direct naar inhoud van 4.13 Overige functies
Plan: Buitengebied Emmen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009072-0710

4.13 Overige functies

4.13.1 Maatschappelijke functies

In het plangebied bevindt zich een aantal maatschappelijke functies. Het betreft hier het asielzoekerscentrum aan de Wilhelmsweg in Emmen, de begraafplaatsen aan de Kerkenweg in Weiteveen en de Gruinten in Emmer-Compascuum, de joodse begraafplaats aan de Bargerkampenweg in Emmen en een dierenartspraktijk aan de Dikkewijk WZ in Nieuw-Amsterdam.

Bovengenoemde functies worden in het bestemmingsplan specifiek bestemd.

4.13.2 Nutsvoorzieningen

De bestaande, vergunde zendmasten en met bijbehorende installaties worden geregeld middels een aanduiding op de verbeelding. Nieuwe zendmasten met bijbehorende installaties kunnen geregeld worden middels een buitenplanse afwijking. In een dergelijke procedure wordt afgewogen wat de effecten van een zendmast zijn op de omgeving en het landschap.

Tot slot is in het noordwestelijke deel van het plangebied een straalpad gelegen voor telecommunicatie. Omdat voor het berichtenverkeer gebruik wordt gemaakt van straalverbindingen, dient tussen de zend- en ontvangststations een vrije baan (straalpad genoemd) aanwezig te zijn. Om rekening te houden met het functioneren van deze nutsinfrastructuur is op de verbeelding een vrijwaringszone opgenomen. Binnen deze zone mogen gebouwen en andere bouwwerken niet hoger zijn dan maximaal 30 meter. Hiervan kan afgeweken worden tot maximaal 40 meter, indien overleg heeft plaatsgevonden met de beheerder van de straalverbinding.

4.13.3 Molenbiotopen

In het plangebied zijn 6 molenbiotopen gelegen. De molens zelf liggen niet in het plangebied. De Molenstichting Drenthe te Assen heeft voor de 6 molenbiotopen de gegevens beschikbaar gesteld.

Het begrip molenbiotoop wordt gebruikt om de omgeving van een molen aan te duiden die vrij wordt gehouden van obstakels ten behoeve van een vrije windvang voor de molen. Handhaving van een vrije windvang heeft gevolgen voor de toegestane hoogte van omringende bebouwing en beplanting. In het bestemmingsplan is de vrije windvang beschermd door het opnemen van een "vrijwaringszone - molenbiotoop".

Binnen bepaalde afstanden rondom de molens mag de hoogte van bebouwing en beplanting niet meer zijn dan de hoogte berekend met een formule die gebaseerd is op de biotoopformule ontwikkeld door de Vereniging De Hollandsche Molen. De formule houdt in dat binnen een bepaalde afstand van een molen bebouwing en beplanting niet hoger mag zijn dan de stellinghoogte van de molen. Op een verdere afstand dan de afstand gebaseerd op de stellinghoogte, geldt een maximale hoogte bepaald op basis van de formule en houdt in dat op elke 50 meter verdere afstand van de molen de maximale hoogte van bebouwing en beplanting in oplopende lijn 1 meter hoger mag zijn. Aangezien de zes molens een variƫrende stellinghoogte hebben, varieert ook de toegestane bouwhoogte rondom de molens. Voor de toegestane hoogten rondom de verschillende molens, zie artikel 75.4 van de regels.

Obstakels op meer dan 400 meter van molens worden niet meer als hinderlijk beschouwd. De vrijwaringszones rondom de molens hebben zodoende op de verbeelding van het bestemmingsplan een straal van 400 meter. Afwijken van de maximale hoogte kan mogelijk zijn nadat vooraf advies is ingewonnen bij een deskundige.