direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Emmen, Emmerhoutstraat 121
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak2020386377-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Er is door de eigenaar van Emmerhoutstraat 121 te Emmen een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend. Deze aanvraag heeft betrekking op de kavel aan de Emmerhoutstraat 121 in Emmen (Emmerschans). Er is verzocht medewerking te verlenen aan het realiseren van één vrijstaande woning welke wordt gesitueerd voor de bestaande woning op het perceel. De bestaande woning wordt gesloopt.

Deze te realiseren woning zal worden gebouwd in de bestemming Tuin. In deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht.

De aanvraag is genoteerd onder zaak 386377-2020. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak2020386377--V701.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak2020386377-V701_0001.png"

Figuur 1.1: Locatie plangebied in omgeving (rood omcirkeld).

Hoofdstuk 2 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

2.1 Ligging en huidige situatie

Voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op Emmerhoutstraat 121 te Emmen, kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie L, nummer 6260.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak2020386377-V701_0002.png"

Figuur 2.1: Luchtfoto met locatie (rood omlijnd).

2.2 Beleid en planologische regeling

2.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef

Structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld in de raadsvergadering van september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. In de omgeving waarin het voorliggend plan Emmen, Emmerhoutstraat 121 wordt gerealiseerd is vooral het thema Wonen van belang.

De Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef, richt zich op een accentverschuiving van kwantiteit naar kwaliteit en differentiatie van woonmilieus: De opgave ligt er om de woningvoorraad in lijn te brengen en te houden met de woonwensen van huidige én toekomstige inwoners. Naast een kwaliteitsimpuls van de bestaande woningen wordt ingezet op wervende woonmilieus. Om ervoor te zorgen dat de woningmarkt op orde blijft, is een continue aanpassing aan de veranderende vraag geboden. Dit geldt niet alleen voor de kern van Emmen, maar ook voor de dorpen. Zo ontstaat op termijn een cyclische vernieuwing van de bestaande woongebieden.

Ten aanzien van het thema wonen wordt op betreffend perceel ingezet op een kwaliteitsverbetering voor wonen. De bestaande woning wordt gesloopt. En met voorliggende omgevingsvergunning wordt mogelijk gemaakt dat een vrijstaande woning wordt gerealiseerd in de bestemming Tuin.

2.2.2 Integrale parkeervisie

In oktober 2017 heeft de gemeenteraad van Emmen de "Integrale parkeervisie gemeente Emmen" vastgesteld. Deze visie vervangt de parkeernota van 2010. De "Integrale parkeervisie gemeente Emmen" is verwerkt in het bestemmingsplan Parapluplan Parkeernormen gemeente Emmen, welke is vastgesteld op 26 april 2018.

Voor toekomstige (nieuwbouw)ontwikkelingen is in de parkeervisie de landelijke richtlijnen van het CROW leidraad. Uitgangspunt blijft in beginsel voldoende parkeerruimte op eigen terrein. Als dit niet kan, kan eventueel teruggevallen worden op parkeren in de openbare ruimte, waarvoor aan de gemeente een afkoopsom wordt betaald.

Voor het plangebied is in de bestaande situatie voldoende parkeerruimte aanwezig op het eigen terrein. Aan deze parkeermogelijkheden vinden geen wijzigingen plaats. Hierdoor is er in de nieuwe situatie ook voldoende parkeerruimte aanwezig op het eigen terrein.

2.2.3 Bestemmingsplan

Het perceel Emmerhoutstraat 121 te Emmen is gelegen binnen het bestemmingsplan "Emmen, Emmerschans". Deze is op 26 mei 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. In dit bestemmingsplan heeft het perceel de bestemmingen Tuin en Wonen - Vrijstaand. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor respectievelijk tuin en vrijstaande woningen.
Het aangevraagde is in strijd met het vigerende bestemmingsplan, omdat de te realiseren vrijstaande woning gesitueerd is in de bestemming Tuin. In deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht.

2.2.4 Conclusie

De aanvraag voor het realiseren van een woning en het slopen van de bestaande woning past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie "Gemeente Emmen 2020 , Veelzijdigheid troef" en de "Integrale parkeervisie gemeente Emmen". In het plan blijft het aantal woningen gelijk en er is voldoende parkeergelegenheid aanwijzig op eigen terrein. Het plan is niet passend binnen het geldende bestemmingsplan "Emmen, Emmerschans".

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

3.1 Algemeen

Op het perceel Emmerhoutstraat 121 te Emmen zal voor de bestaande woning, in de bestemming Tuin, een vrijstaande woning worden gerealiseerd. De bestaande vrijstaande woning wordt gesloopt.

3.2 Ontstaansgeschiedenis

De wijk Emmerschans dankt haar naam aan een verdedigingswerk net ten oosten van het plangebied. Naar alle waarschijnlijkheid stamt de oorspronkelijke schans uit 1593 en is hij rond 1800 vernieuwd.

Voordat Emmerschans als wijk onderdeel ging uitmaken van Emmen, was het een zelfstandig dorp. Rond 1900 stonden plaggenhutten in het gebied. Langzamerhand verdwenen deze plaggenhutten, maar tot ver na de Tweede Wereldoorlog stonden er in dit gebied nog krotwoningen. Het dorp ontwikkelde zich. Naast veenarbeiders vestigden ook middenstanders en bedrijven in Emmerschans. In en poging iets te doen aan de hoge structurele werkloosheid in dit gebied en aan het welzijn van de bevolking werd het gebied aangewezen als ontwikkelingsgebied voor industrie. Het Rijk stelde middelen ter beschikking voor allerlei infrastructurele werken en voor het aantrekken van industriële bedrijven. Om de vestiging van bedrijven aantrekkelijker te maken ontstond de behoefte aan goed gelegen en aantrekkelijke woonwijken, zowel voor werknemers in de omliggende dorpen als voor werknemers uit het westen van het land. Hierdoor is Emmerschans gegroeid tot de huidige omvang.

3.3 Bouwplan

De betreffende kavel aan de Emmerhoutstraat is gelegen in een lint. Het lint is eenzijdig bebouwd en de woningen hebben uitzicht op het buitengebied. Het lint heeft een landelijk karakter. De woning wordt gesitueerd voor de bestaande vrijstaande woning en in (de projectie van) de gevellijn met de naastgelegen woningen. Hierdoor sluit de her te bouwen vrijstaande woning aan bij de rest van de woningen in het lint. De her te bouwen woning wordt aan de noordzijde op minimaal 6 meter uit de zijdelingse perceelsgrenzen gesitueerd. Dit is gedaan om de open ruimten tussen de bebouwing in het lint te behouden. Aan de noordzijde van het perceel is tussen het bouwvlak en de zijdelingse perceelsgrens de bestemming Tuin gelegd. In de bestemming Tuin mogen geen gebouwen worden opgericht. Er blijft daardoor voldoende ruimte tussen de her te bouwen woning en de woning aan Emmerhoutstraat 122. Op deze manier wordt de landschappelijkheid van de locatie in stand gehouden. De bestaande vrijstaande woning wordt binnen zes maanden gesloopt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak2020386377-V701_0003.png"

Figuur 4.1: Situatietekening.

Hoofdstuk 4 Onderzoeken

4.1 Archeologie

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

Het perceel is volgens de archeologische beleidsadvieskaart gelegen in een gebied met middelhoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden op de beleidsadvieskaart van de gemeente Emmen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak2020386377-V701_0004.png"

figuur 3.1: Waarde - archeologie 4: Gebied met middelhoge archeologische waarden

Dit zijn gebieden waar op basis van de geologische en bodemkundige opbouw en reeds aangetroffen archeologische resten een (middel)hoge kans op het aantreffen van (intacte) archeologische vindplaatsen bestaat. Deze zones worden gekenmerkt door een - al dan niet verscholen onder het huidige maaiveld - redelijk gaaf landschap met dekzandruggen en dekzandkoppen. Van concrete vindplaatsen is hier echter vooralsnog geen sprake. In hoofdzaak geldt een grote trefkans op nederzettingen, grafvelden, losse boerderijen, wegen, dijken, linies, kleine jachtkampen en losse vondsten uit alle perioden. In Emmen zijn dit globaal het gedeelte op de Hondsrug, de beekdalen en de delen van het veengebied dat niet tot in de ondergrond zijn ontgonnen.

Voor deze categorie is een minimumoppervlak voor bodemverstoringen opgenomen van 1000 m² en een diepte van 30 cm onder maaiveld.

Gezien de archeologisch verwachtingen is het voor de realisatie van een vrijstaande woning op het perceel niet nodig om een archeologisch onderzoek uit te voeren. Het te bebouwen oppervlak bedraagt minder dan 1000 m2.

4.2 Ecologie

De Wet natuurbescherming (Wnb) is in werking getreden op 1 januari 2017. Deze wet vervangt de volgende drie wetten: de Natuurbeschermingswet 1998 (gebiedsbescherming), de Flora- en faunawet (soortenbescherming) en de Boswet (houtopstanden).

De provincie is bij de Wnb het bevoegd gezag voor de toetsing van werkzaamheden en handelingen bij Natura 2000-gebieden en dier- en plantensoorten. Het Rijk blijft bevoegd gezag bij ruimtelijke ingrepen met grote nationale belangen. Voor gemeenten geldt dat zij het bevoegd gezag zijn voor omgevingsvergunningen.

Gebiedsbescherming

In de Wnb is de bescherming van specifieke natuurgebieden geregeld. Het betreft de Natura 2000-gebieden, die een internationale bescherming genieten. Plannen en projecten met negatieve effecten op deze gebieden zijn vergunningplichtig. Relevant daarbij is dat de Wnb een externe werking kent. Van externe werking is sprake als activiteiten buiten een Natura 2000-gebied van invloed zijn op de natuurwaarden in een Natura 2000-gebied. Per Natura 2000-gebied zijn instandhoudingsdoelen voor soorten en vegetatietypen opgesteld.

Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) -voorheen Ecologische Hoofdstructuur- is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland en vormt de basis voor het natuurbeleid. Ten aanzien van ontwikkelingen binnen het NNN geldt het 'nee, tenzij-principe'. Het NNN is als beleidsdoel opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. De provincies zijn verantwoordelijk voor de begrenzing, ontwikkeling en bescherming van het NNN. De begrenzing en ruimtelijke bescherming van het NNN is voor de provincie Drenthe uitgewerkt in de Provinciale Omgevingsvisie en de bijbehorende Provinciale Omgevingsverordening.

Soortenbescherming

Het uitgangspunt van de Wnb is dat er geen (opzettelijke) schade mag worden gedaan aan beschermde dieren of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan. De soortenbescherming binnen de Wnb is daarbij opgedeeld in drie beschermingsregimes: Vogelrichtlijnsoorten, Habitatrichtlijnsoorten en andere soorten. Bij beoordeling van de toelaatbaarheid van bouwwerken en/of andere activiteiten moet rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen dier- en plantensoorten. Er dient een ontheffing op grond van artikel 3.3, 3.8 en/of 3.10 Wnb te worden aangevraagd voor een (bouw)werkzaamheid of activiteit indien het volgende van toepassing is:

  • uit gegevens of onderzoek blijkt dat er sprake is van verstoring of doden van (een) beschermde soort(en);
  • het bouwwerk en/of de activiteit veroorzaakt beschadiging of vernieling van voortplanting- of rustplaatsen van dieren, danwel ontworteling of vernieling van plantensoorten;
  • er kan geen gebruik gemaakt worden van een vrijstelling op grond van de Wet natuurbescherming;
  • er kan niet gewerkt worden volgens een goedgekeurde gedragscode.

Houtopstanden

In de Wnb is de bescherming van houtopstanden buiten de, door de gemeenteraad vastgestelde, bebouwde kom geregeld. Doel is de instandhouding van het bosareaal. In de Provinciale Omgevingsverordening van de provincie Drenthe is geregeld hoe een kapmelding moet worden ingediend, waaraan herbeplanting moet voldoen en wanneer ontheffing van de herbeplantingsplicht kan worden verleend.

Voor houtopstanden binnen de bebouwde kom geldt de Bomenverordening gemeente Emmen 2011. In het bijbehorende bomenregister zijn de monumentale en waardevolle bomen en waardevolle houtopstanden vastgelegd. Zonder ontheffing is het verboden deze te kappen.

4.2.1 Natuurwarden in of nabij het plangbied

Het plangebied is niet gelegen in of nabij de aangewezen natuurgebieden van het Natuurnetwerk Nederland in de provincie Drenthe. Hierom is het berekenen van de stikstofdepositie ten gevolge van activiteiten in dit plangebied niet nodig.

4.2.2 Onderzoek en conclusie

Gelet op het huidige woongebruik van het perceel is het uitvoeren van een flora- en fauna onderzoek niet noodzakelijk geacht. Het plangebied is daarnaast niet gelegen in of nabij een gebied waarop gebiedsbeschermingsregels van toepassing zijn. De Wet natuurbescherming vormt geen belemmering voor het plan.

Ten slotte is op basis van de Wnb altijd de algemene zorgplicht van toepassing, die inhoudt dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor alle inheemse dieren en planten en hun directe leefomgeving. Concreet betekent dit dat bij (ruimtelijke) ingrepen gezorgd moet worden dat dieren niet verstoord of gedood worden en dat planten niet zomaar verplant worden. Ook dient gelet te worden op bijvoorbeeld broedende vogels, de voortplantingsperiode van amfibieën en de zoogperiode van zoogdieren. Daarbij geldt voor alle bouwactiviteiten dat er voorzorgsmaatregelen genomen dienen te worden, waardoor:

  • de aanvang van de werkzaamheden buiten het broedseizoen (globaal van half maart tot beginaugustus) dient plaats te vinden;
  • een week voor de werkzaamheden beginnen, het plangebied kort gemaaid dient te worden, zodat het plangebied ongeschikt wordt voor kleine zoogdieren en ze de kans krijgen om te vluchten;
  • (wortel)schade aan de (oude) bomen wordt voorkomen en geen graafwerkzaamheden binnen de kroonprojectie van deze oude bomen kan plaatsvinden.

4.3 Milieu

4.3.1 Vormvrije m.e.r.

In voorliggend bouwplan komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen (vormvrije) m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

4.3.2 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.

Door Sigma Bouw en Milieu is op 21 september 2020 een verkennend milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd voor het bouwen van een woning aan Emmerhoutstraat 121 te Emmen. Uit dit onderzoek is gebleken dat in de bovengrond een verhoogde waarden ten opzichte van de achtergrondwaarde is aangetroffen voor kwik en PAK. In de ondergrond zijn geen overschrijdingen aan de achtergrondwaarde aangetroffen. Voor het herbouwen van een woning op dit perceel zijn geen beperkingen ten aanzien van de grond. Eventuele vrijkomende bovengrond zal moeten worden afgevoerd via een erkende verwerker. Deze verwerker zal een melding moeten doen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. De ondergrond mag op eigen terrein worden hergebruikt. Het volledige verkennend milieukundig bodemonderzoek is toegevoegd als Bijlage 1 Verkennend milieukundig bodemonderzoek.

4.3.3 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrens- waarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Voor het plangebied is mogelijk alleen wegverkeerslawaai relevant. Het plangebied is niet gelegen binnen zones van spoorwegen of industrieterreinen.

4.3.3.1 Wegverkeerslawaai

De Wet geluidhinder is alleen van toepassing binnen de van rechtswege aanwezige zone van een weg. Conform de Wet geluidhinder heeft elke weg een zone. Conform art. 74 lid 2 Wgh zijn de onderstaande wegen hiervan uitgezonderd:

  • 1. Wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied;
  • 2. Wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt.

De breedte is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging in stedelijk of buitenstedelijk gebied. Onderstaand zijn deze zonebreedtes (conform art. 74 Wgh) aangegeven:

  • in stedelijk gebied:
    • 1. voor een weg, bestaande uit drie of meer rijstroken: 350 meter;
    • 2. voor een weg, bestaande uit één of twee rijstroken: 200 meter.

De afstanden zoals weergegeven worden aan weerszijden van de weg gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook.

De Emmerhoutstraat betreft een weg waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt. Dit betekent dat deze weg geen zone heeft en dus niet getoetst hoeft te worden aan de Wet geluidhinder.

In het kader van een goede ruimtelijke ontwikkeling is het wel wenselijk om het aspect geluid te beschouwen. Het wegdek van de Emmerhoutstraat bestaat uit klinkers. De afstand van de weg tot de her te bouwen woning bedraagt circa 25 meter. Op basis hiervan kan niet worden voldaan aan de binnenwaarde van 33dB zoals in het Bouwbesluit staat omschreven. Hierom wordt geadviseerd extra aandacht te besteden aan de geluidwering van de gevels van de woning, zodat alsnog aan het Bouwbesluit kan worden voldaan.

4.3.4 Lucht

De wijze van berekening van de concentraties luchtverontreinigende stoffen is vastgelegd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het verlenen van een omgevingsvergunning.

4.3.5 Externe veiligheid

In het kader van regelgeving in relatie tot Externe Veiligheid zijn er geen belemmeringen voor het realiseren van een vrijstaande woning op dit perceel.

4.4 Waterparagraaf

4.4.1 Inleiding

Uitgangspunt bij een watertoets is dat bij een bouwplan moet worden voorkomen dat grond- of oppervlaktewateroverlast ontstaat en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet negatief wordt beïnvloed.
In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem ten behoeve van de nieuwe ontwikkeling aan de Emmerhoutstraat 121 te Emmen is ingericht en of fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden. Naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de stedelijke wateropgave heeft het het wateradvies van het waterschap een duidelijke plaats gekregen. Dit wateradvies is opgenomen als Bijlage 2 Watertoets.

4.4.2 Ligging plangebied

Het perceel Emmerhoutstraat 121 is gelegen in de wijk Emmerschans. Op het perceel staat een woning, deze wordt ge bit. De nieuw te bouwen woning komt voor de bestaande woning te staan, dichter op de straat. De toename aan bebouwd oppervlak is minimaal.

4.4.3 Waterhuishouding

Het perceel ligt in het stroomgebied Nedereems en valt onder het beheersgebied van het waterschap Hunze en Aa's. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Waterbeheerplan van waterschap Hunze en Aa's en in het waterplan van de gemeente Emmen.

Het verharde oppervlak neemt door het realiseren van een vrijstaande woning en het slopen van de bestaande woning nauwelijks toe. De te realiseren woning kan aangesloten worden op het bestaande rioolstelsel.

4.4.4 Afvoer van water

Het beleid van de gemeente Emmen en het waterschap is gericht op afkoppelen van hemelwater van de riolering en te lozen op oppervlaktewater of zo mogelijk te laten infiltreren in de bodem. Op deze manier wordt waar mogelijk geprobeerd extra ruimte voor water te maken. Ook wordt om wateroverlast te voorkomen naar extra afvoermogelijkheden gezocht.

Op het perceel zal het hemelwater en afvalwater gescheiden worden aangeboden aan het bestaande rioolstelsel.

4.4.5 Wateradvies waterschap

Er wordt rekening gehouden met bestaande wetten en regels op het gebied van de waterhuishouding. Er is een watertoets uitgevoerd, welke is opgenomen als Bijlage 2 Watertoets.
 

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide procedure van toepassing.

De terinzagelegging van de ontwerpbesluiten is op 2 februari 2021 gepubliceerd in de Staatscourant.

Met ingang van 3 februari 2021 heeft het ontwerp van de vergunning voor zes weken voor een ieder ter inzage liggen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend.

Bij de inpassing van de woning dient sprake te zijn van een stedenbouwkundig-, landschappelijk- en milieutechnisch inpasbare situatie. Voor wat betreft het landschappelijke dient rekening te worden gehouden met de voorkomende kenmerken. Het aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan. Daartoe is een aanvraag gedaan tot een WABO-vergunning in strijd met het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning. Daartoe worden leges geheven. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.