verdere invulling en het opplussen vindt vraag georiënteerd plaats.
  • 7. Meer inzet en gebruik van de vitale kracht van bewoners. Startpunt van totstandkoming en instandhouding van voorzieningen zijn de burgers zelf.

Het een en ander wordt nader uitgewerkt in de verschillende sectorale sporen. Voor wat betreft niet-commerciële activiteiten betreft het een gehele reeks aan voorzieningen en accommodaties.

Gedacht kan hier worden aan:

  • onderwijs & opvang (kinderopvang, peuterschool, basisschool en voortgezet onderwijs, brede school, e.d.);
  • zorg (verpleeg- en verzorgingstehuizen, huis- en tandartsen, fysiotherapeuten, gehandicaptenvoorzieningen;
  • woon-zorgcomplexen,e .d.);
  • sport (zwembaden, sportvelden, gymzalen, speeltoestellen, e.d.).

2.2.2 Bestemmingsplan

Het terrein van de OBS De Bascule is gelegen binnen het bestemmingsplan Nieuw Amsterdam en Veenoord. Dit bestemmingsplan heeft de gemeenteraad op 22 december 2011 vastgesteld. In dit bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming “Maatschappelijk - Onderwijs”. Binnen deze bestemming zijn de gronden bestemd voor basisonderwijs, speciaal onderwijsd, voortgezet onderwijs, peuterspeelzaal, kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en een brede school. Het gebouw van de OBS De Bascule heeft op de verbeelding een bouwvlak gekregen dat strak rondom het bestaande gebouw is gelegd. Binnen de hiervoor genoemde bestemming is verder geen bouwvlak voor andere bebouwing opgenomen. Dit betekent dat de nieuwbouw van een kindcentrum op basis van dit bestemmingsplan niet mogelijk is.

2.2.3 Conclusie

De aanvraag voor de nieuwbouw van een kindcentrumverbouwing past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie "Gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef". Door het plan zal het stedelijke woonmilieu in diversiteit versterkt worden.

Hoofdstuk 3 Onderzoeken

3.1 Archeologie

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

Het gebouw is volgens de archeologische beleidsadvieskaart gelegen in een gebied met geen waarde of verwachting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak22630-V701_0003.png"

figuur 3.1: Waarde - archeologie 3 en 4: Gebieden met hoge of middelhoge archeologische waarden

3.2 Ecologie

De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Omdat de nieuwbouw van een kindcentrum is gesitueerd in een overwegend stedelijk gebied met afwezigheid van grote stedelijke groengebieden, mag er in redelijkheid van worden uitgegaan dat flora en fauna in de omgeving van deze nieuwbouw niet zal worden aangetast. Om die reden wordt geen flora en fauna-onderzoek noodzakelijk geacht.

Overigens geldt voor alle bouwactiviteiten er voorzorgsmaatregelen genomen dienen te worden waardoor:

  • Planning aanvang werkzaamheden buiten het broedseizoen (globaal van half maart tot begin augustus) dient plaats te vinden;
  • Een week voor de werkzaamheden beginnen, het plangebied kort gemaaid dient te worden, zodat het plangebied ongeschikt wordt voor kleine zoogdieren en ze de kans krijgen om te vluchten;
  • (wortel)schade aan de (oude) bomen wordt voorkomen en geen graafwerkzaamheden binnen de kroonprojectie van deze oude bomen kan plaatsvinden.

3.3 Milieu

3.3.1 Vormvrije m.e.r.

In voorliggend bouwplan komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen (vormvrije) m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

3.3.2 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.

De bouwaanvraag betreft de nieuwbouw op het bestaande verharde terrein van basisschool De Bascule. Van de zijde van de gemeente is aangegeven, dat een volledig bodemonderzoek wordt verlangd. In verband hiermee is aan het bedrijf Sigma Bouw & Milieu te Emmen opdracht gegeven tot dit onderzoek. Het onderzoek is opgenomen in bijlage 1. Uit de resultaten van dit onderzoek van 17 april 2015 blijkt dat er puinsporen in de grond zitten. In het bovengrondmengmonster MM1 is licht verontreinigd met kwik en niet met de overige onderzochte parameters. De ondergrond is niet verontreinigd met de onderzochte parameters. Het grondwater ter plaatse van peilbuis 1 is licht verontreinigd met barium, kwik, zink, benzeen en minerale olie en niet met de overige onderzochte parameters.

De grond is indicatief getoetst aan de Nota Bodembeheer van de gemeente Emmen en voldoet aan de bodemkwaliteitsklasse "Wonen". De omgevingsvergunning kan zonder voorwaarden worden verleend. De vrijkomende grond kan niet overal volgens de bodemkwaliteitskaart van gemeente Emmen worden toegepast.

3.3.3 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrens- waarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

De Sportlaan in Nieuw Amsterdam betreft een 30 km/uur weg en is conform de Wet geluidhinder niet gezoneerd. Dit impliceert dat deze weg in beginsel geen geluidsbelastingen veroorzaakt boven de voorkeurswaarde en dat in verband hiermee nader akoestisch onderzoek - als gevolg van de nieuwbouw van het kindcentrum - niet noodzakelijk is.

3.3.4 Lucht

Sinds 15 november 2007 zijn de belangrijkste luchtkwaliteitseisen opgenomen in de We milieubeheer. Hierin is van bepaalde projecten getalsmatig vastgelegd dat ze "niet in betekenende mate" (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Met de inwerkingtreding van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) op 1 augustus 2009, zijn deze grenzen verruimd. Een project draagt volgens het NSL "niet in betekenende mate" bij zolang de toename van de concentratie fijnstof of stikstofdioxide maximaal 3% bedraagt van de grenswaarde.

Het NSL zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen zodat de luchtkwaliteit verbeterd en alsmede de gewenste ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang kunnen vinden. Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor dit nieuwe kindcentrum.

3.3.5 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over de beheersing van activiteiten met gevaarlijke stoffen. Die activiteiten kunnen bestaan uit het opslaan, verwerken of transporteren van gevaarlijke stoffen. Deze activiteiten kunnen een risico veroorzaken voor de leefomgeving. Daarnaast worden de risico's van het opstijgen en landen op vliegvelden ook onder het thema externe veiligheid gevangen. De risico's worden uitgedrukt in twee risicomaten; het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Voor de beoordeling van een ruimtelijk plan moet voor externe veiligheid worden vastgesteld of dit plan is gelegen binnen het invloedsgebied van een inrichting die valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Daarnaast wordt gekeken of het plan ligt binnen het invloedsgebied van de transportroute (weg, spoor, water of buisleiding) waarover gevaarlijke stoffen (o.a. LPG en benzine) worden vervoerd.

In het kader van regelgeving in relatie tot Externe Veiligheid zijn er geen belemmeringen voor het realiseren van een kindcentrum op deze locatie.

3.4 Waterparagraaf

3.4.1 Inleiding

Uitgangspunt bij een watertoets is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.
In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem ten behoeve van de bouw van het kindercentrum aan de Sportlaan te Nieuw-Amsterdam is ingericht en of fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden. Naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de stedelijke wateropgave heeft het het wateradvies van het waterschap een duidelijke plaats gekregen.

3.4.2 Ligging plangebied

Het perceel Sportlaan 85 ligt in aan de rand van het centrum van Nieuw-Amsterdam. Dit is een stedelijk gebied.

3.4.3 Waterhuishouding

Het perceel ligt in het stroomgebied Rijn- Oost en valt onder het beheersgebied van het waterschap Vechtstromen. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Waterbeheerplan van waterschap Vechtstromen en in het waterplan van de gemeente Emmen.

Binnen het plangebied is de maaiveldhoogte circa 14 meter +NAP. De gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) in het plangebied dieper dan 2,00 m beneden maaiveld liggen. De gemiddeld hoogste grondwaterstand ligt in het plangebied op circa 1,5 m beneden het maaiveld. Daarmee is de drooglegging ruim voldoende om hier te kunnen bouwen.

3.4.4 Afvoer van water

Het beleid van de gemeente Emmen en het waterschap is gericht op afkoppelen van hemelwater van de riolering en te lozen op oppervlaktewater of zo mogelijk te laten infiltreren in de bodem. Op deze manier wordt waar mogelijk geprobeerd extra ruimte voor water te maken. Ook wordt om wateroverlast te voorkomen naar extra afvoermogelijkheden gezocht.

Er is hier sprake van een gemengd stelsel.  Dit gemengde stelsel houdt in dat het vuil- en hemelwater in één rioolbuis wordt opgevangen. Bij de nieuwbouw van het kindcentrum zal het regenwater en vuilwater gescheiden worden opgevangen. Dus één aparte buis voor regenwater en één voor het vuile water. Deze twee buizen worden op de perceelgrens gekoppeld en aangesloten op het gemengde stelsel. In de toekomst kan dan gemakkelijk worden aangesloten op een stelsel waarbij één rioolbuis voor hemelwater en één rioolbuis voor vuil afvalwater zal worden bestemd (gescheiden stelsel).

3.4.5 Wateradvies waterschap

De uitkomst van deze watertoets was aanvankelijk dat hiervoor hiervan de normale procedure moet worden gevolgd en dat in verband hiermee kontakt met het waterschap Vechtstromen moet worden opgenomen. Dit overleg heeft via mailwisseling plaatsgevonden met de volgende bevindingen, waaronder het in deze nieuwbouwsituatie toepassen van de zogenaamde verkorte procedure. Een en ander is opgenomen in bijlage 2.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Bouwplan

Zoals bij hoofdstuk 1.1 Aanleiding reeds aangegeven, wordt het nieuwe kindcentrum gelegen op het terrein van de huidige openbare basisschool De Bascule. Hierbij is qua situering gedacht aan een terreingedeelte ten zuidwesten van het bestaande schoolgebouw, aan de westzijde grenzend aan het bestaande parkeerterrein van deze school en aan de zuidkant grenzend aan het bestaande openbare groengebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak22630-V701_0004.png"

Op deze wijze ontstaat er in ruimtelijk en stedenbouwkundig oogpunt een goede samenhang tussen het hoofdgebouw (De Bascule) en het nieuwe kindcentrum. Gelet op tussen beide gebouwen (straks) bestaande afstand van ongeveer 27 m, heeft het kindcentrum een voldoende eigen identiteit en is ook qua oppervlakte en bouwmassa duidelijk onderscheidend van de naastgelegen basisschool.

Het kindcentrum bestaat uit één bouwlaag (hoogte cira 3.35 m) met een platdak en heeft een oppervlakte van ongeveer 288 m2. Binnen bevinden zich - naast een centrale hal - een viertal ruimten voor het aanbieden van de nodige (kinderopvang) activiteiten en een slaapruimte. Daarnaast kent het nieuwe kindcentrum een kantoor- een sanitair - en een bergruimte en een kantine voor het personeel. Het te bouwen kindcentrum wordt geïntegreerd met de bestaande opslagplaats van de openbare basisschool tot 1 gebouw.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak22630-V701_0005.png"

4.2 Verkeer en parkeren

Zowel de OBS De Bascule als ook het nieuwe kindcentrum zijn gelegen aan de Sportlaan, welke weg onderdeel uitmaakt van woonerfsituatie. Dit betekent dat voor het hier rijdende verkeer een maximum snelheid van 30 km/per uur geldt. Dit verkeer zal zich met name overdag rekenschap moet geven van op deze weg fietsende schoolkinderen en zal hier dus “aangepast” moeten rijden.

Zoals gezegd is ten behoeve van deze school de nodige parkeergelegenheid aangelegd. Dit neemt niet weg dat het kindcentrum een toevoeging betekent als we kijken naar het door personeel en ouders bij dit gebouw adequaat kunnen parkeren. Op basis van de gemeentelijke parkeernorm voor scholen en kindcentra komt naar voren, dat de huidige 31 parkeerplaatsen hiervoor niet voldoende zijn. Het blijkt noodzakelijk om aan het bestaande parkeerterrein 5 (nieuwe) parkeerplaatsen toe te voegen. Deze toevoeging is te realiseren aan de zuidkant van het bestaande parkeerterrein waar zich nu nog openbaar groen bevindt. Daarnaast bevindt zich op het terrein van de school een fietsenstalling.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak22630-V701_0006.png"

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide procedure van toepassing.

De terinzagelegging van de ontwerpbesluiten is op 2 juli 2015 gepubliceerd in de Emmen.nu en de Staatscourant.

Met ingang van 3 juli 2015 heeft het ontwerp van de vergunning met het ontwerp van de verklaring van geen bedenking voor zes weken voor een ieder ter inzage liggen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend.

Bij de inpassing van de woning dient sprake te zijn van een stedenbouwkundig-, landschappelijk- en milieutechnisch inpasbare situatie. Voor wat betreft het landschappelijke dient rekening te worden gehouden met de voorkomende kenmerken. Het aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan. Daartoe is een aanvraag gedaan tot een WABO-vergunning in strijd met het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning. Er is een exploitatie-overeenkomst gesloten. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.