direct naar inhoud van Artikel 4 Bouwregels
vastgesteld
NL.IMRO.0114.2013005-0701

Artikel 4 Bouwregels

4.1 Bestaande bouwwerken

Bestaande bouwwerken, waarvoor op het tijdstip van inwerking treden van deze verordening, rechtsgeldig planologisch beluit een geldend, planologisch besluit is genomen, mogen op dezelfde locatie worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen.

4.2 Nieuwe bouwwerken bedrijfsdoeleinden categorie B

Bouwregels

Ter plaatse van 'Bedrijfsdoeleinden categorie B' mogen de gronden worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:

  • a. gebouwen mogen slechts worden gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 50 meter;
  • b. gebouwen mogen op niet minder dan 3 meter uit de zijdelingse grenzen van een bouwperceel worden gebouwd;
  • c. gebouwen mogen op niet minder dan 15 meter uit de as van de weg worden gebouwd;
  • d. het bebouwd oppervlak van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 70%.

Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kunnen gebouwen tot de maximale bouwhoogte op een van de twee zijerfscheidingen worden gebouwd, mits:

  • a. de onbebouwde ruimte ter plaatse van de andere zijerfscheiding evenredig wordt vergroot;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. nog gesproken kan worden van een ruimtelijk verantwoorde plaatsing ten opzichte van de omgeving en;
  • d. daartegen uit oogpunt van (brand)veiligheid geen bezwaren bestaan.

4.3 Nieuwe bouwwerken bedrijfsdoeleinden categorie Bg

Bouwregels

Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Bedrijfsdoeleinden categorie Bg' mogen de gronden worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:

  • a. gebouwen mogen slechts worden gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 30 meter;
  • b. gebouwen mogen op niet minder dan 3 meter uit de zijdelingse grenzen van een bouwperceel worden gebouwd;
  • c. gebouwen mogen op niet minder dan 15 meter uit de as van de weg worden gebouwd;
  • d. het bebouwd oppervlak van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 70%.

Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kunnen gebouwen tot de maximale bouwhoogte op een van de twee zijerfscheidingen worden gebouwd, mits:

  • a. de onbebouwde ruimte ter plaatse van de andere zijerfscheiding evenredig wordt vergroot;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. nog gesproken kan worden van een ruimtelijk verantwoorde plaatsing ten opzichte van de omgeving en;
  • d. daartegen uit oogpunt van (brand)veiligheid geen bezwaren bestaan.

4.4 Nieuwe bouwwerken bedrijfsdoeleinden Bga

Bouwregels

Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Bedrijfsdoeleinden categorie Bga' mogen de gronden worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:

  • a. gebouwen mogen slechts worden gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 12 meter, met dien verstande dat de goothoogte van bedrijfswoningen niet meer dan 3,50 meter mag bedragen en de inhoud van bedrijfswoningen niet meer dan 650 m³ mag zijn;
  • b. gebouwen mogen op niet minder dan 3 meter uit de zijdelingse grenzen van een bouwperceel worden gebouwd;
  • c. gebouwen mogen op niet minder dan 15 meter uit de as van de weg worden gebouwd;
  • d. het bebouwd oppervlak van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 70%.

Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kunnen gebouwen tot de maximale bouwhoogte op een van de twee zijerfscheidingen worden gebouwd, mits:

  • a. de onbebouwde ruimte ter plaatse van de andere zijerfscheiding evenredig wordt vergroot;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. nog gesproken kan worden van een ruimtelijk verantwoorde plaatsing ten opzichte van de omgeving en;
  • d. daartegen uit oogpunt van (brand)veiligheid geen bezwaren bestaan.
4.5 Nieuwe bouwwerken bedrijfswoningen (bw)

Bouwregels

Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Bedrijfswoningen' mogen de gronden worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:

  • a. gebouwen mogen slechts worden gebouwd met een minimale goothoogte van 3 meter en de oppervlakte van bedrijfswoningen mag niet meer dan 500 m² zijn;
  • b. gebouwen mogen op niet minder dan 3 meter uit de zijdelingse grenzen van een bouwperceel worden gebouwd;
  • c. gebouwen mogen op niet minder dan 15 meter uit de as van de weg worden gebouwd;
  • d. het bebouwd oppervlak van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 70%.

Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kunnen gebouwen tot de maximale bouwhoogte op een van de twee zijerfscheidingen worden gebouwd, mits:

  • a. de onbebouwde ruimte ter plaatse van de andere zijerfscheiding evenredig wordt vergroot;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. nog gesproken kan worden van een ruimtelijk verantwoorde plaatsing ten opzichte van de omgeving en;
  • d. daartegen uit oogpunt van (brand)veiligheid geen bezwaren bestaan.

4.6 Nieuwe bouwwerken bedrijfsdoeleinden Bga met bedrijfswoningen (Bw)

Bouwregels

Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Bedrijfsdoeleinden Bga met bedrijfswoningen (Bw) mogen de gronden bebouwd worden met gebouwen en andere bouwwerken waarvoor de bepalingen gelden zoals genoemd in lid 4.4 Nieuwe bouwwerken bedrijfsdoeleinden Bga en lid 4.5 Nieuwe bouwwerken bedrijfswoningen (bw) voor bedrijfswoningen.

Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kunnen gebouwen tot de maximale bouwhoogte op een van de twee zijerfscheidingen worden gebouwd, mits:

  • a. de onbebouwde ruimte ter plaatse van de andere zijerfscheiding evenredig wordt vergroot;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. nog gesproken kan worden van een ruimtelijk verantwoorde plaatsing ten opzichte van de omgeving en;
  • d. daartegen uit oogpunt van (brand)veiligheid geen bezwaren bestaan.
4.7 Grootschalige handel (G(d)H)

Bouwregels

Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Grootschalige handel (G(d)H' mogen de gronden worden bebouwd met bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:

  • a. gebouwen mogen slechts gebouwd worden met een maximale bouwhoogte van maximaal 12 meter;
  • b. gebouwen mogen op niet minder dan 3 meter uit de zijdelingse grenzen van een bouwperceel worden gebouwd;
  • c. gebouwen mogen op niet minder dan 15 meter uit de as van de weg worden gebouwd;
  • d. het bebouwd oppervlak van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 70%.

Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kunnen gebouwen tot de maximale bouwhoogte op een van de twee zijerfscheidingen worden gebouwd, mits:

  • a. de onbebouwde ruimte ter plaatse van de andere zijerfscheiding evenredig wordt vergroot;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. nog gesproken kan worden van een ruimtelijk verantwoorde plaatsing ten opzichte van de omgeving en;
  • d. daartegen uit oogpunt van (brand)veiligheid geen bezwaren bestaan.

4.8 Horecadoeleinden categorie H

Bouwregels

Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Horecadoeleinden categorie H' mogen de gronden worden bebouwd met bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:

  • a. gebouwen mogen slechts gebouwd worden met een minimale goothoogte van 3 meter en een maximale goothoogte van maximaal 7 meter;
  • b. gebouwen mogen op niet minder dan 3 meter uit de zijdelingse grenzen van een bouwperceel worden gebouwd;
  • c. gebouwen mogen op niet minder dan 15 meter uit de as van de weg worden gebouwd;
  • d. andere bouwwerken mogen worden opgericht tot een hoogte van maximaal 3 meter, met dien verstande dat een reclamemast mag worden opgericht tot maximaal 15 meter;
  • e. het bebouwd oppervlak van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 70%.

4.9 Kwekerij (Kw)

Bouwregels

Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Kwekerij (Kw)' mogen de gronden worden bebouwd met bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:

  • a. het met kassen te bebouwen oppervlak mag niet meer bedragen dan 1000 m² per bedrijf met een maximale bouwhoogte tot maximaal 3,5 meter;
  • b. gebouwen mogen slechts gebouwd worden met een maximale goothoogte van 3,5 meter;
  • c. gebouwen mogen op niet minder dan 3 meter uit de zijdelingse grenzen van een bouwperceel worden gebouwd;
  • d. gebouwen mogen op niet minder dan 15 meter uit de as van de weg worden gebouwd;
  • e. het bebouwd oppervlak van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 30%.

Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kunnen gebouwen tot de maximale bouwhoogte op een van de twee zijerfscheidingen worden gebouwd, mits:

  • a. de onbebouwde ruimte ter plaatse van de andere zijerfscheiding evenredig wordt vergroot;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. nog gesproken kan worden van een ruimtelijk verantwoorde plaatsing ten opzichte van de omgeving en;
  • d. daartegen uit oogpunt van (brand)veiligheid geen bezwaren bestaan.

4.10 Leiding-Gas (L-G)

Bouwregels

De voor Leiding-Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor het andere daar voorkomende gebruik, ook in gebruik voor aanleg en de instandhouding van de volgende ondergrondse aardgastransportleidingen:

Leidingnummer   Diameter   Werkdruk  
N-522-02   6"   40 bar  
N-522-56   8"   idem  
N-522-57   4"   idem  
N-522-67   DN 200   idem  
N-522-62   8"   idem  
N-522-60   16"   idem  
N-522-63   8"   idem  
N-522-66   8"   idem  
A-605   30"   66,6 bar  

met de daarbij behorende belemmeringstroken van 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leidingen.

Hiervoor gelden de volgende bepalingen:

  • a. op of in de bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid;
  • b. het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding(en) niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het bouwen van gebouwen en bouwwerken binnen een afstand van 4 meter aan weerszijden van de op de verbeelding aangeduide ondergrondse aardgastransportleiding, uitgezonderd bebouwing ten dienste van de leiding;
  • b. het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken zonder toestemming van de leidingbeheerder.

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Verboden werkzaamheden

Het is verboden op of in de gronden van het besluitsubvlak 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen en rooien van diep wortelende beplanting en bomen;
  • b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • e. het permanent opslaan van goederen;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.

Toegestane werkzaamheden

Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:

  • a. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • b. die het normale onderhoud ten aanzien van de leiding en belemmeringstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
  • c. zijnde graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten vormen;
  • d. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

Combinaties

Voor zover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.

Voorwaarden

  • a. De omgevingsvergunning kan alleen worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden aan de leiding geen onevenredig schade wordt toegebracht;
  • b. Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend, nadat ter zake eerst schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.

Beperkingen

De omgevingsvergunning wordt in ieder geval geweigerd wanneer de voorgenomen werken, of werkzaamheden de waarden van een gebied zodanig zullen aantasten of de mogelijkheden tot herstel daarvan zodanig zullen verkleinen, dat dit niet door het stellen van voorwaarden aan de vergunning kan worden voorkomen.

4.11 Prostitutiebedrijf (Pr)

Bouwregels

Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Prostitutiebedrijf' mogen de gronden worden bebouwd met bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:

  • a. gebouwen mogen slechts gebouwd worden met een minimale goothoogte van 3 meter;
  • b. gebouwen mogen op niet minder dan 3 meter uit de zijdelingse grenzen van een bouwperceel worden gebouwd;
  • c. gebouwen mogen op niet minder dan 15 meter uit de as van de weg worden gebouwd;
  • d. andere bouwwerken mogen worden opgericht tot een hoogte van maximaal 3 meter, met dien verstande dat een reclamemast mag worden opgericht tot maximaal 15 meter;
  • e. het bebouwd oppervlak van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 70%.

4.12 Recycling bedrijf (open) (Rc)

Bouwregels

Ter plaatse van het besluitsubvlak Recycling bedrijf (open) (Rc)' mogen de gronden worden bebouwd met bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken waarvoor de volgende bepalingen gelden:

  • a. gebouwen mogen slechts worden gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 9 meter;
  • b. gebouwen mogen op niet minder dan 15 meter uit de as van de weg worden gebouwd;
  • c. het bebouwd oppervlak van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 30%.

4.13 Waarde-Archeologie (WR-A)

De voor Waarde-Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor het andere daar voorkomende gebruik, ook in gebruik voor:

  • a. terreinen van middelhoge of hoge archeologische verwachtingen;
  • b. bescherming en veiligstelling van de middelhoge of hoge archeologische verwachtingswaarden.

Bouwregels

Voor het bebouwen van de genoemde gronden gelden de volgende bepalingen:

  • a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd;
  • b. het gestelde onder a geldt niet voor:
    • 1. het verbouwen van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw, gelegen op minder dan 1 meter boven peil, in generlei opzicht wordt vergroot of veranderd;
    • 2. het bouwen van een gebouw of ander bouwwerk tot maximaal 1000 meter², waarbij het gaat om een totaal aan te verstoren bodemoppervlak binnen een plangebied of bouwvlak van een samenhangend project dat niet opgedeeld kan worden in deeluitwerkingen en waarbij de bodemingreep niet meer dan 30 cm mag bedragen, en bij agrarisch gebruik mag tevens een woellaag van 10 cm diepte onder de bouwvoor gehanteerd worden.

Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels van het bepaalde:

  • a. onder a voor herbouw met dezelfde maatvoering als het oorspronkelijke bouwwerk, dat wil zeggen dat de funderingen dezelfde horizontale en verticale afmetingen hebben of wanneer werkzaamheden vergunningvrij kunnen worden uitgevoerd;
  • b. onder b voor het oprichten van een gebouw of ander bouwwerk groter dan 1000 meter² en dieper dan 30 cm; mits de aanvrager, van een omgevingsvergunning, een archeologisch (inventariserend) onderzoek heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders in voldoende mate is vastgesteld, waarbij, in het belang van de archeologische monumentenzorg, aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden kunnen worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden, of;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
    • 3. de verplichting de oprichtiomgevingsvergunningng van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Beperking op het afwijken van de bouwregels

De toepassing van de genoemde afwijkingen is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend.

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Verboden werkzaamheden

  • 1. ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde gebruik, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, een werk geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  • 2. bodemingrepen vanaf 1000 m² en op een grotere diepte dan 30 centimeter, ter plaatse van Waarde-Archeologie.

Toegestane werkzaamheden

Het verbod als bedoeld in 'Verboden werkzaamheden' is niet van toepassing op werken en / of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer betreffen;
  • b. plaatsvinden in relatie tot archeologisch onderzoek;
  • c. al in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van de beheersverordening;

mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning.

Combinaties

Voor zover voor meerdere werken en / of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.

Voorwaarden

De bedoelde omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerkzijnde, of van werkzaamheden wordt verleend als:

  • a. de aanvrager een rapport/advies heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders in voldoende mate is vastgesteld en de archeologische deskundige Burgemeester en Wethouders positief heeft geadviseerd omtrent het uitvoeren van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerkzijnde, of van werkzaamheden;

Verbinding voorschriften

Voor zover de in 'Verboden werkzaamheden' genoemde bodemingrepen dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze bodemingrepen kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerkzijnde, of van werkzaamheden alleen worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerkzijnde, of van werkzaamheden de volgende voorschriften worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
  • c. de verplichting om de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Vervallen onderzoeksverplichting

Alvorens tot onderzoek over te gaan kan aan een archeoloog namens de gemeente advies worden gevraagd omtrent de noodzaak tot onderzoek, indien deze schriftelijk verklaard dat een onderzoek niet noodzakelijk is vervalt de verplichting tot onderzoek als bedoeld in de 'Voorwaarden'.

Verlening

De bedoelde omgevingsvergunning wordt verleend wanneer:

  • a. de voorgenomen bodemingrepen, dan wel de directe of indirect gevolgen van deze bodemingrepen niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal danwel dat de verstoring ervan redelijk is in relatie tot het belang van de te verrichten werken en het archeologische belang daarbij voldoende is gewaarborgd.