direct naar inhoud van 3.4 Fysieke veiligheid
Plan: Emmen, Noordbarge
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010012-0701

3.4 Fysieke veiligheid

3.4.1 Algemeen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), dat in oktober 2004 van kracht werd, verplicht het bevoegd gezag de externe veiligheid mee te wegen in het beleid. Het Bevi stelt grenzen aan het risico dat bedrijven mogen veroorzaken voor hun omgeving (het 'plaatsgebonden risico'). Zo moet er tussen risicovolle bedrijven en risicogevoelige objecten (bijvoorbeeld woningen, scholen) een bepaalde afstand blijven, om mensen in de omgeving te beschermen. Daarnaast gaat het besluit in op de kans op een ramp waarbij een groep mensen betrokken is (het 'groepsrisico'). Voor het groepsrisico geldt dat onderbouwing van het risico plaats dient te vinden als er besluiten genomen moeten worden die vermeld zijn in de artikelen 4 en 5 van het Bevi.
Voor het vaststellen van het besluit dient het bestuur van de Hulpverleningsdienst Drenthe in de gelegenheid gesteld te worden advies uit te brengen over het groepsrisico en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval. Het Bevi dient te worden toegepast voorafgaande aan de vaststelling van een bestemmingsplan. Beoordeeld dient te worden of voor burgers het minimum beschermingsniveau gehandhaafd wordt. Een nadere concretisering van het besluit is opgenomen in de (ministeriële) "Regeling externe veiligheid inrichtingen" (Revi) Hierin zijn onder andere de LPG-afstanden (Plaatsgebonden Risicocontouren) opgenomen.
Naast het Bevi is er ook de "Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen, 2006", de Ciculaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (vervalt per 31-07-12 of zoveel te eerder het Btev is vastgesteld) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). De Nota geeft de beleidsuitgangspunten weer voor het op te stellen Besluit transportroutes externe veiligheid welke wettelijk verankerd is om veiligheidszones om weg, vaarwegen en spoor uit te zetten. De nota sluit aan op het Bevi waarin het beleid over de afweging van de veiligheidsbelangen die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving uiteengezet wordt.
Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. Het Bevb regelt o.a. welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
Van belang bij Buisleidingen is ook de Wet informatie uitwisseling ondergrondse netten, WION, ook wel 'Grondroerdersregeling' (afspraken over graven), die per 1 juli 2010 officieel in werking is getreden. Alle gegevens over hogedrukaardgasleidingen binnen de gemeente kunnen op de provinciale risicokaart worden gevonden.
VROM heeft de Handboek buisleidingen in bestemmingslannen gepubliceerd, waarin praktische informatie en voorbeelden staan hoe buisleidingen in bestemmingsplannen opgenomen kunnen worden.
Het Handboek buisleiding in bestemmingsplannen dient als handleiding voor teksten in nieuwe bestemmingsplannen.
Vanuit de brandweer is richting gegeven aan het beoogde veiligheidsniveau van het plangebied van het bestemmingsplan 'Emmen, Noordbarge'. Hierbij is getoetst aan bestaande regelgeving en normen voor (externe) veiligheid, bereikbaarheid, bluswatervoorziening, repressieve dekking en alarmsystemen welke onderdeel zijn van de veiligheidsketen.

3.4.2 Fysieke veilligheidssituatie
3.4.2.1 Bevi-inrichtingen binnen het plangebied

Binnen het plangebied zijn geen BEVI bedrijven gesitueerd.

3.4.2.2 Bevi-inrichtingen buiten het plangebied

Ten zuidoosten van het plangebied ligt aan de Hondsrugweg het tankstation De Grote. Bij dit tankstation wordt LPG verkocht. Het invloedsgebied van de LPG heeft gedeeltelijk invloed op Noordbarge (zie figuur 3.5). In het invloedsgebied zijn geen woningen gelegen. Een toename van woningen in deze hoek mag niet worden toegestaan, tenzij is nagedacht over extra veiligheidsmaatregelen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010012-0701_0009.jpg"

Figuur 3.5: Invloedsgebied LPG station

3.4.2.3 Route gevaarlijke stoffen

Binnen het plangebied voert geen routering gevaarlijke stoffen waarmee rekening gehouden dient te worden. Ook ten aanzien van de circulaire RNVGS en het binnenkort te verwachten Besluit Transport Externe Veiligheid (Basisnet voor o.a. weg en spoor) worden geen beperkingen voorzien.

3.4.2.4 Buisleidingen

Ten noordoosten van het plangebied is een hogedrukaardgastransportleiding van de NAM buisleiding gelegen. Bij het opstellen van het bestemmingsplan is rekening gehouden met de nieuwe inzichten van VROM aangaande de buisleiding. Op basis hiervan kan gesteld worden dat de buisleiding van de NAM die op een afstand van ca. 500 meter langs het plangebied loopt geen invloed heeft op het plangebied.

3.4.2.5 Hoogspanningslijnen

Binnen- en in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen hoogspanningslijnen gesitueerd.
 

3.4.3 Gegevens ten behoeve van nadere inrichting en ontwikkeling in het plangebied

Zodra plannen ontwikkeld worden dient de brandweer in een vroeg stadium bij de plannen betrokken te worden om op basis van het beoogde veiligheidsniveau een advies te kunnen uitbrengen. De "Handreiking toetsing Ruimtelijke Ontwikkelings- en bestemmingsplannen, eisen m.b.t. veiligheid" opgesteld door brandweer Emmen is hierbij een hulpmiddel dat bij het toetsen van nieuwe ruimtelijke plannen gehanteerd dient te worden.

Aandachtspunt voor het gebied Noordbarge is het tankstation met Lpg verkooppunt aan de Hondsrugweg en heeft invloed op het plangebied. Het invloedsgebied van het lpg-vulpunt is gelegen over de zuidoostelijk deel van de wijk. In het invloedsgebied zijn geen woningen gelegen. Een toename van woningen in deze hoek mag niet worden toegestaan, tenzij is nagedacht over extra veiligheidsmaatregelen.


Voor de inrichting van het gebied zijn de volgende zaken van belang:

  • 1. Voor het bestrijden van een brand is de brandweer afhankelijk van een goede bluswatervoorziening. Conform de Wet op de Veiligheidsregio moet een gemeente zorgen voor een openbare bluswatervoorziening. Bij locaties waar geen toereikende openbare bluswatervoorziening kan worden aangelegd, zal de eigenaar moeten zorgen voor een doeltreffende niet-openbare bluswatervoorziening in overleg met de brandweer. Vanaf 1 januari 2014 bestaat de primaire bluswatervoorziening uit tankwagens van de hulpverleningsdienst en in principe niet meer uit het voorhanden zijn van brandkranen. Daarnaast zijn er op strategische locaties geboorde putten aanwezig bedoeld als vulpunten voor de tankwagens. Tot die tijd dient in overleg met de brandweer bepaald te worden of brandkranen verwijderd mogen worden.
  • 2. Op grond van de Wet op de veiligheidsregio (okt. 2010) is de HulpVerleningsdienst Drenthe, in geval van calamiteit, verantwoordelijk voor het waarschuwen en alarmeren van de bevolking door middel van het Waarschuwings- en alarmeringssysteem. Als gevolg van deze taak zijn binnen de gemeente sirenes geplaatst op een zodanige wijze dat een optimale dekking gerealiseerd is binnen de gemeente. Er kan gesteld worden dat het plangebied (deels) buiten de dekking van het WAS-stelsel gelegen is. Bij nadere inrichting van het gebied dient ter dekking van het Waarschuwingsalarmeringsstelsel in overleg met de AOV-er van de gemeente Emmen een extra sirenelocatie bepaald te worden of een alternatief aangedragen te worden.
  • 3. Het is belangrijk dat in geval van calamiteiten hulpverleningsdiensten direct ter plaatse kunnen komen en zonder beperkingen hulp kunnen verlenen. Om die reden dienen alle objecten in het plangebied via twee onafhankelijke wegen bereikbaar te zijn voor de hulpverleningsdiensten. Binnen het plangebied is een aantal doodlopende wegen. Gezien de aanwezigheid van het aantal objecten en dat er geen vertakkingen zijn, zijn het acceptabele situatie's zolang het op deze wijze geconserveerd blijft.
  • 4. Op 18 maart 2008 heeft het college het basisbrandweerzorg niveau vastgesteld. Besloten is dat een eerste brandweerenheid in 80% van de gevallen binnen 15 minuten na alarmering op het hulpverleningsadres aanwezig dient te zijn. In de uitwerking van het collegebesluit is tevens aangegeven dat indien bij toekomstige situaties de landelijk geldende normtijden worden overschreden er in overleg met de brandweer besproken dient te worden welke compenserende maatregelen getroffen dienen te worden. Gezien de ligging van het plangebied is de verwachting dat binnen 15 minuten het eerste uitrukvoertuig ter plaatse zal zijn. Echter, dit wijkt af van de landelijke normtijden. Vanwege deze afwijking zal tussen een initiatiefnemer en de brandweer een overleg plaats dienen te vinden om zonodig compenserende maatregelen te treffen.