direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Nieuw-Amsterdam, woning Zijtak OZ 117
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak72031-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Adviesbureau De Stijll heeft namens de familie een aanvraag voor een wabo-omgevingsvergunning gedaan voor het bouwen van een woning met adres Zijtak OZ 117 te Nieuw-Amsterdam. Het bouwplan heeft als doel 79 studentenwoningen te realiseren in het voormalige kantoor. De aanvraag heeft betrekking op de onderdelen bouw en strijdigheid met het bestemmingsplan. Daarom is verzocht om één omgevingsvergunning, inclusief het deel "afwijking van het bestemmingsplan", te kunnen realiseren.

Het bouwplan betreft de herbouw van een vrijstaande woning (direct achter de bestaande woning).De aanvraag is genoteerd onder Zaak 72031-2015 De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak72031-V701

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak72031-V701_0001.png"

1.1: Locatie plangebied in omgeving (rode vlak).

Hoofdstuk 2 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

2.1 Ligging en huidige situatie

De voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het plangebied aan de Zijtak OZ 117 te Nieuw-Amsterdam. Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Emmen (EMN00), sectie AG, perceelnummer 1643. Het bouwplan betreft de herbouw van een vrijstaande woning (direct achter de bestaande woning).

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak72031-V701_0002.png"

Figuur 2.1: Luchtfoto met locatie (rode cirkel).

2.2 Beleid en planologische regeling

2.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef

Structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld in de raadsvergadering van september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. In de omgeving waarin het voorliggend plan Nieuw-Amsterdam, woning Zijtak OZ 117, NL.IMRO.0114.Zaak72031-V701 wordt gerealiseerd zijn vooral de thema's Wonen en Voorzieningen van belang.
Met voorliggende omgevingsvergunning wordt vervangende nieuwbouw van één woning mogelijk gemaakt. Ten aanzien van het thema wonen wordt in de structuurvisie gestreefd om de kwaliteit van de diverse woonmilieus te behouden dan wel te versterken en innoveren. Vervangende nieuwbouw voldoet hieraan.

2.2.2 Bestemmingsplan

Het plangebied valt onder het in 2012 geactualiseerde en inmiddels onherroepelijke bestemmingsplan , vastgesteld door de gemeenteraad op 22 december 2012. In het bestemmingsplan is het perceel bestemd als Wonen - Vrijstaand.

Het aangevraagde is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Het bouwen van een woning achter de gevellijn is op basis van het bestemmingsplan niet mogelijk.

2.2.3 Algemene verklaring van geen bedenkingen

Om de gevraagde omgevingsvergunning te kunnen verlenen is het noodzakelijk dat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen afgeeft (artikel, 2.27 Wabo, jo. artikel, 6,4 Besluit omgevingsrecht). De Algemene verklaring van geen bedenking vastgesteld op 28 april 2011, voorziet in omzetting van vrijstaande naar dubbele woningen. Volgens categorie 1 is het mogelijk om medewerking te verlenen aa het herbouwen van woningen.

2.2.4 Crisis en herstelwet

Het bouwen van meer dan 11 woningen valt onder Bijlage I. als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Crisis- en herstelwet. Aangezien het hier om 1 woning gaat, is de crisis- en herstelwet niet van toepassing.

2.2.5 Conclusie

De aanvraag voor de de herbouw van een woning past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie "Gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef".

Hoofdstuk 3 Onderzoeken

3.1 Archeologie

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

De te bouwen woning is volgens de archeologische beleidsadvieskaart gelegen in een gebied met middelhoge archeologische waarden op de beleidsadvieskaart van de gemeente Emmen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak72031-V701_0003.png"

figuur 3.1: Waarde - archeologie 4: Gebieden met middelhoge archeologische waarden (rode cirkel betreft de locatie van het bouwplan)

Dit zijn gebieden waar op basis van de geologische en bodemkundige opbouw en reeds aangetroffen archeologische resten een (middel)hoge kans op het aantreffen van (intacte) archeologische vindplaatsen bestaat. Deze zones worden gekenmerkt door een - al dan niet verscholen onder het huidige maaiveld - redelijk gaaf landschap met dekzandruggen en dekzandkoppen. Van concrete vindplaatsen is hier echter vooralsnog geen sprake. In hoofdzaak geldt een grote trefkans op nederzettingen, grafvelden, losse boerderijen, wegen, dijken, linies, kleine jachtkampen en losse vondsten uit alle perioden. In Emmen zijn dit globaal het gedeelte op de Hondsrug, de beekdalen en de delen van het veengebied dat niet tot in de ondergrond zijn ontgonnen.

Voor deze categorieën is een minimumoppervlak voor bodemverstoringen opgenomen van 1000 m² en een diepte van 30 cm onder maaiveld.

Ondanks de archeologisch verwachtingen is het voor deze herbouw niet nodig om een archeologisch onderzoek uit te voeren. De herbouw van de woning betreft minder dan 1000 m².

3.2 Ecologie

De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Er is op 17 juli 2013 door milieuadvies bureau Eco-Reest voor de locatie Zijtak OZ 117 te Nieuw Amsterdam een voortoets flora- en faunaonderzoek uitgevoerd. Hiervan is op 23 juli 2013 een rapport opgesteld met projectnummer 130572. Dit rapport is opgenomen in bijlage 1 .

Uit het onderzoek blijkt dat ter plaatse van de onderzoekslocatie sprake is van enkele potentiele verblijfplaatsen voor vleermuizen, waarbij direct de kanttekening wordt geplaatst dat deze potentiele verblijfsplaatsen een lage potentie hebben.

Tevens zijn in het achterhuis enkele gaten aanwezig in de dakconstructie waardoor vogels toegang kunnen krijgen tot de dakconstructie, dan vooral vogels ter grote van de spreeuw of mus. Er zijn tijdens de veldbezoeken, midden in het broedseizoen, geen sporen aangetroffen dat van deze openingen gebruik werd gemaakt door vogels. Verder zijn geen beschermde soorten en potentiele verblijfplaatsen van beschermde soorten aangetroffen.

Op basis van de Natuurbeschermingswet dient rekening te worden gehouden met de invloed die ingreep kan hebben op Natura 200 gebieden. In dit geval het Bargerveen. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat de ingreep het bouwen van een nieuwe woning en de sloop van de bestaande geen invloed heeft op de kernopgaven van het Bargerveen. De Natuurbeschermingswet is daarom niet van toepassing, omdat er geen significant nadelige effecten op speciale beschermingszones te verwachten zijn.

Geadviseerd wordt om voorafgaand aan de sloop van de bestaande bebouwing alternatieve verblijfsplaatsen voor vleermuizen aan te bieden. Geadviseerd wordt om in de nieuwe woning een vleermuiskast te plaatsen met meerdere compartimenten aan de warme zijde van de woning. Verder een 3-tal vleermuiskasten ter overbrugging voorafgaand aan de sloop en het gereedkomen van de nieuwbouw. Ook wordt geadviseerd om aan de nieuwe woning enkele vogelnestkasten op te hangen voor de huismus.

Resumerend kan gesteld worden dat de voortoets flora- en faunaonderzoek geen belemmeringen oplevert ten aanzien van de geplande sloop van de bestaande bebouwing en de nieuwbouw van een woning op de locatie Zijtak OZ 117 te Nieuw Amsterdam.

3.3 Milieu

3.3.1 Vormvrije m.e.r.

In voorliggend bouwplan komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen (vormvrije) m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

3.3.2 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.

Bij bouwplannen dient door middel van verkennend bodemonderzoek (conform NEN 5740) de actuele bodemkwaliteit te worden vastgesteld. Aan de hand van het voorgenomen gebruik kan worden bezien of daarbij maatregelen noodzakelijk zijn.

Op 4 september 2013 heeft Sigma Bouw & Milieu een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Zijtak OZ 117 te Nieuw Amsterdam. Het rapport is opgenomen in bijlage 2.

Uit het verkennend bodemonderzoek blijkt dat de grond op basis van zintuiglijke waarnemingen plaatselijk puindeeltjes bevat. Dat in het bovengrond mengmonster t.o.v. de achtergrondwaarde een verhoogd gehalte aanwezig is van koper, kwik, lood en zink (zware metalen) en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK). De verhoogd gemeten gehalten koper, kwik, lood en zink (zware metalen) en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) in het bovengrond mengmonster overschrijden de tussenwaarde niet en geven daardoor geen aanleiding tot het instellen van aanvullend onderzoek.

Het grondwater ter plaatse van peilbuis 1 bevat t.o.v. de streefwaarde een verhoogd gehalte barium en zink (zware metalen). De verhoogd gemeten gehalten barium en zink (zware metalen) in het grondwater ter plaatse van peilbuis 1 overschrijden de tussenwaarde niet en geven daardoor geen aanleiding tot het instellen van aanvullend onderzoek.

Op basis van de resultaten van het verkennend bodemonderzoek blijkt dat de locatie niet vrij is van

bodemverontreiniging. De grond en het grondwater ter plaatse van de geplande nieuwbouw bevat plaatselijk verontreinigingen t.o.v. de achtergrondwaarde resp. t.o.v. de streefwaarde. De plaatselijk verhoogd gemeten verontreinigingen overschrijden de tussenwaarde niet en geven daardoor geen formele aanleiding tot het instellen van een nader onderzoek.

De onderzoeksresultaten stemmen niet geheel overeen met de gestelde hypothese, de vooraf gestelde hypothese “onverdacht” dient formeel verworpen te worden. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat er beïnvloeding van de bodemkwaliteit heeft plaatsgevonden.

De vooraf gehanteerde hypothese is gezien de doelstelling van het onderzoek alsmede de bekende onderzoeksresultaten voldoende om conclusies te verbinden betreffende de kwaliteit van de bodem t.p.v. de geplande nieuwbouw.

Op basis van de onderzoeksresultaten zijn er uit milieu hygiënische overwegingen in relatie tot de Bodemkwaliteit volgens Sigma Bouw & Milieu geen belemmeringen ten aanzien van de geplande nieuwbouw van een woning op de locatie Zijtak OZ 117 te Nieuw Amsterdam.

3.3.3 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrens- waarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

3.3.3.1 Geluidsbronnen in en nabij het perceel

De woning wordt ontsloten door de Zijtak OZ. Dit is een ontsluitingsweg met een maximum snelheid van 50 km/h. Voor nieuwbouw van een woning aan een dergelijke weg is geluidsonderzoek noodzakelijk. Door Ingenieursbureau Spreen is op 13 juli 2013 een akoestisch onderzoek, met projectnummer 20130750 uitgevoerd. Doel van dit onderzoek was om de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeerslawaai op de nieuwe woning inzichtelijk te maken en te toetsen aan de grenswaarden conform de Wet Geluidhinder. Uit dit onderzoek blijkt dat de nieuwe woning binnen de zone van de Zijtak OZ en de Zijtak WZ is gelegen. De geluidsbelasting op de nieuwe woning mag dan niet meer dan 48 dB bedragen. Indien de geluidsbelasting hoger is dan 48 dB dan dient er een aanvullend onderzoek te worden ingesteld naar mogelijke bron- en/of overdrachtsmaatregelen. Indien bron- en/of overdrachtsmaatregelen niet als doelmatig worden aangemerkt, moeten er hogere waarden worden aangevraagd. Het onderzoek naar de geluidsbelasting is opgenomen in bijlage 3.

Uit dit onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer op de Zijtak OZ op de maatgevende gevel Lden = 48 dB (incl. aftrek art. 110g Wgh) bedraagt. Omdat de geluidsbelasting dus niet meer bedraagt dan de voorkeurswaarde van Lden = 48 dB, zijn er vanuit akoestisch oogpunt geen bouwbeperkingen. Er zijn dus ook geen aanvullende maatregelen nodig om te voldoen aan de vereiste geluidwering en ook is er geen Besluit hogere grenswaarde wegverkeerslawaai op grond van de Wet geluidhinder noodzakelijk. .

3.3.4 Lucht

De wijze van berekening van de concentraties luchtverontreinigende stoffen is vastgelegd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het verlenen van een omgevingsvergunning.

3.3.5 Externe veiligheid

In het kader van regelgeving in relatie tot Externe Veiligheid zijn er geen belemmeringen voor het herbouwen van een woning op deze locatie.Ten westen van het perceel loopt (aan de westkant van de weg Zijtak OZ) een gastransportleiding van de NAM. (Hiertoe is in het vigerende bestemmingsplan de dubbelbestemming Leiding - Leidingstrook opgenomen). Door de herbouw neemt de afstand tot het hart van de leiding toe van circa 30 meter naar circa 43 meter.

3.4 Waterparagraaf

3.4.1 Inleiding

Uitgangspunt bij een watertoets is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.
In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem ten behoeve van de nieuwe ontwikkeling aan de Zijtak OZ is ingericht en of fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden. Naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de stedelijke wateropgave heeft het het wateradvies van het waterschap een duidelijke plaats gekregen.

3.4.2 Ligging plangebied

Het perceel Zijtak OZ 117 te Nieuw-Amsterdam is gelegen aan de rand van het dorp in een lint langs het kanaal. Het terrein is ingericht als tuin met een woning. Het gebied is voormalig veengebied met een slechtdoorlatende laag. Hierdoor kan een valse waterspiegel ontstaan, terwijl het perceel wel in een inzijgingsgebied ligt. Het is daarom beter om regenwater rechtstreeks in de bodem te infiltreren dan wel ter plaatse te bergen. Het bouwplan betreft geen onevenredige toename van verhard oppervlakte.

3.4.3 Waterhuishouding

Het perceel ligt in het stroomgebied Rijn-Oost en valt onder het beheersgebied van het waterschap Vechtstromen. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Waterbeheerplan van waterschap Vechtstromen en in het waterplan van de gemeente Emmen.

Het verharde oppervlak neemt door de realisatie van het plan niet tot nihil toe.Het verharde oppervlak is minder dan 1500 m2 en heeft geen schadelijke gevolgen voor de waterkwaliteit. De te realiseren woning kan aangesloten worden op het bestaande stelsel.

3.4.4 Wateradvies waterschap

Er wordt rekening gehouden met bestaande wetten en regels op het gebied van de waterhuishouding. Vooraf is in december 2014 contact geweest met het waterschap. De watertoets is opgenomen in bijlage 4.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Algemeen

Al ver voor de veenontginningen was op de plaats waar later Nieuw Amsterdam- Veenoord zou ontstaan sprake menselijke activiteit. Rond 1688 is de strategisch militaire dijk, de Heeren- of Leidijk, van Den Hool via Veenoord, Den Oever, Foxel naar uiteindelijk Bourtange aangelegd. Deze dijk werd tevens gebruikt als weg. In 1850 werd deze verdedigingslinie officieel opgeheven. De huidige weg Herendijk ten noordoosten van het dorp is nog een restant van deze militaire dijk.

In het gebied waar later Veenoord zou ontstaan hebben de Ermerboeren het veen vanuit het noorden ontgonnen. Al in 1910 was de vervening vrijwel voltooid. In 1850 werd dan ook de Drentsche Kanaal Maatschappij opgericht. Deze had als doel het reeds bestaande deel van de Hoogeveensche Vaart te verbeteren en het kanaal te verlengen richting de zuidoost Drentse venen.

Na 1860, toen de Verlengde Hoogeveensche Vaart de gemeentegrens had bereikt, ontstonden in Veenoord langs het kanaal de eerste behuisde percelen die kwalitatief bestemd waren om wat langer mee te gaan. Een volgende fase in de ontwikkeling van het dorp brak aan na het besluit op 28 mei 1861 van de markegenoten van Noord- en Zuid-Barge om het westelijke gedeelte van hun gronden, voorzover niet verkocht, te scheiden. Er werd een plan van veenaanleg gemaakt waarbij het gebied ten noorden van het Amsterdamsche Veld en ten westen van Strengdijk en Bladderwijk werd opgedeeld in 12 blokken en 358 percelen. De Drentsche Kanaal Maatschappij wist te bewerkstelligen dat het deel tussen de latere Zijtak en de Schooldijk, het zogenaamde 8e blok, in zijn geheel door haar kon worden gekocht. Hier kon dan een dorp, op een voor de Drentsche Kanaal Maatschappij (DKM) strategische plek, worden ontwikkeld. Ter bevordering van de veenexploitatie ging de DKM vervolgens over tot de verkoop van de gronden aan kleine verveners en zakenlieden. In Veenoord, toen nog gemeente Sleen, had zich langs de Verlengde Hoogeveensche Vaart, de Boerdijk en Schooldijk al eerder bebouwing ontwikkeld. Aansluitend werd dit nu voortgezet in het 8e blok op Emmer grondgebied. In 1862 was de aanleg van Zijtak voltooid. De Drentsche Landontginnings Maatschappij was voor de ontginning van het Amsterdamsche Veld feitelijk afhankelijk van de aanleg van Zijtak. Nadat Zijtak het Amsterdamsche Veld had bereikt heeft de DLM ook de inrichting van het gebied aangepast.Rond 1875 ontwikkelde zich de bebouwing langs Zijtak. In de twintigste eeuw wordt het Stieltjeskanaal doorgetrokken en is de Zijtak geen belangrijke vaarroute meer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak72031-V701_0004.png"

Figuur 4.1: Bestaande woning

4.2 Zijtak

In december 2012 is een principeverzoek tot herbouw van de woning door de gemeente beoordeeld. Daarbij is het volgende geconstateerd:

  • Het vervangen van bestaande bebouwing ten gunste van nieuwe woonbebouwing annex bijgebouwen is in beginsel mogelijk. Qua bebouwingsoppervlak dient de aanvrager wel het maximum van 250 m2 te respecteren, geldend beleid. Vergunningsvrij bouwen geeft daarbuiten aanvullend nog enige vrijheid.
  • De situering buiten het bouwblok en achter de huidige rooilijn is stedenbouwkundig gezien akkoord; in dit lint zijn verschillende typologieën en rooilijnen te vinden. De bouwhoogte mag afwijken van bestaande, aangezien het een ander soort typologie betreft ('statig woonhuis') en het hoofdgebouw verder terug ligt dan de huidige, lage bebouwing. Enige relatie met bebouwde omgeving en Zijtak OZ is echter wenselijk; bij voorkeur de rooilijn van nr. 109 aanhouden.
  • Waardevolle groenstructuren dienen behouden te blijven.
  • Ten opzichte van het naburige pluimveehouderij (Zijtak OZ 104) is vervanging van de woning milieutechnisch geen probleem, voor zover afstanden van het woonverblijf tot aan de stallen niet worden verkleind, zowel voor geluid als voor geur. De ondernemer mag geen hinder of belemmering ondervinden in uitoefening van zijn bedrijfsactiviteit. De aangevraagde locatie van de nieuwe woning voldoet hieraan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak72031-V701_0005.png"

Figuur 4.1: Maatvoering huidige woning en perceel

4.3 Bouwplan

Het bouwplan houdt het herbouwen van de woning achterop het kavel aan de Zijtak OZ 117 in.

De eigenaar heeft een verzoek ingediend voor de herbouw van de woning aan de Zijtak OZ 117.

De herbouw vindt plaats direct achter de bestaande woning, met als doel:

  • Grotere afstand tot de straat Zijtak OZ in verband met verkeerslawaai en algehele stedenbouwkundige inpassing;
  • Benutting van het oude huis voor bewoning ten tijde van herbouw.

Overige uitgangspunten en aandachtspunten:

  • totale bebouwing blijft onder 250m2, conform algemene uitgangspunten binnen het vigerend bestemmingsplan "Nieuw-Amsterdam en Veenoord" bij grotere percelen;
  • Er wordt rekening gehouden met het bestaande pluimveebedrijf aan de Zijtak OZ 104; de (milieu)afstand tussen de nieuwe woning zal niet afnemen in vergelijking met de oude woning;
  • Behoud van alle grote bomen op het perceel;
  • Wijziging van 1 bouwlaag met kap naar twee bouwlagen met kap, handhaving van de langskap.

Hoe het plan eruit komt te zien is opgenomen in bijlage 5.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak72031-V701_0006.png"

Figuur 4.2: Referentie van de te bouwen woning

De huidige zeer vervallen bebouwing zal worden gesloopt en daarvoor in de plaats zal een “statig” herenhuis worden gebouwd. Een referentiebeeld van de nieuw te bouwen woning staat hierboven weergegeven.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide procedure van toepassing.

De terinzagelegging van de ontwerpbesluiten is op 16 april 2015 gepubliceerd in de gemeentepagina InEmmen en de Staatscourant.

Met ingang van 17 april 2015 heeft het ontwerp van de vergunning met het ontwerp van de verklaring van geen bedenking voor zes weken voor een ieder ter inzage liggen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend.

Bij de inpassing van de woning dient sprake te zijn van een stedenbouwkundig-, landschappelijk- en milieutechnisch inpasbare situatie. Voor wat betreft het landschappelijke dient rekening te worden gehouden met de voorkomende kenmerken. Het aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan. Daartoe is een aanvraag gedaan tot een WABO-vergunning in strijd met het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.