direct naar inhoud van Artikel 30 Maatschappelijk - Begraafplaats
Plan: Klazienaveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009032-0701

Artikel 30 Maatschappelijk - Begraafplaats

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk - Begraafplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. begraafplaats/ graven, urnenmuur;
  • b. onderhoudsruimten;

met bijbehorende:

  • c. andere bouwwerken;
  • d. toegangswegen, in- en uitritten;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. kunstwerken en waterwerken;
  • h. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
30.2 Bouwregels
30.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig bebouwd worden;
  • c. de bouw- en goothoogte bedragen de bestaande bouw- en goothoogte;
  • d. de dakhelling bedraagt de bestaande dakhelling.
30.2.2 Fietsenstallingen

Voor het bouwen van fietsenstallingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de totale of gezamenlijke oppervlakte van fietsenstallingen mag maximaal 50m² te bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een fietsenstalling mag maximaal 3 meter bedragen.
30.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een overkapping mag maximaal 3 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen mag maximaal 1 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken, mag maximaal 6 meter bedragen en maximaal 15m² vloeroppervlak beslaan, van lichtmasten mag de bouwhoogte maximaal 10 meter bedragen.
30.3 Nadere eisen
30.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
30.4 Afwijken van de bouwregels
30.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 30.2.1 onder a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden met een maximum vloeroppervlak van 50 meter² en een maximale bouwhoogte van 3 meter;
  • b. artikel 30.2.3 onder b en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen langs de openbare weg maximaal 3 meter mag bedragen.
30.4.2 Beperking

Het verlenen van de in artikel 30.4.1 genoemde omgevingsvergunningen is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om een omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

30.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, tenzij het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in artikel 30.1 genoemde doeleinden;
  • b. het bewonen van bedrijfsgebouwen of bijbehorende bouwwerken;