direct naar inhoud van Artikel 32 Maatschappelijk - Religie
Plan: Klazienaveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009032-0701

Artikel 32 Maatschappelijk - Religie

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Religie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. religieuze instellingen zoals kerken, moskeeën, gebedshuizen en andere in aard en omvang vergelijkbare instellingen met bijbehorende voorzieningen;
  • b. een dienstwoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met bijbehorende:

  • c. andere bouwwerken;
  • d. horeca-1 ten dienste van de bestemming;
  • e. bijbehorende bouwwerken;
  • f. fietsenstallingen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. toegangswegen en parkeervoorzieningen.
32.2 Bouwregels
32.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht;
  • c. de afstand van een gebouw tot de achter- en zijerfscheiding dient minimaal 3 meter te bedragen en indien de erfscheiding in een (schouw)sloot is gelegen dienen gebouwen op minimaal 5 meter afstand vanaf de insteek van de sloot te worden opgericht , tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimum geldt;
  • d. de maximale bouw- en goothoogte bedragen de bestaande bouw- en goothoogte;
  • e. de dakhelling van een gebouw dient minimaal 30° te bedragen, danwel de bestaande dakhelling indien de bestaande dakhelling afwijkend is.
32.2.2 Bedrijfswoning
  • a. bedrijfswoningen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. er mag maximaal één bedrijfswoning worden opgericht;
  • c. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • d. de totale of gezamenlijke oppervlakte van een bedrijfswoning inclusief bijbehorende bouwwerken mag maximaal 250 m² bedragen, waarbij de totale of gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken maximaal 75 m² mag bedragen;
  • e. de voorgevel van een bedrijfswoning dient in de gevellijn te worden gebouwd;
  • f. de afstand tot de achter- en zijerfscheiding dient minimaal 3 meter te bedragen en indien de erfscheiding in een (schouw)sloot is gelegen dienen gebouwen op minimaal 5 meter afstand vanaf de insteek van de sloot te worden opgericht , tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimum geldt;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" mag de goot- en bouwhoogte van de bedrijfswoning niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande goot- en bouwhoogte indien geen goot- en bouwhoogte is aangegeven;
  • h. de dakhelling van een bedrijfswoning dient minimaal 30° te bedragen, danwel de bestaande dakhelling indien de bestaande dakhelling afwijkend is;
32.2.3 bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijbehorende bouwwerken dienen ondergeschikt te zijn aan het hoofdgebouw, waarbij het aantal m² dat gebouwd wordt als bijbehorend bouwwerk niet meer mag bedragen dan 75 m²;
  • b. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak op het zij- en achtererf worden opgericht;
  • c. bijbehorende bouwwerken dienen minimaal 3 meter achter de voorgevel van de (bedrijfs)woning te worden opgericht, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • d. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 6 meter bedragen;
  • f. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken binnen 3 meter afstand van de perceelsgrens mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • g. bij twee naar de weg gekeerde zijgevels van een hoofdgebouw (hoeksituatie) dienen vrijstaande bijbehorende bouwwerken achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel in of achter het verlengde daarvan te worden gebouwd.
32.2.4 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag voor de gevellijn maximaal 1 meter en achter de gevellijn maximaal 6 meter bedragen met dien verstande dat:
    • 1. overkappingen mogen binnen het bouwvlak worden gerealiseerd;
    • 2. buiten het bouwvlak mag de gezamenlijke oppervlakte aan andere bouwwerken inclusief overkappingen maximaal 50 m2 bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 meter;
    • 4. de maximale bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding voor de gevellijn mag maximaal 1 meter bedragen en achter de gevellijn maximaal 2 meter;
    • 5. de bouwhoogte van lichtmasten voor en achter de gevellijn mag maximaal 10 meter bedragen;
    • 6. een luifel aan het hoofdgebouw mag maximaal 1,5 meter uit steken;
32.3 Nadere eisen
32.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
32.4 Afwijken van de bouwregels
32.4.1 Bevoegdheid

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 32.2.1 onder a en toestaan dat gebouwen gerealiseerd mogen worden buiten het bouwvlak met een maximum vloeroppervlak van 50 m² en een maximale bouwhoogte van 3 meter;
  • b. lid 32.2.3 onder a en toestaan dat de totale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning maximaal 100 m² mag bedragen, mits:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte aan ten hoogste 100% van de oppervlakte van het hoofdgebouw bedraagt;
    • 2. niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
    • 3. het perceel groter is dan 1000 m².
  • c. lid 32.2.3 onder c en toestaan dat bijbehorende bouwwerken vanaf de voorgevel van de bedrijfswoning mogen worden opgericht;
  • d. artikel 32.2.4 onder a.2. en toestaan dat overkappingen voor de voorgevel mogen worden gerealiseerd.
32.4.2 Beperking

Het verlenen van de in lid 32.4.1 genoemde omgevingsvergunningen is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om vergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de vergunning niet verleend.

32.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de horeca - 1 functie ten dienste van deze bestemming als een zelfstandige horeca inrichting.
  • b. het bewonen van bedrijfsgebouwen of bijbehorende bouwwerken, niet zijnde aangebouwde bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning;