direct naar inhoud van Artikel 40 Verkeer
Plan: Klazienaveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009032-0701

Artikel 40 Verkeer

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, fietspaden met hoofdzakelijk een functie voor het doorgaande verkeer;
  • b. informatiesystemen/signaleringsborden;
  • c. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
  • d. taxistandplaats;
  • e. parkeervoorzieningen, waaronder ook parkeergarages ondergronds en bovengronds;
  • f. garageboxen ter plaatse van de aanduiding "garage";
  • g. brandstofverkooppunt, LPG niet inbegrepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg";
  • h. een luifel ter overkapping van de brandstoftankpunten ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-overkapping";

met bijbehorende:

  • i. andere bouwwerken;
  • j. kunstwerken en waterwerken;
  • k. toegangswegen, in- en uitritten;
  • l. groenvoorzieningen;
  • m. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
40.2 Bouwregels
40.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
40.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag maximaal 6 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten en informatiesystemen/signaleringsborden maximaal 10 meter mag bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in artikel 40.2.2 onder a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg maximaal 1 meter bedragen.
40.3 Afwijken van de bouwregels
40.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 40.2.2 onder b en toestaan dat de bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding langs de openbare weg maximaal 3 meter mag bedragen;
40.3.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 40.3.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

40.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen:

  • a. voor het verwijderen van de aanduiding ""verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg" bij beĆ«indiging van de desbetreffende activiteit;

De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om conform artikel 3.6 het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen te worden. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.