direct naar inhoud van 4.2 Stedenbouwkundige hoofdstructuur
Plan: Zwartemeer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009069-0701

4.2 Stedenbouwkundige hoofdstructuur

Stedenbouwkundig is Zwartemeer te typeren als deels een kanaaldorp (enkellint) van de Veenkoloniën. De hoofdlijn van de stedenbouwkundige structuur wordt gekenmerkt door de lijnen van de Verlengde van Echtenskanaal met de daarop dwars gelegen Kamerlingswijk en Zuidervaart. Langs deze waterverbindingen liggen de hoofdontsluitingswegen van Zwartemeer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009069-0701_0018.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009069-0701_0019.jpg"

Figuur 4-7: Hoofdstructuur

4.2.1 Ruimtelijke kwaliteit

Ruimtelijke kwaliteit wordt ervaren indien binnen een samenhang van elementen een rijkdom aan indrukken kan worden opgedaan. Kernbegrippen daarbij zijn structuur, identiteit, belevingswaarde.

Zwartemeer kent woonbuurten uit verschillende tijdperken. Hoewel de buurten qua beeldvorming en opzet verschillend zijn, onder ander door de tijd wanneer zij zijn ontstaan, hebben ze één ding gemeen, namelijk het feit dat er aan elke buurt een stedenbouwkundig plan ten grondslag ligt. Niets is per toeval ontstaan maar is het een invulling van een stedenbouwkundige visie, dit geldt voor het stratenpatroon, de landschappelijke elementen en ook voor de bebouwingstypologie en architectonische kwaliteit en verschijningsvorm van gebouwen. Basiskwaliteiten en gemeenschappelijke (architectonische) kenmerken kunnen worden geobserveerd die bepalend zijn voor de beleving en identiteit van de woonomgeving.

Karakteristiek voor Zwartemeer zijn de volgende stedenbouwkundige elementen:

  • rechthoekig kavelpatroon;
  • openheid, overzicht;
  • kanalen;
  • beplante linten;
  • compactheid van het dorp;
  • groene ruimtes in het dorp;
  • herkenbaarheid van historische linten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009069-0701_0020.jpg"

Figuur 4-8: Huidige structuur Zwartemeer

4.2.2 Lintbebouwing

Opbouw

Lintbebouwing is een bebouwde omgeving aan beide zijden van een straat/kanaal met een typisch lineaire structuur. De bebouwingslinten kenmerken zich door de aanwezige diversiteit aan bebouwing. De linten volgen de structuren van de oorspronkelijke veenontginning.

De kern wordt gekarakteriseerd door de structuur van de lintbebouwing. Het gevelbeeld van het bebouwingslint wordt vooral gekenmerkt door een grote mate aan variatie in positionering, bouwvolume en -hoogte, kapvorm, vormgeving, kleur en materiaalgebruik.

Het dorp is ontstaan doordat het is geconcentreerd rond de lintbebouwing. In het dorp is de lintbebouwingsstructuur nog terug te vinden. Grenzend aan het buitengebied ligt de lintbebouwing als eenheid in het landschap, in contrast met het achterliggende danwel voorliggende gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009069-0701_0021.jpg"

Foto's: Impressies lintbebouwing Zwartemeer

Nadere analyse per deelgebied

  • Bebouwing vertoont onregelmatig beeld in het centrum ten aanzien van hoogte, (kap)vorm en rooilijn;
  • Historische bebouwing minimaal aanwezig;
  • Nokrichting haaks en evenwijdig op de weg;
  • Historische bebouwing minimaal aanwezig;
  • Aan de randen diepe kavels met overgang naar het landelijk gebied met relatief veel bijgebouwen;
  • hoofdgebouwen grotendeels in ongelede hoofdvorm;
  • Meerdere functies aan het lint in het 'centrum';
  • De structurerende route is het veenkoloniale profiel met het kanaal, de parallelwegen aan beide zijden van het kanaal;
  • Het Van Echtenskanaal wordt ten westen van de Zuidervaart aan weerszijden begeleid door laanbeplanting. De structuurlijnen aan de Zuidervaart en de Kamerlingswijk worden ook begeleid door beplanting;
  • Het kanaal is het oriëntatiepunt;
  • De "wissels" functioneren als knooppunt;
  • Karakteristiek materiaal en kleurgebruik.

Knelpunten

Door verbouw/nieuwbouw kan door vormgeving of situering van de bebouwing de identiteit alsmede het straat- en bebouwingsbeeld worden aangetast.

Conclusie

Extra aandacht dient uit te gaan bij de bouw/verbouw naar hoogte-breedte verhoudingen, positionering, transparantie naar het achterliggende gebied, detaillering, kleur en materiaalgebruik. Bij voorkeur met gebruikmaking van het reeds aanwezige scala van min of meer traditionele materialen en kleuren. Belangrijk is een goede situering van aan- en bijgebouwen bij woningen met twee naar de weg gekeerde gevels. Bestaande nokrichtingen dienen te worden gehandhaafd.

4.2.3 Woonbuurten (dorpsuitbreidingen)

Opbouw

Deze buurt bestaat grotendeels uit projectmatig gebouwde woningen bestaande uit één en twee bouwlagen met zadeldak. De bebouwing is gevarieerd; strokenbouw, twee onder 1 kap en vrijstaand waarbij elk type bebouwing zijn eigen identiteit heeft.

Nadere analyse per deelgebied

  • Architectonische eenheden met gemeenschappelijke kenmerken (kapvorm, materialen, kleur, bouwhoogte etc);
  • Duidelijk herkenbare rooilijnen waarin de bebouwing is geplaatst;
  • Duidelijk ritme van bouwblokken, maar toch de herkenbaarheid van de individuele woning;
  • Bebouwing heeft relatie met en invloed op het openbaar gebied;
  • Verschil in identiteit tussen dorpsuitbreidingen onderling;
  • Variatie aan type bebouwing (strokenbouw, twee onder 1 kap en vrijstaand);
  • Standaard bouwvorm (identiteit) is nog intact;
  • Diverse woningen met twee naar de weg/openbare ruimte gekeerde gevels;
  • Op sommige locaties is er nog een restant van een wijk danwel een gedempte wijk zichtbaar;
  • Aan de randen van de dorpsuitbreidingen zijn doorzichten naar het landelijk gebied;
  • Karakteristiek materiaal en kleurgebruik: gevels metselwerk (rood), pannen gebakken/beton (rood/zwart);
  • De oudere dorpsuitbreidingen hebben een hogere belevingsrijkdom aangezien deze ruimer van opzet zijn en meer gemeenschappelijke kenmerken hebben (kapvorm, materiaal, kleur);
  • Tussen de bebouwing is door de afwijkende architectuur en verkaveling geen ruimtelijke samenhang. De diverse dorpsuitbreidingen worden middels groenstroken en voetpaden ruimtelijk en functioneel met elkaar verbonden bouwhoogte.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009069-0701_0022.jpg"

Knelpunten

Hoofdgebouwen

Door verbouw/nieuwbouw kan door vormgeving of situering van de bebouwing de identiteit alsmede het straat- en bebouwingsbeeld worden aangetast. De bestaande bebouwing kenmerkt zich door architectonische eenheden (woonblokken, rijtjeswoningen, dubbele woningen, vrijstaande woningen) met gemeenschappelijke kenmerken (kapvorm, materiaal en kleur, bouwhoogte). Bij vervangende nieuwbouw is hier van afgeweken waardoor er een onsamenhangende situatie is ontstaan met een aangetast straat- en bebouwingsbeeld (foto 1). Projectmatig heeft er ook planmatige uitbreiding plaatsgevonden waarbij rekening is gehouden met de identiteit van de bestaande bebouwing, bijvoorbeeld ten aanzien van de mate van detaillering (foto 2)

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009069-0701_0023.jpg"

Foto's: Knelpunt hoofdgebouwen (foto's 1 en 2)

Aan-, uit- en bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde

Op enkele locaties in de oudere dorpsuitbreidingen zijn projectmatig aanbouwen voor de naar de weg gekeerde gevel gebouwd. Aangezien deze gevels nog niet zijn aangetast door andere uit-/bijgebouwen heeft deze bebouwing nog steeds zijn eigen gave identiteit (zie foto 3). In de nieuwere dorpsuitbreidingen (foto 4 en 5)zijn er aan-, uit- en bijgebouwen alsmede bouwwerken geen gebouw zijnde gekeerd richting een naar de weg gekeerde gevel. Het geheel hiervan veroorzaakt een rommelig en onsamenhangend straatbeeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009069-0701_0024.jpg"

Foto's: Knelpunt aan- en bijgebouwen (foto's 3, 4 en 5)

Conclusie

Per architectonische eenheid (woonblokken, rijtjeswoningen, dubbele woningen en vrijstaande woningen moet bij vervanging of uitbreiding aandacht worden geschonken aan het gevelbeeld naar het openbaar gebied en moet er rekening worden gehouden met de gemeenschappelijke kenmerken ten aanzien van kapvorm, bouwhoogte alsmede materiaal en kleur. Belangrijk is een goede situering van aan- en bijgebouwen bij woningen met twee naar de weg gekeerde gevels.

4.2.4 Werkgebieden (bedrijven)

Werkgebieden kunnen belangrijk zijn voor de economische versterking van een kern. De toonbaarheid (uitstraling) van werkgebieden en of gebouwen is belangrijk als vestigingsfactor voor bedrijven/ondernemers.

Opbouw

Het bedrijventerrein is kleinschalig van omvang en kenmerkt zich door kleinschalige bedrijfsgebouwen met bedrijfswoningen alsmede met een enkele grootschalige loods. Het terrein is bereikbaar via de Eemslandweg alsmede via de Kamerlingswijk WZ.

Nadere analyse per deelgebied

  • Gebrek aan uitstraling, sobere bedrijfsgebouwen/loodsen en schuren;
  • Scheiding tussen privaat (bedrijfskavels) en openbaar (openbare weg) is onduidelijk;
  • Doorgaand verkeer is niet mogelijk, geen structurerende route;
  • Bedrijfswoningen hebben niet de uitstraling dat het een onderdeel van een bedrijf is;
  • Harde overgang tussen bedrijventerrein en het landelijk gebied;
  • Slechte herkenbaarheid van het gebied;
  • Lage belevingswaarde;
  • Rommelige indruk.

Knelpunten

Door de ligging grenzend aan het buitengebied is er een harde overgang met het buitengebied alsmede met het lint aan de Kamerlingswijk ontstaan.

Conclusie

De samenhang tussen de bebouwing onderling alsmede de samenhang met het landelijk gebied is niet aanwezig. De overgang tussen het landelijk gebied en het bedrijventerrein is erg hard. Dit door de vorm van de bebouwing alsmede door het kleurgebruik. de bedrijfswoningen hebben niet het uiterlijk van een bedrijfspand