direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Emmen, Emmerhout (IKC)
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak95708-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Lindhorst Huisvestingsadviseurs B.V. heeft, in opdracht van de gemeente Emmen, een aanvraag voor een Wabo-omgevingsvergunning gedaan voor het bouwen van een integraal kindcentrum (IKC) met adres Houtweg 400 te Emmen. De aanvraag heeft betrekking op de onderdelen bouw en strijdigheid met het gebruik van het bestemmingsplan. Daarom is verzocht om de gewenste transformatie via één omgevingsvergunning, inclusief het deel "afwijking van het bestemmingsplan", te kunnen realiseren.

De aanvraag is genoteerd onder Zaak 95708-2015. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak95708--V701.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak95708-V701_0001.jpg"

Figuur 1.1: Locatie plangebied in omgeving (rood omkaderd vlak).

Hoofdstuk 2 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

2.1 Ligging en huidige situatie

Voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het perceel Houtweg 400, kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie L nummer 3305. Het perceel is gelegen tussen beide Houtwegen aan de oostzijde van het winkelcentrum Emmerhout, zie afbeelding 1.1 en 2.1. Het voormalige (gesloopte) gebouw werd gebruikt ten behoeve van onderwijs.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak95708-V701_0002.jpg"

Figuur 2.1: Luchtfoto met locatie (rood omkaderd vlak).

2.2 Beleid en planologische regeling

2.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef

Structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld in de raadsvergadering van september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. In de omgeving waarin het voorliggend plan Emmen, Emmerhout (IKC), NL.IMRO.0114.Zaak95708-V701 wordt gerealiseerd is vooral het thema Voorzieningen van belang.
Met voorliggende omgevingsvergunning wordt de bouw van een gebouw mogelijk gemaakt welke gebruikt gaat worden voor twee basisscholen, een kinderdagverblijf en een bibliotheek. Ten aanzien van het thema Voorzieningen wordt in de structuurvisie gestreefd om in principe de bestaande structuur te handhaven, tenzij zich nieuwe ontwikkelingen voordoen waarbij bundeling en functiecombinaties leiden tot meer efficiëntie. Het gaat om versterking van de bestaande ruimtelijke structuur van niet commerciële voorzieningen waarbij voor de invulling maatwerk noodzakelijk is per wijk of dorp. De realisatie van een Integraal KindCentrum (IKC) voldoet hieraan.

2.2.2 Masterplan Emmerhout

In het Masterplan Emmerhout, vastgesteld op 26 april 2007 door de raad wordt aangegeven dat de aanwezige bebouwing zal worden gesloopt. Het terrein wordt aangeduid als zijnde het voormalige CBB terrein. In het Masterplan Emmerhout wordt aangegeven dat het terrein is bedoeld voor realisatie van een zogenaamde 'Brede School'. Vanwege het beperkte ruimtebeslag wordt uitgegaan van een compacte opzet met lokalen aan weerszijden van een middenzone in twee bouwlagen. Het gebouw bestaat uit meerdere bouwdelen rond een schoolplein. Deze bouwdelen verspringen in de kromming van de Houtweg.

2.2.3 Bestemmingsplan

Het perceel is gelegen binnen het bestemmingsplan 'Emmen, Emmerhout' en is vastgesteld door de gemeenteraad op 20 december 2012. In dit bestemmingsplan heeft het perceel de bestemmingen bedoeld voor de functies Centrum, Groen en Verkeer. Daarnaast ligt over het gehele plangebied de dubbelbestemming Waarde-Archeologie 3.
Het aangevraagde is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Voorliggende ontwikkeling is niet meegenomen in het onlangs vastgestelde bestemmingsplan Emmen, Emmerhout daar dit bestemmingsplan slechts een actualisatie is van de huidige regelingen. Een dergelijke actualisatie van de bestaande regelingen heeft tot gevolg dat het opnemen van volledig nieuwe ontwikkelingen niet passend is Om die reden wordt middels dit ruimtelijke plan de realisatie van een integraal kindcentrum mogelijk gemaakt.

2.2.4 Algemene verklaring van geen bedenkingen

Om de gevraagde omgevingsvergunning te kunnen verlenen is het noodzakelijk dat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen afgeeft (artikel 2.27 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), jo artikel artikel 6.4 Besluit omgevingsrecht (Bor). De raad kan echter een algemene verklaring van geen bedenkingen voor bepaalde categorieën afgeven (artikel 6.5 lid 3 Bor). Voor het verlenen van een omgevingsvergunning is dan niet, voor elk afzonderlijk geval, een procedure via de raad vereist en dat spaart tijd. Bij de Crisis- en herstelwet (Chw) is het dan niet langer nodig om de omgevingsvergunning op te nemen in een bestemmingsplan, zoals dat voor een projectbesluit verplicht was (vervallen artikel 3.13 Wro). De Algemene verklaring van geen bedenkingen is vastgesteld op 28 april 2011 en voorziet onder punt 3 in de mogelijkheid om gehele of gedeeltelijke her- en verbouw en uitbreiding en nieuwbouw van ondergeschikte stedenbouwkundige betekenis, van alle bestaande gebouwen, binnen de bebouwde kom mits passend binnen de stedenbouwkundige structuur te realiseren.

2.2.5 Crisis en herstelwet

Het realiseren van een Integraal KindCentrum (IKC) ten behoeve van de huisvesting van twee basisscholen, een kinderdagverblijf en een bibliotheek valt niet onder één van de categorieën genoemd in de Crisis- en Herstelwet (Chw).

2.2.6 Kiezen voor Karakter, Visie erfgoed en ruimte - Wederopbouwgebieden

De Visie erfgoed en ruimte geeft aan hoe het rijk het onroerend cultureel erfgoed borgt in de ruimtelijke ordening, welke prioriteiten het kabinet daarbij stelt en hoe het wil samenwerken met publieke en private partijen. Vanuit een brede erfgoedvisie wordt ingezoomd op de meest actuele en urgente opgaven van nationaal belang. De visie is complementair aan de Structuurvisie infrastructuur en ruimte. De heersende opvatting in de visie is dat verankering van cultureel erfgoed in de ruimtelijke ordening vraagt om twee zaken. In de eerste plaats dient het belang van het cultureel erfgoed volwaardig mee te worden genomen in de integrale afweging van belangen die plaatsvindt ten behoeve van het goed functioneren van de ruimte. In de tweede plaats dient cultureel erfgoed dat van bijzondere betekenis is, te worden benoemd. Zo kan er op voorhand rekening mee worden gehouden in ruimtelijke plannen en ontwikkelingsprocessen

Op basis van onderzoek van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zijn 30 gebieden geselecteerd uit de periode 1940-1965 die van nationaal cultuurhistorisch belang zijn. De gebieden zijn beoordeeld op o.a. de kwaliteit van het oorspronkelijke plan c.q. ontwerp, de toenmalige ontwerpprincipes, de huidige stedenbouwkundige gaafheid en zeldzaamheid, de voorbeeldfunctie van ontwerp en uitvoering, het (inter)nationale belang en hun huidige cultuurhistorische waarde. Hierbij is onderscheid gemaakt naar drie typen gebieden: 1) de daadwerkelijk wederopgebouwde kernen / gebieden (herstel oorlogsschade), 2) naoorlogse woonwijken en 3) landelijk gebied (reconstructie na oorlogsschade, ruilverkavelingen en nieuw land) . De woonwijken Emmermeer, Angelslo, Emmerhout zijn oa op basis van de volgende fysieke kwaliteiten:

  • I. - compositie van 3 wijken rond bos in voormalig veengebied
  • II. - hiërarchisch stratenpatroon met centraal gelegen voorzieningenstroken
  • III. - experimentele woningbouw en ruime groenvoorziening

van nationale betekenis. Nav deze aanwijzing al wederopbouwgebied wordt in hoofdstuk vier van deze ruimtelijke onderbouwing kort de cultuurhistorie beschreven van Emmerhout en wordt aangegeven hoe de realisatie van het Integraal Kindcentrum als passend kan worden beschouwd.

2.2.7 Conclusie

De aanvraag voor de bouw van een Integraal KindCentrum past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie "Gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef" en het "Masterplan Emmerhout". Door het plan wordt door bundeling en functiecombinaties een grotere efficiëntie bereikt.

Hoofdstuk 3 Onderzoeken

3.1 Archeologie

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

Het plangebied Houtweg 400 te Emmen ligt op de Hondsrug. Binnen driehonderd meter omtrek zijn geen meldingen bekend van archeologische waarden. Op iets grotere afstand zijn resten gevonden van onder meer bewoning en begraving die vooral dateren uit de periodes neolithicum, bronstijd en ijzertijd. Voordat de wijk Emmerhout werd aangelegd, was het plangebied in gebruik als akker. De bodem op het terrein is sterk verstoord. Er zijn geen intacte bodemlagen of dekzandlagen aangetroffen. Het onderzoek heeft geen vondsten opgeleverd zoals van bewerkt vuursteen of scherven aardewerk.

Door de sterk verstoorde bodem op het terrein zullen eventuele archeologische grondsporen verloren zijn gegaan. De archeologische verwachting kan naar beneden toe worden bijgesteld.

Aangezien de bodem sterk is aangetast, is het niet nodig een nader archeologisch onderzoek uit te voeren. Als bij toekomstig graafwerk onverhoopt toch archeologische sporen worden aangetroffen of archeologische vondsten worden gedaan, dan dient hiervan direct melding te worden gemaakt conform de Monumentenwet 1988, artikel 53. Het volledige archeologische onderzoek is opgenomen als bijlage 1 bij de toelichting.

3.2 Ecologie

De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Aangezien er plannen zijn voor de realisatie van een Integraal KindCentrum aan de Houtweg 400 te Emmen en deze activteit kan samengaan met effecten op beschermde soorten, is een verkennend ecologisch onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van beschermde planten- en diersoorten.

Er is vastgesteld dat er in het plangebied vleermuizen (gewone dwergvleermuis en laatvlieger) kunnen vliegen/foerageren in lage dichtheid. Deze dieren kunnen er gewoon blijven vliegen in de aanleg- en gebruiksfase. Effecten op vleermuizen worden derhalve uitgesloten. Sporadisch kunnen er zwervende eekhoorns voorkomen. De eekhoorn zal geen wezenlijk effect gaan ondervinden van de plannen. In de groenstrook kunnen daarnaast algemene broedvogels voorkomen. Voor deze broedvogels geldt dat werkzaamheden moeten worden uitgevoerd buiten het broedseizoen of op een manier dat vogels niet tot broeden komen. Het voorkomen van overige beschermde soorten wordt uitgesloten.

Op grond van bovenstaande analyse worden effecten op beschermde soorten uitgesloten; de realisatie en uitvoering van het plan is niet in strijd met met het gestelde binnen de Flora- en faunawet.

Bij ruimtelijke ingrepen of voornemens om werkzaamheden uit te voeren, dient vooraf goed te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn. De initiatiefnemer is voor het onderzoek zelf verantwoordelijk. Indien toch uit gegevens dan wel onderzoek blijkt dat er sprake is van (een) beschermde soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de (bouw)werkzaamheid c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden na verlening van afwijking op grond van artikel 75 van de Flora en faunawet (FFW). Overigens geldt voor alle bouwactiviteiten er voorzorgsmaatregelen genomen dienen te worden waardoor:

  • Planning aanvang werkzaamheden buiten het broedseizoen (globaal van half maart tot begin augustus) dient plaats te vinden;
  • Een week voor de werkzaamheden beginnen, het plangebied kort gemaaid dient te worden, zodat het plangebied ongeschikt wordt voor kleine zoogdieren en ze de kans krijgen om te vluchten;
  • (wortel)schade aan de (oude) bomen wordt voorkomen en geen graafwerkzaamheden binnen de kroonprojectie van deze oude bomen kan plaatsvinden.

Het ecologisch onderzoek is als bijlage 2 opgenomen in de toelichting.

3.3 Milieu

3.3.1 Vormvrije m.e.r.

In voorliggend bouwplan komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen (vormvrije) m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

3.3.2 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.

In oktober 2015 is een verkennend milieukundig bodemonderzoek op de locatie Houtweg 400 te Emmen uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt het volgende:

  • zintuiglijk zijn geen afwijkingen waargenomen die kunnen duiden op het voorkomen van een bodemverontreiniging;
  • in één mengmonster van de bovengrond en in één mengmonster van de ondergrond zijn licht verhoogde gehalten aan PCB's gemeten. In de overige mengmonsters van de boven- en ondergrond zijn voor geen enkele van de onderzochte parameters gehalten boven de achtergrondwaarde gemeten;
  • binnen 5 m -mv is geen grondwater aangetroffen en derhalve is geen grondwateronderzoek uitgevoerd.

Uit het onderzoek blijkt dat de hypothese "niet verdacht" voor het terrein formeel dient te worden verworpen. De gemeten overschrijdingen van de achtergondwaarde zijn echter dermate gering, dat zij vanuit milieukundig oogpunt geen bezwaar vormen. Nader onderzoek is daarom niet noodzakelijk.

De rapportage is voldoende voor de omgevingsvergunning. Hergebruik van de vrijkomende grond is voor klasse Wonen.

Het bodemonderzoek en de beoordeling van dit onderzoek zijn opgenomen als bijlagen 3 en 4 bij de toelichting.

3.3.3 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrens- waarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

3.3.3.1 Inleiding

In opdracht van de gemeente Emmen is een akoestisch onderzoek beoordeeld in verband met de realisatie (inpassing) van een Integraal Kindcentrum (IKC) in de wijk Emmerhout in Emmen. Het onderzoek maakt deel uit van een bestemmingsplanprocedure. Het onderzoek is uitgevoerd voor de ruimtelijke onderbouwing van de wijziging van het bestemmingsplan en kan in een later stadium worden gebruikt bij de melding (de inrichting valt onder het Activiteitenbesluit). Het betreft het akoestisch onderzoek van Spreen met projectnummer 20150986 van 9 november 2015.

3.3.3.2 Bevindingen naar aanleiding van het akoestisch onderzoek

Het IKC kan zowel beschouwd worden als een geluidsgevoelige functie en als een geluidsbelastende functie. De voorziening dient huisvesting te bieden aan twee scholen, kinderopvang, logopedie en een bibliotheek. Het IKC is een geluidsgevoelige functie ten opzichte van de wegen in de nabije omgeving. Het plangebied is gelegen binnen de geluidzones van de Houtweg, de Laan van het Kwekebos en de Laan van het Kinholt. De geluidsbelasting ten gevolge van deze wegen is getoetst aan de Wet geluidhinder (Wgh). Het IKC is een geluidsbelastende functie ten opzichte van de geluidgevoelige objecten in de directe omgeving. De ruimtelijke inpassing van de inrichting is inzichtelijk gemaakt. De inrichting valt daarnaast onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit Milieubeheer.

Toetsing Wet geluidhinder

Bij de realisatie van woningen, scholen of andere geluidsgevoelige bestemmingen moeten de wettelijke grenswaarden in acht worden genomen. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai bedraagt Lden = 48 dB. Aangezien de school alleen overdag in gebruik is, is de geluidsbelasting alleen in de dagperiode (Lday) beschouwd. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de berekende geluidsbelasting, ten gevolge van de Houtweg, op de maatgevende gevel van het IKC Lday = 52 dB (incl. aftrek art. 110g Wgh) bedraagt. Deze geluidsbelasting ligt hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, maar niet hoger dan de grenswaarde van 63 dB. Gelet op de ligging en beperkte geluidsgevoelige eenheden kan geconcludeerd worden dat bron- en overdrachtsmaatregelen (stiller wegdektype, afschermende voorzieningen) uit oogpunt van kosten niet gewenst zijn of uit stedenbouwkundig oogpunt niet inpasbaar zijn. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de berekende geluidsbelastingen ten gevolge van de Laan van het Kwekebos / Laan van het Kinholt op de maatgevende gevel van het IKC Lday = 45 dB bedraagt. Daar de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet wordt overschreden, zijn er met betrekking tot deze weg vanuit akoestisch oogpunt geen bouwbeperkingen. Om een goed woon- en leefklimaat in het Integraal Kindcentrum te waarborgen, dient er een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd naar de geluidswering van de gevels in verband met de toetsing aan het Bouwbesluit. Actie gemeente Emmen

Toetsing ruimtelijke inpassing

Voor het beoordelen van de ruimtelijke inpassing is aansluiting gezocht bij de VNG publicatie “Bedrijven en milieuzonering”. Scholen voor basisonderwijs worden in de VNG-publicatie “Bedrijven en milieuzonering” aangeduid als een categorie 2 bedrijf, waarbij een richtafstand voor geluid is opgenomen van 30 meter. Dit geldt tevens voor parkeerplaatsen. Volgens de VNG-publicatie kunnen, indien de aard van de omgeving dit rechtvaardigt, gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden bij het omgevingstype gemengd gebied. In de nabije omgeving van het IKC zijn diverse winkels, horeca en kleine bedrijven gelegen. Tevens ligt het IKC direct aan de Houtweg welke als een hoofdstructuur kan worden aangemerkt. Op basis van het voorgaande kan de omgeving van het IKC worden aangemerkt als gemengd gebied en kan de richtafstand, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd tot 10 meter. De afstanden tussen de schoolpleinen/parkeerplaatsen en de woningen bedragen tenminste 30 meter. De fietsenstalling in het noordoostelijk gedeelte van het plan ligt op 23 meter van het flatgebouw Het Waal 72 t/m 102. Daar aan de richtafstand van 10 meter kan worden voldaan, is er sprake van voldoende ruimtelijke scheiding tussen het IKC en de geluidsgevoelige functies in de omgeving. De situatie is ruimtelijk inpasbaar.

Toetsing Activiteitenbesluit

De inrichting valt onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit en de bijbehorende grenswaarden (etmaalwaarde 50 dB(A) langtijdgemiddeld beoordelingsniveau en 70 dB(A) maximaal geluidsniveau). Hierbij geldt dat voor de maximaal geluidsniveau in de dagperiode de waarden niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten en hoeft het stemgeluid niet te worden beoordeeld. Uit het akoestisch onderzoek blijkt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, tijdens de representatieve bedrijfssituatie op de maatgevende woningen ten hoogste 43 dB(A) etmaalwaarde bedraagt. Hiermee wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A).Het ontwerp met betrekking tot de technische installaties is nog niet bekend. Geadviseerd wordt in het Programma van Eisen voor de technische installaties randvoorwaarden op te nemen met betrekking tot de toelaatbare geluidsbelasting op de geluidsgevoelige bestemmingen in de omgeving (bijvoorbeeld 45 dB(A) etmaalwaarde). Er blijft dan voldoende geluidsruimte over voor de overige geluidsbronnen op het terrein van het IKC. Het hoogste maximale geluidsniveau, tijdens de representatieve bedrijfssituatie, bedraagt op de op de maatgevende woningen ten hoogste 57 dB(A) in de dag- en avondperiode. Hiermee wordt voldaan aan de standaardgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit.

Indirecte hinder

In het akoestisch onderzoek is de geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer naar en van de inrichting (indirecte hinder) bepaald. De geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer naar en van de inrichting bedraagt op de maatgevende woning ten hoogste 48 dB(A) etmaalwaarde. Hiermee wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A).

3.3.3.3 Conclusie

In onderliggende memo is het akoestisch onderzoek in verband met het nieuw te realiseren Integraal Kindcentrum (IKC) in de wijk Emmerhout in Emmen beoordeeld en akkoord bevonden. Het IKC kan zowel beschouwd worden als een geluidsgevoelige functie en als een geluidsbelastende functie. Het college van B&W van de gemeente Emmen dient te worden verzocht voor het nieuw te realiseren IKC een hogere waarde vast te stellen van Lday 52 dB vanwege wegverkeer (de Houtweg). Om een goed woon- en leefklimaat in het Integraal Kindcentrum te waarborgen, dient er een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd naar de geluidswering van de gevels in verband met de toetsing aan het Bouwbesluit.

Er wordt voldaan aan de standaardgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Het ontwerp met betrekking tot de technische installaties is nog niet bekend. Geadviseerd wordt in het Programma van Eisen voor de technische installaties randvoorwaarden op te nemen met betrekking tot de toelaatbare geluidsbelasting op de geluidsgevoelige bestemmingen in de omgeving (bijvoorbeeld 45 dB(A) etmaalwaarde). Er blijft dan voldoende geluidsruimte over voor de overige geluidsbronnen op het terrein van het IKC.

Het akoestisch onderzoek en de beoordeling hiervan zijn opgenomen als bijlagen 5 en 5 van de toelichting. Het concept besluit hogere waarden is opgenomen als bijlage 7 bij de toelichting.

3.3.4 Lucht

Het gedane luchtonderzoek richt zich op de luchtemissies van de plaatselijke wegen en houdt rekening met de heersende achtergrondniveaus ter plaatse. Uit de rekenresultaten blijkt dat in de beschouwde zichtjaren ruimschoots aan de grenswaarden voor de beschouwde stoffen wordt voldaan. Verwacht wordt dat in de 10 jaar na planrealisatie de concentraties en overschrijdingen afnemen door het schoner worden van het wagenpark. Ook laten de landelijke metingen van het RIVM nog steeds een daling van concentraties zien. Het is derhalve zonder meer uit te sluiten dat de grenswaarden voor fijstof, zeer fijn stof en stikstofdioxide in het plangebied zullen worden overschreden. Het beschouwde plan kan worden gerealiseerd zonder belemmeringen ten aanzien van de Wet luchtkwaliteit.

Het luchtkwaliteitsonderzoek is opgenomen als bijlage 8 bij de toelichting.

3.3.5 Externe veiligheid

In het kader van regelgeving in relatie tot Externe Veiligheid zijn er geen belemmeringen voor het realiseren van een Integraal KindCentrum op deze locatie.

3.4 Waterparagraaf

3.4.1 Inleiding

Uitgangspunt bij een watertoets is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.
In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem ten behoeve van de nieuwe ontwikkeling aan de Houtweg is ingericht en of fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden.

3.4.2 Ligging plangebied

Het perceel Houtweg 400 is gelegen in de wijk Emmerhout, ten oosten van het winkelcentrum. Het terrein was tot voor kort in gebruik voor een school. Het betreffende pand hiervoor is inmiddels gesloopt. Er is voldoende ruimte voor parkeren.
Het bouwplan betreft het realiseren van bebouwing voor de huisvesting van drie scholen, een kinderdagverblijf en een bibliotheek. Het bouwplan betreft geen toename van verhard oppervlakte. Vooraf is dan ook geen contact gezocht met het waterschap.

3.4.3 Waterhuishouding en afvoer van water

Het perceel liggt in het stroomgebied Rijn- Oost en valt onder het beheersgebied van het waterschap Velt en Vecht. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Waterbeheerplan van waterschap Velt en Vecht en in het waterplan van de gemeente Emmen.

Ten behoeve van de nieuwe bebouwing wordt een gescheiden riolering aangelegd. Het vuilwater gaat onder de Houtweg door naar de noordkant van de Houtweg en wordt aangesloten op het bestaand stelsel. Het regenwater zal middels infiltratiebuizen aansluiten op het bestaande infiltratiestelsel van het winkelcentrum. Verharding neemt niet toe en behoeft niet te worden gecompenseerd.

3.4.4 Wateradvies waterschap

Er wordt rekening gehouden met bestaande wetten en regels op het gebied van de waterhuishouding. Vooraf is geen contact geweest met het waterschap.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Projectlocatie

De locatie voorhet Integraal Kindcentrum Emmerhout is gelegen tussen de Houtwegen. Vanaf de Bosweg splitst de Houtweg zich in twee wegen. Die twee wegen verwijden zichboogvormig en komen weer samen bij de N391. Aldus ontstaat er tussen de twee wegen een middengebied waar de centrumvoorzieningen van Emmerhout zijn ondergebracht. In dit middengebied krijgt het nieuwe kindcentrum een plaats. Het stedenbouwkundige ontwerp van Emmerhout behoort tot een van de iconische verkavelingen van de stedenbouwkundige geschiedenis in Nederland. Met de eerste woonerven van Nederland, de functionalistische ontwerpbenadering en de kubistische beeldtaal is Emmerhout tot op heden een kenmerkend deel van Emmen. Opmerkelijk aan het kaartbeeld van de wijk zijn de vertandingen en de asverschuivingen in de bouwblokken. Het is de wijze waarop op een kubistische manier een organische lijn wordt genaderd. Rondom de Houtwegen en dichtbij de lokatie voor het kindcentrum zijn die versprongen bouwblokken goed herkenbaar. Er is de laatste jaren veel veranderd en bijgebouwd in het gebied tussen en rondom de Houtwegen. Daarbij is te zien dat de waarden uit de oude verkaveling zijn opgenomen en doorgezet in de nieuwe bebouwing. Met het ontwerp van het Kindcentrum hebben we deze trend opgepakt en een aan de huidige tijd aangepaste lezing gegeven van de functionele en kubistische architectuur van weleer.

4.2 Projectplan

Het nieuwe Kindcentrum Emmerhout gaat onderdak bieden aan twee basisscholen, OBS De Kubus en RK/PC Kristalla, stichting peuterwerk en bibliotheek Emmen. Het gebouw wordt opgezet in twee bouwlagen en heeft een totaal oppervlak van ca. 3600 m2. De hoofdvorm volgt de beeldtaal van de wijk en bestaat uit een bouwblok met sprongsgewijze geledingen. De verkeersveilige toenadering van het gebouw vanuit de omliggende wegen is opgezet in samenwerking met Veilig Verkeer Nederland. Dat heeft geresulteerd in een indeling van de kavel in twee domeinen. Een domein voor gebouw en speelplaatsen en een domein voor parkeren en stallingen. Het domein met de stallingen bevat een parkeerplaats die zo is opgezet dat er eenvoudig kan worden rondgereden met een minimum aan oponthoud. Deze parkeerplaats is gekoppeld en maakt deel uit van een kiss&ride voorziening. Noordelijk van de parkeerplaats is een fietsenstalling geprojecteerd. Hierin zijn alle fietsstallingsplaatsen voor het gehele kindcentrum opgenomen. Via een netwerk van paadjes zijn de verschillende entrees van het gebouw met de fietsenstalling verbonden. Het kaveldomein met gebouw en speelplaatsen is zo ingericht dat het gebouw daarin centraal is geplaatst. Dat betekent dat de speelplaatsen rondom het gebouw zijn gesitueerd. De begrenzing van de speelplaatsen wordt ondersteund door lineaire groene hagen die, conform het beeldrijm met de verkaveling, ten opzichte van elkaar verspringen. Deze hagen zijn in de huidige situatie ook al aanwezig en worden waar nodig aangevuld om de inbedding van het gebouw te versterken. De gehele kavel is omgeven door een gordel van groen die het gebouw een mooie natuurlijke voorgrond geeft.

4.3 Het ontwerp van het gebouw

Het kindcentrum Emmerhout is een belangrijk maatschappelijk gebouw voor de wijk. Het is daarom passend dat het een plaats heeft gekregen in het door de Houtwegen omgeven centrumgebied. Om dat belang te versterken hebben we de hoofdentree een plaats gegeven aan de bestaande weg die parallel aan de zuidelijke Houtweg loopt. Deze weg is tevens in gebruik voor de ontsluiting van de parkeerplaats voor de school. Aan het eind van deze weg is een entreeplein ingericht. Om de betekenis van dit entreeplein op stedenbouwkundige schaal te versterken is er een luifel overheen gespannen. Deze ranke constructie ontwikkeld zich als een uitloper van het dak en steekt ca.19 meter uit. De hoek van het gebouw onder de luifel is volledig beglaasd en biedt een zicht in de royale ontmoetings- en ontvangstruimte. De luifel is middels een insnijding in het dak met dakbeglazing doorgezet tot diep in het gebouw. Vanuit het interieur ondersteund deze lichtlijn de verbinding van de ruimten voor het kind met de ruimten van het centrum. Vormgeving en beeldtaal van de school leggen op deze manier een subtiel verband tussen de school en de samenleving in de wijk.De hoofdvorm van de school is ondanks de geleding buitengewoon compact. De grondvorm ervan heeft geleid tot een plattegrond waarin alle lesruimten als een krans langs de gevelomtrek liggen. Dat laat een middengebied vrij waarin alle onderwijs ondersteunende ruimten zijn ondergebracht. Om die ondersteunende ruimten heen is een dubbelcorridor gemaakt. Als het ware een lusvormige ontsluiting. Dit betekent dat je rond kunt lopen en nimmer dezelfde weg terug hoeft te nemen. Dat geeft rust in het gebouw, geen onnodig heen en weer geloop en verschaft de gebruikers de vrijheid linksom of rechtsom te lopen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak95708-V701_0003.png"

figuur 4.1. impressie entreeplein (bron: architecten- en ingenieursbureau kristinsson bv)

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak95708-V701_0004.jpg"

figuur 4.2. impressie vogelvlucht (bron: architecten- en ingenieursbureau kristinsson bv)

4.4 Verkeersstructuur

In het Kindcentrum zullen naar verwachting ongeveer 500 tot 520 kinderen worden gehuisvest. Daarnaast is er een kleine bibliotheek en een kinderopvang/peuterspeelzaal. Een deel hiervan, ongeveer 15%, wordt dagelijks met de auto gebracht en gehaald.

In de parkeerbalans die in het verleden is opgezet is uitgegaan van 502 leerlingen/docenten en 500 m2 voor de kinderopvang/peuterspeelzaal. Daarvoor zijn in totaal 82 parkeerplaatsen (76 voor scholen en 6 voor kinderopvang/peuterspeelzaal) nodig. Dit wordt deels op eigen terrein bij school opgevangen (36 parkeerplaatsen) en de overige plaatsen zijn meegenomen in de plannen van het winkelcentrum. Hiervoor is gerekend met een dubbelgebruik van de parkeerplaatsen ten oosten van het winkelcentrum.

Om de veiligheid van de voetgangers en fietsers te waarborgen is gekozen voor een inrichting waarbij het snelverkeer en het langzame verkeer in de directe omgeving van school zo veel mogelijk wordt gescheiden en waarbij directere verbindingen komen voor fietsers en voetgangers.

Via het bestaande parkeerterrein bij het winkelcentrum kan de fietsenstalling worden bereikt. Deze kan uiteraard ook worden bereikt via het parkeerterrein direct bij school. De fietsenstalling heeft een capaciteit van 320 fietsen. Daarnaast wordt aan de oostkant van school ook een fietsenstalling gerealiseerd om zo het fietsverkeer uit de oostelijke kant van de wijk af te vangen. Deze hoeft dan niet over een van beide parkeerterreinen te fietsen. Om het fietsverkeer te stimuleren wordt een directe fietsverbinding gerealiseerd. Dit betekent dat er fietsstroken worden aangebracht op de beide Houtwegen tussen het winkelcentrum en de Laan van het Kinholt/Kwekebos.

Ook voor het voetgangersverkeer wordt een directe verbinding aangelegd tussen De Schans en het winkelcentrum. Deze gaat lopen ten zuiden van de noordelijke Houtweg. Op het terrein dicht bij school worden de voetgangers gescheiden van het overige verkeer door middel van voetpaden.

4.5 Ontstaansgeschiedenis en cultuurhistorie

De wijk Emmerhout was na Angelslo de tweede grote uitbreiding van Emmen. Emmerhout bouwt voort op principes van Angelslo wat betreft de strakke oriëntatie van de woningen, maar wijkt in een aantal opzichten ook heel sterk af. Door de ruime groene opzet van Angelslo vond men dat de afstanden tot het voorzieningencentrum te groot waren geworden. Emmerhout kent daardoor beduidend minder groen binnen de buurten. Dit is gecompenseerd door de hoofdontsluitingswegen extra brede groenprofielen te geven.

Emmerhout dankt haar naam aan de ligging; voor de aanleg van de wijk is 25 ha van de Emmerdennen gerooid. De wijk ligt aan de westzijde tegen dit bosgebied, wat in de buurten aan deze zijde zorgt voor een bijzonder woonklimaat.

Centraal in de wijk ligt de Houtlaan. Deze splitst zich in twee aparte banen waartussen het winkel- en voorzieningencentrum van de buurt is gelegen. Voorzieningen binnen de verschillende buurtjes zijn beperkt tot scholen voor het basisonderwijs. Rond dit wijkcentrum bevindt zich een zone met woningen (gedeeltelijk gerenoveerd) in ruim bemeten groen. Het gedeelte van de wijk ten zuiden van de Houtlaan kent een duidelijke indeling in drie buurten gescheiden door de hoofdontsluiting. Het gedeelte ten noorden van de Houtlaan kent een minder duidelijke indeling; de hoofdontsluiting slingert zich met een lus rond en tussen de verschillende buurtjes.

Het als eerste ontwikkelde, zuidelijke deel van Emmerhout kent alleen plat afgedekte woningen. In het gedeelte ten noorden van de Houtweg staan voornamelijk woningen met een kap. Hiermee is duidelijk afstand genomen van de strakke woningtypologie van Angelslo met platte daken.

De wijk Emmerhout is echter compacter dan de wijk Angelslo, met één volwaardig winkelcentrum en zonder buurtcentra. De groene zones werden niet meer op het formaat van Angelslo toegepast. In Emmerhout kwamen bescheidener groene stroken tussen de buurten; met fiets- en voetgangersroutes maar zonder uitgesproken sociale functie. Voor de herontwikkeling van Emmerhout is een masterplan opgesteld door De Nijl architecten (Masterplan Emmerhout, De Nijl architecten, februari 2007). Dit plan voorziet in een renovatie van het wijkcentrum en omgeving en een concentratie van scholen in het centrumgebied. De bouw van het Integraal Kindcentrum is een uitwerking van deze concentratie van scholen in het centrumgebied.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide procedure van toepassing.

De terinzagelegging van de ontwerpbesluiten is op 17 maart 2016 gepubliceerd in In Emmen en de Staatscourant.

Met ingang van 18 maart 2016 heeft het ontwerp van de vergunning voor zes weken voor een ieder ter inzage liggen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend.

Bij de inpassing van het Integraal KindCentrum is sprake van een stedenbouwkundig- en milieutechnisch inpasbare situatie. De aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan. Daartoe is een aanvraag gedaan tot een Wabo-vergunning in strijd met het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager, de gemeente Emmen. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.