direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Nieuw-Schoonebeek, dubbele woningen Bekels erf
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.zaak81576-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Bouwbedrijf Herbers B.V. heeft een verzoek ingediend voor het bouwen van twee dubbele woningen aan De Waide, het straatje in de nieuwbouw Bekels erf te Nieuw-Schoonebeek.
Het bouwplan past niet in het bestaande bestemmingsplan Nieuw-Schoonebeek, Bekels'erf. In de bestemmingsplan is aangegeven waar vrijstaande en waar dubbele woningen gebouwd kunnen worden. Echter, in kader van de veranderende markt en gedeeltelijke verloop van percelen is enige verschuiving van de dubbele woningen noodzakelijk. De voorliggende ruimtelijke onderbouwing voorziet in deze verschuiving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.zaak81576-V701_0001.jpg"

Afbeelding: Locatie plangebied in omgeving, De Waide te Nieuw-Schoonebeek

Hoofdstuk 2 Ligging, planologische regelingen en huidige situatie

2.1 Ligging en huidige situatie

Voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het perceel De Waide te Nieuw-Schoonebeek. Het perceel is kadastraal bekend als gemeenteSchoonebeek, sectie F, nummer 1519. Het bouwplan betreft nieuwbouw twee dubbele woningen op het perceel aan De Waide.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.zaak81576-V701_0002.jpg"

Afbeelding: Luchtfoto met kadastrale grenzen Bekels erf te Nieuw-Schoonebeek

2.2 Planologische regelingen en beleid

Het betreffende perceel valt onder het volgende bestemmingsplan Nieuw-Schoonebeek, Bekels erf (05.037), vastgesteld door de Raad op 25 september 2008. In dit bestemmingsplan zijn vrijstaande en dubbele woningen mogelijk. Echter, er is geen wijziingsmogelijkheid opgenomen om de woningtype uit te ruilen. De aanvraag betreft dubbele woningen op een locatie waar volgens het bestemmingsplan de bestemming vrijstaande woningen geldt. Uitruil van woningtype wordt via deze ruimtelijke onderbouwing mogelijk gemaakt.

Hoofdstuk 3 Achtergronden

Voor het bouwen van een enkele woning als deze zijn geen specifieke bepalingen opgenomen in het provinciaal omgevingsbeleid.
In het woonplan van gemeente Emmen is rekening gehouden met nieuwbouw van woningen. De bouw past in het beleid van de gemeentelijke structuurvisie. Er is immers voor de woonbuurt Bekels erf een bestemmingsplan gemaakt. Het incidenteel toevoegen van woningen is eveneens verwoordt in deze structuurvisie.

Er geldt voor het woonbuurtje Bekels erf welstandsbeleid. Er is gelijktijdig met het bestemmingsplan is een beeldkwaliteitplan opgesteld.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

Voor het bouwen van een enkele woning als deze zijn geen specifieke bepalingen opgenomen in het provinciaal omgevingsbeleid.
In het woonplan van gemeente Emmen is rekening gehouden met nieuwbouw van woningen. De bouw past in het beleid van de gemeentelijke structuurvisie.

Aan de noordzijde van het woonbuurtje was de mogelijkheid van 3 vrijstaande woningen in het bestemmingsplan opgenomen. Gelet op de markt en de crisis is het bouwen van 4 woningen in de vorm van 2 dubbele woningen een invulling die de ontwikkeling van deze woonbuurt levend houdt. De dubbele woningen zijn op voldoende afstand van de weg gesitueerd, zijn voorzien van een laag met een kap en hebben een kap parallel aan de weg. Al deze zaken zijn conform het gestelde in het bestemmingsplan.

De tekening van de dubbele woningen is opgenomen in bijlage 4.

Hoofdstuk 5 Milieuaspecten

5.1 Bodem

Ten behoeve van het bouwplannen is een Verkennend bodemonderzoek (conform NEN 5740) naar de actuele bodemkwaliteit uitgevoerd. Aan de hand van het verkennend onderzoek kan geconcludeerd worden dat uit milieuhygiënische overwegingen in relatie tot de bodemkwaliteit, geen belemmeringen ten aanzien van de geplande nieuwbouw van de woning en het voorgenomen gebruik zijn.

5.2 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van
geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om
de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien
aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.


Geluidsbronnen in en nabij het plangebied

I n en in de nabijheid van het plangebied is geen geluidsbronnen van bedrijven aanwezig zijn Hierbij gaat het zowel om bedrijven als technische inrichtingen.


Wegverkeerslawaai

In het plangebied en in de directe nabijheid geldt een maximum snelheid van 30 km/h. Dit betekent dat er geen onderzoek uitgevoerd hoeft te worden. Wel dient de verkeersintensiteit in ogenschouw genomen te worden om te bepalen of er maatregelen genomen moeten worden.
Dewoningen komen aan de Waide, een bestemmingsweg speciaal voor het woonbuurtje. Hiervan is
de verkeersintensiteit zo laag dat er geen extra maatregelen genomen hoeven te worden. De Kerkenweg ligt achter twee rijen vrijstaande woningen en heeft een zodanige afstand dat ook deze weg niet maatgevend is voor nader onderzoek.


Conclusie

Geconcludeerd wordt dan ook dat in kader van geluid van bedrijven, spoor en wegverkeer aan alle
voorwaarden worden voldaan. Het aspect geluid vormt geen belemmering voor het plan.

5.3 Riolering/water

Het betreffende perceel valt onder het beheersgebied van het waterschap Velt en Vecht. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Watersysteemplan en in het waterplan van de gemeente Emmen.


Stedelijke wateropgave

In het kader van het verkennend onderzoek naar de stedelijke wateropgave is voor gemeente Emmen de conclusie dat de wateropgaaf ca. 26.000 m3 is. Deze wateropgaaf is bedoeld om de verwachtte extra
neerslag door veranderende klimatologische omstandigheden te kunnen bergen in het eigen
watersysteem in de gemeente. Hierdoor wordt extra belasting van het hoofdafvoersysteem voorkomen
(vasthouden-bergen-afvoeren). De wateropgaaf is berekend voor de situatie met een overschrijdingsfrequentie van 1 keer per 100 jaar, waarbij rekening is gehouden met 10 % extra
neerslag, om de gevolgen van klimaatverandering in beeld te brengen.In het kader van het Lokaal
Bestuursakkoord Waterbeheer zijn afspraken gemaakt om zowel de huidige als de toekomstige waterbergingsbehoefte gezamenlijk uit te werken.


Riolering

Naast het inzamelen en afvoeren van afvalwater heeft het rioolstelsel een belangrijke functie in de
afwatering van de verharde oppervlakken in het plangebied. In een gemengd rioolstelsel worden
afvalwater en regenwater 'gemengd' en vervolgens gezamenlijk afgevoerd naar de rioolwaterzuivering.

Tijdens perioden met meer neerslag kan het voorkomen dat de rioolberging geheel gevuld raakt en zal
rioolwater via de riooloverstorten naar het oppervlaktewater stromen. Een gescheiden rioolstelsel houdt afvalwater en regenwater gescheiden. Afvalwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuivering, regenwater wordt rechtstreeks op het oppervlaktewater geloosd.

Het rioolstelsel in het plangebied is uitgevoerd als een gescheiden rioolstelsel. Dit is aangelegd ten
behoeve van de te realiseren woonbuurt. Ten behoeve van deze woningen blijft dit rioolstelsel
gehandhaafd. Het rioolstelsel voldoet aan de eisen. Er zijn geen hydraulische knelpunten bekend.

Het vuilwater en hemelwater dient vanuit de woning tot de kavelgrens gescheiden te worden aangelegd. Het vuilwater wordt aangesloten op het bestaande DWA-stelsel. Het regenwater wordt aangesloten op het bestaande RWA-stelsel. Vanwege hoge grondwaterstanden en de aanwezigheid van veen en
leemhoudend zand in het gebied is de mogelijkheid van infiltratie van regenwater in de ondergrond
beperkt.

Bij het aanleggen van een gescheiden rioolsysteem adviseren wij verschillende kleuren buizen
(bruin=vuilwater en groen=regenwater) te gebruiken. Hiermee wordt de kans op foutieve aansluitingen
verkleind.


Waterbeheer, (grond) waterkwantiteit - en kwaliteit

Het grondwaterpeil ligt op circa 14.40+ NAP en de weghoogte bedraagt 16.00+ NAP. Door boven het
wegpeil de woningen aan te leggen, kan worden voldaan aan de drooglegging. Geadviseerd wordt om de aanleghoogte op circa 16.30+ NAP aan te houden. Om bodemvervuiling tegen te gaan is het wenselijk om geen gebruik te maken van uitlogende materialen.

Waterschap

Gelet op afspraken met het waterschap dient het hemelwater bovengronds afgekoppeld te worden en te infiltreren. Om bodemvervuiling te voorkomen is het wenselijk om geen gebruik te maken van uitlogende materialen.

5.4 Archeologie

De archeologische waarden en verwachtingen zijn vertaald in de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie". Met deze vertaling is op eenvoudige wijze in beeld gebracht of archeologische waarden in het geding zijn of kunnen zijn en zo ja, op welke manier daarmee dient te worden omgegaan. Binnen de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie" is een onderverdeling gemaakt in 6 dubbelbestemmingen. Per dubbelbestemming zijn planregels opgenomen voor de te bouwen oppervlakte en een omgevingsvergunningsstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. De maatvoering voor vrijstelling is afhankelijk van de te verwachten waarden of verwachtingen en is vertaald naar oppervlakten en dieptes. In het onderhavige bestemmingsplan is sprake van de volgende dubbelbestemmingen Waarde- Archeologie 4.

Als leidraad om voor dit bestemmingsplan al dan niet een inventariserend archeologisch onderzoek uit te voeren is gekeken naar het oorspronkelijke provinciale beleid en de maten gehangen aan de dubbelbestemming Waarde-Archeologie 4.In het ontwerp van het archeologiebeleid wordt bij Waarde-Archeologie 4 uit gegaan van bodemkundige ingrepen die groter zijn dan 1.000 m2 of dieper dan 0,40 meter bedragen. Het plangebied is inmiddels bouwrijp gemaakt, waardoor de bovengrond ernstig verstoord is.

De te bouwen woningen is minder dan 1000 m2. In voldoende mate is aannemelijk gemaakt dat ter plaatse geen archeologische waarden nadelig worden beïnvloed als gevolg van het ruimtelijk plan, gezien de maximaal mogelijk oppervlakte aan bebouwing wat is toegestaan.. Wel blijft de meldingsplicht conform artikel 53 van de Monumentenwet van kracht. Dit houdt in dat mochten er tijdens de graafwerkzaamheden toch archeologische resten worden gevonden, de initiatiefnemer dit onmiddellijk dient te melden bij de gemeentelijk archeoloog, mevrouw C. Verschoor (tel. 140591 of mail c.verschoor@emmen.nl).

Conclusie

Op grond van de bekende historische, aardkundige en archeologische gegevens kan het betreffende perceel geïnterpreteerd wordt als een gebied met lage tot middelhoge archeologische dichtheid aan vindplaatsen en vondsten. Op basis van het ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Emmen blijkt dat de gehele omgeving van het plangebied is aangeduid als gebied met Waarde - Archeologie 4 aanduiding.

Hoewel dit bestemmingsplan nog niet is vastgesteld geeft dit wel al voldoende duidelijk aan welk standpunt geldt ten aanzien van archeologie. In gebieden die bestemd zijn als Archeologie - waarde 4 geldt dat een onderzoekplicht. Onder deze waarden geldt dat er geen nader onderzoek naar Archeologie hoeft plaats te vinden.

5.5 Flora en fauna

Gelet op de ligging van het plangebied en de te treffen ingreep valt niet te verwachten dat er nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten ontstaan. Een flora- en fauna-onderzoek is derhalve niet nodig. Wel geldt dat voor alle bouwactiviteiten voorzorgsmaatregelen genomen dienen te worden waardoor:

  • Planning aanvang werkzaamheden buiten het broedseizoen (globaal van half maart tot begin augustus) dient plaats te vinden;
  • Een week voor de werkzaamheden beginnen, het plangebied kort gemaaid dient te worden, zodat het plangebied ongeschikt wordt voor kleine zoogdieren en ze de kans krijgen om te vluchten;
  • (wortel)schade aan de (oude) bomen wordt voorkomen en geen graafwerkzaamheden binnen de kroonprojectie van deze oude bomen kan plaatsvinden.

5.6 Luchtkwaliteit

Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.