direct naar inhoud van 3.4 Milieu
Plan: Nieuw-Dordrecht, Klazienaveensestraat 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010024-0701

3.4 Milieu

3.4.1 Milieuzonering

Milieuzonering is een ruimtelijk instrument ter bescherming of vergroting van de woon- en leefkwaliteit. Het instrument bestaat uit het aanbrengen van een ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende (bedrijven) en milieugevoelige functies (bijvoorbeeld woningen, scholen, kinderdagverblijven of verblijfsrecreatie). In het handboek 'Bedrijven en milieuzonering' worden milieuaspecten als geluid, geur, stof en gevaar uitgedrukt in richtlijnafstanden die wenselijk worden geacht tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. De richtlijnafstand is gebaseerd op een minimale afstand tot aaneengesloten woonbebouwing. Het betreffen indicatieve afstanden die bij voorkeur worden aangehouden, er kan gemotiveerd van worden afgeweken als de situatie ter plekke dat toelaat.

Omdat in de nabijheid van het plangebied geen milieubelastende functies aanwezig zijn, zijn er geen belemmeringen te verwachten ten aanzien van milieuzonering.

3.4.2 Bodem (Verkennend bodemonderzoek, Grontmij nederland B.V., 19 maart 2010)

Voor een goede ruimtelijke ordening dient inzicht te worden verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem zodat bepaald kan worden of deze geschikt is voor de beoogde woonfunctie. Hiervoor is een historisch bodemonderzoek uitgevoerd.

Conform de aanpak van de NEN 5740 dient, voorafgaand aan de uitvoering van het veld- en laboratoriumonderzoek, op basis van de verkregen informatie een hypothese te worden opgesteld. Het betreft een aanname omtrent het al dan niet aanwezig zijn van bodemverontreiniging op de te onderzoeken locatie.

Op basis van de gestelde informatie met betrekking tot het huidige gebruik van de onderzoekslocatie, wordt de onderzoekslocatie beschouwd als niet verdacht ten aanzien van bodemverontreiniging. Bij onverdachte locaties luidt de onderzoekshypothese dat de bodem niet verontreinigd is met stoffen in concentraties boven de streefwaarde of het geldende achtergrondgehalte.

Evaluatie

Op de onderzoekslocatie zijn in de ondergrond licht verhoogde gehalten aan lood en zink aangetroffen. In de bovengrond zijn analytisch geen verhoogde gehalten aangetoond. In het grondwater zijn licht verhoogde concentraties aan barium, molybdeen en zink aangetroffen.

Gezien de resultaten van het onderzoek wordt geconcludeerd dat de voor de onderzoekslocatie opgestelde hypothese “niet verdachte locatie”, formeel gezien onjuist is. Er zijn immers op de onderzoekslocatie gehalten aangetroffen die worden beschouwd als verontreiniging. Echter de aangetroffen gehalten overschrijden de tussenwaarde (signaal voor nader onderzoek) niet. Aanpassing van de onderzoekshypothese en strategie en/ of nader onderzoek is niet noodzakelijk.

De milieuhygiënische kwaliteit van de bodem vormt geen belemmering voor de voorgenomen bouw van de appartementen.

3.4.3 Verkeer

Wegenstructuur

Langs het nieuwe appartementencomplex liggen de Klazienaveensestraat (westzijde) en de Herenstreek (zuidzijde). De ontsluiting van het wooncentrum zal geschieden via de Klazienaveensestraat. Deze weg ligt in een verblijfsgebied en hebben een snelheidsregime van 30 km/h. Buiten de bebouwde kom liggen langs de Klazienaveensestraat gescheiden fietsvoorzieningen. Binnen de bebouwde kom op de Klazienaveensestraat maakt de fietser gebruik van de rijbaan. Normaliter zijn geen gescheiden fietsvoorzieningen aangelegd langs erftoegangswegen (30 km/h). Voetgangers maken gebruik van het trottoir. Direct tegenover het nieuwe appartementencomplex is op de Klazienaveensestraat een bushalte gelegen. In onderstaande tabel zijn de essentiële herkenbaarheidskenmerken voor erftoegangswegen weergegeven.

Bibeko   ETW (A)   ETW (B)  
Snelheid km/u   30   30  
Fiets   Op de rijbaan   Op de rijbaan  
Bromfiets/
landbouwverkeer  
Op de rijbaan   Op de rijbaan  
Markering in lengte   Geen   Geen  
Verharding (voorkeur)   Elementen of asfalt   Elementenverharding  
Rijbaanindeling   1 rijbaan   1 rijbaan  
Bushaltes   Op de rijbaan   Op de rijbaan  
Parkeren   Rijbaan of langsvakken   Op de rijbaan  
Rijbaanscheiding   Geen   Geen  
Oversteken   Evt. accentueren door materiaal, kleur of zebra   Evt. accentueren door materiaal of kleur  
Snelheidsbeperkende maatregelen   Mogelijk op kruisingen en wegvakken   Mogelijk op kruisingen en wegvakken  
Erfaansluitingen   Ja   Ja  
Principeprofiel   Maatwerk wegbreedte 4.50-5.50m   Maatwerk wegbreedte 4.50-5.50m  
Kruispuntoplossingen      
Met GOW   Poort, voorrangskruispunt of uitritconstructie   poort of uitritconstructie  
Met ETW (A)   plateau hellingen <1:20, of geaccentueerd kruisingsvlak   plateau, punaise of geaccentueerd kruisingsvlak  
Met ETW (B)     plateau, punaise of geaccentueerd kruisingsvlak  
Met hoofdfietsroute   Voorrang fiets   Voorrang fiets  

Tabel Essentiele herkenbaarheidskenmerken erftoegangswegen (type A en type B)

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010024-0701_0002.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010024-0701_0003.jpg"

Referentiebeelden erftoegangsweg (type A)

De huidige weginrichting van de Klazienaveensestraat voldoet aan bovenstaande inrichtingskenmerken. Enkele positieve aspecten van de geplande locatie voor het nieuwe appartementencomplex zijn het snelheidsregime van 30 km/h en de aanwezigheid van een bushalte in de dichte nabijheid van het appartementencomplex.

Het kruispunt Oranjedorpstraat-Klazienaveensestraat is onlangs aangepakt, het kruispunt heeft plaats gemaakt voor een rotonde. Tevens is de weg versmald en zijn de trottoirs opnieuw bestraat. Het uitgangspunt van het ontwerp was het creëren van een aantrekkelijke plek in Nieuw Dordrecht. De rotonde heeft de inrichting van een plein gekregen.

Verkeersveiligheid

In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de ongevallen weergegeven op de Klazienaveensestraat tussen de kruising met de Meester Koehoornstraat en de kruising / rotonde met de Oranjedorpstraat. Het blijkt dat op wegvakniveau relatief weinig ongevallen zijn geregistreerd. Op de T-kruising nabij de Coop supermarkt zijn in de afgelopen 5 jaren twee ongevallen geregistreerd.

Op de kruising met de Oranjedorpstraat zijn de meeste ongevallen voorgevallen. Echter sinds de aanleg van de rotonde in 2007 is het ongevallenbeeld gedaald. Tevens zijn sinds de rotonde is aangelegd, geen letselongevallen meer voorgevallen. Rondom de nieuwbouwlocatie bestaat dus geen verkeersveiligheidknelpunt.

Jaar   Krp 4 takken   Rotonde   Krp 3 takken   Rechte weg   Totaal  
2004   5   .   .   1   6  
2005   2   .   .   1   3  
2006   3   .   1   .   4  
2007   .   .   .   .   .  
2008   .   1   1   .   2  
Totaal   10   1   2   2   15  

Ontwikkeling ongevallen 2004 t/m 2008

Extra motorvoertuigenbewegingen

Er worden 5 nieuwe appartementen gerealiseerd. In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel extra motorvoertuigbewegingen de appartementen opleveren.

Gemiddeld aantal motorvoertuigbewegingen per werkdagetmaal   Stedelijkheids-
klasse  
 
Stedelijkheidsklasse   Centrum dorps   Totaal aantal ritten  
5 appartementen, koop etage   6.4 / eenheid   32  

CROW publicatie 256, Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden

In totaal zullen op een gemiddelde werkdag ca. 30 motorvoertuigbewegingen door het plan worden gegenereerd. Het gebied wordt ontsloten op de Klazienaveensestraat en de motorvoertuigbewegingen worden over dit wegvak afgewikkeld. De intensiteit op de Klazienaveenstraat bedraagt volgens het verkeersmodel 4.350 motorvoertuigen per etmaal (Herenstreek: 3.100 motorvoertuigen per etmaal). Het aantal extra ritten zal geen knelpunten op de Klazienaveensestraat tot gevolg hebben, omdat deze wijziging ten opzichte van het huidige gebruik verwaarloosbaar klein is.

Parkeerplaatsen t.b.v. het wooncentrum

Het parkeren zal geschieden op eigen terrein. Hiervoor worden voorzieningen getroffen, zodat het parkeren niet op de openbare weg zal gebeuren. Hieronder staat de berekening van het aantal benodigde parkeerplaatsen.

 

Berekening aantal benodigde parkeerplaatsen   Niet stedelijk  
  Centrum  
  Min   Max  
5 appartementen (woning midden)   1.3 / eenheid   1.5 / eenheid  
Parkeerplaatsen   7   8  

CROW publicatie 182, Parkeerkencijfers - Basis voor parkeernormering

In totaal zijn 7 a 8 parkeerplaatsen nodig voor het nieuwe appartementencomplex. In het ontwerp is rekening gehouden met 9 parkeerplaatsen, waarmee het ontwerp voldoet aan de richtlijnen voor het aantal benodigde parkeerplaatsen.

3.4.4 Geluid (Akoestisch onderzoek, WNP, 2 september 2010)

Wet Geluidhinder

In de Wet geluidhinder is vastgelegd dat geluidgevoelige objecten geen hinder mogen ondervinden van geluid afkomstig van wegen en industrieterreinen. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen te worden getoetst op hun geluidseffecten voor geluidsgevoelige objecten. Omdat appartementen geluidsgevoelige objecten zijn in de zin van de Wet Geluidhinder is het voor de bestemmingsplanprocedure het noodzakelijk inzicht te verkrijgen in de geluidsbelasting binnen het plangebied ten gevolge van wegverkeer.

Het doel van het akoestisch onderzoek is het bepalen van de geluidsbelasting vanwege de relevante wegen (Klazienaveensestraat en Herenstreek) op het in het plangebied te realiseren appartementencomplex ten behoeve van de bestemmingsplanprocedure. Voor het geluidsniveau vanwege wegverkeer wordt de Europese dosismaat Lden (dayevening-night) gehanteerd uitgedrukt in dB. In de Wet geluidhinder (Wgh) en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten zijn grenswaarden opgenomen voor geluidsgevoelige objecten (woningen en overige geluidsgevoelige bestemmingen) die zijn gelegen in een langs een weg gelegen geluidszone, als bedoeld in artikel 74 van de Wet.

De geluidszone van een weg in stedelijk gebied (binnen de bebouwde kom) heeft voor een weg bestaande uit twee rijstroken aan weerzijden een breedte van 200 meter. In buitenstedelijk gebied bedraagt de breedte van de zone voor een dergelijke weg 250 meter. Voor het realiseren van nieuwe woningen binnen de zone van een weg dient de door het verkeer op deze weg veroorzaakte geluidsbelasting op de gevels van deze woningen bij voorkeur niet meer dan 48 dB te bedragen (= voorkeursgrenswaarde; artikel 82 Wgh). Een hogere geluidsbelasting op de gevel kan door het college van burgemeester en wethouders worden toegestaan op grond van artikel 83 van de Wet geluidhinder.

De op grond van artikel 83 in stedelijk gebied ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting op de gevel bedraagt 63 dB als maximale grens voor nieuw te bouwen woningen (artikel 83.2 Wgh) en 68 dB in het kader van vervangende nieuwbouw (artikel 83.5 Wgh). De toetsing aan de grenswaarden moet voor iedere weg afzonderlijk worden uitgevoerd.

Een hogere geluidsbelasting (tot maximaal de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting als aangegeven in artikel 83) kan gemotiveerd door burgemeester en wethouders worden toegestaan op grond van artikel 110a van de Wgh, indien maatregelen gericht op het terugbrengen van de door het wegverkeer veroorzaakte geluidsbelasting onvoldoende effect hebben dan wel bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.

30 km-wegen

De Klazienaveensestraat is recent heringericht tot een 30 km-weg. Een geluidsgevoelige bestemming (die wordt genoemd in Wgh) die gerealiseerd wordt langs een 30 km-weg of in een woonerf wordt niet beoordeeld in het kader van de Wgh. Dit betekent echter niet dat bij het opstellen van het bestemmingsplan geen akoestische beschouwing gegeven hoeft te worden. In het kader van een goede ruimtelijke ordening, vertaald naar een aanvaardbaar akoestisch klimaat, is in bepaalde situaties toch onderzoek noodzakelijk. In voorkomende gevallen kan een 30 km-weg met een relatief hoge verkeersdrukte aan (vracht)wagens in combinatie met bijvoorbeeld een klinkerbestrating toch voor een hoge geluidbelasting zorgen. De geluidbelasting van de 30 km-weg moet dan wel degelijk een rol spelen in de ruimtelijke afweging.

Omdat de appartementen relatief dicht op de Klazienaveenstraat gepland zijn en de intensiteit op de Klazienaveensestraat relatief hoog is voor 30 km-wegen is deze weg dan ook meegenomen in het akoestisch onderzoek.

Gevelgeluidwering

Ter bescherming van geluid van buiten zijn in het Bouwbesluit 2003 bepalingen opgenomen voor de minimaal te realiseren (karakteristieke) gevelgeluidwering van de scheidingsconstructies. Overeenkomstig artikel 3.2 van het Bouwbesluit 2003 dient de te realiseren (karakteristieke) gevelgeluidwering van de appartementen tenminste te voldoen aan:

  • GA;k = (geluidsbelasting) – 33 dB voor verblijfsgebieden en
  • GA;k = (geluidsbelasting) – 35 dB voor verblijfsruimten,

met een minimum van 20 dB(A) (= minimumeis standaard gevels).

Berekeningsresultaten

De geluidsbelasting vanwege het wegverkeer op de Klazienaveensestraat invallend op het te realiseren appartementencomplex is hoger dan de voorkeursgrenswaarde van Lden = 48 dB. De berekende geluidsbelasting bedraagt ten hoogste 58 dB invallend op de zuidwestgevel in de situatie met rijsnelheid 50 km/u (incl. aftrek op grond van art. 110g Wgh). Indien rekening wordt gehouden met de herinrichting tot 30 km-weg dan dan neemt de geluidsbelasting met 1,4 tot 2,0 dB af. De geluidsbelasting bedraagt dan ten hoogste 57 dB op de zuidwestgevel. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. Maatregelen om de geluidsbelasting te reduceren tot 48 dB zijn niet zonder meer mogelijk.

De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt niet overschreden door het wegverkeer op de Herenstreek.

Conclusie

Voor het appartementencomplex hoeft geen hogere waarde procedure te worden doorlopen vanwege het wegverkeer op de Klazienaveensestraat omdat het een 30 km-weg betreft. Wel dient de gevelgeluidwering te worden afgestemd op de geluidsbelasting van 62 dB op de zuidwestgevel (excl. aftrek op grond van art. 110g). De geluidwering van deze gevel dient tern minste 62 - 33 = 29 dB te bedragen.

3.4.5 Luchtkwaliteit

Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan een bestemmingsplan worden vastgesteld, indien:

  • Aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet Milieubeheer opgenomen grenswaarde, of
  • Aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
  • Aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen of
  • Het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.

Van een verslechtering van de luchtkwaliteit "in betekenende mate" als bedoeld onder c is sprake indien zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:

  • Woningbouw: 500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of 1.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
  • Infrastructuur: 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
  • Kantoorlocaties: 10.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, 20.000 m2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.

In het plangebied zullen deze ontwikkelingen niet plaats gaan vinden. Geconcludeerd wordt dat door deze ontwikkeling de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren.