direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Emmen, De Winkelakkers 34
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak85638-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De Lidl Nederland GmbH heeft een aanvraag voor een Wabo-omgevingsvergunning gedaan voor de uitbreiding/aanleg van het bestaande parkeerterrein behorende bij supermarkt De Lidl aan de Noordbargerstraat. De uitbreiding/aanleg van het parkeerterrein wordt gerealiseerd op het perceel De Winkelakkers 34. Het perceel De Winkelakkers 34 heeft in het geldende bestemmingsplan 'Emmen, Het Hoge Loo' de bestemming 'Wonen-Vrijstaand'. Binnen de bestemming 'Wonen-Vrijstaand' is de realisatie mogelijk van vrijstaande woningen, bijgebouwen, tuinen en erven. Een parkeerplaats ten behoeve van detailhandel is niet toegestaan. De aanvraag heeft betrekking op de strijdigheid met het bestemmingsplan. Daarom is verzocht om de gewenste transformatie via een omgevingsvergunning te kunnen realiseren.

De aanvraag betreft de uitbreiding/aanleg van een parkeerterrein. De aanvraag is genoteerd onder Zaak 85638: Emmen, De Winkelakkers 34. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak85638--V701

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak85638-V701_0001.jpg"

Figuur 1.1: Locatie plangebied in omgeving (rode vlak).

Hoofdstuk 2 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

2.1 Ligging en huidige situatie

Voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het perceel De Winkelakkers 34 te Emmen, kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie D, nummers 11970 G en 12193 G. Het perceel is gelegen ten oosten van de Hondsrugweg en ten zuiden van supermarkt De Lidl aan de Noordbargerstraat, zie afbeelding 1 en 2. Op het perceel staat een vrijstaande woning. Deze woning zal worden gesloopt ten behoeve van de uitbreiding/aanleg parkeerterrein.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak85638-V701_0002.jpg"

Figuur 2.1: Luchtfoto met locatie (gele vlak).

2.2 Beleid en planologische regeling

2.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef

Structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld in de raadsvergadering van september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. In de omgeving waarin het voorliggend plan Emmen, De Winkelakkers 34, NL.IMRO.0114.Zaak85638-V701 wordt gerealiseerd zijn vooral de thema's Werken en Voorzieningen van belang.
Met voorliggende omgevingsvergunning wordt de uitbreiding/aanleg van het parkeerterrein mogelijk gemaakt. Ten aanzien van het thema werken in het centrum wordt in de structuurvisie gestreefd om het bestaande winkelapparaat instand te houden en op te waarderen. Ten aanzien van het thema voorzieningen moet worden gestreefd naar een verdere versterking van het stedelijk winkelcentrum. Het huidige plan voorziet in de instandhouding en opwaardering en versterking van het bestaande winkelapparaat.

2.2.2 Bestemmingsplan

Het perceel De Winkelakkers 34 is gelegen binnen het bestemmingsplan 'Emmen, Het Hoge Loo en vastgesteld door de gemeenteraad op 29 september 2011. In dit bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming 'Wonen-Vrijstaand' en is bedoeld voor vrijstaande woningen, bijgebouwen, tuinen en erven.
Het aangevraagde is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Om die reden wordt middels dit ruimtelijke plan de ontwikkeling van de aanleg/uitbreiding van het bestaande parkeerterrein bij supermarkt De Lidl aan de Noordbargerstraat mogelijk gemaakt.

2.2.3 Algemene verklaring van geen bedenkingen

De Algemene verklaring van geen bedenking vastgesteld op 28 april 2011, voorziet onder categorie 4 in de aanleg, wijziging en/of reconstructie van weginfrastructuur mits het karakter van de weg niet wordt aangetast. De aangevraagde uitbreiding/aanleg van het betreffende parkeerterrein is hieronder te brengen.

2.2.4 Conclusie

De aanvraag voor de aanleg/uitbreiding van het parkeerterrein ten behoeve van supermarkt De Lidl aan de Noordbargerstraat past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie "Gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef". Het plan voorziet in de instandhouding, opwaardering en versterking van het bestaande stedelijke winkelapparaat.

Hoofdstuk 3 Onderzoeken

3.1 Archeologie

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

Het perceel De Winkelakkers 34 is volgens de archeologische beleidsadvieskaart gelegen in een gebied met middelhoge of hoge archeologische waarden (Waarde - Archeologie 3).

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak85638-V701_0003.jpg"

figuur 3.1: Waarde - archeologie 3: Gebieden met middelhoge of hoge archeologische waarden

Dit zijn gebieden waar op basis van de geologische en bodemkundige opbouw en reeds aangetroffen archeologische resten een (middel)hoge kans op het aantreffen van (intacte) archeologische vindplaatsen bestaat. Deze zones worden gekenmerkt door een - al dan niet verscholen onder het huidige maaiveld - redelijk gaaf landschap met dekzandruggen en dekzandkoppen. Van concrete vindplaatsen is hier echter vooralsnog geen sprake. In hoofdzaak geldt een grote trefkans op nederzettingen, grafvelden, losse boerderijen, wegen, dijken, linies, kleine jachtkampen en losse vondsten uit alle perioden. In Emmen zijn dit globaal het gedeelte op de Hondsrug, de beekdalen en de delen van het veengebied dat niet tot in de ondergrond zijn ontgonnen.

Voor deze categorieën is een minimumoppervlak voor bodemverstoringen opgenomen van 1000 m² en een diepte van 30 cm onder maaiveld.

Ondanks de archeologisch verwachtingen is het voor deze verbouwing niet nodig om een archeologisch onderzoek uit te voeren. De aanleg/uitbreiding van de parkeerplaats op het perceel De Winkelakkers 34 is minder dan 1000 m².

3.2 Ecologie

De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Omdat de aanvraag de aanleg/uitbreiding van een parkeerplaats is op gronden die grotendeels verhard zijn, is er geen kans dat de flora en fauna in de omgeving wordt aangetast. Om die reden is geen flora en fauna-onderzoek noodzakelijk geacht.
Wanneer er toch plannen worden ontwikkeld voor ruimtelijke ingrepen of voornemens ontstaan om werkzaamheden uit te voeren, dient vooraf goed te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn. De initiatiefnemer is voor het onderzoek zelf verantwoordelijk. Indien uit gegevens dan wel onderzoek blijkt dat er sprake is van (een) beschermde soort(en) en de activiteit beschadiging of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de activiteit pas kunnen plaatsvinden na verlening van afwijking op grond van artikel 75 van de Flora en faunawet (FFW). Overigens geldt voor alle bouwactiviteiten er voorzorgsmaatregelen genomen dienen te worden waardoor:

  • Planning aanvang werkzaamheden buiten het broedseizoen (globaal van half maart tot begin augustus) dient plaats te vinden;
  • Een week voor de werkzaamheden beginnen, het plangebied kort gemaaid dient te worden, zodat het plangebied ongeschikt wordt voor kleine zoogdieren en ze de kans krijgen om te vluchten;
  • (wortel)schade aan de (oude) bomen wordt voorkomen en geen graafwerkzaamheden binnen de kroonprojectie van deze oude bomen kan plaatsvinden.

3.3 Milieu

3.3.1 Vormvrije m.e.r.

In voorliggend bouwplan komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen (vormvrije) m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

3.3.2 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.

De aanvraag betreft de aanleg/uitbreiding van een parkeerterrein. Met deze aanleg wordt de grond nauwelijks geroerd. Om die reden is geen bodemonderzoek uitgevoerd.

3.3.3 Geluid
3.3.3.1 Algemeen

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrens- waarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Er is een onderzoek verricht naar het geluid in de omgeving ten gevolge van de uitbreiding van het parkeerterrein van de vestiging van Lidl aan de Noordbargerstraat te Emmen. Doel van het onderzoek is de geluidbelasting in de (woon)omgeving ten gevolge van de uitbreiding van het parkeerterrein van de supermarkt te bepalen en te toetsen aan degrenswaarden zoals opgenomen in het 'Activiteitenbesluit milieubeheer'. Het betreft het akoestisch onderzoek van Peutz met projectnummer L 479-2-RA-001 van 14 maart 2014.

Het betreft een aangepast onderzoek naar aanleiding van een eerdere beoordeling van 11 maart jl.

3.3.3.2 Conclusie akoestisch onderzoek

Uit het onderzoek blijkt dat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) ten gevolge van de

activiteiten op de uitbreiding van het parkeerterrein van de supermarkt ter hoogte van demeest relevante beoordelingsposities ten hoogste ten hoogste 37 en 35 dB(A) bedraagt inrespectievelijk de dag- en avondperiode. In de nachtperiode vinden geen activiteiten plaatsop de uitbreiding van het parkeerterrein. De bijdrage van de uitbreiding is derhalveminimaal 10 dB(A) lager dan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit voor het LAr,LT tengevolge van de supermarkt als geheel van 50, 45 en 40 dB(A) voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Hiermee is deze bijdrage als verwaarloosbaar te beschouwen.

Het maximale geluidniveau (LAmax) ten gevolge van de supermarkt bedraagt ter hoogte vande dichtstbijzijnde woningen ten hoogste 65 dB(A) in de dag- en avondperiode. Hiermeewordt voldaan aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit van 70 dB(A) voor dedagperiode en 65 dB(A) voor de avondperiode. In de nachtperiode vinden geen activiteitenplaats op de uitbreiding van het parkeerterrein.

In het rapport zijn uitgangspunten gehanteerd waarmee de bovenstaande geluidsniveaus worden berekend en waarmee voldaan wordt aan de geluidsvoorschriften uit het Activiteitenbesluit. Voor het rijden van een winkelwagen is een geluidsvermogen van 82 dB(A) (gemiddeld) en 99 dB(A) (maximaal) gehanteerd. Hierbij is uitgegaan van een gladde verharding van de rijlopers (wegdelen die gebruikt worden voorrijden personenwagens en winkelwagens) bestaande uit asfalt of akoestisch gelijkwaardig. Dit dient als voorwaarde te worden opgenomen.

Het equivalente geluidniveau (LAeq) ten gevolge van het rijden van devoertuigen op de openbare weg van en naar de uitbreiding van de inrichting ten hoogste 36en 34 dB(A) bedraagt in respectievelijk de dag- en avondperiode. Deze bijdragen zijnderhalve minimaal 11 dB(A) lager dan de voorkeursgrenswaarden volgens de VROMcirculairevan 50 en 45 dB(A) in respectievelijk de dag- en avondperiode. Hiermee zijn deze bijdragen als verwaarloosbaar te beschouwen.

Het akoestisch onderzoek is akkoord. Bij toepassing van de gehanteerde uitgangspunten conform het akoestisch rapport, zoals de gehanteerde geluidsvermogens en het toepassen van een gladde verharding ter plaatse van de rijlopers wordt aan het toetsingskader voldaan. Dit dient als voorwaarde te worden opgenomen in/bij de omgevingsvergunning.

3.3.4 Lucht

De wijze van berekening van de concentraties luchtverontreinigende stoffen is vastgelegd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het verlenen van een omgevingsvergunning.

3.3.5 Externe veiligheid

In het kader van regelgeving in relatie tot Externe Veiligheid zijn er geen belemmeringen voor het realiseren van de parkeerplaatsen op deze locatie.

3.4 Waterparagraaf

3.4.1 Inleiding

Uitgangspunt bij een watertoets is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.
In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem ten behoeve van de nieuwe ontwikkeling aan de Boslaan is ingericht en of fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden. Naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de stedelijke wateropgave heeft het het wateradvies van het waterschap een duidelijke plaats gekregen.

3.4.2 Ligging plangebied

Het perceel De Winkelakkers 34 is gelegen ten oosten van de Hondsrugweg en ten zuiden van supermarkt De Lidl aan de Noordbargerstraat. Op het perceel staat een vrijstaande woning, het merendeel van het perceel is reeds verhard. Het terrein is grotendeels ingericht als oprit naar een tweetal garages. De aanleg/uitbreiding van de parkeerplaats betreft slechts een geringe toename van het verharde oppervlakte. Vooraf is dan ook geen contact gezocht met het waterschap.

3.4.3 Waterhuishouding

Het perceel liggt in het stroomgebied Rijn- Oost en valt onder het beheersgebied van het waterschap Velt en Vecht. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Waterbeheerplan van waterschap Velt en Vecht en in het waterplan van de gemeente Emmen.

Het verharde oppervlak neemt door de realisatie van het plan in geringe mate toe.

3.4.4 Afvoer van water

Het beleid van de gemeente Emmen en het waterschap is gericht op afkoppelen van hemelwater van de riolering en te lozen op oppervlaktewater of zo mogelijk te laten infiltreren in de bodem. Op deze manier wordt waar mogelijk geprobeerd extra ruimte voor water te maken. Ook wordt om wateroverlast te voorkomen naar extra afvoermogelijkheden gezocht. Probleem wat optreedt bij diverse initiatieven, is dat een deel van het gebied in een grondwaterbeschermingsgebied ligt. Infiltreren is daarom niet altijd toegestaan. Vanwege de grote hoeveelheid verharding in het centrum en de beperkte mogelijkheden om water in het plangebied te bergen wordt een robuuste bergingsvoorziening als het meest kansrijk gezien voor Kern Emmen te samen met waterafvoer voor de wijken Angelslo, Bargermeer Noord, Nieuw-Dordrecht, een deel van Barger-Oosterveld en de gehele Werkas Emmen.

3.4.5 Wateradvies waterschap

Er wordt rekening gehouden met bestaande wetten en regels op het gebied van de waterhuishouding. Vooraf is geen contact geweest met het waterschap.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Algemeen

In de bestaande situatie is de omgeving van de Lidl ingericht als parkeerplaats dit met uitzondering van de gronden behorende bij het perceel de Winkelakkers 34.

Het nu voorliggende plan regelt dat ook gronden van Winkelakkers 34 (sectie G 12193 en G 11970) als parkeerplaats kunnen worden ingericht. Met deze wijziging wordt de omgeving één afgerond geheel waarbij de randen van het nieuwe parkeerterrein een groeninrichting zullen krijgen. Hiermee wordt de overgang van parkeerplaats naar de naastgelegen bebouwing langs de Winkelakkers aanmerkelijk verbeterd wat met name voor aanwonenden een verbetering is.

Deze omgevingsvergunning maakt het voor de gevestigde supermarkt mogelijk een goed functionerend parkeerterrein in te richten waarbij de aan en afvoer van auto's beter is geregeld. Ook de bevoorrading van de winkel wordt met de herinrichting geoptimaliseerd.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide procedure van toepassing.

De terinzagelegging van de ontwerpbesluiten is op PM <datum> gepubliceerd in de Zuidoosthoeker en de Staatscourant.

Met ingang van 26 maart 2014 ligt het ontwerp van de vergunning voor zes weken voor een ieder ter inzage. Gedurende deze termijn zijn <wel/geen> zienswijzen ingediend.

Bij de inpassing van het parkeerterrein dient sprake te zijn van een stedenbouwkundig-, landschappelijk- en milieutechnisch inpasbare situatie. De aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan. Daartoe is een aanvraag gedaan tot een Wabo-vergunning in strijd met het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.