direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied Emmen, Nieuw-Amsterdam, Hotel Emmen
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2017013-W701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding tot wijzigingsplan

Midden jaren negentig van de vorige eeuw heeft het Van der Valk concern de gemeente Emmen gevraagd om in de omgeving van de afslag bij Dikkewijk en de N-37 een hotel-restaurant te mogen bouwen. Dit vanwege de verdubbeling van N37 tot Rijksweg A37. Hiervoor is destijds het bestemmingsplan "Barger-Westerveen" opgesteld. Het bestemmingsplan "Barger-Westerveen" is vervolgens door de gemeenteraad, in overeenstemming met de toen geldende wettelijke regelingen, op 21 december 2000 vastgesteld. In dat plan was reeds voorzien in de uitbreiding van het hotel.

Bij de actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied is het bestemmingsplan "Barger-Westerveen" daarin opgegaan. De reeds voorziene mogelijkheid tot uitbreiding van het hotel Emmen (Van der Valk) in het bestemmingsplan Buitengebied wederom opgenomen. De gronden zijn daartoe voorzien van de aanduiding wijzigingen wro-3. De wijzigingsvoorwaarden zijn opgenomen in artikel 75.10.1. Er wordt voldaan aan de gestelde wijzigingsvoorwaarden. Het plan voorziet in een uitbreiding van het hotel met 44 kamers.

Het bestemmingsplan Emmen Buitengebied bood ook de mogelijkheid tot de realisatie van een fastfood-restaurant ter plaatse van het hotel. In plaats van de bouw van een fastfoodrestaurant is een verzoek ingediend voor de bouw van een bedrijfswoning. Het is voor de veiligheid van de gasten van Hotel Emmen dat ze kiezen voor het permanent aanwezig zijn van de leidinggevende van het hotel op korte of nabije afstand. Met de bouw van een bedrijfswoning is aanzienlijk minder bebouwing in het gebied gerealiseerd dan op basis van het toen vigerende bestemmingsplan mogelijk was.

Na jaren van krimp is de tijd aangebroken om naar de toekomst te kijken. Van der Valk Hotel Emmen wil daar geen uitzondering in zijn. Uitbreiding is belangrijk voor de toekomst van Hotel Emmen en ligt met name in de range van werkgelegenheid en de mogelijkheid om grotere congressen naar Emmen te halen. Er is een toenemende vraag vanuit Wildlands Adventure Zoo en het Atlastheater om hoeveelheden kamers waar het hotel niet aan kan voldoen. Dit betekent vaak dat gasten buiten de grenzen van de gemeente moeten slapen. Van der Valk Hotel Emmen wil hierin een substantiële bijdrage leveren.

1.2 Ligging plangebied

De locatie van de wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied Emmen, uitbreiding hotel Van der Valk Verlengde Herendijk te Nieuw-Amsterdam, ligt globaal tussen de Emmer woonwijk De Rietlanden en de Rijksweg A37 en ten oosten van de Dikke wijk. De precieze locatie van de uitbreiding is tegen de oostzijde van het bestaande hotel Van der Valk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2017013-W701_0001.png"

Afbeelding 1: Ligging plangebied in omgeving (indicatief rood aangegeven het plangebied)

1.3 Huidige planologische regeling

1.3.1 Bestemming

De voorliggende bestemmingsplanwijziging van het bestemmingsplan Buitengebied Emmen vervangt het op 30 mei 2013 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied Emmen gedeeltelijk. Het perceel heeft in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Emmen' de bestemmingen "Agrarisch met waarden - Grootschalige veenontginningen" en wordt gewijzigd in de bestemming "Horeca, categorie 5" zoals bedoeld in artikel 42.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2017013-W701_0002.jpg"

Afbeelding 2: Uitsnede verbeelding geldend bestemmingsplan met wijzigingszone

1.3.2 Wijzigingsbevoegdheid bestemmingsplan

In artikel 75.10.1 zijn de volgende voorwaarden opgenomen:

  • a. de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond;
  • b. de uitbreiding is passend binnen de landschappelijke structuur;
  • c. voldaan wordt aan milieu- en externe veiligheidswetgeving;
  • d. er is geen sprake van onevenredige aantasting van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de bedrijfsbebouwing wordt vergroot tot maximaal 7000 m2.

1.4 Opzet wijzigingsplan

Het wijzigingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. Op de verbeelding worden de percelen in het plangebied aangegeven met de bestemming. In de regels worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden van het plangebied geregeld. De regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Emmen' zijn van toepassing voor dit wijzigingsplan. Tot slot wordt in de toelichting een verantwoording gegeven van de in het plan gemaakte keuzes.

Hoofdstuk 2 Beleid

2.1 Gemeentelijk beleid

2.1.1 Bestemmingsplan Buitengebied Emmen

Bij het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied Emmen. is reeds rekening gehouden met een uitbreiding van het hotel. Met de recente bouw van de bedrijfswoning is aanzienlijk minder bebouwing in het gebied gerealiseerd dan op basis van het Bestemmingsplan buitengebied Emmen

Bij het opstellen van het bestemmingsplan is hiermee specifiek rekening gehouden

2.1.2 Horecavisie

In november 2016 heeft gemeente Emmen een Horecavisie laten opstellen. Deze visie gaat in op de te verwachten vraag in de periode tot en met 2020. De visie stelt dat de hotelkamerbezetting, met een bezetting van circa 71% in 2015, bovengemiddeld is voor de hotelmarkt buiten de Randstad. De verwachting is dat het aantal overnachtingen de komende jaren verder zal toenemen. Op basis van een ondergrens van 67% kamerbezetting is er de komende vijf jaar ruimte voor circa 70 extra kamers. Het heeft de voorkeur dat deze extra kamers worden gerealiseerd in de omgeving van de dierentuin en/of bij bestaande bedrijven. De voorziene uitbreiding is in overeenstemming met de gemeentelijke horecavisie.

2.1.3 Ruimtelijke waardenkaart

De Ruimtelijke waardenkaart (RWK) is een eind september 2011 vastgestelde uitwerking van de Structuurvisie Emmen 2020. De Ruimtelijke waardenkaart belicht de cultuurhistorische en de landschappelijke waarden van het grondgebied van de gemeente Emmen. Het geeft een beschrijving van het ontstaan van het landschap en stelt de belangrijkste karakteristieken van het landschap vast, geeft de knelpunten aan met betrekking tot hedendaagse ruimtelijke ontwikkelingen en stelt een strategie op voor behoud, versterking en ontwikkeling van het landschap in relatie tot cultuurhistorie. Het document biedt concrete handvatten voor de ontwikkeling van het landschap in relatie tot cultuurhistorie en geeft aan met welke aspecten in de planvorming rekening dient te worden gehouden.

Deelgebieden en kenmerken per deelgebied
De RWK maakt een onderscheid in deelgebieden. Het plangebied ligt binnen het deelgebied “Grootschalige veenontginningen” (het landschap van het veen). Dit is het landschap van de grote maten. Alles is hier groot en stoer. Het landschap wordt gevormd door open ruimten van formaat. De kanalen en linten geven contour aan de ruimte. Zij 'maken' de ruimten. Het is een open landschap; weids, maar geenszins kaal.

Naast de robuuste ruimten is de strikte regelmaat van het landschap kenmerkend. Het veenkoloniale landschap kent een uiterst regelmatige basisstructuur met een sterke ritmiek van kanalen, wijken en sloten.

De Ruimtelijke waardenkaart vormt de onderlegger voor het rapport ""de gemeente Emmen in het perspectief van het landschap" dat deel uitmaakt van het bestemmingsplan Buitengebied.

2.1.4 Welstandsbeleid

Bouwwerken moeten voldoen aan "redelijke eisen van welstand". Een welstandscommissie beoordeelt bouwplannen aan de vooraf vastgestelde welstandscriteria opgenomen in de Welstandsnota. Op 30 juni 2016 heeft de gemeenteraad de Welstandsnota vastgesteld. In deze nota wordt vooraf bepaald wat de redelijke eisen van welstand zijn. Dit betekent dat gekeken wordt of een bouwplan qua uitstraling wel past bij de omgeving.

Het bestemmingsplan en de Welstandsnota zorgen samen voor het behoud van de ruimtelijke kwaliteit. Het bestemmingsplan geeft aan wat, hoeveel, in welke vorm en waar er gebouwd mag worden. Het welstandsbeleid geeft aan hoe het gebouw er uit mag komen te zien. Dit wil zeggen dat het welstandsbeleid moet voorkomen dat er gebouwen gebouwd worden die afbreuk doen aan de omgeving. Het nieuwe welstandsbeleid heeft zo min mogelijk regels. Voor de meeste gebieden, grotendeels ook voor het buitengebied, geldt het welstandsniveau 'welstandsluw'.

De welstandscommissie heeft geadviseerd op het ingediende schetsontwerp van de bedrijfswoning en heeft deze akkoord bevonden.

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Omgevingsvisie Drenthe

Tijdens de vergadering van Provinciale Staten op 2 juni 2010 is het nieuwe omgevingsbeleid voor de komende tien jaar vastgesteld. De Omgevingsvisie is in 214 geactualiseerd en beschrijft de ruimtelijk- economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020. Gemeenten zullen binnen de kaders van de Omgevingsvisie de kernkwaliteiten moeten uitwerken naar hun ruimtelijke plannen. Ze zijn daarbij gebonden aan de kaders van het provinciaal beleid welke zijn neergelegd in de Omgevingsvisie en uitwerkingen zoals het Cultuurhistorisch Kompas en de beleidsnota Aardkundige waarden. Bij het opstellen van de cultuurhistorische hoofdstructuur beschreven in het Cultuurhistorisch Kompas is gezocht naar een samenhangende relatie van elementen, structuren en gebieden. Aan de hand van deze structuren is de provincie opgedeeld in 10 deelgebieden. Emmen behoort tot deelgebied Emmen en haar Venen.

De ambities behorende bij dit deelgebied richten zich op het behouden van de karakteristiek van het esdorpenlandschap. Deze karakteristiek uit zich in een zichtbare ruimtelijke samenhang tussen esdorp en es, waarbij de esdorpen en essen als een keten op de Hondsrug liggen, afgewisseld met scherp begrensde boswachterijen. Het benadrukken van het lineair patroon van hunebedden, grafheuvels en andere zichtbare en onzichtbare prehistorische relicten die samenhangen met de prehistorische route over de Hondsrug. Het vasthouden en zorgvuldig doorzetten van de ruimtelijke opzet van de esdorpen. De belangrijkste opgave voor de Hondsrug is het ontwikkelen van een integraal gebiedsperspectief om de aantrekkelijkheid van het gebied als woon- en werkplek en toeristische trekker te waarborgen voor de toekomst.

De missie van de provincie is het ontwikkelen van een bruisend Drenthe, passend bij de kernkwaliteiten die de provincie rijk is. De kernkwaliteiten zijn de kwaliteiten die bijdragen aan de identiteit en aantrekkelijkheid van Drenthe. Het provinciaal belang ligt in het behouden en waar mogelijk ontwikkelen van de kernkwaliteiten.

De kernkwaliteiten van Drenthe zijn uitgewerkt naar meer concrete indicatoren:

Kernkwaliteiten   Indicatoren  
Rust Stilte   Duisternis  
Ruimte   Openheid van het landschap  
Natuur   Biodiversiteit  
Landschap   Diversiteit
Gaafheid van landschappen  
Oorspronkelijkheid   Cultuurhistorische waarden
Archeologische waarden
Aardkundige waarden  
Veiligheid   Sociale veiligheid
Externe veiligheid
Verkeersveiligheid  
Noaberschap, Menselijke maat,
Kleinschaligheid (Drentse schaal)  
Leefbaarheid
Passend bij Drenthe  

Naast de kernkwaliteiten van Drenthe is er de dynamiek van bedrijvigheid. Bedrijvigheid in Drenthe is van grote maatschappelijke en economische betekenis vanwege de werkgelegenheid en de vitaliteit van het platteland en de steden. De provincie acht bedrijvigheid van provinciaal belang en benoemt dit tot een kernwaarde.

Specifiek voor het landelijk gebied wil de provincie voldoende ontwikkelingsmogelijkheden bieden voor landbouw, recreatie en toerisme en andere niet-agrarische bedrijvigheid. Het regionale economische vestigingsklimaat is van provinciaal belang.

Op kaarten behorende bij de Omgevingsvisie Drenthe is bovenstaande nader weergegeven. Op een aantal kaarten (wanneer relevant) is het plangebied als volgt aangeduid:

Visiekaart en doelstellingen
Het plangebied ligt binnen het gebied dat op de visiekaart is aangeduid als 'Landbouwgebied'. De provincie Drenthe biedt de landbouw maximale speelruimte in deze gebieden. Bij de te nemen inrichtingsmaatregelen voor de landbouw wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de kernkwaliteiten.

Landbouw
Agrarische bedrijven die zich verder willen ontwikkelen, hebben vaak behoefte aan uitbreiding of nieuwbouw van bedrijfsgebouwen. Uitbreiding van het bouwvlak moet ruimtelijk worden ingepast. Hierbij moeten de kernkwaliteiten in acht worden genomen.

Voor de gebieden met de aanduiding 'Landbouwgebied' zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het vaststellen van de maximale oppervlaktemaat van het bouwvlak.

Kernkwaliteiten
Landschap

Het plangebied is gelegen binnen het landschap van de Veenkoloniën. Behoud en versterking van de wijkenstructuur en openheid is als doel benoemd. Kenmerkend voor deze hoogveengebieden is de strakke verkaveling, de bebouwingslinten langs kanalen en monden en de grote, weidse ruimtes met wijken. Elke ontginning heeft bovendien zijn eigen specifieke kenmerken, waaraan de tijd en de manier van ontginning is af te lezen.

Van provinciaal belang is de samenhang tussen het systematische ontginningspatroon van grootschalige openheid met kenmerkende wijkenstructuur en de bebouwingslinten met daaruit opgaande percelen.

Cultuurhistorie

Het beleid van de provincie Drenthe ten aanzien van cultuurhistorie is beschreven in het Cultuurhistorisch kompas. Het plangebied is gelegen binnen het gebied Emmen en haar venen. Het generieke beleid 'respecteren' is van toepassing. Het is bedoeld om de cultuurhistorische samenhang, zoals die is vastgelegd in de hoofdstructuur, te borgen. De ambitie voor de Veenkoloniën richt zich specifiek op het zichtbaar houden van de machinale veenwinning en veenverwerking op het Amsterdamscheveld en het Bargerveen, zowel in het landschap als in de bebouwing.

Aardkundige waarden

Aardkundige waarden zijn natuurlijke variaties in het aardoppervlak van geomorfologische, geologische, bodemkundige verschijnselen en/of processen die onder andere onder invloed van wind en water gebeuren. Onder aardkundige waarden vallen bijvoorbeeld veentjes, pingoruïnes, stuwwallen, zandkoppen en (micro en macro)reliëf.

Aardkundige waarden die bijdragen aan het specifieke Drentse karakter wil de provincie Drenthe behouden en waar mogelijk herstellen zonder daarbij het normale landbouwkundig gebruik te belemmeren. Voor de aardkundige waarden onderscheiden worden drie beschermingsniveaus onderscheiden die verschillen in de mate van inzet van de provincie. De hoge en het gemiddelde beschermingsniveau zijn van provinciaal belang. Voor het gebied gelden geen specifieke aardkundige waarden.

2.2.2 Provinciale omgevingsverordening

Provinciale Staten van Drenthe hebben de Provinciale omgevingsverordening Drenthe vastgesteld. Ten aanzien van de ontwikkelingsmogelijkheden van uitbreiding van bestaande hotels is voor het plangebied niks specifieks geregeld.

2.3 Rijksbeleid

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 van kracht geworden. Onderdeel van deze structuurvisie is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Met de structuurvisie kiest het rijk voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.

Voor Emmen zijn in de SVIR geen onderwerpen opgenomen die aangemerkt worden als nationaal belang. In de Barro zijn alleen de zaken betreffende defensie en kernkwaliteiten van toepassing. Echter deze zaken hebben geen directe invloed op de inrichting van het plangebied.

2.4 Conclusie

Voor het voorliggende bestemmingsplan kan worden geconcludeerd dat het plan passend is in zowel het rijksbeleid, het provinciaal beleid en het gemeentelijk beleid.

Hoofdstuk 3 Huidige situatie en beschrijving ontwikkeling

3.1 Ontstaansgeschiedenis

Van grote betekenis voor de vorming van het landschap in Drenthe is met name de periode vanaf de voorlaatste ijstijd, het Saalien, geweest. In deze periode was heel Drenthe bedekt met landijs. In de laatste ijstijd, het Weichselien, was dat niet het geval. Door het subarctisch klimaat was er nauwelijks plantengroei en door de sterke wind werd het gehele gebied bedekt met een laag zand. Dit zand wordt dekzand genoemd.

Na de laatste ijstijd werd het klimaat warmer. In het Holoceen (de huidige periode na de ijstijden) vond er daarom op uitgebreide schaal veengroei plaats. Op plekken waar kwel door geïnfiltreerd regen plaatsvond, ontstonden in deze periode hoogveengebieden. Tot midden vorige eeuw vormde zich op deze wijze in het grensgebied van Duitsland en Nederland het grote aaneengesloten hoogveencomplex het Bourtangermoor. Daartoe behoorde ook het uitgestrekte Barger-Westerveen. Het Barger-Westerveen werd in het noorden globaal begrensd door het Hoogbultenveen en het Oranjekanaal. De Bladderswijk en de Strengdijk vormden de oostelijke begrenzing. Aan de zuidzijde grensde het gebied aan het Amsterdamsche Veld, terwijl de westgrens werd bepaald door het bewoningslint langs de Zijtak en het Barger-Erfscheidenveen.

Door het afgraven van het veen kwam het onderliggende zand aan de oppervlakte. Het eerder afgegraven bonkveen werd vermengd met de bovenste zandlaag. Hierdoor ontstond een toplaag die voor een redelijke agrarische opbrengst kon zorgen. Dergelijke bodems worden dalgronden genoemd en zij zijn ook in dit gebied nog steeds hoofdzakelijk in gebruik voor akkerbouw.

Tegen het eind van de negentiende eeuw werden vanuit de Verlengde Hoogeveensche Vaart tussen Nieuw-Amsterdam en Erica de Marchienewijk/Dikkewijk en de Veldhuizerwijk gegraven. Deze wijken vormden het begin van een wijkensysteem, waar vanuit dit deel van het Barger-Westerveen werd ontgonnen. In de periode 1975 – 1985 is de N37 door het gebied aangelegd. Deze weg doorsnijdt het oorspronkelijk Barger-Westerveen. Midden jaren negentig van vorige eeuw is de weg verdubbeld tot de A37. Bij de op- en afrit aan de Dikkewijk heeft zicht toen het Van de Valk concern een hotel gesticht. In 2013 is ten direct ten Noorden van het Hotel een vrijstaande bedrijfswoning toegevoegd. De gronden waarop de uitbreiding van het hotel is voorzien zijn tot op heden in agrarisch gebruik en met het oog op de uitbreiding verworven.

3.2 Beschrijving van de ontwikkeling

3.2.1 Uitbreiding hotel

De beoogde uitbreiding van hotel Van der Valk betreft hotelkamers en opslagruimte. De bouwlagen hebben een oppervlakte van elk ruim 1.000 m², totaal ruim 4.100 m². Op de begane grond en op de eerste verdieping zijn elk 16 kamers gesitueerd. Op de tweede verdieping komen nog eens 14 kamers en in het souterrain komt een opslagruimte.

De uitbreiding van Hotel Van der Valk Emmen zal gaan om 42 kamers. Het aantal zal dan van 106 toenemen tot 144. Een aantal kamers in het reeds bestaande gedeelte van het hotel zal worden opgeofferd om de overgang naar het nieuwe gedeelte te realiseren. Het segment kamers dat wordt gebouwd zal luxer en beter toereikend zijn voor de gasten van de toekomst. Kamers zullen groter en met meer voorzieningen voor langer verblijf worden ingericht. Hiermee worden de gasten geënthousiasmeerd tot een langer verblijf. Ook wordt de behoefte aan meer familiekamers verwerkt in het kamercontingent. Tevens worden de reeds bestaande kamers gerenoveerd.

Op basis van de huidige bezetting en restauratieve activiteiten die plaatsvinden bij Hotel Emmen zijn er rond de 125 werknemers werkzaam in Hotel Emmen. Als de uitbreiding van de kamers gereed is, is de verwachting dat dit aantal zal stijgen met ongeveer 20 personen.

3.2.2 Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
3.2.2.1 Bouwplan

De uitbreiding van het hotel vind plaats aan de oostzijde en wordt geïntegreerd met het bestaande hotel. Tussen het bestaande en het nieuwe deel komt een ook nieuwe ingang. Het aanzicht vanaf de snelweg is en blijf groot belang voor het hotel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2017013-W701_0003.png"

Afbeelding 3: Bouwplan

3.2.2.2 Erfrinrichtingsplan

De uitbreiding van het hotel is reden om het gehele terrein opnieuw in te richten. De Visie terreinuitbreiding Van der Valk Emmen, begin juni 2017 opgesteld door Snoek Hoveniers, gaat uit van een landschappelijke inpassing van het hotel. Er is hierbij gebruik gemaakt van cultuurhistorische elementen van het Drentse landschap en de kenmerkende boerenerven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2017013-W701_0004.jpg"

Afbeelding 4: Landschappelijke structuur

De lindenlaan, het berkenbos en het parkeerdak geven massa in de ruimte, verbinden de functies op het terrein en maken dat de locatie onderdeel wordt van de omgeving. De heide en het akkerveld vormen een kleurrijke overgang van het landschap naar de tuin. Ook zijn vruchtdragende bomen en struiken terug te vinden op het erf. Dichter rond het hotel vormt de tuin van de toekomst een moderne tuin met een intieme sfeer.

Rond de uitbreiding van het hotel loopt de rondweg diensten, een padenstructuur die dienstingangen aan voor- en achterzijde van beide panden verbindt. De huidige vijver blijft bestaan en de nieuw bebouwde oppervlakte wordt gecompenseerd met de aanleg van een wadi. Deze wadi, met een oppervlakte van 400 m², ligt ten noorden van de uitbreiding van het hotel en loopt door tot onder de verbinding tussen het oude een nieuwe gedeelte.

Het complete erfinrichtingsvoorstel is toegevoegd als Bijlage 1 van de regels.

3.2.3 Toetsing planregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming ter plaatse van de aanduiding wro-zone - wijzigingsgebied 3 wordt gewijzigd in de bestemming Horeca - Categorie 5, waarbij de volgende bepalingen gelden:

Bedrijfseconomische noodzaak

Uitbreiding is belangrijk voor de toekomst van Hotel Emmen en ligt met name in de range van werkgelegenheid en de mogelijkheid om grotere congressen naar Emmen te halen. Er is een toenemende vraag vanuit Wildlands Adventure Zoo en het Atlastheater om hoeveelheden kamers waar het hotel niet aan kan voldoen.

De Horecavisie Emmen ziet ruimte voor circa 70 hotel kamers in Emmen. De uitbreiding dient bij voorkeur in de omgeving dierentuin en/of bestaande bedrijven plaats te vinden. De door Van der Valk gevraagde uitbreiding bedraagt 42 kamers bij een bestaand bedrijf en is in overeenstemming met het gemeentelijke beleid.

Landschappelijke structuur

De bebouwing sluit aan op de bestaande bebouwing. De terreininrichting past in de structuur van het omliggende landschap. Er wordt gebruik gemaakt van cultuurhistorische elementen van het Drentse landschap en de kenmerkende boerenerven.

Milieu- en externe veiligheidswetgeving

Een hotel is geen geluidsgevoelig object. In dat kader is dan ook geen akoestisch onderzoek noodzakelijk. De bebouwing komt ook niet dichter op de weg te staan dan de bestaande bebouwing.

Geluidaspecten vormen dan ook geen belemmering voor de uitbreiding.

Vanwege de aanwezigheid van de aardgastransportleidingen van de Gasunie en de leidingen van de NAM is het kader van de voorbereidingen van het bestemmingsplan Buitengebied 2011 uitgebreid stil gestaan bij het aspect externe veiligheid. Door het steunpunt Externe Veiligheid is hier onderzoek naar gedaan. Bij dit onderzoek is rekening gehouden met de mogelijke uitbreidingsmogelijkheden van het hotel Van der Valk. Er is destijds uitgebreid overleg met de Gasunie en de brandweer gevoerd. In het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan is een verantwoording voor het groepsrisico opgesteld. Uitbreiding wordt niet belemmerd door het aspect externe veiligheid. Immers, bij de vaststelling van het bestemmingsplan is rekening gehouden met een mogelijke uitbreiding.

Gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden

De gronden waarop de uitbreiding is voorzien zijn in eigendom van Van der Valk. De uitbreiding van het hotel heeft geen negatieve gevolgen voor het agrarische gebruik van de naastgelegen gronden, deze kunnen worden gebruikt als voorheen.

De bedrijfsbebouwing wordt vergroot tot maximaal 7000 m2. Hieraan wordt voldaan. De bebouwing wordt vergroot met circa 4.100 m².

Hoofdstuk 4 Onderzoeken en milieubeoordeling

4.1 Archeologie

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

Op de gemeentelijke beleidsadvieskaart Archeologie (vastgesteld op 30 mei 2013) is de locatie gelegen in een gebied met een lage archeologische verwachting. Dit zijn gebieden waar de kans op het aantreffen van archeologische sporen klein wordt geacht. Deze gebieden zijn vrijgesteld voor archeologisch onderzoek. Er hoeft derhalve geen archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden.

4.2 Ecologie

Ter voorbereiding van de wijziging van het bestemmingsplan is door Groennovum BV een Quick scan Flora- en Faunawet uitgevoerd (Bijlage 2). De quickscan geeft aan dat de bouwactiviteiten mogelijk effecten hebben voor vogels en dan met name voor de huismus en voor vogels zonder jaarrond beschermd nest. Deze effecten zijn te beperken door werkzaamheden buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels uit te voeren en/of onder begeleiding van een ecoloog. Er zijn geen ontheffing nodig.

4.3 Akoestisch onderzoek

Een akoestisch onderzoek is niet van toepassing omdat een horecagelegenheid niet wordt aangemerkt als een geluidsgevoelig object.

4.4 Fysieke veiligheid

Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Op beide categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing. Voor inrichtingen, zoals LPG-tankstations is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing.

Het huidige beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in het 'Besluit externe veiligheid transportroutes' (Bevt). Het transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen is geregeld in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal, namelijk het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het beleid stelt grenzen aan het risico dat bedrijven mogen veroorzaken voor hun omgeving (het 'plaatsgebonden risico'). Zo moet er tussen risicovolle bedrijven en risicogevoelige objecten (bijvoorbeeld woningen, scholen) een bepaalde afstand blijven, om mensen in de omgeving te beschermen. Daarnaast gaat het besluit in op de kans op een ramp waarbij een groep mensen betrokken is (het 'groepsrisico').

4.4.1 Fysieke veiligheidssituatie

Evenwijdig aan de A37 liggen gasleidingen van de NV Nederlandse Gasunie en de NAM. Bij vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Emmen is de Notitie groepsverantwoording bestemmingsplan Buitengebied Emmen opgesteld. Hierover heeft overleg plaatsgevonden met Gasunie, NAM, brandweer en de Veiligheidsregio. De eindconclusie is dat er sprake is van een aanvaardbare situatie.

De notitie Groepsverantwoording bestemmingsplan buitengebied Emmen is opgesteld naar aanleiding van verschillende ontwikkelingen in het beleid en de regelgeving voor buisleidingen met gevaarlijke stoffen. In het kader van het bestemmingsplan Buitengebied (2013) is onderzoek gedaan naar het aspect externe veiligheid (zie Bijlage 3). Hierbij is reeds rekening gehouden met de uitbreiding het hotel. De verantwoording maakt deel uit van het bestemmingsplan Buitengebied Emmen. De groepsverantwoording stelt dat er sprake is van een aanvaardbare situatie en dat het laten vervallen van geprojecteerde bouwmogelijkheden niet leidt tot een andere uitkomst. De uitbreiding is dus aanvaardbaar.

4.5 Waterparagraaf

4.5.1 Inleiding

De waterparagraaf is een verplicht onderdeel van een ruimtelijk plan en beschrijft de uitwerking hiervan op het watersysteem en geeft aan welke eisen het watersysteem aan het plan oplegt. De waterparagraaf is de plek waar, naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan of besluit, het wateradvies en de gemaakte afwegingen expliciet en toetsbaar een plaats krijgen. Uitgangspunt is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat er grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.

4.5.2 Waterhuishouding

Het hotel is vanzelfsprekend aangesloten op het riool. Aan de voorzijde van hotel ligt een fraaie vijver welke ook dienst doet als waterberging. De hemelwaterberging wordt als gevolg van de uitbreiding gecompenseerd. De huidige vijver blijft bestaan en de nieuw bebouwde oppervlakte wordt gecompenseerd met de aanleg van een wadi. Deze wadi, met een oppervlakte van 400 m², ligt ten noorden van de uitbreiding van het hotel en loopt door tot onder de verbinding tussen het oude een nieuwe gedeelte. De situatietekening hemelwaterberging is opgenomen als Bijlage 4.

4.5.3 Watertoets

De watertoets is aangevraagd bij waterschap Vechtstromen. Het toetsresultaat is opgenomen als Bijlage 5.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

5.1 Ontwerp wijzigingsplan en zienswijzen

Het ontwerp wijzigingsplan heeft vanaf vrijdag 1 september 2017 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Tegen het ontwerp wijzigingsplan zijn geen zienswijzen ingediend.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Voor het opstellen van een wijzigingsplan is een bedrag opgenomen in de legesverordening. De plankosten komen geheel voor rekening van de aanvrager. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.