direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch - Grondgebonden
Plan: Emmen, Emmerschans
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010007-0602

Artikel 3 Agrarisch - Grondgebonden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Grondgebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf;
  • b. agrarische gronden;

met bijbehorende:

  • c. andere bouwwerken;
  • d. fiets- en voetpaden;
  • e. toegangswegen in- en uitritten;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. kunstwerken en waterwerken;
  • h. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende bepaling:

  • op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
3.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken, mag maximaal 6 meter bedragen en maximaal 15 m² vloeroppervlak beslaan, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 10 meter mag bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatie;
  • b. het gebruik van de gronden voor de opslag van mest.

Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken is verder het bepaalde in artikel 26van toepassing.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden
3.4.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ophogen, ontgronden, egaliseren, ontginnen en diepploegen;
  • b. het aanleggen van wegen, voet-, fiets- en ruiterpaden en dagrecreatieve voorzieningen zoals picknickplaatsen en parkeervoorzieningen;
  • c. het kweken van bomen en fruitteelt, voor zover het een aaneengesloten oppervlakte van meer dan 1 hectare betreft;
  • d. het graven en dempen van wijken, sloten en waterlopen;
  • e. het aanleggen of verwijderen van ondergrondse leidingen en het zoeken naar delfstoffen;
  • f. het aanleggen van houtopstanden en (lijnvormige) beplanting;
  • g. het beplanten en/of bebossen van gronden met houtopstanden.
3.4.2 Toegestane werkzaamheden

Het verbod als bedoeld in lid 3.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. nodig zijn voor de aanleg van geluidswallen en geluidsschermen, resp. taluds voor fiets- en voetpaden en de wijkontsluitingswegen;
  • b. normaal onderhoud en beheer betreffen, waaronder normaal spit- en ploegwerk, anders dan diepploegen;
  • c. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
  • d. al in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • e. mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning.
3.4.3 Combinaties

Voor zover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.

3.4.4 Toetsingscriteria

De lid 3.4.1 bedoelde vergunning wordt niet verleend indien het werk of de werkzaamheid plaatsvindt met het oog op het ontwikkelen of versterken van natuurwaarden in een nieuw natuurgebied en door de uitvoering op directe of indirecte wijze aantoonbare afbreuk wordt of zou worden gedaan aan de agrarische bedrijfsvoering op aangrenzende of nabijgelegen percelen, dan wel aantoonbare schade of nadeel aan nabijgelegen agrarische bedrijven en/of de landbouwfunctie wordt of zou worden gedaan.