direct naar inhoud van 3.1 Archeologie, cultuurhistorie en monumenten
Plan: Emmen, De Verbinding
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010017-0701

3.1 Archeologie, cultuurhistorie en monumenten

3.1.1 Normstelling en beleid

Wet op de Archeologische Monumentenzorg/ Verdrag van Malta

Nederland heeft in 1992 het Verdrag van Malta ondertekend en in 1998 geratificeerd. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen. De inhoud van het Verdrag van Malta is neergelegd in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Deze wet is op 1 september 2007 in werking getreden en heeft een wijziging van de Monumentenwet 1988 tot gevolg gehad.

Op grond van deze aangescherpte regelgeving stellen Rijk en Provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische waarden in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe dat de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.

Provinciaal archeologiebeleid

De bovenstaande uitgangspunten zijn door de Provincie Drenthe nader uitgewerkt in een Provinciaal archeologiebeleid. Kern van het beleid vormen drempelwaarden voor ontwikkelingen, waarbij archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht. Deze drempelwaarden zijn afhankelijk van de archeologische verwachtingswaarde. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen reeds bekende archeologische vindplaatsen op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en de verwachtingswaarde op grond van de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Op grond van inhoudelijke overwegingen en expert judgement hanteert de provincie Drenthe een vrijstellingsmogelijkheid van 500 m². Daarbij dienen de volgende uitgangspunten te worden gehanteerd:

  • het gaat om het totaal aan te verstoren bodemoppervlak binnen een plangebied of bouwblok van een samenhangend project dat niet opgedeeld kan worden in deeluitwerkingen;
  • de vrijstelling geldt voor gebieden met een lage (alleen beekdalen), middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde, zoals aangegeven op de IKAW, tenzij binnen een afstand van 50 m een AMK-terrein aanwezig is;
  • de vrijstelling geldt niet voor bekende vindplaatsen die op de AMK van Drenthe staat aangegeven; uitzondering hierop zijn de historische kernen die op de AMK staan aangegeven als 'terrein van hoge archeologische waarde'. Voor deze terreinen is een vrijstelling van 70 m² mogelijk.

Archeologisch onderzoek is niet vereist als het gaat om herbouw met dezelfde maatvoering als het oorspronkelijke bouwwerk, dat wil zeggen dat de funderingen dezelfde horizontale en verticale afmetingen hebben of wanneer werkzaamheden vergunningsvrij kunnen worden uitgevoerd. Totdat de gemeente Emmen zelf onderbouwd archeologiebeleid heeft vastgesteld, is het provinciaal beleid van toepassing en verwoord in de regels bij dit bestemmingsplan.

3.1.2 Onderzoek archeologie

Archeologische waarden in het plangebied

Uit raadpleging van de Provinciale Archeologische Monumentenkaart (www.KICH.nl) blijkt dat het plangebied voor een klein deel is gelegen binnen terrein van hoge archeologische waarde (zie onderstaande figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010017-0701_0002.png"

Figuur 3.1 Ligging van het plangebied ten opzichte van AMK-terrein

Archeologisch onderzoek

Vanwege mogelijk aanwezige archeologische waarden is specifiek voor het onderhavige plangebied een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. Daarnaast is een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd, waarbij een aantal grondboringen zijn gezet. Het onderzoek is opgenomen als bijlage 6 bij deze toelichting. Eindconclusie van het onderzoek is dat de bodem ter plaatse van het plangebied dusdanig verstoord is, dat er naar alle verwachting geen archeologische grondsporen kunnen worden aangetroffen. Zodoende is het uitvoeren van nader archeologisch onderzoek niet aan de orde.

3.1.3 Cultuurhistorie en monumenten

Het plangebied De Verbinding ligt binnen de historische contour van de Noordbargeres.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010017-0701_0003.png"

Figuur 3.2 Het plangebied ligt binnen de oorspronkelijke grens van de Noordbargeres

Het esdorpenlandschap van de zandgronden vormt het oudste landschap van Emmen, met pal ten westen van de stad op een uitloper van de Hondsrug, het waardevolle essencomplex. Dit essencomplex vormt een langgerekte gordel die globaal in noord–zuidrichting ligt en is samengesteld uit de Schimmer es, de Emmer es en de Noordbarger es. Op de Paleografische kaart van Drenthe aan het einde van de Vroege Middeleeuwen (circa 1000 na Christus, Theo Spek, 2004) is de ligging van de essengordel ten westen van Emmen ten opzichte van het stroomdallandschap (blauw) en het Dekzandlandschap (geel) goed te zien.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010017-0701_0004.png"

Figuur 3.3 Paleografische kaart van Drenthe

De Noordbargeres behoort tot het oudste ontginningstype van de Drentse essen. Het esdorpenlandschap wordt altijd gekenmerkt door drie landschappelijke eenheden: essen met daaraan gekoppelde bebouwing, beekdalen en velden. Essen hebben een aantal karakteristieken die samen het karakter en het beeld bepalen: openheid, een heldere begrenzing, vaak een bolle ligging, meerdere gebruikers en een groot verschil tussen de wereld op de es en de wereld buiten de es.

De Noordbargeres heeft in een betrekkelijk korte periode een ingrijpende ontwikkeling doorgemaakt. Daardoor zijn veel karakteristieken van de oorspronkelijke es verdwenen. In de jaren 50 van de vorige eeuw groeiden Emmen en het dorp Noordbarge aan elkaar waardoor de Noordbargeres in twee delen werd gesplitst. In de jaren 70 werd de es doorsneden door de Ermer- en Hondsrugweg, waarna Emmen en Noordbarge verder op de es konden worden uitgebreid. In het gebied ten oosten van de Hondsrugweg (plangebied de Verbinding) werd het centrum verder ontwikkeld. Ten noorden van de Noordbargeres is Emmen ook langs de Westenesscherstraat gegroeid in de richting van het dorp Westenesch waardoor de es niet meer herkenbaar is als onderdeel van een opeenvolgende essengordel. De huidige Noordbargeres is dus in omvang kleiner dan de vroegere, veel grotere es waarvan het zuidelijke en oostelijke deel nu bebouwd is.

De kenmerkende beplanting, die op de kaart van 1850 nog een bijna volledige houtwal rond de es vormt, is vrijwel niet meer aanwezig waardoor de es niet meer als een helder begrensde eenheid herkenbaar is. In het noordwestelijk deel zijn bosopstanden toegevoegd. De es wordt aan drie kanten ingesloten door infrastructuur en bebouwing die in de meeste gevallen 'koud' aan de es grenzen. Door deze verschillende ontwikkelingen is de es niet meer als een collectieve, ongedeelde ruimte herkenbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010017-0701_0005.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010017-0701_0006.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010017-0701_0007.png"  
1850   1975   2005  

Figuur 3.4 Transformatie van de Noordbargeres

Beschermd stadsgezicht / monumenten

Het centrum van Emmen heeft geen beschermd stadsgezicht. Het nabijgelegen Westenesch kent wel een beschermd dorpsgezicht, maar valt buiten het plangebied. Binnen het plangebied zijn geen monumenten aanwezig.

3.1.4 Conclusie

Uit het arcehologisch veldonderzoek dat binnen het plangebied is uitgevoerd, blijkt dat vanwege het verstoorde bodemprofiel geen intacte archeologische grondsporen aanwezig zullen zijn. Het aspect archeologie staat de uitvoering van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg.

In het plangebied komen geen cultuurhistorische waarden voor die aanvullende bescherming behoeven in het bestemmingsplan.