direct naar inhoud van 2.2 Beschrijving van het projectgebied
vastgesteld
NL.IMRO.0114.2013012-0701

2.2 Beschrijving van het projectgebied

2.2.1 Algemeen

Het projectgebied is een onderdeel van het woningbouwprogramma dat in 2006 is gerealiseerd middels een vrijstellingsprocedure ex. artikel 19 lid 2 WRO waarin een 7-tal clusters mogelijk werd gemaakt voor grondgebonden woningen. De voorgestane woningen bestaan alle uit aaneengesloten woningen, de variatie is gelegen in de hoogte en de afmetingen van de kavels en de daarop te realiseren woningen. Een cluster is een eenheid in het groen, wat inhoudt dat er twee tegenover elkaar gelegen rijwoningen worden gerealiseerd. Dit alles geldt ook voor de te realiseren clusters C4a en C4b.

De clusters C4a en C4b bestaan uit twee bouwlagen en zijn plat afgedekt. De verbindingsstrook van cluster C4a bestaat uit hoofdzakelijk uit één bouwlaag en is eveneens plat afgedekt. De bijbehorende bouwwerken bij beide clusters bestaan uit één bouwlaag en zijn plat afgedekt.

Kenmerken buitenzijde clusters C4a en C4b:

  • De clusters zijn als eilanden in het groen vormgegeven: met de voeten in het park;
  • Elk cluster ligt als geheel 0,4 meter boven maaiveld park. Hierdoor zijn erfafscheidingen en bergingen op de erfgrens vanuit de omgeving 0,4 m hoger dan in het cluster;
  • Aan de parkzijde (buitenzijde cluster) hebben de woningen het uiterlijk en de uitstraling van een voorkant, dit betekent ook:
    • 1. geen tuinen aan de parkzijde (alleen een veranda);
    • 2. geen bijbehorende bouwwerken aan de parkzijde: alleen een kleine pergola conform de al gerealiseerde woningen van de andere clusters;
    • 3. parkeren en ontsluiting van de woningen niet aan de buitenzijde van het cluster;
  • De woningen binnen een cluster vormen een architectonische eenheid;
  • Elk cluster wordt helemaal omgeven/begrensd door een muur, die varieert in hoogte; de muur wordt alleen bij de toegangsweg onderbroken. De zorgappartementen (C4a) hebben als extra toevoeging een lage glazen wand achter de muur aan de zijde van de veranda;
  • Onderling zijn de clusters in de verschijningsvorm duidelijk van elkaar te onderscheiden.

Kenmerken binnenzijde cluster C4a (appartementen):

  • De toegang naar de hoofdingang van het cluster is een aftakking vanaf Het Waal. Deze toegang heeft een helling (overbruggen 0,4 meter clusterhoogte);
  • De toegang is bedoeld voor fietsers en wandelaars en binnen de erfafscheiding loopt het pad door de tuin;
  • De twee bouwstroken met woningen zijn verbonden door een bebouwingsstrook in één bouwlaag met hierin gerealiseerd de hoofdingang met onder andere een kantoorruimte. Op het dak is een doorzichtig hekwerk en overkapping met toegang tot het terras;
  • Het gehele complex heeft aan de binnenzijde een gemeenschappelijke voortuin en binnentuin zonder parkeren;
  • De toegang van de woningen is vanaf de galerij in het gebouw. Ingang van het gebouw vanaf Het Waal;
  • De binnentuin wordt aan de noordzijde begrensd met een bakstenen muur en hekwerk;
  • In de binnentuin is één bijbehorend bouwwerk ten behoeve van het gehele complex waarin twee bergingen kunnen worden gerealiseerd;
  • De noordelijke wand van het bijbehorend bouwwerk in de binnentuin is onderdeel van de bakstenen muur en is in samenhang ontworpen;
  • In de noordelijke erfgrens (muur) is aan beide zijden van het bijbehorend bouwwerk een deur en één pad naar de berging aanwezig;
  • Bezoekersparkeren is opgelost door middel van haaksparkeren langs Het Waal (norm 0,5 parkeerplaats per appartement).

Kenmerken binnenzijde cluster C4b (grondgebonden woningen):

  • Het cluster wordt via 1 aftakking vanaf de ringweg, Het Waal, ontsloten. De aftakking heeft een helling (overbruggen 0,4 meter clusterhoogte);
  • De aftakking vormt in het cluster een gemeenschappelijke binnenstraat;
  • De binnenstraat wordt vormgegeven als woonhof met een hoogwaardige kwaliteit;
  • Elke woning heeft, grenzend aan de binnenstraat, een eigen tuin (de binnentuin);
  • Hoofdtoegang van de woningen (voordeur) vanaf de binnenstraat via de binnentuin;
  • De buitenste binnentuin en het einde van de binnenstraat wordt begrensd met een bakstenen muur;
  • Elke woning heeft achter in de binnentuin, grenzend aan de binnenstraat, een vrijstaande berging. Deze berging is maximaal 1 bouwlaag hoog;
  • Naast de berging is er een opstelruimte op eigen erf voor 1 auto;
  • De woningen hebben een optie om een carport te realiseren tussen de bergingen boven de opstelruimte voor de auto, ontworpen in één stijl;
  • Bezoekersparkeren is zo veel mogelijk opgelost aan de binnenstraat en is daarnaast mogelijk door middel van haaksparkeren langs Het Waal (norm 0,5 parkeerplaats per woning).

De situatietekening en de uiterlijke verschijningsvormen zijn te vinden in Bijlage 7 Situatietekening en verschijningsvormen.

2.2.2 Parkeren

Parkeren cluster C4a:

  • In de binnentuin mag niet worden geparkeerd;
  • Haaksparkeren aan Het Waal waarbij de norm is: 0,5 x 24 = 12 parkeerplaatsen;
  • Situering parkeren naast zijgevel woning en zijerfafscheiding, dus niet naast de veranda en de openbare groenstrook tussen C4a en C4b.

Parkeren cluster C4b:

  • per woning wordt één parkeerplaats op eigen erf (binnentuin) gerealiseerd (14 parkeerplaatsen);
  • Haaksparkeren aan Het Waal waarbij de norm is: 0,5 x 14 = 7 parkeerplaatsen;
  • Situering parkeren naast zijgevel woning en zijerfafscheiding, dus niet naast de veranda en de openbare groenstrook tussen C4a en C4b.