direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen- Vrijstaand 2
Plan: Emmen, De Ark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009060-0701

Artikel 15 Wonen- Vrijstaand 2

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen-Vrijstaand 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. vrijstaande woningen
  • b. woonwagenstandplaatsen;
  • c. bijgebouwen;
  • d. tuin en erven;

met bijbehorende:

  • e. andere bouwwerken;
  • f. toegangswegen in- en uitritten;
  • g. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. als hoofdgebouw mag een woonwagen worden geplaatst of een vrijstaande woning;
  • b. het aantal hoofdgebouwen met de bestemming Wonen-Vrijstaand 2 zal ten hoogste het in de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" aangegeven aantal bedragen;
  • c. het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding maximum oppervlakte mag het bouwvlak bebouwd worden tot het aangegeven maximum, daar waar geen maximum is aangegeven mag het bouwvlak volledig bebouwd worden;
  • e. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht, danwel op de bestaande locatie indien de huidige voorgevel achter de gevellijn is opgericht;
  • f. een hoofdgebouw dient minimaal 1 meter uit de perceelsgrens opgericht te worden;
  • g. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding maximale goot- en bouwhoogte mag de goot- en bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen bouwhoogte is aangegeven;
15.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijgebouwen dienen ondergeschikt te zijn aan het hoofdgebouw;
  • b. per woning mag maximaal 35m² bijgebouwen buiten het bouwvlak worden opgericht mits niet meer dan 60% van het bouwperceel bebouwd wordt;
  • c. bijgebouwen dienen minimaal 3 meter achter de gevellijn van het hoofdgebouw te worden opgericht, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • d. de bouwhoogte van bijgebouwen mag maximaal 3,5 meter bedragen;
15.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. andere bouwwerken dienen minimaal 3 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
  • b. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde in artikel 15.2.3 onder a en b mag een erf- en terreinafscheiding voor de gevellijn opgericht worden mits de bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/ of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het (hoofd)gebouw, maximaal 1 meter bedraagt, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 meter mag bedragen;
15.3 Nadere eisen
15.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;verkeersveiligheid;
  • d. sociale veiligheid;
  • e. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • f. milieusituatie;
  • g. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
15.4 Afwijken van de bouwregels
15.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen me een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 15.2.1 en toestaan dat maximaal 30 meter² aan extra gebouwen mogen worden opgericht voor noodzakelijke voorzieningen in het licht van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) uitsluitend op grond van - en vertoon van een medische indicatie;
  • b. artikel 15.2.1 lid c en toestaan dat het hoofdgebouw buiten het bouwvlak gerealiseerd mag worden mits:
  • i. deze achter gevellijn wordt opgericht
  • ii. niet meer dan 50 % van het perceel wordt bebouwd;
  • iii. de afstand uit de perceelsgrens minimaal 1 meter blijft;
  • c. artikel 15.2.2 onder b en toestaan dat maximaal 15m² bijgebouwen extra mag worden opgericht mits niet meer dan 60% van het bouwperceel bebouwd wordt en de totale bebouwing aan bijgebouwen niet meer dan 50m² bedraagt;
  • d. artikel 15.2.2 onder c en toestaan dat bijgebouwen in de gevellijn opgericht mogen worden.
  • e. artikel 15.2.2 lid d en toestaan dat de goothoogte van een bijgebouw maximaal 4 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen;
15.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 15.4.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

15.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een bijgebouw als hoofdgebouw;
15.6 Afwijken van de gebruiksregels
15.6.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. artikel15.1 en toestaan dat een deel van het hoofdgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden kleinschalige beroeps- of bedrijfsactiviteiten gebruikt mag worden, waarbij de volgende bepalingen gelden:
    • 1. de verblijfsruimten moeten blijven voldoen aan het Bouwbesluit en de bouwverordening;
    • 2. de woonfunctie moet in overwegende mate gehandhaafd blijven en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden mogen niet onevenredig worden aangetast;
    • 3. de woonfunctie moet in ruimtelijke zin en visuele zin primair blijven;
    • 4. de beroeps- of bedrijfsactiviteit wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning;
    • 5. maximaal 40% van het te bebouwen vloeroppervlak mag gebruikt worden voor huisverbonden activiteiten met een maximum van 50 meter²;
    • 6. detailhandel mag niet plaatsvinden behoudens een beperkte verkoop in het klein in direct verband met het aan huis verbonden beroep/ en bedrijf;
    • 7. er mogen geen reclameborden groter dan 0,5 meter² bij of aan de woning worden geplaatst;
    • 8. er geen onevenredige parkeerdruk voor de omgeving optreedt;
15.6.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 15.6.1 onder a genoemde ontheffingen is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om ontheffing te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de ontheffing niet verleend;