direct naar inhoud van 3.5 Fysieke Veiligheid
Plan: Nieuw-Amsterdam, Zijtak OZ 104 (Pluimveehouderij)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2011031-0701

3.5 Fysieke Veiligheid

Hogedrukaardgastransportleiding NAM
Binnen het plangebied bevindt zich een hogedrukaardgastransportleiding van de NAM.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2011031-0701_0002.png"

Figuur 2: De ligging van hogedrukaardgastransportleiding NAM 315

Het steunpunt Externe Veiligheid Drenthe heeft in het kader van de actualisatie van het bestemmingsplan "Nieuw-Amsterdam / Veenoord" een onderzoek naar externe veiligheid uitgevoerd, in het bijzonder naar het plaatsgebonden risico en het groepsrisico rond de hogedrukaardgastransportleiding van de NAM. Het onderzoek is gebaseerd op het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), dat per 1 januari 2011 in werking is getreden. Op grond van het Bevb dient rekening gehouden te worden met de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. De onderzoeksresultaten kunnen tevens worden gebruikt bij dit plan. Het onderzoek is opgenomen in de Bijlage 8.

Plaatsgebonden Risico
Voor het plaatsgebonden risico (PR) is vastgesteld dat nieuwe kwetsbare objecten binnen de PR niet zijn toegestaan. Ook geldt een afstand van 5 meter (de zogenaamde belemmeringenstrook). Het PR wordt bepaald door de bron. Uit de berekeningen blijkt dat de buisleiding NAM 315 geen PR 10-6 contour heeft en daarom alleen de belemmeringenstrook geldt waarbinnen niet gebouwd mag worden. Binnen het plan wordt rekening gehouden met de belemmeringenstrook.

Groepsrisico
Voor de verantwoording van het groepsrisico en de gevolgen voor de rampbestrijding en zelfredzaamheid is het invloedsgebied van de hogedrukaardgastransportleiding van belang. De grens van het invloedsgebied komt overeen met de grens waar 1% van de in dat gebied aanwezige mensen overlijdt als gevolg van een ongeval met de buisleiding. De aanwezige buisleiding heeft een invloedsgebied van ca. 90 meter. Het plangebied ligt grotendeels binnen het invloedsgebied.

De hoogte van het groepsrisico wordt bepaald door de omgeving. Omdat het voorliggende plan geen andere dan de bestaande (menselijke) activiteiten mogelijk maakt leidt het bestemmingsplan niet tot een toename van het groepsrisico.

In lijn met het besluit externe veiligheid buisleidingen (BEVB) is voor het plan een verantwoording van het groepsrisico van toepassing. De Hulpverleningsdienst Drenthe adviseert hierover. Het advies van de Hulpverleningsdienst Drenthe heeft afgegeven ten behoeve van de "verantwoordingsplicht groepsrisico" voor het bestemmingsplan Nieuw Amsterdam - Veenoord is aan het plan toegevoegd. Hierin is namelijk al onderzoek gedaan naar de in het plan betrokken leiding. De Hulpverleningsdienst Drenthe Drenthe concludeert dat er er geen realistische aanvullende maatregelen te adviseren zijn. Het advies van de Hulpverleningsdienst Drenthe is opgenomen in Bijlage 9.