direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Emmer-Compascuum, woning Westerdiep OZ
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2011025-0701

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Emmer-Compascuum, woning Westerdiep OZ van de gemeente Emmen;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML- bestand NL.IMRO.0114.2011025-0701met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 aan huisgebonden kleinschalige beroep- of bedrijfsactiviteiten:

het, met gebruik van de woonfunctie, gebruik van een gedeelte van een woning of een daarbij behorend bijgebouw voor het verrichten van werkzaamheden van dienstverlenende en/of ambachtelijke aard. Dit met als doel daaruit hoofd- of neveninkomsten te betrekken of het zelfstandig en onder eigen naam uitoefenen van een dienstverlenend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied door een daarvoor specifiek opgeleid persoon;

De ruimtelijke uitwerking of uitstraling van het aan huis gebonden beroep of bedrijf moet met de woonfunctie in overeenstemming zijn en mag geen hogere milieucategorie dan milieucategorie 1 bedragen zoals deze worden beschreven in de “Staat van bedrijven” van de VNG brochure “Bedrijven en milieuzonering”;

1.4 bebouwing:

één of meer gebouwen en/ of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.5 bebouwingspercentage:

een in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak dat ten hoogste mag worden bebouwd;

1.6 bestemmingsgrens:

een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;

1.7 bestemmingsvlak:

een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;

1.8 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.9 bouwhoogte:

De hoogte van de bebouwing met inbegrip van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en ventilatie-inrichtingen, lichtkappen, schoorstenen en dergelijke ondergeschikte delen van gebouwen;

1.10 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;

1.11 bouwvlak:

een op de verbeelding aangegeven vlak waarbinnen het hoofdgebouw moet worden opgericht;

1.12 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in de grond;

1.13 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden,daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.14 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.15 hoofdgebouw:

het gebouw dat op een perceel door zijn constructie en afmetingen, dan wel gelet op de bestemmingen, als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.16 peil:

a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;

b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

1.17 verbeelding:

de kaart met verklaring behorende bij dit bestemmingsplan, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen;

1.18 woning vrijstaand:

een grondgebonden woning waarbij het hoofdgebouw vrij staat van naast gelegen hoofdgebouwen;