direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Emmer-Compascuum, supermarkt Hoofdkanaal WZ 13-15
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak102447-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Aldi Ommen BV gaat een bestaande locatie met supermarkt in Emmer-Compascuum herontwikkelen. De bestaande Aldi-supermarkt wordt gesloopt, evenals een aantal andere panden in het plangebied. Het gaat om twee woningen en een leegstaand gebouw op de hoek. Op de vrijkomende locatie wordt een nieuwe supermarkt Aldi gebouwd voorzien van infrastructuur zoals parkeren. Het plangebied betreft de hoeklocatie Hoofdkanaal WZ en de Wikkel in Emmer-Compascuum.

De herontwikkeling geeft ruimte voor vernieuwbouw van een supermarkt op deze locatie. Het huidige gebouw is verouderd. Nieuwbouw leidt tot kwaliteitsverbetering van zowel het gebouw als de omgeving. Een nieuw gebouw is duurzamer en energiezuiniger. Bovenal is nieuwvestiging nodig om te investeren in de verdergaande kwaliteit van de supermarktformule. Tevens om te kunnen voldoen aan de eisen die het moederconcern tegenwoordig stelt aan haar vastgoed en inspeelt op de wensen en beleving van de klanten, zoals bredere looppaden, meer ruimte voor het uitstallen van goederen en meer lichttoetreding.

De aanvraag heeft betrekking op de onderdelen bouw en strijdigheid met het bestemmingsplan. Daarom is verzocht om de realisatie van de supermarkt via één omgevingsvergunning, inclusief het deel "afwijking van het bestemmingsplan", te kunnen realiseren. De aanvraag is genoteerd onder zaak 102447-2016. De bijbehorende verbeelding met de plancontour heeft het nummer NL.IMRO.0114.Zaak102447--V701.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak102447-V701_0001.png"

Figuur 1-1: De indicatieve ligging van het plangebied inEmmer-Compascuum

1.2 Huidige planologische regelingen

Om het project in dit geval planologisch mogelijk te maken, is een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1. lid 1 sub c Wabo juncto artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 Wabo nodig, ook wel 'projectafwijkingsbesluit' genoemd. Een onderdeel van dit besluit is het aantonen van een goede ruimtelijke ordening. Voorliggende ruimtelijke onderbouwing voorziet hierin.

De aanvraag omgevingsvergunning bevat bij indiening twee activiteiten, namelijk een activiteit voor het bouwen en een activiteit strijdig handelen met regels ruimtelijke ordening. De vergunningaanvraag voor beide activiteiten doorloopt één uitgebreide voorbereidingsprocedure.

1.3 Overzicht verricht onderzoek

Ten behoeve van het opstellen van voorliggend ruimtelijke onderbouwing zijn diverse onderzoeken verricht en adviezen gegeven. De conclusies uit de verschillende onderzoeken en adviezen zijn verwerkt in de toelichting.

Ter voorbereiding van de ruimtelijke onderbouwing zijn de volgende onderzoeken verricht:

  • Verkennend bodemonderzoek (opgenomen als bijlage 1)
  • Akoestische onderzoek (opgenomen als bijlage 2)
  • Watertoets (opgenomen als bijlage 3);

Hoofdstuk 2 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

2.1 Ligging en huidige situatie

Het plangebied ligt in het centrum van de kern Emmer-Compascuum. Het projectegebied wordt globaal begrensd door de straten Hoofdkanaal WZ, Wikkel, Spindel en De omliggende functies zijn woningen, detailhand en horeca, in de vorm een snackbar.

Hieronder een weergave van de ligging van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak102447-V701_0002.png"

Figuur 1-2: De indicatieve ligging van het plangebied op luchtfoto

2.2 Beleid en planologische regeling

2.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef

Structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld in de raadsvergadering van september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. In de omgeving waarin het voorliggend plan Emmer-Compascuum, supermarkt Hoofdkanaal WZ 13-15, NL.IMRO.0114.Zaak102447-V701 wordt gerealiseerd, is vooral het thema Voorzieningen van belang.
Met voorliggende omgevingsvergunning wordt het op peil houden van voorzieningen in kernen versterkt.Ten aanzien van het thema voorzieningen in de kernen wordt in de structuurvisie gestreefd om de kwaliteit van de kernen te behouden dan wel te versterken. Het huidige plan voorziet in een versterking van het stedelijk milieu.

In de structuurvisie wordt het masterplan voor het centrumgebied van Emmer-Compascuum benoemd als lopend project.

2.2.2 Structuurvisie Centrum Emmer-Compascuum

De structuurvisie "Centrum Emmer-Compascuum" is door de raad op 16 december 2010 vastgesteld. De structuurvisie is de basis voor het opstellen van bestemmingsplannen en ruimtelijke onderbouwingen. De structuurvisie heeft als doel:

  • 1. versterken van de sociaal economische positie van Emmer-Compascuum;
  • 2. perspectief bieden (toekomstbeeld) aan het dorp;
  • 3. het hebben van een toetsingskader (beleidsstuk).

Voor de structuurvisie is de volgende ambitie geformuleerd: Het realiseren van een aantrekkelijk winkel- en verblijfsgebied in het centrum en een goed aansluitend woongebied "Achter Abeln" in Emmer-Compascuum. Voor het centrumgebied dient te worden gestreefd naar een stedelijke functie (gemeenschaps-, commerciële, recreatieve en/of culturele voorziening) die niet enkel inwoners aantrekt van het gebied waar de functie gelegen is, maar ook bezoekers van daarbuiten.

Door de centrumfuncties en met name de winkelfuncties te concentreren in het centrum van het dorp, kan op een relatief klein gebied het boodschappen doen worden gecombineerd met een bezoek aan een maatschappelijke voorziening en kan dubbelgebruik van de openbare ruimte worden bevorderd. Een goed bereikbaar winkelgebied en aantrekkelijk verblijfsgebied met goede woonfunctie bevordert de aantrekkelijkheid van het centrum van Emmer-Compascuum en versterkt de plaatselijke economie.

Het project draagt bij aan de doelen die gesteld worden in deze structuurvisie.

2.2.3 Bestemmingsplan

De percelen op de hoek Hoofdkanaal WZ en Wikkel gelegen binnen het bestemmingsplan "Emmer-Compascuum", vastgesteld door de gemeenteraad op 29 september 2011. In dit bestemmingsplan hebben de percelen de bestemming "Detailhandel", de enkelbestemming "Wonen - Vrijstaand 2" en de enkelbestemming "Wonen - Gestapeld".

Het aangevraagde is door verplaatsing van de supermarkt in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Er worden immers woningen geamoveerd en de supermarkt wordt buiten het bouwvlak gebouwd. Het parkeren en de inrichting van de supermarkt is voor de gronden bestemd voor woondoeleinden tevens strijdig met de bestemmingsomschrijvingen van het bestemmingsplan. De herontwikkeling van deze locatie is in strijd met het bestemmingsplan.

Voorliggend ruimtelijke onderbouwing voorziet in het planologisch instrument om zodoende de herontwikkeling van deze locatie mogelijk en uitvoerbaar te kunnen maken.

2.2.4 Algemene verklaring van geen bedenkingen

De vervangende nieuwbouw van een supermarkt buiten het bouwvlak is een gewenste ontwikkeling. Om de gevraagde omgevingsvergunning te kunnen verlenen is het noodzakelijk dat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen afgeeft (artikel, 2.27 Wabo, jo. artikel, 6,4 Besluit omgevingsrecht).
De Algemene verklaring van geen bedenking vastgesteld op 28 april 2011, voorziet in de herstructurering van detailhandel in kernen, voor zover deze in een structuurvisie zijn omschreven. In dit geval is voor het centrum van Emmer-Compascuum een structuurvisie vastgesteld, welke voorziet in dergelijke herstructurering. Om die reden is naast de wabo- omgevingsvergunnning geen voorstel aan de gemeenteraad voorbereid tot het nemen van een individuele algemene verklaring voor dit plan.

2.2.5 Ladder van duurzame verstedelijking

Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd, en is ‘de ladder voor duurzame verstedelijking’ daaraan toegevoegd. De ladder ondersteunt gemeenten en provincies in vraaggerichte programmering van hun grondgebied, het voorkomen van overprogrammering en de keuzes die daaruit volgen. De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft een handreiking beschikbaar gesteld als hulpmiddel bij de toepassing van de ladder.

Doel

De ladder voor duurzame verstedelijking is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geïntroduceerd. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Het Rijk wil met de introductie van de ladder vraaggerichte programmering bevorderen. De ladder beoogt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten.

Motiveringsplicht en resultaat

Overheden dienen nieuwe stedelijke ontwikkeling te motiveren met de drie opeenvolgende stappen. De stappen bewerkstelligen dat de wens om een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken, nadrukkelijk wordt gemotiveerd en afgewogen met oog voor (1) de ruimtevraag, (2) de beschikbare ruimte en (3) de ontwikkeling van de omgeving waarin het gebied ligt.

De stappen schrijven geen vooraf bepaald resultaat voor, omdat het optimale resultaat moet worden beoordeeld door het bevoegd gezag dat de regionale en lokale omstandigheden kent. Dit gezag draagt de verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke afweging over die ontwikkeling.

Wettelijk kader

De ladder voor duurzame verstedelijking is het kader voor alle juridisch verbindende ruimtelijke plannen van de decentrale overheden.

Trede 1 vraagt de regionale ruimtevraag (kwantitatief én kwalitatief) voor stedelijke ontwikkelingen te bepalen. Dit betreft wonen, werken, detailhandel en overige stedelijke voorzieningen. Het gaat om de ruimtevraag waarin elders in de regio nog niet is voorzien. Is de vraag gelijk aan de behoefte minus het aanbod (in plannen én in de bestaande voorraad met eenzelfde kwaliteit als de gevraagde kwaliteit).

Met de regionale ruimtevraag in beeld kan worden beoordeeld of een voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. Zo ja, dan is trede 2 aan de orde.

De vraag naar de regionale behoefte heeft slechts tot doel na te gaan of de vestiging in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening (art. 3.1.6 lid 4 Bro). In het geval van herbouwen van een supermarkt is het van belang aan te tonen dat de ontwikkeling niet leidt tot relevante leegstand elders.

Het project zal niet leiden tot een duurzame ontwrichting van de verzorgingsstructuur. Het project leidt niet tot relevante leegstand. De herontwikkeling, voorzien van slopen van leegstaande gebouwen voorkomt juist leegstand. Er worden vanuit het geldend planologisch regime drie woonbestemmingen geschrapt.

In de jurisprudentie lijkt zich steeds meer een lijn uit te tekenen over de vraag of en wanneer een functiewijziging een nieuwe stedelijke ontwikkeling is als bedoeld in artikel 3.1.6 lid 2 Bro.

Het al dan niet toenemen van het ruimtebeslag is een belangrijk criterium voor het aanmerken van een ontwikkeling als een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Indien er in het geheel geen sprake is van toename van het ruimtebeslag, ook bij functiewijziging (tenzij die planologische functiewijziging een zodanige aard en omvang heeft dat desalniettemin sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling), dan is de Afdelingslijn (ECLI:NL:RVS:2016:2316) dat er geen sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling.

In het geldende bestemmingsplan is de toegestane maximale oppervlakte aan gebouwen op de betreffende percelen verminderd ten opzichte van het geldende planologische regime. De planologische bouwmogelijkheden worden in het plangebied van 1859m2 naar 1548m2 verminderd. Per saldo zal ten opzichte van het geldend planologisch regime het ruimtebeslag in het plangebied afnemen. Het project voorziet in een functiewijziging (herontwikkeling) van het plangebied die naar aard en omvang zodanig is dat er geen sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Er is slechts sprake in verplaatsing binnen het plangebied van een functie die al was toegestaan. Dat de toegestane maximale oppervlakte aan bebouwing voor die functie vergroot doet daar niets aan af.

In het project is geen sprake van een toename van het ruimtebeslag. Nu trede 1 van de ladder bevestigend wordt beantwoord, is trede 2 niet aan de orde. De duurzaamheidsladder hoeft niet te worden doorlopen.

Hoewel een verdere toets niet noodzakelijk is, wordt ook nog opgemerkt dat de ontwikkeling plaatsvindt binnen bestaand stedelijk gebied. Naar aanlediing van een zienswijze is de duurzaamheidsladder nader toegelicht in bijlage 4.

2.2.6 Conclusie

De conclusie van de in dit plan beschreven beleidsuitgangspunten is dat het rijksbeleid niet direct doorwerkt in het plangebied. Hierdoor is het plan niet in strijd met het rijksbeleid. Het rijksbeleid werkt indirect door via het provinciaal beleid. Het provinciaal beleid vormt op zijn beurt weer de input voor het gemeentelijk beleid.

De aanvraag voor de vervangende nieuwbouw van een supermarkt te Emmer-Compascuum past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie "Gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef". Door het plan zal het stedelijke voorzieningennniveau versterkt worden.

Hoofdstuk 3 Onderzoeken

3.1 Archeologie en monumenten

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een ruimtelijke plan rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden.

De betreffende percelen op de hoek Hoofdkanaal WZ en Wikkel zijn volgens de archeologische beleidsadvieskaart gelegen in een gebied met zodanige lage verwachtingswaarde dat op de archeologische beleidsadvieskaart aan delen van het centrum van Emmer-Compascuum geen kleur dan wel waarde is gegeven.

Vanwege de lage archeologisch verwachtingen is het voor deze bebouwing niet nodig om een archeologisch onderzoek uit te voeren. De bouw zal binnen de bestaande geroerde ondergrond plaatsvinden.

3.2 Ecologie

Voor het projectgebied is de Wet natuurbescherming (Wnb), zo ook de provinciale omgevingsvisie en verordening relevant. De Wnb is op 1 januari 2017 in werking getreden en betreft zowel soortenbescherming als bescherming van (Europese) natuurgebieden. In de Wnb is de bescherming van specifieke natuurgebieden geregeld. Het betreft de Natura 2000-gebieden, die een internationale bescherming genieten. Plannen en projecten met negatieve effecten op deze gebieden zijn vergunningsplichtig. Relevant daarbij is dat de Wnb een externe werking kent. Van externe werking is sprake als activiteiten buiten een Natura 2000-gebied van invloed zijn op de natuurwaarden in een Natura 2000-gebied.

Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) (voorheen Ecologische Hoofdstructuur) is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland en vormt de basis voor het natuurbeleid. Het NNN is als beleidsdoel opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. De provincies zijn verantwoordelijk voor de begrenzing, ontwikkeling en bescherming van het NNN. De begrenzing en ruimtelijke bescherming van het NNN is voor provincie Drenthe uitgewerkt in de Omgevingsvisie en de bijbehorende Omgevingsverordening.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak102447-V701_0003.png"

Figuur 3-1: De indicatieve ligging projectgebied ten opzichte van NNN-

Afweging

Het projectgebied is gelegen in het centrum van Emmer-Compascuum en is in de huidige situatie al een stenig geheel. Er is relatief veel verharding.

In de directe omgeving van het projectgebied bevinden zich geen Natura 2000-gebieden of gebieden die deel uitmaken van het NNN waarop de ingreep een negatief effect zou kunnen hebben. Er bestaat geen noodzaak tot het aanvragen van ontheffingen in het kader van de Flora- en faunawet. Wel blijft voor alle soorten de algemene zorgplicht gelden. Bij verstoring van dieren tijdens de werkzaamheden moeten deze daarom de gelegenheid krijgen te vluchten naar een nieuwe leefomgeving.

Kort samengevat het aspect flora en fauna vormt geen belemmering voor de voorgenomen werkzaamheden.

3.3 Fysieke veiligheid

Rijksoverheid stelt risiconormen op het gebied van veiligheid aan inrichtingen, ter bescherming van de omgeving. Naast de wet- en regelgeving mogen gemeenten invulling geven aan een eigen veiligheidsvisie. In de Beleidsnota externe veiligheid gemeente Emmen (april 2013) geeft de gemeente Emmen invulling aan deze beleidsruimte. In de gemeentelijke beleidsnota Externe Veiligheid zijn de ruimtelijke uitgangspunten van de structuurvisie verder uitgewerkt.

In de Beleidsnota externe veiligheid heeft de gemeente Emmen gekozen voor een gebiedsgerichte benadering voor de vestiging van risicovolle activiteiten. Tevens is in het beleid een afwegingskader bij concrete ruimtelijke beslissingen en voor de inzet van bestuurlijke uitvoeringsinstrumenten om de kwetsbaarheid van een object of activiteit die niet rechtstreeks onder de begripsbepaling van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) valt bepaald te beoordelen. Bij het opstellen van voorliggende ruimtelijke onderbouwing is rekening gehouden met deze nota externe veiligheid.

3.3.1 Externe veiligheid
3.3.1.1 Bevi-inrichtingen binnen het plangebied

Het plangebied is geïnventariseerd op de zogenoemde Bevi-bedrijven (vergunde situatie en feitelijke situatie). Hieruit blijkt dat in het plangebied geen Bevi-bedrijven gelegen zijn. Op de kaart hierna is dit visueel verduidelijkt. Het plangebied bevindt zich bij de blauwe ster.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak102447-V701_0004.png"

3.3.1.2 Bevi-inrichtingen buiten het plangebied

Nabij het plangebied bevinden zich geen Bevi-bedrijven die invloed hebben op de planlocatie.

3.3.1.3 Buisleidingen, route gevaarlijke stoffen en hoogspanningsleidingen

Er bevinden zich in de nabijheid van het plangebied geen buisleidingen, geen hoogspanningsleidingen en ook geen transportroutes van gevaarlijke stoffen. in de nabijheid van het plangebied. Tevens vindt er geen transport van gevaarlijke stoffen plaats in de omgeving en bevinden zich ook geen

3.3.2 Conclusie

Ter plaatse van het plangebied bevinden zich geen inrichtingen met een risicocontour waartoe een nadere verantwoording van het plaatsgebonden dan wel groepsrisico dient plaats te vinden. Een nader onderzoek of berekening naar het groepsrisico is dan ook niet nodig.

3.4 Milieu

In deze paragraaf worden de relevante milieuaspecten beschreven. Aangegeven wordt wat de beperkingen en mogelijkheden in het plangebied zijn, bezien vanuit verschillende milieudisciplines.

3.4.1 Vormvrije M.E.R.-beoordeling

In voorliggend project komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r. In het Besluit m.e.r., bijlage D, onder artikel 11 (Woningbouw, Stedelijke ontwikkeling, Industrieterreinen) staat onder artikel 11.3 genoemd dat een m.e.r-beoordeling moet plaatsvinden in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op de aanleg, wijziging of uitbreiding van woningbouw, stedelijke ontwikkeling of industrieterrein indien het oppervlakte groter is dan 100 hectare of meer als 2000 woningen omvat. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen vormvrije m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

3.4.2 Bedrijven- en milieuzonering

Vanuit milieuhygiënisch oogpunt vergt het inpassen van nieuwe functies in het plangebied een goede afstemming met de andere, in de omgeving aanwezige functies. Binnen het plangebied is sprake van vernieuwbouw van een Aldi-supermarkt. Van belang is na te gaan welke functies/bedrijven zich in de nabijheid van het plangebied bevinden.

3.4.2.1 Vanuit de supermarkt naar de omgeving

Op basis van de VNG-lijst valt een supermarkt onder de categorie ‘Supermarkten, warenhuizen’. Deze categorie kent een normafstand voor het aspect geluid van 10 meter. Deze normafstand geldt echter voor het omgevingstype ‘rustige woonwijk’ en/of ‘rustig buitengebied’. In het plangebied is echter sprake van gemengd gebied, waardoor de normafstand voor geluid gemotiveerd mag worden teruggebracht tot 0 meter. Hierdoor is ook voor dit aspect geen verder onderzoek naar milieuhinder nodig.

In paragraaf 3.4.4.2 is het onderdeel akoestiek vanuit het Activiteitenbesluit beschreven.

3.4.2.2 Vanuit de omgeving naar de supermarkt

Een supermarkt betreft geen milieugevoelige functie die beschermd dient te worden tegen milieuhinder vanuit omliggende bedrijven of instellingen. Hierdoor is ook voor dit aspect geen verder onderzoek naar milieuhinder nodig.

3.4.3 Bodem

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 5 maart 2013 de Beleidsregel Bodemkwaliteit vastgesteld. Om de kwaliteit te waarborgen, moet grondverzet worden gemeld bij het landelijk meldpunt. Om het verplaatsen van grond te vereenvoudigen, heeft de gemeente Emmen een aantal kaarten ontwikkeld. Deze bodemkwaliteitskaarten zijn als bijlage in de Nota Bodembeheer opgenomen. Aan de hand van deze kaarten is het mogelijk om zonder voorgaand onderzoek grond te ontgraven en toe te passen. Partijen grond en baggerspecie die niet voldoen aan de bodemkwaliteitskaart en de Nota Bodembeheer van de gemeente Emmen mogen alleen worden toegepast als er sprake is van een nuttige toepassing. Is het werk niet ‘nuttig’, dan is er sprake van het zich ontdoen van ‘nuttig’ gebruik. Tijdelijke uitname zijn werkzaamheden waarbij de grond na korte tijd weer teruggebracht wordt. Een voorbeeld is het graven van een sleuf voor kabels en leidingen.

In dat geval hoeft de kwaliteit van de te ontgraven bodem niet onderzocht te worden, tenzij er sprake is van (een verdenking van) bodemverontreiniging.

3.4.3.1 Bodemonderzoek

Aangezien er sprake is van de herbouw van een supermarkt, waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen (kunnen) verblijven is een verkennend bodemonderzoek noodzakelijk.

Doel van het bodemonderzoek is het verkrijgen van inzicht in de bodemkwaliteit. Het onderzoek is een aanvulling op de reeds bekende bodemonderzoeksgegevens van de locatie. Met dit onderzoek is het bekende geval van bodemverontreiniging (kenmerk Bo/A8/2002000759 van 29 oktober 2002, globiscode DR 014400087) geactualiseerd en het overige deel van het terrein aanvullend onderzocht.

Actualisering van het genoemde onderzoek is noodzakelijk om inzicht te verkrijgen in de huidige bodemkwaliteit in verband met de beoogde koop van de locatie en de daarna geplande bouwactiviteiten op het terrein Het verkennend bodemonderzoek is d.d. 14 november 2016 uitgevoerd door KWA Bedrijfsadviserur B.V. en is opgenomen in Bijlage 1 ‘Bodemonderzoek Hoofdkanaal - Westzijde en Wikkel in Emmer-Compascuum’.

In het onderzoek wordt geconcludeerd dat er in het verleden in het kader van een tankstation nog een ondergrondse tank aanwezig is en dat door het gebruik van het tankstation de bodem onder een deel van het projectgebied verontreinigd is. De verontreiniging is zodanig dat er een saneringsplan is opgesteld. Deze sanering wordt voor de bouw van de supermarkt conform afspraken met de gemeente uitgevoerd.

Voor het overige deel van het projectgebied zijn geen grote verontreinigingen in bodem en grondwater geconstateerd. Gemakshalve wordt overigens verwezen naar het bodemonderzoek in de bijlage.

3.4.4 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

3.4.4.1 Wegverkeerslawaai

Een supermarkt wordt niet aangemerkt als een geluidsgevoelig object, zodat er geen onderzoek van wegverkeerslawaai op de supermarkt hoeft plaats te vinden.

3.4.4.2 Activiteitenbesluit

Een akoestisch onderzoek heeft betrekking op het Activiteitenbesluit. De aanwezige geluidsuitstraling van de inrichting dient binnen de normen van het Activiteitenbesluit te liggen. De eventuele maatregelen om de geluidsuitstraling op de nabijgelegen woningen te beperken dragen bij een goede woon- en leefklimaat, zoals een goede ruimtelijke ordening dat betaamt. Bij een supermarkt zijn met name parkeren, winkelwagentjes en de vrachtwagenbewegingen ten behoeve van goederenvervoer van belang.

Door het onderzoeksbureau Geluidsplus Adviseurs is een akoestisch onderzoek op 9 maart 2017 uitgevoerd. Dit rapport is als bijlage 2 bijgevoegd. In het rapport wordt geconcludeerd dat ten behoeve van de woningen aan de Spindel een geluidsscherm noodzakelijk is, ook omdat aan die zijde de goederen bij de supermarkt worden afgeleverd (dock en perscontainer).

De (bedrijfs)woning aan Hoofdkanaal WZ 12 is eveneens meegenomen in de afweging. Gebleken is dat 8 parkeerplaatsen ter hoogte van deze woning niet aangelegd kunnen worden in verband met geluidsoverlast. De situatietekening is hierop aangepast en worden er 88 parkeerplaatsen aangelegd. Daarmee is voldaan aan de akoestische eisen van het project tot vervangende nieuwbouw van een supermarkt.

3.4.5 Luchtkwaliteit

De wijze van berekening van de concentraties luchtverontreinigende stoffen is vastgelegd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het verlenen van een omgevingsvergunning.

3.5 Verkeer en Vervoer

Nieuwe functies betekenen meestal ook dat er sprake is of zal zijn van een toename van verkeersbewegingen, alsmede ontstaat er een parkeerbehoefte. Uitgangspunt is dat nieuwe functies geen onevenredige extra hinder veroorzaken voor reeds aanwezige functies in de omgeving.

Voor het berekenen van het aantal benodigde parkeerplaatsen is gebruik gemaakt van de parkeerkencijfers van de gemeente Emmen. De gemeente Emmen heeft, in bijlage 2 van de parkeerbeleidsplan Emmen d.d. 25 juni 2009, parkeerkencijfers vastgesteld. Er wordt gewerkt aan recenter beleid, maar ten tijde van het ontwerp van de vergunning was dit beleid nog niet uitgekristalliseerd.

Voor de voorgenomen ontwikkeling wordt uitgegaan van: wijk-, buurt- en dorpscentra. De locatie ligt in een gebied dat als ‘rest bebouwde kom’ wordt getypeerd. Op basis van de parkeerkencijfers blijkt dat er (uitgaande van de maximale parkeernorm) 4,5 parkeerplaatsen per 100 m2 BVO benodigd zijn. In het plangebied zijn 88 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd. Hiermee wordt voldaan aan het parkeerbeleidsplan van de gemeente Emmen.

3.6 Waterparagraaf

3.6.1 Algemeen

In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem voor het plangebied is ingericht, welke fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden. Naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de stedelijke wateropgave heeft het wateradvies van het waterschap een duidelijke plaats gekregen. De tekst in deze paragraaf is een uittreksel van de watertoets zoals deze is verzonden naar het waterschap. Voor een volledige weergave van de watertoets wordt verwezen naar de watertoets die als bijlage aan deze onderbouwing toegevoegd.

3.6.2 Doorwerking naar het plan
3.6.2.1 Grondgebruik

Het plangebied bestaat uit bebouwd stedelijk gebied. De waterhuishouding is afgestemd op de functies wonen en bedrijvigheid. Dat houdt in dat in ieder geval een drooglegging aanwezig moet zijn van 1,20m (liefst 1,40m). In Emmer-Compascuum wordt hieraan voldaan.

Het rioolstelsel ter plaatse is nu nog uitgevoerd als een gemengd stelsel. Op het moment dat Aldi Ommen BV hier zal gaan bouwen wordt voorzien in de aanleg van een gescheiden stelsel. Van gemeentewege is reeds aangegeven dat schoon hemelwater ook rechtstreeks afgevoerd mag worden naar het kanaal.

3.6.2.2 Wateradvies Waterschap

Ten behoeve van het plan is op 18 november 2016 de watertoets uitgevoerd. Er is sprake van de ligging in het beheersgebied van het Waterschap Hunze en Aa’s. De beantwoording van de vragen heeft er toe geleid dat de Korte procedure van de watertoets is doorlopen. Dit houdt in dat het waterschap Hunze en Aa's een standaard wateradvies afgeeft in de vorm van deze standaard waterparagraaf.

Voor de verdere procedurele afhandeling van de watertoets in het niet noodzakelijk het waterschap te betrekken, als er met de opmerkingen gemaakt in dit document rekening zal worden gehouden tijdens de verdere uitwerking van dit plan.

Het watertoetsdocument is als bijlage 3 toegevoegd.

Hoofdstuk 4 Locatie- en planbeschrijving

4.1 Huidige situatie omgeving

Het plangebied is gelegen in het centrum van Emmer-Compascuum. Rondom het projectgebied zijn voornamelijk woningen gelegen. Ten zuidwesten van het plangebied is detailhandel, een horeca in de vorm van een snackbar en een kerkgebouw aanwezig. Kenmerkend voor het straatbeeld is het Hoofdkanaal.

Hieronder een weergave van het plangebied in zijn directe omgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak102447-V701_0005.png"

4.2 Huidige situatie terrein

Hieronder volgen enkele foto’s van de huidige staat van het terrein en de aanwezige bebouwing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak102447-V701_0006.png"

Figuur 4-2: Het plangebied vanaf Hoofdkanaal WZ gezien.

Het verharde gebied tussen de huidige supermarkt en snackbar is een verharde vlakte die gebruikt wordt voor parkeren ten behoeve van woningen, snackbar en supermarkt. Door het ontbreken van heldere markering is het een gebied met openbaar karakter welke voor meerdere doeleinden qua parkeren wordt gebruikt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak102447-V701_0007.png"

Figuur 4-3 Het plangebied vanaf Hoofdkanaal WZ gezien.

4.3 Verkeer

Het perceel is direct gelegen aan Hoofdkanaal WZ en Wikkel. Beide wegen kennen een maximum snelheid van 30 km/uur. De ontsluiting van de nieuwe supermarkt zal ook plaats vinden via deze wegen.

4.4 Algemene planbeschrijving

Aldi Ommen BV gaat een bestaande locatie in Emmer-Compascuum herontwikkelen. De bestaande supermarkt wordt gesloopt, evenals een aantal andere bouwwerken in het plangebied. Het gaat om twee woningen en een leegstaand gebouw op de hoek. Op de vrijkomende locatie wordt een nieuwe supermarkt herbouwd voorzien van infrastructuur zoals parkeren, laden en lossen en het stallen van winkelwagens.

De huidige supermarkt is verouderd. Vervangende nieuwbouw leidt tot kwaliteitsverbetering van zowel het gebouw als de omgeving. Een nieuw gebouw is duurzamer en energiezuiniger. Bovenal is vernieuwbouw nodig om te investeren in de verdergaande kwaliteit van de supermarktformule.

Er is niet gekozen voor het voortzetten van de gewenste lintbebouwing langs het Hoofdkanaal.

4.5 Parkeren

Voor het berekenen van het aantal benodigde parkeerplaatsen is gebruik gemaakt van de parkeerkencijfers van de gemeente Emmen. Voor de voorgenomen ontwikkeling wordt uitgegaan van: wijk-, buurt- en dorpscentra. De locatie ligt in een gebied dat als ‘rest bebouwde kom’ wordt getypeerd. Op basis van de parkeerkencijfers blijkt dat er (uitgaande van de maximale parkeernorm) 4,5 parkeerplaatsen per 100 m2 BVO benodigd zijn. De supermarkt is ca 1700 m2, wat inhoud dat er circa 76 parkeerplaatsen benodigd zijn. Omdat in de huidige situatie ook van deze parkeerplaats gebruikt wordt door omwonenden en bezoekers van andere detailhandel is er extra ruimte geboden. Er worden daarom 88 parkeerplaatsen gerealiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak102447-V701_0008.png"

Figuur 4-4: Situatietekening en ligging parkeerplaatsen

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide procedure van toepassing.

De terinzagelegging van de ontwerpbesluiten is op 16 maart 2017 gepubliceerd in Emmen.nu en de Staatscourant.

Met ingang van 17 maart 2017 heeft het ontwerp van de vergunning voor zes weken voor een ieder ter inzage liggen. Gedurende deze termijn zijn zienswijzen ingediend. De zakelijke inhoud en de beantwoording van de zienswijzen is opgenomen in bijlage 5.

Bij de inpassing van de supermarkt dient sprake te zijn van een stedenbouwkundig-, landschappelijk- en milieutechnisch inpasbare situatie. Voor wat betreft het landschappelijke dient rekening te worden gehouden met de voorkomende kenmerken. Het aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan. Daartoe is een aanvraag gedaan tot een WABO-vergunning in strijd met het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De kosten die gepaard gaan met de uitvoering van de plannen zullen door de initiatiefnemer worden gedragen en zijn daarmee economisch uitvoerbaar. Er is een overeenkomst met de inititatiefnemer aangegaan omtrent de aan- en verkoop van gronden, de saneringsplannen, de planschade en de leges. Daarmee zijn de kosten anderszins verzekerd.