Nieuw-Amsterdam en Veenoord

38.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

• a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend een vrijstaande woning of twee-onder- een kapwoning worden gebouwd;
• b. het aantal wooneenheden zal ten hoogste het in de maatvoering "aantal wooneenheden" aangegeven aantal bedragen;
• c. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd, waarbij de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrenzen minimaal 3 meter dient te bedragen;
• d. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht;
• e. bijgebouwen mogen binnen en buiten het bouwvlak gebouwd worden;
• f. het bouwvlak mag volledig bebouwd worden, waarbij aangebouwde bijgebouwen ondergeschikt dienen te zijn aan het hoofdgebouw en met inachtneming van het gestelde onder artikel 38.2.1a., artikel 38.2.2 en artikel 38.2.3;
• g. voor zover de woningen vrijstaand zijn of worden gebouwd, zijn de bouwregels van artikel 37.2 en 37.4 overeenkomstig van toepassing;
• h. Voor zover de woningen twee aaneen zijn of worden gebouwd, zijn de bouwregels van artikel 35.2en 35.4 overeenkomstig van toepassing;
• i. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bouwhoogte mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen of een andere dan de bestaande bouwhoogte is aangegeven;
• j. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding goothoogte mag de goothoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande goothoogte indien geen of een andere dan de bestaande goothoogte is aangegeven.

38.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

• a. voor zover de woningen vrijstaand zijn of worden gebouwd, zijn de bouwregels van artikel 37.2 en 37.4 overeenkomstig van toepassing;
• b. Voor zover de woningen twee aaneen zijn of worden gebouwd, zijn de bouwregels van artikel 35.2en 35.4 overeenkomstig van toepassing.

38.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

• a. voor zover de woningen vrijstaand zijn of worden gebouwd, zijn de bouwregels van artikel 37.2 en 37.4 overeenkomstig van toepassing;
• b. Voor zover de woningen twee aaneen zijn of worden gebouwd, zijn de bouwregels van artikel 35.2en 35.4 overeenkomstig van toepassing.

38.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

• a. de woonsituatie;
• b. het straat- en bebouwingsbeeld;
• c. cultuurhistorie;
• d. verkeersveiligheid;
• e. sociale veiligheid;
• f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
• g. milieusituatie;
• h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.

38.7.1 Bevoegdheid

Burgermeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening op de locatie Ganzenroer de bestemming Wonen - Vrijstaand of Twee aaneen wijzigen in:

• a. de bestemming Groen;
• b. de bestemming Maatschappelijk.

De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om conform artikel 3.6 het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen te worden. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.