direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Recreatieve ontwikkeling Amsterdamsche Veld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010001-0003

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische gronden;

met bijbehorende:

  • b. andere bouwwerken;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende bepaling:

  • alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd.

3.2.2

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot 1 m achter de voorgevelrooilijn, mag maximaal 1 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen 1 m achter de voorgevelrooilijn maximaal 2 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag maximaal 8 m bedragen.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken is het bepaalde in artikel 15 (algemene gebruiksregels) van toepassing.

3.4 Wijzigingsbevoegdheid
3.4.1 Wro-zone - wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstige artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Agrarisch te wijzigen in de bestemming Recreatie - 2 onder de voorwaarden dat:

  • a. sprake is van uitbreiding van en aansluiting op de naastgelegen dagrecreatieve voorzieningen;
  • b. door middel van archeologisch onderzoek de archeologische waarden en de omvang daarvan zijn vastgesteld en de resultaten van het onderzoek geen aanleiding geven tot het bieden van bescherming aan de archeologische waarden, dan wel bewaring in situ en/of opgraving;
  • c. alvorens van de wijzigingsbevoegdheid gebruik te maken, zullen burgemeester en wethouders het rapport/advies voorleggen ter advisering aan de archeologische deskundige van de gemeente of de provincie Drenthe; bij een negatief advies van de deskundige wordt de bestemming niet gewijzigd;
  • d. aan een wijziging kunnen burgemeester en wethouders voorwaarden verbinden ter veiligstelling of bescherming van de in het rapport vermelde archeologische waarden