direct naar inhoud van 3.11 Externe veiligheid
Plan: Buitengebied Emmen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009072-0710

3.11 Externe veiligheid

3.11.1 Algemeen

Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Het soort activiteit brengt een bepaalde risico op ongelukken/rampen met zich mee afhankelijk van de omvang van opslag/productie en type stof. Door het voeren van een actief beleid kunnen risico's die voortvloeien uit de opslag, productie, het gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen worden beheerst.

Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het "plaatsgebonden risico" en het "groepsrisico". Hoewel beide begrippen onderlinge samenhang vertonen zijn er belangrijke verschillen. Hieronder worden beide begrippen verder uitgewerkt. Ook het begrip invloedsgebied wordt nader toegelicht.

Plaatsgebonden risico (PR)
Het plaatsgebonden risico (PR) geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risico contouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. In Nederland is gekozen om als wettelijke norm de kans van één op één miljoen te hanteren. Binnen de 10-6/jaar- contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6/jaar- contour niet als grenswaarde, maar als een richtwaarde.

Groepsrisico (GR)
Het groepsrisico betreft de kans dat groepen omwonenden van een bepaalde risico-opleverende activiteit dodelijk getroffen kunnen worden door een ongeval. Het groepsrisico in relatie tussen de kans op en ramp met gevaarlijke stoffen en het mogelijke aantal slachtoffers. Daarbij is relevant hoeveel mensen op welke plaats in de omgeving van de bron aanwezig kunnen zijn. Hoe meer mensen rond een bron wonen of werken, hoe groter het groepsrisico. De norm van het groepsrisico is afhankelijk van het aantal eventuele dodelijke slachtoffers en bedraagt 10-5 per jaar voor 10 doden, 10-7 per jaar voor 100 doden, 10-9 voor 1000 doden. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting bij een calamiteit. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit.

Invloedsgebied
Het invloedgebied is een vastgesteld gebied waarin personen worden meegeteld voor de verantwoording van het groepsrisico. Het invloedsgebied loopt in principe tot de 1% letaliteitsgrens. Uitzondering daarop vormen scenario's met LPG. Daar loopt het invloedsgebied tot de 99% letaliteitsgrens, vanwege de korte afstand tussen de 99% en 1% letaliteitsgrens en het geringe aantal slachtoffers wat op die afstand valt. Het GR kan niet 'op de kaart' worden weergegeven, maar wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N): de fN-curve.

3.11.2 Gemeente

Het gemeentelijk beleid Externe veiligheid is een verdere uitwerking van de beleidsuitgangspunten zoals vastgelegd in de Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef. In de structuurvisie is een scheiding van activiteiten (kwetsbare en risicovolle) aangebracht door aan te geven dat nieuwe BEVI-activiteiten in principe alleen mogelijk zijn in daarvoor aangewezen zoekgebieden. De zoekgebieden voor de vestiging van nieuwe BEVI-inrichtingen liggen op de bedrijventerreinen Bargermeer, A37 en De Vierslagen. Buiten deze zoekgebieden is nieuwvestiging in principe niet mogelijk. Uitzondering hierop vormen de LPG-tankstations. Voor de LPG-stations vindt per locatie een aparte beoordeling plaats.

In de gemeentelijke beleidsnota Externe Veiligheid zijn de ruimtelijke uitgangspunten van de structuurvisie verder uitgewerkt. Naast de ruimtelijk relevante aspecten is in de beleidsnota ook ingegaan op de manier waarop de gemeente invulling geeft aan de beleidsruimte die het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) toelaat aan lokale overheden. Het doel is het aangeven en vastleggen van de voornemens voor de ruimtelijke ontwikkeling voor het aspect externe veiligheid. Daarnaast heeft in dit beleid de gemeente ook de beleidsruimte ingevuld die in de wet indicatief zijn geformuleerd. Het beleid vormt het afwegings- en argumentatiekader bij concrete ruimtelijke beslissingen en voor de inzet van bestuurlijke uitvoeringsinstrumenten.

3.11.3 Rijk

Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)
In 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van kracht geworden. Het besluit heeft tot doel de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Daarnaast is de Ministeriële Regeling, de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) van kracht. Het huidige beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (ook wel circulaire genoemd), die op termijn vervangen zal worden door het 'Besluit transportroutes externe veiligheid' (Btev).

Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)
Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De normstelling is in lijn met het Bevi. Volgens het Bevb worden gemeenten verplicht rekening te houden met het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Voor het PR is de 10-6 contour de grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Het GR moet worden verantwoord binnen het invloedsgebied van de buisleiding. Voor brandbare vloeistoffen reikt dat tot net buiten de 10-6 contour. In de gemeente Emmen zijn door het Rijk geen gronden aangewezen waarvoor met het oog op de mogelijke aanleg van nieuwe aardgastransportleidingen een reserveringstrook in het bestemmingsplan moet worden opgenomen.

Hoogspannings(transport)leidingen
In 2005 is door het toenmalige ministerie van VROM een beleidsadvies uitgegeven hoe om te gaan met hoogspannings(transport)leidingen in bestemmingsplannen. In 2008 heeft de minister het advies nader geduid maar inhoudelijk is het beleid sinds 2005 niet gewijzigd. Het advies is om bij vaststelling van bestemmingsplannen, zo veel als redelijkerwijs mogelijk is, te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtezla.

3.11.4 Externe veiligheid in het plangebied

Voor het aspect externe veiligheid heeft het Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe een onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is bijgevoegd als Bijlage 6.

Inrichting
In het plangebied is één opslag van gevaarlijke stoffen gesitueerd. Het betreft Loonbedrijf en Strohandel Potze aan de Lagewijk NZ 33 te Roswinkel waar een opslag van kunstmest en gewasbestrijdingsmiddelen is gevestigd. In de risicoanalyse die is opgesteld voor het buitengebied is geen risicoberekening gemaakt voor dit object. In algemene zin is te voorspellen dat deze opslag voor een beperkt groepsrisico zal zorgen, in de omgeving van de inrichting zijn namelijk geen (beperkt) kwetsbare objecten gelegen anders dan woningen in lintbebouwing.

Van één inrichting gelegen aan de Phileas Foggstraat 30 op industrie- en bedrijventerrein Bargermeer ligt een klein deel van de PR-contour in het plangebied. Binnen deze contour ligt geen kwetsbaar object.

Daarnaast liggen in het plangebied enkele invloedsgebieden van bedrijven die zelf niet in het plangebied gesitueerd zijn. Het betreffen hier geen risicobronnen die onder de regelgeving voor externe veiligheid vallen en waarvoor verantwoording van het groepsrisico aan de orde is.

Aardgastransportleidingen
Het maatgevende scenario bij buisleidingen voor het transport van aardgas onder hoge druk is een leidingbreuk. De kans op een breuk is slechts gering, maar de optredende effecten kunnen groot zijn. Breuken worden vrijwel altijd veroorzaakt door grondwerkzaamheden.

Binnen de gemeente Emmen zijn 51 buisleidingen gelegen die voor het aspect externe veiligheid relevant zijn. Met betrekking tot de risico's als gevolg van buisleidingen is voor de gemeente Emmen een onderzoek uitgevoerd door het steunpunt EV Drenthe. In dit onderzoek is zowel het plaatsgebonden risico als het groepsrisico van alle buisleidingen berekend of beschouwd. Het betreffen voornamelijk aardgasleidingen van de Gasunie en de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), maar er zijn ook een drietal K1-vloeistofleidingen (aardgascondensaat) en K1-leidingen (olie, CVR) aanwezig. De PR-contouren van aardagtransportleidingen liggen op de leidingen en liggen niet buiten de dubbelbestemmingen. De berekeningen zijn uitgevoerd met het CAROLA rekenprogramma.

In de omgeving van Schoonebeek liggen de bovengrondse infield-leidingen van het olieveld Schoonebeek. Het infieldleidingentracé bestaat uit drie bovengrondse leidingen: stoom, gas en olie/water.

Olie- en gaswinningslocaties
In plangebied liggen 39 olie- en gaswinningslocaties. Veruit de meeste zijn van de NAM en dienen voor de winning van aardolie en aardgas. Deze inrichtingen vallen onder het bevoegd gezag van de staat (Staatstoezicht op de mijnen, SODM). De locaties van de Gasunie betreffen twee gasregelstations.

In de nabijheid van de Berkenlaan bevindt zich het Gasontvangststation Schoonebeek N-434 (G.O.S. N-434). Daarnaast bevindt zich in het plangebied nabij de Verlengde Herendijk een afsluiterlocatie (S-626). Een afsluiter is een essentiële voorziening binnen het grootschalig transport van aardgas per leiding.

LPG
In het plangebied bevindt zich één tankstation waar ook de verkoop van LPG is toegestaan. Het betreft het tankstation aan de N34. In het invloedsgebied van dit LPG-station bevinden zicht geen (beperkt) kwetsbare objecten. Daarnaar bevinden zich drie LPG-stations in de nabijheid van het plangebied:

  • LPG-tankstation Grooten - Weerdingerkanaal NZ 231 te Nieuw-Weerdinge;
  • LPG-tankstation Vugteveen - Vaart NZ 85 te Nieuw Amsterdam;
  • LPG-tankstation G. Kruit Handelsonderneming - Nieuw-Amsterdamseweg 15 te Schoonebeek.

Hoogspannings(transport)leidingen
In het plangebied liggen meerdere bovengrondse en enkele ondergrondse hoogspanningstransportleidingen. Het betreffen transportleidingen met 110 (boven- en ondergronds) en 380 kV (bovengronds) en zijn in beheer bij Essent Netwerk BV of TenneT.

Transport
In de gemeente Emmen vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats over de rijkswegen A37 en de provinciale weg N34. De N862 en de Rondweg naar het Emmtec-terrein is aangewezen als route gevaarlijke stoffen. Daarnaast kunnen gevaarlijke stoffen worden vervoerd over het spoor Coevorden- Emmen. Het betreft voornamelijk transport van brandbare vloeistoffen en brandbare gassen.

Voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg is een ongeval met LPG het maatgevende scenario. Het maatgevende scenario voor het spoor is een plasbrand. Over het spoor wordt voornamelijk gereden met brandbare vloeistoffen. Bij een ongeval is het meest aannemelijke scenario dat de ketelwagon scheurt waardoor brandbare vloeistof vrij komt.

Geen van de PR-contouren ligt op/over (beperkt) kwetsbare objecten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009072-0710_0011.png"

Figuur 11: Route gevaarlijke stoffen gemeente Emmen