direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Grondgebonden
Plan: Emmen, Noordbarge
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010012-0701

Artikel 4 Agrarisch - Grondgebonden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Grondgebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf;
  • b. bedrijfsgebouwen;
  • c. agrarische gronden;
  • d. bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken;
  • e. teeltondersteunende voorzieningen;

met bijbehorende:

  • f. andere bouwwerken;
  • g. fiets- en voetpaden;
  • h. toegangswegen, in- en uitritten;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de afstand van een gebouw tot de zijerfscheiding dient minimaal 3 m te bedragen, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • c. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bebouwingspercentage terrein (%) staat per bouwvlak het maximale bebouwingspercentage aangegeven, indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak 100% bebouwd worden.
4.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de afstand tussen de bedrijfsgebouwen mag maximaal 20 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw mag niet meer bedragen dan 12 m;
  • c. de goothoogte van een bedrijfsgebouw mag niet meer bedragen dan 4,5 m;
  • d. de dakhelling van een bedrijfsgebouw mag niet minder bedragen dan 15 graden.
4.2.3 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. er is één bedrijfswoning toegestaan;
  • b. de voorgevel van de bedrijfswoning dient in de gevellijn te worden opgericht;
  • c. de oppervlakte van (bedrijfs)woning inclusief bijbehorende bouwwerken mag maximaal 250 m² bedragen, danwel de bestaande oppervlakte;
  • d. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 8 m;
  • e. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
  • f. de dakhelling van een bedrijfswoning mag niet minder bedragen dan 35 graden.
4.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijbehorende bouwwerken dienen in oppervlakte ondergeschikt te zijn aan de woning;
  • b. bijbehorende bouwwerken dienen minimaal 3 m achter de gevellijn van de woning te worden opgericht, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • c. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 6 m bedragen;
  • d. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van bijbehorend bouwwerk binnen 3 m afstand van de perceelsgrens mag maximaal 3,5 m bedragen.
4.2.5 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag maximaal 6 m bedragen;
  • b. erf- en terreinafscheidingen mogen opgericht worden, mits de bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/ of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het (hoofd)gebouw, maximaal 1 m bedraagt, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 m mag bedragen.
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 4.2.1 onder a en toestaan dat bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd buiten het aangegeven bouwvlak;
  • b. artikel 4.2.4 onder b en toestaan dat bijbehorende bouwwerken vanaf de gevellijn mogen worden opgericht.
4.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 4.4.1 genoemde afwijkingen is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om een omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, het landschap, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend. De aspecten straat- en bebouwingsbeeld, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de toelichting 'Onderzoek landschap 'Noordbarge, Het dorp en landschap in historisch perspectief' en weergegeven op de bijbehorende kaarten (Bijlage 3 en Bijlage 4).

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het bewonen van vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
  • b. het aanleggen van paardenbakken;
  • c. het gebruik van niet - geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelige ruimte.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 4.2.3 onder a en toestaan dat de bestaande bedrijfswoning opgesplitst mag worden in maximaal twee wooneenheden;
  • b. artikel 4.5 onder b en toestaan dat gronden gebruikt worden ten behoeve van een paardenbak, mits:
    • 1. de oppervlakte maximaal 20 x 40 m bedraagt;
    • 2. de paardenbak minimaal 50 m verwijderd is van woningen van derden;
  • c. artikel 4.1 en toestaan dat een deel van de woning voor Bed and Breakfast wordt gebruikt, waarbij de volgende bepalingen gelden:
    • 1. de activiteit is uitvoerbaar binnen de bestaande bebouwing;
    • 2. de activiteit is ruimtelijk ondergeschikt ten opzichte van de woonfunctie;
    • 3. er worden maximaal 2 kamers gebruikt ten behoeve van de activiteit;
    • 4. er mogen geen reclameborden groter dan 0,5 m² bij of aan de woning worden geplaatst;
    • 5. er mag geen onevenredige parkeerdruk voor de omgeving optreden;
  • d. artikel 4.1 en toestaan dat de agrarische bedrijfsvoering wordt verbreed en/of verdiept, waarbij de volgende bepalingen gelden:
    • 1. de activiteit bestaat uit één van de volgende functies:
      • detailhandel in eigen voortgebrachte producten (max. 25 m²);
      • maatschappelijke functies;
      • een productiegerichte paardenhouderij;
      • milieucategorie 1 en 2 (VNG Brochure) of hiermee wat betreft leefklimaat vergelijkbare bedrijven;
    • 2. de activiteit uitvoerbaar is binnen de bestaande bebouwing;
    • 3. de activiteit is ruimtelijk ondergeschikt ten opzichte van de hoofdfunctie;
    • 4. er mag geen onevenredige parkeerdruk voor de omgeving optreden.
4.6.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 4.6.1 genoemde afwijkingen is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om een omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, het landschap, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend. De aspecten straat- en bebouwingsbeeld, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de toelichting 'Onderzoek landschap 'Noordbarge, Het dorp en landschap in historisch perspectief' en weergegeven op de bijbehorende kaarten (Bijlage 3 en Bijlage 4).

4.7 Wijzigingsbevoegdheid
4.7.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Agrarisch - Grondgebonden wijzigen in:

  • a. de bestemming Wonen - Voormalige Agrarische Bebouwing (W-VAB);
  • b. de bestemming Maatschappelijk met wonen;
  • c. een recreatieve functie;
  • d. opslag en/of stalling;
  • e. de bestemming Bedrijven - Milieucategorie 2 (VNG Brochure), of indien uit een onafhankelijk advies blijkt dat het gaat om een hiermee wat betreft leefklimaat vergelijkbare bedrijven, met wonen.
4.7.2 Voorwaarden

De genoemde wijziging is alleen mogelijk als:

  • a. bij wijziging naar W-VAB de woonfunctie wordt ondergebracht binnen de voormalige bedrijfswoning;
  • b. bij wijziging naar W-VAB de woonfunctie niet uit meer dan twee wooneenheden bestaat;
  • c. de activiteiten plaatsvinden in combinatie met de woonfunctie;
  • d. de activiteiten binnen de bestaande bebouwing uitvoerbaar zijn;
  • e. geen wezenlijke verandering aan de karakteristieke bebouwing van een gebouw plaatsvindt indien de wijziging betrekking heeft op karakteristieke bebouwing;
  • f. landschappelijk verstorende bebouwing wordt afgebroken.
4.7.3 Beperkingen

De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om conform artikel 3.6 het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, het landschap, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen te worden. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden. De aspecten straat- en bebouwingsbeeld, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de toelichting 'Onderzoek landschap 'Noordbarge, Het dorp en landschap in historisch perspectief' en weergegeven op de bijbehorende kaarten (Bijlage 3 en Bijlage 4).