direct naar inhoud van 3.5 Waterparagraaf
Plan: Nieuw-Schoonebeek, rijenwoningen Bekel's erf
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2012051-0701

3.5 Waterparagraaf

Het waterbeheer in Nederland is op verschillend niveau georganiseerd. Het rijk formuleert het landelijk beleid op het gebied van het waterbeheer en maakt afspraken met andere Europese landen over grensoverschrijdende thema's.
Eind 2009 is de Waterwet in werking getreden. Deze wet stelt integraal waterbeheer op basis van watersysteembenadering centraal en schept een kader voor de modernisering van het Nederlandse waterbeheer. De Waterwet sluit goed aan op de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, waardoor de relatie met het ruimtelijke omgevingsbeleid wordt versterkt. Door de nieuwe wetgeving kan niet alleen makkelijker worden ingespeeld op Europese waterrichtlijnen, zoals de Europese Kaderrichtlijn Water, maar ook op projecten waar de waterfuncties ook vanuit andere beleidsvelden worden beïnvloed. Denk hierbij bijvoorbeeld aan natuurbeheer en ruimtelijke ordening. Aanwijzing van Natura 2000 gebieden en het realiseren van de ecologische hoofdstructuur geven belangrijke randvoorwaarden voor de waterfuncties.De nieuwe Waterwet kent formeel slechts twee waterbeheerders voor het oppervlaktewater: het Rijk voor de rijkswateren en de waterschappen voor de overige wateren. De gemeente is geen waterbeheerder, maar heeft wel waterstaatkundige taken: de hemel- en grondwaterzorgplicht. Deze zorgplichten zijn sinds januari 2008 vastgelegd via de Wet gemeentelijke watertaken in de Wet op de waterhuishouding.
De waterschappen hebben, naast hun beheertaak, een belangrijke rol in het beoordelen van waterhuishoudkundige initiatieven die door gemeenten en/of projectontwikkelaars worden genomen. Via de zogenaamde Watertoetsprocedure beoordelen zij de initiatieven op hun waterhuishoudkundige consequenties en verwoorden dit in het wateradvies. De waterschappen hebben specifieke kennis over hun beheergebied en stemmen hun beleid af op de deze gebiedseigenschappen.

In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem voor het plangebied van het bestemmingsplan Nieuw-Schoonebeek, rijenwoningen Bekel's erf is ingericht, welke fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden. Naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de stedelijke wateropgave heeft het het wateradvies van het waterschap een duidelijke plaats gekregen.

3.5.1 Waterhuishouding

Bestemmingsplan Nieuw-Schoonebeek, rijenwoningen Bekel's erf valt onder het beheersgebied van het waterschap Velt en Vecht. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Watersysteemplan en in het waterplan van de gemeente Emmen.

3.5.1.1 Stedelijke wateropgave

In het kader van het verkennend onderzoek naar de stedelijke wateropgave is voor gemeente Emmen de conclusie dat de wateropgaaf ca. 26.000 m3 is. Deze wateropgaaf is bedoeld om de verwachtte extra neerslag door veranderende klimatologische omstandigheden te kunnen bergen in het eigen watersysteem in de gemeente. Hierdoor wordt extra belasting van het hoofdafvoersysteem voorkomen (vasthouden-bergen-afvoeren). De wateropgaaf is berekend voor de situatie met een overschrijdingsfrequentie van 1 keer per 100 jaar, waarbij rekening is gehouden met 10 % extra neerslag, om de gevolgen van klimaatverandering in beeld te brengen.In het kader van het Lokaal Bestuursakkoord Waterbeheer zijn afspraken gemaakt om zowel de huidige als de toekomstige waterbergingsbehoefte gezamenlijk uit te werken.

Gelet op de hoogteligging en de afstand tot de sterk verstedelijkte gebieden als de zone Emmen-Klazienaveen met het bedrijventerrein Bargermeer, kan geconcludeerd worden dat deze stedelijke wateropgave

3.5.1.2 Riolering

Naast het inzamelen en afvoeren van afvalwater heeft het rioolstelsel een belangrijke functie in de afwatering van de verharde oppervlakken in het plangebied. In een gemengd rioolstelsel worden afvalwater en regenwater 'gemengd' en vervolgens gezamenlijk afgevoerd naar de rioolwaterzuivering. Tijdens perioden met meer neerslag kan het voorkomen dat de rioolberging geheel gevuld raakt en zal rioolwater via de riooloverstorten naar het oppervlaktewater stromen. Een gescheiden rioolstelsel houdt afvalwater en regenwater gescheiden. Afvalwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuivering, regenwater wordt rechtstreeks op het oppervlaktewater geloosd.
Het rioolstelsel in het plangebied is uitgevoerd als een gescheiden rioolstelsel. Dit is aangelegd ten behoeve van de te realiseren woonbuurt. Ten behoeve van deze rijenwoning blijft dit rioolstelsel gehandhaafd. Het rioolstelsel voldoet aan de eisen. Er zijn geen hydraulische knelpunten bekend.

Het vuilwater en hemelwater dient vanuit de woning tot de kavelgrens gescheiden te worden aangelegd. Het vuilwater wordt aangesloten op het bestaande DWA-stelsel. Het regenwater wordt aangesloten op het bestaande RWA-stelsel. Vanwege hoge grondwaterstanden en de aanwezigheid van veen en leemhoudend zand in het gebied is de mogelijkheid van infiltratie van regenwater in de ondergrond beperkt.

Bij het aanleggen van een gescheiden rioolsysteem adviseren wij verschillende kleuren buizen (bruin=vuilwater en groen=regenwater) te gebruiken. Hiermee wordt de kans op foutieve aansluitingen verkleind.

3.5.1.3 Waterbeheer, (grond) waterkwantiteit - en kwaliteit

Het grondwaterpeil ligt op circa 14.40+ NAP en de weghoogte bedraagt 16.00+ NAP. Door boven het wegpeil de woningen aan te leggen, kan worden voldaan aan de drooglegging. Geadviseerd wordt om de aanleghoogte op circa 16.30+ NAP aan te houden.

Om bodemvervuiling tegen te gaan is het wenselijk om geen gebruik te maken van uitlogende materialen.

3.5.2 Wateradvies waterschap

De gemeente Emmen heeft het waterschap tijdig ingelicht over de planvorming. Hierdoor heeft het waterschap de gemeente goed op de hoogte kunnen stellen van de waterhuishoudkundige aspecten binnen het plan. Er wordt rekening gehouden met bestaande wetten en regels op het gebied van de waterhuishouding.
Het concept - ontwerpbestemmingsplan is voor overleg aan het waterschap voorgelegd. Nav dit overleg heeft het waterschap aangegeven dat enkele tekstuele aanpassingen nodig zijn. Deze zijn verwoord in de Nota van beantwoording.