direct naar inhoud van 4.1 Ontstaansgeschiedenis
Plan: Emmen, De Ark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009060-0701

4.1 Ontstaansgeschiedenis

Het landschap waarin woonwagencentrum De Ark ligt is zowel in archeologisch, ecologisch als cultuurhistorisch opzicht waardevol omdat hier op korte afstand van elkaar verschillende periodes uit een lange bewoningsgeschiedenis nog herkenbaar zijn. Zo zijn bij en in de omgeving van De Ark meerdere hunebedden aanwezig wat duidt op bewoning uit het Neolithicum (5000 v Chr - 1900 v Chr).

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009060-0701_0017.png"

Figuur 4-1: Hunnebedden (rode ster) met bijbehorend en in de omgeving van De Ark

Vanaf ca. 3700 v. Chr. vestigden zich de Trechterbekers, de hunebedbouwers, zich in Drenthe. De trechterbekers worden als de eerste 'echte' boeren beschouwd die, in tegenstelling tot hun rondtrekkende jagende voorouders, zich op bepaalde plaatsen, voor een bepaalde periode, vestigden. Vooral gebieden waar grote stenen aanwezig waren om hun hunebedden te bouwen werden gekozen. De omgeving van De Ark is een dergelijk gebied waar dergelijke stenen te vinden waren. De aanwezigheid van stenen verklaart mede waarom de Trechterbekers zich op de Hondsrug vestigden. De 52 overgebleven hunebedden op de Hondsrug flankeren eveneens een belangrijke prehistorische noord - zuid route.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009060-0701_0018.png"

Figuur 4-2 Schematische weergave hunnebedden en grafheuvels. Bron: Cultuurhistorisch Kompas, Prov. Drenthe

Oorspronkelijk bestond deze noord - zuid route uit zandpaden of karrensporen. Sommige van deze zandpaden zijn in de loop der eeuwen verhard en bleven doorgaande routes. Zo laat de kaart van 1850 zien dat de plaats waar nu de Ark ligt, een kruispunt van routes was naar Odoorn en Valthe. Anno 2005 zijn deze routes verworden tot de Odoornerweg en een pad, het Burg. J. Boijenpad, in het Valtherbos. Dit pad loopt langs de hunebedden en grafheuvels aldaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009060-0701_0019.png"

Figuur 4-3:Kaart 1850, rode cirkel is ligging De Ark.

Uit de periode 1200 v. Chr. - 200 n. Chr. zijn nog restanten aanwezig. Het betreft de zogenoemde celtic fields of raatakkers; een aaneenschakeling van akkertjes van ca. 40 bij 40m die omzoomd zijn door lage wallen. Deze akkertjes werden gebruikt als huisplaats, bouwland, weide of lagen braak. Ook in de omgeving van De Ark hebben dergelijke celtic fields gelegen.
Lang veranderden nederzettingen nog regelmatig van plaats. Vanaf de 9e eeuw ontstaan vaste nederzettingen en ontwikkelt zich het esdorpensysteem met de landschapselementen het dorp, de essen, de beek dalgronden en de heidevelden. De Ark lag in het verleden in de heidevelden c.q klein stuifzandgebiedje, direct grenzend aan de Emmer- en Schimmer es. Oorspronkelijk werd het de Heidehoek genoemd.
Als officiƫle begindatum van het woonwagencentrum wordt 1894 aangehouden (Bron: G. v.d. Veen e.a.; De Ark. Het verleden en heden). Van een echt kamp was in die tijd nog geen sprake. De eerste bewoners waren afstammelingen van de zogenaamde 'Hollandganger', Duitse (boeren)knechten die al dan niet tijdelijk hun diensten aanboden aan de Nederlandse boeren alsmede rondtrekkende Duitse kooplieden (bijvoorbeeld kant en textiel uit Duitsland) en ambachtlieden (bijvoorbeeld messenslijpers). Juist de plek waar nu De Ark ligt kwam goed als standplaats in aanmerking omdat bij een splitsing der wegen lag. Bovendien was het een vrij geaccidenteerd, voor boeren onbruikbaar, overhoekje aan de rand van de es maar wel in de buurt van Emmen en Westenesch (zie kaart 1908).

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009060-0701_0020.png"

Figuur 4-4:Kaart 1908.

De kaart van 1908 geeft eveneens al de contouren aan van de huidige 'driehoekige' rand van De Ark. Het feit dat op deze kaart geen bewoning wordt aangegeven is begrijpelijk, gegeven het feit dat in die tijd er min of meer sprake was van tijdelijke bewoning. De eerste cijfers over het aantal woonwagens dateren uit 1911, namelijk vijf. Dit is een vrij uniek cijfer omdat in die tijd woonwagens nog niet werden geregistreerd. In 1918 is de Wet woonschepen en woonwagens van kracht gegaan. Sindsdien moesten gemeenten officieel plaatsen aanwijzen waar reizigers verplicht werden te gaan staan. In 1919 werd de Heidehoek als officiƫle standplaats door het gemeentebestuur aangewezen. In 1927 legde de Gemeente Emmen de eerste voorzieningen aan; twee toiletten, een welwaterput en een paardenstal met ruimte voor 10 paarden. In de loop der tijd werden de voorzieningen uitgebreid. De topografische kaart van 1954 geeft pas een duidelijke weergave van bewoning. In die tijd werd het terrein nog ontsloten vanaf de Odoornerweg en werd het terrein al omzoomd door bosjes en singels.
In 1968 werd een wet in werking gesteld waarin werd bepaald dat in Nederland een aantal regionale woonwagencentra zouden komen. De reizigers moesten in het vervolg op zo'n kamp blijven staan en mochten niet meer rondtrekken. Emmen was 1 van de locaties waar een dergelijke centra werd gevestigd en in 1968 werd een geheel nieuw woonwagencentrum in gebruik genomen. Deze kwam te liggen vlak achter het oude kampje. De ingang van het nieuwe woonwagencentrum kwam te liggen aan de Sluisvierweg in plaats van de drukke Odoornerweg. Pas na 1969 kreeg het kamp z'n huidige vorm en veranderde het in een modern woonwagencentrum.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009060-0701_0021.png"

Figuur 4-5:Kaart 1954

In 1994 bestond het woonwagencentrum aan de Sluisvierweg in Emmen 100 jaar. Het centrum had toen nog geen naam. De bewoners gaven het woonwagencentrum toen de naam DE ARK, genoemd naar pater Van der Ark die in 1955 benoemd was als pater voor woonwagenbewoners in Drenthe. Anno 2005 is de oorspronkelijke 'overhoek' uit 1908 volledig ingericht. Karakteristiek is dat de kavelrichtingen die in de eerste helft van de vorige eeuw zijn ontstaan, tot op de dag van vandaag nog goed herkenbaar zijn. Bijzonder detail is dat de singel aan de zuidkant van de Sluisvierweg, die reeds vermeldt staat op de kaart van 1908, nog steeds aanwezig is. Deze singel is dan ook een duidelijke rand aan de relatief ongerepte, goed herkenbare landschappelijke eenheid, de Emmer- en Schimmer es.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009060-0701_0022.png"

Figuur 4-6:Kaart 2005