direct naar inhoud van Beleidstekst
Plan: Emmen, Zonneakkers
Status: vastgesteld
Plantype: gemeentelijke structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2015005-S701

Beleidstekst

Hoofdstuk 1 Inleiding

In 2012 hebben wij de Energienota Gemeente Emmen vastgesteld. In aansluiting op nationale ontwikkelingen streven wij hiermee naar een vermindering van de CO2 uitstoot in 2025 met 25% van de uitstoot in 2012 en naar een CO2 neutraal Emmen in 2050. Emmen is CO2 neutraal als het energiegebruik volledig bestaat uit duurzame energie. Het moment waarop Emmen CO2 neutraal kan zijn is afhankelijk van het tempo waarin energie kan worden bespaard en tegelijkertijd het aandeel duurzame energie in de energievoorziening groeit. Wij hebben gekozen voor het benutten van zonne-energie. Op basis van de nota heeft ons college het uitvoeringsprogramma “Energieprogramma 2012-2015, Werken aan groene groei” vastgesteld. In dit programma wordt de mogelijkheid van zonneakkers als kansrijke optie besproken.

Voorliggende structuurvisie geeft uitwerking aan onze ambitie om mede met behulp van inzet van zonneakkers onze doelstelling om CO2 neutraal te worden te realiseren. Met deze structuurvisie bieden wij locaties, criteria en ondersteunende faciliteiten aan de samenleving en marktpartijen om de realisatie van zonneakkers te stimuleren en te faciliteren. De realisatie van grondgebonden zonne-energie is uiteindelijk afhankelijk van initiatieven uit de samenleving en van marktpartijen.

Vanuit de markt is er in toenemende mate belangstelling voor het realiseren van grootschalige grondgebonden vormen van zonne-energie. Onder de namen zonneweides, zonneparken of zonneakkers verschijnen deze vormen van grondgebonden zonne-energie in het Nederlandse landschap. Dit kan een welkome aanvulling vormen om ambities van groene, duurzame energie te realiseren. Net als bij windenergie ontstaat de maatschappelijke discussie over de landschappelijke kwaliteit van deze zonneakkers. Mogen ze zichtbaar zijn of niet? Welke locaties zijn geschikt en onder welke voorwaarden?

De gemeente Emmen is door diverse bedrijven benaderd met een verzoek om een principe-uitspraak betreffende de bouw van zonneakkers op verschillende locaties in de tuinbouwconcentratiegebieden van Erica en Klazienaveen (privégrond ondernemers) en voor de bouw van een zonneakker op gemeentegronden in het Rundedal. Ook andere initiatiefnemers vragen om duidelijkheid van de gemeente over de mogelijkheden voor het maken van sluitende businesscases.

Doel

Met voorliggende structuurvisie hebben wij beleid geformuleerd om de ontwikkeling van grondgebonden zonnepanelen, zgn. zonneakkers, te kunnen faciliteren ter ondersteuning van onze doelstelling om de gemeente Emmen in 2050 CO2 neutraal te laten zijn.

De visie gaat niet over de plaatsing van zonnepanelen op daken omdat rijksbeleid vergunningvrije plaatsing op daken al mogelijk maakt (m.u.v. monumenten). Vanuit het principe “zuinig en multifunctioneel ruimtegebruik” en maatschappelijk draagvlak geniet plaatsing van zonnepanelen op daken de voorkeur.

In de visie zijn, op basis van gemeentelijk beleid en in afstemming met provinciaal beleid, ontwikkellocaties benoemd. Voor deze locaties zijn criteria gegeven, om met name een goede ruimtelijke inpassing te kunnen waarborgen. Deze structuurvisie vormt het ruimtelijk kader voor de ontwikkeling van zonneakkers in gemeente Emmen.

Op basis van de structuurvisie, vastgesteld door de raad d.d.…, kunnen aanvragen van derden worden getoetst en beoordeeld en kan het college een besluit nemen in kader van de procedure voor een WABO-vergunning.

Leeswijzer

De structuurvisie start met een verkenning van het fenomeen zonneakkers. Hiertoe wordt in hoofdstuk 2. “Het licht op zonneakkers”, een schets van de ontwikkeling gegeven en worden de belangen vanuit marktpartijen, lokale partijen en de gemeente belicht.

Hoofdstuk 3. “Beleid”, geeft een analyse van het beleid van de gemeente en van de provincie, dat van belang is voor de ontwikkeling van de visie op zonneakkers.

In hoofdstuk 4 “Uitgangspunten” zijn de procesmatige en inhoudelijke overwegingen over de totstandkoming van deze structuurvisie opgenomen.

In hoofdstuk 5. “Visie”, wordt de visie op zonneakkers uiteen gezet met de twee pijlers; ontwikkellocaties en criteria.

Hoofdstuk 6. “Maatschappelijke en Financiële haalbaarheid” geeft een beeld van de maatschappelijke betrokkenheid bij de tot standkoming van de structuurvisie en inzicht in de financiering van de uitvoering.

Hoofdstuk 7. “Uitvoering”, geeft “tools” voor de uitwerking van het criterium “Ruimtelijke kwaliteit”, het faciliteren van de initiatieven met behulp van het steunpunt Zonneakkers en geeft de procedureachtergrond van een aanvraag om WABO vergunning.

In bijlage 1. wordt de visiekaart weergegeven. Daarnaast is het vaststellingsbesluit hier opgenomen.

Hoofdstuk 2 Het licht op zonneakkers

2.1 Bestaande situatie

We staan aan de vooravond van een doorbraak van zonneakkers. De branche zelf is zeer positief over de uitrol in Nederland. Een paneel op het dak is al gemeengoed, maar niet iedereen beschikt over een geschikt dak. Deelnemen aan een corporatie die de energie wint op een zonneakker is een optie. Naast coöperatieve financiering en projectontwikkeling met vreemd vermogen is realisatie door marktpartijen ( bedrijven met een energievragende activiteit) voor de eigen energievoorziening, of grondeigenaren, een mogelijkheid. Locaties die in aanmerking komen kunnen zijn bedrijventerreinen met een stagnerende gebiedsontwikkeling. Ook niet benutte percelen op bedrijventerreinen en in glastuinbouwgebieden kunnen een goede locatie zijn. Veel bouwprojecten stagneren, de gronden liggen te wachten op een nieuwe functie. In theorie zijn van deze benoemde percelen bijna alle gronden geschikt. De locaties moeten voldoende bereikbaar zijn voor aanleg, onderhoud en hulpdiensten.

De ontwikkeling van zonneakkers en de beoordeling van de haalbaarheid ervan is aan marktpartijen. De overheid heeft tot taak om dit nieuwe gebruik in het landschap ruimtelijk, vergunning technisch en maatschappelijk goed te begeleiden.

Het aanleggen van een zonneakker is niet omgevingsvergunningvrij. Als een zonneakker niet past in de bestemming is het voeren van een procedure tot bestemmingsplanwijziging of tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan (WABO) noodzakelijk. De voorkeur gaat uit naar een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan zodat de huidige bestemming van het gebied blijft bestaan. Daarmee houdt het perceel juridisch en beleidsmatig de bestaande functie. Het is dan mogelijk om bijvoorbeeld na een exploitatie van 20 jaar terug te gaan naar de oorspronkelijke bestemming. Daarmee heeft de zonneakker een tijdelijke functie, ook wel pauzefunctie genoemd.

Het college is bevoegd m.b.t. het verlenen van een vergunning in afwijking van het bestemmingsplan. In beginsel is verlenen van een vergunning om af te wijken van het bestemmingsplan altijd mogelijk. Er moeten dan afwegingen worden gemaakt m.b.t. de ruimtelijke aanvaardbaarheid, maatschappelijk betekenis, belangen van omwonenden, etc.

Met deze structuurvisie stelt de gemeenteraad kaders en richtlijnen vast voor afwijken van de geldende bestemmingsplannen t.b.v. zonneakkers. De gemeenteraad dient bij verlenen van een vergunning in afwijking van het bestemmingsplan door het college een zogeheten verklaring van geen bedenkingen af te geven (zie verder hoofdstuk 7).

Als onderdeel van de ruimtelijke procedure vraagt de gemeente, in afstemming met het provinciale beleid, om een goede ruimtelijke inpassing. De welstandsnota en de ruimtelijke waardenkaart bieden hiervoor het algemeen geldende kader. (zie verder hoofdstuk 3) Hiermee wordt in het buitengebied het belang van een zorgvuldige ruimtelijke en landschappelijke inpassing in kader van een goede ruimtelijke ordening geborgd. Het gaat hierbij om de zonnepanelen op zich en om ondersteunende (technische) bebouwing.

Naar verwachting zal de inpassing van zonneakkers niet dezelfde discussie over landschapsaantasting oproepen als bij windmolens, dit omdat de zonneakkers zich niet, zoals windmolens, voornamelijk aan de horizon manifesteren maar vooral aan het oppervlak. Daarmee hoeven zij het landschap niet noodzakelijk te domineren. Voor een ruimtelijke inpassing op maaiveldniveau en ooghoogte zijn verschillende opties denkbaar. Omdat we nog geen ervaring hebben opgedaan met inpassing van zonneakkers binnen onze gemeente noch elders in Noord Nederland, zullen we in deze structuurvisie nader verkennen waar en binnen welke kaders zonneakkers ingepast kunnen worden met ruimtelijke kwaliteit.

Resumé

De ontwikkeling is geheel aan marktpartijen. De rol van de gemeente is de afweging of de initiatieven wenselijk zijn op bepaalde locaties en of de belangen van andere functies in het gebied niet worden geschaad.

De gemeente benoemt bij alle locaties criteria waaraan de zonneakker moet voldoen. Voor alle locaties staat de ruimtelijke inpassing voorop. Bij dorpen en wijken is daarnaast maatschappelijk draagvlak en de energieafzet naar bewoners een voorwaarde. Bij bedrijven in het buitengebied is de energieafzet voor eigen bedrijf randvoorwaardelijk. Op basis van gemeentelijk beleid, in afstemming met provinciaal beleid, is de rol van de gemeente begrensd tot het afwegen en beoordelen van een aanvraag tot een WABO-vergunning in afwijking van het bestemmingsplan voor het creëren van zonneakkers op geschikte locaties. Voorliggende structuurvisie biedt hiervoor de kaders.

2.2 Beschrijving recente ontwikkelingen

Sinds december 2014 worden verschillende algemene gesprekken gevoerd met marktpartijen die locaties zoeken voor zonne-akkers. De verzoeken gaan gelijk op met de beleidsverkenning. Na vaststelling van de structuurvisie kunnen marktpartijen geïnformeerd worden over de mogelijkheden en kunnen initiatieven worden voorgelegd aan de gemeente.

In zijn algemeenheid is gebleken dat door de subsidie die door het rijk door middel van de regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE) wordt gegeven, meer aanvragen bij gemeenten worden ingediend. Ook de technische ontwikkeling van zonnepanelen zelf en het daarmee verhoogde rendement heeft ervoor gezorgd dat er meer belangstelling van ondernemers is gewekt.

De nieuwe SDE regeling voor zonnepanelen staat met ingang van 2015 weer open voor aanvragen. Uit de gesprekken met de marktpartijen komt naar voren dat ze bij voorkeur kiezen voor de ontwikkeling van zonneakkers van minimaal 1 ha groot. Deze schaalvergroting wordt ingegeven door rendementsoverwegingen.

2.3 Betekenis zonneakkers voor de verschillende partijen

Zonneakkers kunnen van betekenis zijn voor de verschillende partijen. De haalbaarheid en wenselijkheid van de ontwikkeling van zonneakkers blijkt uit bijvoorbeeld de volgende opsomming per partij:

Betekenis voor de marktpartijen

  • Realiseren van grond- en gebouwgebonden projecten;
  • Een oplossing bieden voor beschikbare nog niet ontwikkelde bedrijventerreinen;
  • Voor de exploitatie samenwerken met coöperaties, deze samenwerking actief in gang zetten via voorlichting en contact met de bevolking en omwonenden;
  • Het bieden van financiële structuren;
  • Het opwekken van lokaal geproduceerde duurzame elektriciteit.

Betekenis voor de gemeente

  • CO2 reductie t.b.v. energiedoelstellingen;
  • Extra grondopbrengsten;
  • Toepassing voor braakliggend terrein, reductie beheerskosten;
  • Beschikbaarheid lokaal opgewekte duurzame energie;
  • Duurzaam alternatief of aanvulling op duurzame energie;
  • Positieve beeldvorming (mits goed ingevuld en goed begeleid)

Betekenis voor lokale partners

  • Opbrengsten voor grondeigenaren;
  • Beschikbaarheid lokaal duurzaam geproduceerde energie;
  • Minder braakliggende terreinen;
  • Lokale investeringsmogelijkheden voor ondernemers, of voor particulieren via postcoderoos (bewoners in postcodegebied zonneakker en aanpalend postcodegebied, kunnen deelnemen in energiecoöperatie);
  • Vorming van slimme energienetwerken per gebied (Smart Grid).

Betekenis voor ondernemers

  • Voor ondernemers kan het om de volgende redenen interessant zijn om zonnepanelen te plaatsen op (gebouwen of) akkers: Verbeterde opbrengst (pacht) van in eigen bezit zijnde en braakliggende akkers;
  • Vermarkten eigen productie met een duurzaamheidslogo, consument wil dit graag zien;
  • Gebruik van de elektriciteit afkomstig van de zonnepanelen;
  • Gebruik voor verwarming van de kassen en bedrijfsgebouwen;
  • De keuze voor deelname kan afhankelijk zijn van het gegeven of een tuinder een groot of kleinverbruiker is.

2.4 Uitvoering zonneakkers

Zonne-energie is duurzaam: het raakt niet op en er komt geen broeikasgas bij vrij. De uitvoering betreft de realisatie van grondgebonden zonnepanelen. Een opstelling in rijen van panelen gemonteerd op stellages in een open veld. Hiernaast wordt per locatie een of meerdere gebouw(en) gerealiseerd met technische voorzieningen zoals omvormers. De uitstraling, hoogtes en bijbehorende gebouwen zullen afhankelijk van het marktinitiatief en afhankelijk van de gebruikte materialen variëren. De verbetering van de techniek(en) en rendementen zijn aan innovaties onderhevig.

Hoofdstuk 3 Beleid

3.1 Emmen biedt ruimte

De gemeente Emmen heeft de ruimte en geeft graag ruimte. Aan ondernemers, maatschappelijke organisaties, burgers en wijk- en dorpscoöperaties. Ruimte aan innovatieve en duurzame initiatieven die economische gunstig zijn of de leefbaarheid en samenhang in een gemeenschap vergroten.

De gemeente Emmen heeft ruimte op braakliggende gronden die niet tot de geplande ontwikkeling zijn gekomen door met name de economische crisis. Bedrijventerreinen kunnen gemeentelijk of particulier eigendom zijn. Voor de bedrijventerreinen in gemeentelijk eigendom komen gebieden in aanmerking voor zonneakkers die fysiek minder geschikt zijn voor vestiging van bedrijven of gebieden, die door overaanboed niet tot ontwikkeling worden gebracht. Terreinen in particulier eigendom, welke opgenomen zijn op de visiekaart, komen ook voor zonneakkers in aanmerking.

Ondernemers als tuinders en agrariërs hebben mogelijk ruimte voor zonne-energie op het eigen bedrijfsperceel. Bij dorpen en wijken zijn er misschien mogelijkheden voor een collectieve zonneakker voor bewoners, bijvoorbeeld georganiseerd in dorpscoöperaties

Een zonneakker draagt bij aan een nuttige invulling van gronden als pauzefunctie, het genereren van opbrengst en een vermindering van de CO2-uitstoot en het levert duurzame, lokaal opgewekte goedkope groene energie voor bedrijven of burgers. In deze structuurvisie hebben wij beleid geformuleerd waarmee de realisatie van zonneakkers op verschillende locaties mogelijk is als aan voorwaarden kan worden voldaan.

Onderstaand worden bestaande beleidskaders besproken en geanalyseerd op hun toepasbaarheid voor zonneakkers.

3.2 Beleidskader Zonneakkers Provincie Drenthe

De provincie Drenthe streeft naar een volledig CO2-neutrale energiehuishouding in 2050. Daartoe heeft de provincie in de Energiestrategie de ambitie geuit om het in Drenthe geïnstalleerde areaal aan niet-grondgebonden panelen in de periode 2010-2020 met minimaal een factor 50 te doen toenemen van circa 2 ha. naar 100 ha.

Het standpunt t.a.v. grondgebonden opstellingen is terughoudend. Daarom heeft de provincie in 2014 een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden van zonneakkers in Drenthe. De verkenning is gedaan aan de hand van twee sporen;

  • Ruimtelijke spoor (ruimtelijke betekenis zonneakkers);
  • Energiespoor (bedrijfseconomische aspecten).

Vanuit de conclusies van de verkenning is de provincie tot de volgende aandachtsvelden gekomen die zijn beslag hebben gekregen in de geactualiseerde Omgevingsvisie 2014:

Locaties; zonneakkers op of naast andere functies.

Met zonneakkers kan meerwaarde worden gecreëerd in gebieden waar bestaande functies oppervlakten onbenut laten. Drenthe leent zich voor kleinschalige velden op of aan randen van woon- of werklocaties (tuinbouw) en voor initiatieven die een iconische uitstraling hebben door ligging of vorm (vuilstorten, luchthaven, circuits of infrastructurele projecten). De provincie heeft een voorkeur voor locaties waar de zonnestroom direct gekoppeld kan worden aan de eindgebruikers.

Omvang; omvang zonneakkers in balans met energieafname omgeving

Er moet een goede ruimtelijke verhouding zijn tussen de oppervlakte van een initiatief en de nabijgelegen gebouwde omgeving. Daarnaast is het vanuit zuinig en doelmatig ruimtegebruik wenselijk dat er een balans is tussen de productie en afname van stroom in de omgeving.

Ruimtelijke inpassing; een ontwerp geïnspireerd op kernkwaliteiten

Initiatiefnemers dienen en plan op te stellen waarin aandacht is voor de ruimtelijke fysieke context met oog voor:

  • een samenhangend ontwerp;
  • meerwaarde voor het gebied;
  • de inrichting van de randen. Deze dient afgestemd te zijn op de kernkwaliteiten van de gebiedsomgeving.

De concept-structuurvisie Zonneakkers gemeente Emmen is in lijn met het beleid van de provincie Drenthe tot stand gekomen. Voor een goede afstemming hebben enkele constructieve ambtelijke overleggen plaatsgevonden. De ontwikkeling van Zonneakkers is een nieuw fenomeen. De gesprekken hebben provincie en gemeente verder gebracht in de visievorming.

3.3 Beleid gemeente Emmen

Energienota gemeente Emmen “Energie voor groene groei”

In 2012 heeft de gemeenteraad de Energienota Gemeente Emmen vastgesteld. In aansluiting op nationale ontwikkelingen streeft de gemeente Emmen met dit energiebeleid naar een vermindering van de CO2 uitstoot in 2025 met 25% van de uitstoot in 2012 en streeft naar CO2 neutraal Emmen in 2050.

Emmen is CO2 neutraal als het energiegebruik volledig bestaat uit duurzame energie. Het moment waarop Emmen CO2 neutraal kan zijn is afhankelijk van het tempo waarin energie kan worden bespaard en tegelijkertijd het aandeel duurzame energie in de energievoorziening groeit. In de nota heeft de raad gekozen voor het benutten van zonne-energie. Op basis van de nota heeft het college het uitvoeringsprogramma “Energieprogramma 2012-2015, Werken aan groene groei” vastgesteld. In dit programma wordt de mogelijkheid van zonneakkers als kansrijke optie besproken.

Voorliggende structuurvisie geeft uitwerking aan onze ambitie om zonneakkers mogelijk te maken in het streven naar CO2 reductie.

In de structuurvisie ligt het accent op locatiekeuzes en een goede ruimtelijke inpasbaarheid van de zonneakkers. Wij verstaan daaronder:

Een zodanige vormgeving en inpassing dat deze optimaal is afgestemd op bestaande danwel nog te ontwikkelen ruimtelijke, natuurlijke en cultuurhistorische landschapskwaliteiten.

Hiervoor gelden de volgende ruimtelijke beleidskaders: De Ruimtelijke Waardenkaart Emmen, “Gemeente Emmen in perspectief van het landschap” en de Welstandsnota.

Ruimtelijke Waardenkaart Emmen

De Ruimtelijke Waardenkaart is het beleidskader voor landschap en cultuurhistorie in de gemeente Emmen (vastgesteld september 2011). Het document belicht de cultuurhistorische en de landschappelijke waarden van het grondgebied van de gemeente Emmen. Het geeft een beschrijving van het ontstaan van het landschap en stelt de belangrijkste karakteristieken van het landschap vast. Het stelt een strategie op voor behoud, versterking en ontwikkeling van landschap in relatie tot cultuurhistorie. Tevens biedt het document concrete handvatten voor de ontwikkeling van het landschap in relatie tot cultuurhistorie en geeft het aan met welke aspecten rekening gehouden dient te worden in de planvorming, zodanig dat het landschap zijn kwaliteit, identiteit en zeggingskracht kan blijven behouden en nieuwe kwaliteiten kan ontwikkelen. De nota onderscheidt drie landschapstypen met voor elk type onderscheidende karakteristieken. Daarnaast bevat het rapport acht generieke / algemeen geldende aandachtspunten. o.a. het punt 'beeldkwaliteit' vraagt aandacht voor de plaatsing van nieuwe objecten in het open veld en is o.a. van toepassing op zonneakkers.

De beleidsnota vormt in zijn algemeenheid de 'onderlegger' voor het ruimtelijk beleid en beheer binnen de gemeente. In die zin dat bij beleidsvorming, zoals het opstellen van visies, bestemmingsplannen, inrichtings- en beheerplannen rekening gehouden moet worden met de ruimtelijke waarden zoals vastgesteld in de waardenkaart.

Voor de structuurvisie zonneakkers is de Ruimtelijke Waardenkaart van toepassing. Allereerst als onderlegger voor de locatiekeuzes en ten tweede als handreiking voor een passende landschappelijke inpassing van de zonneakkers.

Gemeente Emmen in perspectief van het landschap

In het kader van het bestemmingsplan buitengebied is de Ruimtelijke Waardenkaart verder uitgewerkt in het rapport "de Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". In dit rapport worden de algemene ruimtelijke en visuele aspecten zoals beschreven in de Ruimtelijke Waardenkaart verder uitgewerkt naar een lager (meso) schaalniveau.

Doel van dit rapport is om, gegeven de gelaagdheid, dynamiek en variatie van het landschap, inzicht te geven in de karakteristieken die het landschap in een gebied bepalen en de mate waarin deze nog herkenbaar aanwezig zijn in het huidige landschap. Inzicht in de landschappelijke karakteristieken biedt de gemeente en initiatiefnemers de mogelijkheid verantwoorde overwegingen en keuzes te maken bij ruimtelijke ontwikkelingen. Dit rapport dient dan ook als beoordelingskader én inspiratiebron bij ruimtelijke ontwikkelingen

Alhoewel de mogelijke locaties voor zonneakkers in Emmen niet in het buitengebied liggen, is het rapport "de Gemeente Emmen in het perspectief landschap" de tool voor landschappelijke inpassing in relatie tot cultuurhistorie. Dit rapport beschrijft in algemeenheid de historische karakteristieken en waarden van die gebieden waar deze structuurvisie zonneakkers wel mogelijk maakt. Hierdoor is het mogelijk de vormgeving en inpassing van de zonneakkers af te stemmen op de specifieke gebiedskwaliteiten.

De borging van de landschappelijke waarden op hoofdlijnen vindt plaats in de bestemmingsplannen van de betreffende gebieden. Men zoekt hiervoor aak aansluiting bij de bestaande (historische) ruimtelijke structuur van het gebied: het verkavelings-, het water-, wegen-, groen-, en bebouwingspatroon.

Welstandsnota

Bouwwerken moeten voldoen aan "redelijke eisen van welstand". Op 16 december 2010 heeft de gemeenteraad de Welstandsnota vastgesteld. In deze nota wordt vooraf bepaald wat de redelijke eisen van welstand zijn. Dit betekent dat gekeken wordt of een bouwplan qua uitstraling wel past bij de omgeving.

De welstandsnota ziet toe op gebouwen. Zonneakkers zijn niet zo zeer gebouwen, waardoor er geen specifiek welstandsbeleid geldt. Wel kan in de lijn van het gestelde in de Welstandsnota geadviseerd worden. Het ondersteunende gebouw bij een zonneakker bijvoorbeeld kan middels deze algemene uitgangspunten worden beoordeeld.

Hoofdstuk 4 Uitgangspunten

Wij staan positief tegenover zonneakkers als bronnen van groene, duurzame energie en willen de realisatie hiervan stimuleren in relatie tot onze doelstelling om in 2050 CO2 neutraal te zijn in de gemeente Emmen overeenkomstig de vastgestelde energienota (2012). Wij hebben hierin aangegeven om te kiezen voor

  • Energiebesparing (gebouwde omgeving en gebouwen);
  • Verbetering van de energie-efficiency en slim ketenbeheer (warmtenetten);
  • Ontwikkeling van 60 MW windenergie;
  • Geothermie;
  • Zonne-energie in de vorm van zonnepanelen op daken en grondgebonden zonnepanelen in de vorm van zonneakkers.

Echter er dient beleid te zijn om goed te kunnen faciliteren. De uitgangspunten bij deze structuurvisie zijn ontwikkeld op basis van bestaand beleid, overleg met de provincie en afwegingen met verdere wensen en eisen van de gemeente.

4.1 Technische achtergrond

De gemeente heeft een taakstelling van 95,5 MW opgesteld vermogen aan windenergie. Deze is goed voor ongeveer 38 % van de totale energievraag. De resterende 62% moet met andere bronnen opgewekt worden. In het rapport “Energie profiel en energietrends: gemeente Emmen”, is inschatting gemaakt voor de totale energieverbruik (particulier en zakelijk) in de gemeente Emmen en is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om deze nodige elektriciteit op te wekken met inzet van hernieuwbare energiebronnen.

Uit deze studie blijkt dat in Emmen voldoende daken beschikbaar zijn voor 170% van de benodigde (elektrische) energie voor de huishoudens en bijna 50% van de totale (elektrische) energievraag.

In de studie is ook geconstateerd dat in 2014 1 op de 48 woningen zonnepanelen heeft. Hiermee wordt 0,7 % van het totale energieverbruik binnen de gemeente Emmen gerealiseerd.

Hoe snel het aandeel in energie van de zonnepanelen op daken gaat groeien is moeilijk in te schatten. Er is in ieder geval een groei van 12% per jaar nodig om in 2050 de potentie maximaal benut te hebben. In Emmen is een dergelijke forse groei niet realistisch.

Met de huidige technische ontwikkelingen worden de panelen echter steeds efficiënter en dus steeds interessanter voor de particuliere woningbezitters. Wij schatten een jaarlijkse groei tot 5% daarom in als (optimistisch) realistisch. Dat komt overeen met 4 % van de totale energieverbruik. Bij een meer optimistisch scenario waarbij de groei 8 % is, stijgt het aandeel van de zonne-energie opgewekt op daken tot 12 % van de totale energieverbruik.

Om de doelstelling van de CO2 neutraliteit te halen is noodzakelijk om ook grootschalige opwekking van zonne-energie mogelijk te maken. Naar verwachting zullen zonneakkers in totaal 15-20% van de totale elektrische energievraag opwekken.

4.2 Potentie en ambitie

De gemeente Emmen stimuleert het gebruik van duurzame energie. Zonneakkers kunnen hiervan onderdeel uitmaken. Gemeenten hebben geen taakstelling (van provincie of rijk) opgelegd gekregen om een bepaald aantal hectares te realiseren. Juist de marktpartijen mogen met initiatieven komen. De gemeente Emmen wil de aanleg van zonneakkers stimuleren via de structuurvisie Zonneakkers.

Ter illustratie; als de taakstelling van 95.5 MW aan windenergie zou moeten worden vervangen door zonneakkers, dient circa 335 MW (MWp) aan zonnepanelen te worden opgesteld. Bij de huidige stand der techniek vereist dit circa 420 hectare.

Om de opbrengsten van windenergie en zonne-energie te kunnen vergelijken, is gebruik gemaakt van MW (MegaWatt). Echter, de kwaliteit van een zonnepaneel en daarmee het vermogen van een zonnepaneel wordt in Wp (Wattpiek) uitgedrukt. De wattpiek is een specifieke eigenschap van een zonnepaneel, onafhankelijk waar op de wereld deze wordt getest. De wattpiek is dus nuttig om de prestaties of efficiëntie van zonnepanelen te vergelijken. Een voorbeeld: Een opstelling met zonnepanelen 4000 Wp (voor concumenten met de technieken anno 2014) genereert per jaar ongeveer 3400 kWh elektriciteit. Een gemiddelde zonnepaneel haalt een rendement van ongeveer 10 à 20%.
Een recente aanvraag (maart 2015) heeft betrekking op circa 19 hectare aan zonnepanelen, welke een vermogen van 11.9 MWp aan duurzame energie zal kunnen opbrengen. Het gaat hier om panelen voor professionele bedrijven met de technieken van 2015. Daarom is de recente aanvraag niet rechtstreeks te vergelijken met MW windenergie.  

Uit de energienota blijkt dat circa 20% van de benodigde energie via zonnepanelen zou kunnen worden opgewekt. Opwekking van 20% van het geheel aan benodigde energie komt overeen met 45 MW aan elektriciteit via zonnepanelen. Dit betekent dat er circa 194 hectare nodig is om deze doelstelling met de huidige techniek te kunnen behalen.

Op de visiekaart zijn de locaties aangegeven waar zonneakkers zijn gewenst. Deze zijn mede ingegeven door de braakliggende percelen in glastuinbouwgebieden en op industrieterreinen. Een grove schatting op deze gebieden is dat er circa 200 hectare in gebruik kan worden genomen voor zonneakkers.

De potentie aan zonneakkers binnen de gemeente Emmen is bruikbaar onder de in deze structuurvisie beschreven laagdrempelige criteria. Een klein deel hiervan is in bezit van gemeente Emmen. Afhankelijk van hoe het Rijk besluit over de subsidieverstrekking (SDE+) in de komende jaren, zal door marktwerking hier daadwerkelijk uitvoering aan worden gegeven. Ook is onduidelijk hoeveel particuliere, corporatieve initiatieven zich aandienen. Indien het financieel haalbaar, zullen bedrijven en particulieren proberen zelfvoorzienend te worden door onder andere zonnepanelen te plaatsen. Verder worden tegenwoordig zonnepanelen op daken geplaatst, wat wel bijdraagt aan de hectares en de doelstelling om energieneutraal te worden, maar geen extra ruimtebeslag betekent. Of de potentie daadwerkelijk wordt uitgevoerd, is geheel afhankelijk van marktpartijen en de samenleving.

4.3 Locaties

Het buitengebied van Emmen omvat een groot areaal. Het overgrote deel is in gebruik voor de landbouw. Uit een gesprek met LTO is naar voren gekomen dat zij geen zonneakkers wil in landbouwgebieden. LTO ziet dit als verstedelijking en daarmee als een beperking van de haar agrarische bedrijfsactiviteiten.

Het is eveneens niet wenselijk om in bossen, natuurgebieden, Natura2000-gebieden en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zonneakkers toe te staan.

Zonneakkers zijn goed mogelijk op gebieden die “over” zijn. Braakliggende gronden en hoekjes zijn bruikbaar voor dergelijke pauzefuncties als zonneakkers. Wij gaan ervan uit dat een zonneakker ongeveer 20 jaar wordt gebruikt. Andere ontwikkelingen op en nabij de beoogde locaties mogen niet worden belemmerd. Daarom is vooral gekeken naar woongebieden en bedrijventerreinen. Voor heel veel bedrijven staat maatschappelijk en duurzaam ondernemen hoog in het vaandel. Dit willen wij graag faciliteren voor zowel de werklocaties als agrarische bedrijven. Met name recreatieve bedrijven in het buitengebied willen graag projecten met een combinatie van recreatie en duurzaamheid uitvoeren.

4.4 Criteria

Landschappelijk vormt de Ruimtelijke Waardenkaart uitgangspunt, allereerst als onderlegger voor de locatiekeuzes en ten tweede als handreiking voor een passende landschappelijke inpassing van de zonneakkers.

De structuurvisie sluit bijvoorbeeld gronden met een agrarische bestemming zonder bouwvlak in het buitengebied van Emmen uit, als mogelijke locatie voor zonneakkers. Deze gronden dragen overwegend de landschappelijke karakteristiek 'openheid'. Ingebruikname als zonneakker, ook tijdelijk, zal een aantasting van de openheid betekenen zodra de zonnepanelen boven ooghoogte uitstijgen. Dit is reden om zonneakkers uit te sluiten in het buitengebied en te concentreren op werklocaties waar aantasting van de openheid en het agrarisch karakter en gebruik niet (meer) in het geding is. De studies van de provincie Drenthe op gebied van verkeersaders of hoogteverschillen als een vuilstort, vinden wij in Emmen niet toepasbaar. Overige zaken van de provinciale studie zijn door de gemeente naar de eigen situatie vertaald. Gelet op de economische en landschappelijke waarde van het buitengebied, hebben we het buitengebied uitgesloten.

4.5 Overige uitgangspunten

Wellicht ten overvloede is ook aandacht geschonken aan grondeigenaren. Logischerwijze geven grondeigenaren toestemming tot de plaatsing van zonnepanelen. Om twee redenen schenken wij hier aandacht aan. Ten eerste zijn op delen van bedrijventerreinen gronden nog in het bezit van de gemeente. De gemeente heeft per bedrijfslocatie een economische strategie. Soms vanuit actieve acquisitie, soms vanwege de (uitzonderlijke) grootte van het perceel. Andere percelen liggen minder goed in de markt en kunnen met een pauzefunctie, zoals een zonneakker, tijdelijk gebruikt worden.

Daarnaast kan een rem worden gezet op initiatieven voor zonneakkers die niet vergezeld gaan van helder en solide exploitatieplan.

Wij zijn ons ervan bewust dat niet elke locatie even economisch haalbaar is, omdat de technische uitvoerbaarheid, zoals aansluiting op een transformator of schakelstation niet overal mogelijk is.

Initiatiefnemers en grondeigenaren dienen zich bewust te zijn van de consequenties van een dergelijke pauzefunctie.

Aan de hand van dit omschreven proces is de visie tot stand gekomen.

Hoofdstuk 5 Visie

De analyse van het gemeentelijke en provinciale beleid in hoofdstuk 3, heeft geleid tot een visie op locaties en criteria.

Wij kiezen er voor geen (vormvrije) MER uit te voeren Zonneakkers zijn immers niet benoemd in de D-lijst van het Besluit MER, d.w.z. niet MER-plichtig.

In dit hoofdstuk wordt gestart met het benoemen van de verschillende criteria. De gestelde criteria verschillen per locatie. Navolgend worden de locaties en criteria in samenhang besproken. Het hoofdstuk wordt afgerond met een verdieping van het criterium “goede ruimtelijke inpasbaarheid”.

5.1 Criteria

De aanvragen worden getoetst op onder andere de volgende criteria:

Ruimtelijke inpasbaarheid

Onder ruimtelijke inpasbaarheid verstaan we het volgende:

“Een zodanige vormgeving en inpassing dat deze optimaal is afgestemd op bestaande danwel nog te ontwikkelen ruimtelijke, natuurlijke en cultuurhistorische landschapskwaliteiten.”

Uitgangspunt is de Emmense manier van werken en de bestuursstijl “meer van de samenleving, een andere overheid”. Wij willen daarom niet alleen harde criteria stellen, maar de initiatiefnemer de gelegenheid geven om zelf, binnen door ons gestelde kaders, een uitwerkingsvoorstel te doen, voor een goede ruimtelijke inpassing van de zonneakker.

Wij zien het proces met de initiatiefnemer als een interactief proces waarbij de gemeente faciliteert en kaders bewaakt.Daarvoor worden in deze structuurvisie tools aangereikt. Hiertoe dienen allereerst bestaande kaders en instrumenten als Welstandsnota en Ruimtelijke waardenkaart en het Rapport “Gemeente Emmen in perspectief van het landschap”.

Daarnaast tools als: inspelen op landschapsstructuur; begrenzen van het terrein; overgangen naar het landschap; zichtbaarheid vanaf de openbaarheid; toevoegen van maatschappelijk gewenst programma. In hoofdstuk 5: “Uitvoering”, wordt de wijze van uitwerking van deze tools nader beschreven.

Maatschappelijk draagvlak

Voor zonneakkers nabij dorpen en/of wijken is maatschappelijk draagvlak een eerste vereiste. Zonneakkers bieden hier energetische voordelen voor bewoners, maar geven een andere beleving in het landschap. Maatschappelijk draagvlak voor een initiatief van bijvoorbeeld een dorpscoöperatie, moet in het dorp en door het dorp zelf gevonden worden. De gemeente wil in dit proces faciliteren door de EOP te ondersteunen. Het actief betrekken van de dorpen en de wijken bij de uitvoering van de structuurvisie wordt gefaciliteerd door Educohof. In paragraaf 7.3 wordt de werkwijze op hoofdlijnen toegelicht.

Energieafzet

De energieafzet kan op verschillende manieren plaatsvinden.

Voor zonneakkers op werklocaties op bedrijventerreinen wordt onderzocht in hoeverre de afzet lokaal kan plaatsvinden waarbij een win-win situatie kan ontstaan zowel voor de afnemer als voor de producent. De exploitant en de grondeigenaar maken hier afspraken over. Voor grondgebonden zonnepanelen in tuinbouwconcentratiegebieden en op bouwpercelen van agrarische en overige bedrijven (buitengebied) geldt dat de energieopbrengst aantoonbaar in meerdere mate ten goede moet komen van de bedrijfsvoering. Dit impliceert ook de bepaling van de omvang van de betreffende zonneakker. In de tuinbouwgebieden mag de energieafzet ten goede komen van meerdere bedrijven in het gebied. De grondgebonden zonnepanelen gelden als aanvullende mogelijkheid voor panelen op dakvlakken van bedrijfsgebouwen.

De energieafzet van akkers nabij dorpen/wijken moet ten gunste komen van de bewoners om op die manier een bijdrage te kunnen leveren aan het betaalbaar houden van de woonlasten en de CO2 reductie. Te denken valt aan zowel financiële participatie als aan prijsvoordelen (bij directe afneming zijn de transportkosten aanzienlijk lager). Dit impliceert ook de bepaling van de omvang van de betreffende zonneakker.

Tijdelijkheid

De technologie van zonnepanelen is zodanig dat momenteel verwacht wordt dat een paneel 20 tot 25 jaar meegaat. Ook mede door het huidige subsidiestelsel is de economische afschrijvingsperiode van een paneel 20 tot 25 jaar. Dit betekent dat het verlenen van een WABO-vergunning de voorkeur geniet om zo de onderliggende bestemming na 20 á 25 jaar weer als zodanig te gebruiken.

Goede ruimtelijke ordening

Uiteraard dient een vergunning te voldoen aan een goede ruimtelijke ordening. Een vergunning dient in gevolge van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, Wabo te zijn voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. In het Besluit omgevingsrecht (art. 5.20 Bor) is aangeven waaraan deze moet voldoen. Hierbij wordt verwezen naar art. 3.1.6 Bro. Een ruimtelijke onderbouwing is daardoor vergelijkbaar met de toelichting van een bestemmingsplan. In artikel 3.1.6 Bro is onder andere aangegeven dat ingegaan moet worden op de gevolgen van de ontwikkeling voor de waterhuishouding, cultuurhistorie en relatie met de kwaliteitseisen uit hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer. Tevens moet voldaan worden aan de onderzoeksverplichtingen van de Awb.

Ook zal aandacht besteedt moeten worden aan aspecten van externe veiligheid. De externe veiligheid heeft onder andere betrekking op buisleidingen van NAM en Gasunie, zowel onder- als bovengronds. Ook zal aandacht besteedt moeten worden aan eventuele gevolgen voor de hoogspanningsleidingen van Tennet.

5.2 Locaties

Aan de hand van uitgangspunten zijn diverse locaties aangewezen

Werklocaties

Wij willen medewerking geven aan het plaatsen van grondgebonden zonnepanelen op geselecteerde werklocaties. Werklocaties met de functie wonen en werken zijn uitgesloten van medewerking vanwege de functie wonen.

Werklocaties kunnen geschikt zijn voor de situering van zonneakkers omdat de percelen, of delen er van, niet tot ontwikkeling komen overeenkomstig het bestemmingsplan of de planologische ontwikkelvisie. Vanuit economische motieven en de geringe ruimtelijke kwetsbaarheid van deze locaties, lenen deze locaties zich goed voor de functie van zonneakkers, terwijl de oorspronkelijke bestemming niet gewijzigd hoeft te worden. Bedrijven/eigenaren dienen zich bewust te zijn van de pauzefunctie, zodat bij bedrijfsontwikkeling deze terreinen voor het eigen gebruik ten behoeve van de oorspronkelijke bedrijfsactiviteiten dienen te worden ingezet

De ingebruikname van gronden op bedrijventerreinen voor zonneakkers kan en zal geen reden zijn voor de uitbreiding van het areaal aan bedrijventerreinen.

Bedrijventerreinen

Geschikte locaties op bedrijventerreinen worden niet per locatie benoemd of aangewezen. Voor de bedrijventerreinen in gemeentelijk eigendom komen alleen het zuidelijk deel van De Tweeling en Oranjepoort (geheel) in aanmerking. Het zuidelijk deel van de Tweeling is fysiek minder geschikt voor de vestiging van bedrijven. Oranjepoort wordt niet tot ontwikkeling gebracht door het overaanbod aan bedrijveenterreinen in de gemeente. In de visie is er oorspronkelijk voor gekozen om geen specifieke bedrijventerreinen aan te wijzen om daarmee de mogelijkheid open te houden om alle marktontwikkelingen mee te kunnen wegen bij concrete initiatieven. In de praktijk zou de afweging en beoordeling waarschijnlijk leiden tot dezelfde gebiedskeuzes.

Vanuit economische criteria wordt per aanvraag bezien of een zonneakker mogelijk is. Bedrijventerreinen zijn ruimtelijk niet kwetsbaar voor de realisatie van zonneakkers. Bedrijventerreinen zijn bovendien goed ontsloten. Met de tijdelijke functie van zonneakkers (circa 20 jaar) kan de exploitatie voor een deel worden goed gemaakt en kunnen bedrijven profiteren van goedkope en duurzame energie en wordt een bijdrage geleverd aan de CO2 reductie. Wij vinden het belangrijk dat de energieafzet zo veel mogelijk in de directe omgeving plaatsvindt. Wij verwachten van initiatiefnemers dat naar de afzetmogelijkheden in de directe omgeving onderzoek is gedaan met aantoonbare bevindingen en conclusies.

Criteria:

  • Locaties opgenomen in de visiekaart behorende bij deze structuurvisie
  • Een goede ruimtelijke inpasbaarheid
  • Onderzoeksresultaten van de afzetmogelijkheden van zonne-energie aan de directe omgeving.

Tuinbouwbedrijven in de tuinbouwconcentratiegebieden van Erica en Klazienaveen

De tuinbouwconcentratiegebieden zijn bestemd voor bedrijvigheid met veel glasoppervlakte. De tuinbouw bevindt zich in een transitiefase mede als gevolg van de economische neergang. Tuinders breken kassen af en oriënteren zich deels op nieuwe tuinbouwproducten. Het plaatsen van grondgebonden zonnepanelen levert duurzame en goedkope energie voor verwarming van kassen en levert inkomsten op in moeilijke tijden. Zonne-energie levert een bijdrage aan de CO2 reductie. Zonneakkers hebben bovendien een functie in het tegengaan van verpaupering en verrommeling op de bouwpercelen. In economisch moeilijke tijden biedt een zonneakker een functionele invulling van een braakliggend terrein die nu om economische redenen niet tot ontwikkeling kan worden gebracht.

Criteria:

  • Locaties opgenomen in de visiekaart behorende bij deze structuurvisie
  • Een goede ruimtelijke inpasbaarheid.
  • De energieafzet moet aantoonbaar in meerdere mate ten gunste komen van de eigen bedrijfsvoering van één of meerdere bedrijven gezamenlijk in de tuinbouwgebieden.

(Oorspronkelijk) tuinbouwconcentratiegebied Rundedal

Het oorspronkelijke tuinbouwconcentratiegebied Rundedal, met 180 ha netto uitgeefbare grond, is als gevolg van verandering in economische omstandigheden en gewijzigd rijksbeleid, niet tot ontwikkeling gekomen als tuinbouwlocatie.

Daarom heeft de gemeenteraad op 20 december 2012 een ontwikkelvisie voor het Rundedal vastgesteld. De oorspronkelijke bestemming “glastuinbouw” ligt nog op het gebied.

In dit gebied loopt een procedure voor een WABO vergunning in afwijking van het bestemmingsplan voor de realisatie van een zonneakker. Voorliggende ontwerp-structuurvisie vormt de beleidsmatige onderlegger. De zonneakker is gelokaliseerd in het middengebied van het Rundedal. Dit gebied van 46 ha heeft in de ontwikkelvisie, de onwikkelfunctie “functieverbreding” en biedt de mogelijkheid voor de ontwikkeling van een agropark met energie. Hierbij kan gedacht worden aan een grootschalige niet grondgebonden melkveehouderij, agro-gerelateerde bedrijvigheid, energieteelt, maar ook het plaatsen van zonnepanelen in de vorm van een zonneakker is een passende invulling op basis van de Ontwikkelvisie Rundedal. Op de visiekaart is dan ook het gedeelte wat is omschreven in de ontwikkelvisie als bedrijvigheid opgenomen en het gedeelte wat is omschreven als landbouw bezien als buitengebied.

Criteria: 

  • Een goede ruimtelijke inpasbaarheid.
  • Onderzoeksresultaten van de afzetmogelijkheden van zonne-energie aan de directe omgeving.

Nabij dorpen en wijken als pilot

Wij geven ruimte aan maatschappelijke initiatieven om de leefbaarheid en sociale samenhang in een dorp of wijk te vergroten. Wij willen de duurzaamheid en betaalbaarheid van het wonen vergroten door de beschikbaarheid van groene energie voor bewoners te bevorderen. Wij zien graag dat de toepassing van zonnepanelen op daken wordt vergroot, maar niet iedereen heeft hiervoor een geschikt dak of kan een grote investering doen. Participatie in de mogelijkheden van een zonneakker biedt dan kansen.

Op de visiekaart is dan ook niet aangegeven waar binnen het dorp en/of wijk een zonneakker geplaatst kan worden. Daarom is volstaan met een stip op de kaart.

Productiebossen zijn locaties in het buitengebied die periodiek volledig gekapt worden ten behoeve van de houtproductie. De praktijk is dat stobben niet geruimd worden en in het land blijven. Locaties van productiebossen die aansluitend aan het dorp of de wijk gelegen zijn zouden in aanmerking kunnen komen voor de situering van een zonneakker. Maatschappelijk draagvlak hiervoor is een belangrijke voorwaarde.

Duurzame, groene, goedkope energie, opgewekt nabij het dorp of de wijk, biedt kansen voor het verminderen van de CO2 uitstoot; voor het grip houden op de woon/energielasten en de participatie van bewoners bij dorps- of wijkinitiatieven.

Criteria:

  • Er moet overtuigend maatschappelijk draagvlak zijn voor het initiatief bij het dorp of de wijk.
  • Er moet sprake zijn van een goede ruimtelijke inpassing waarvoor ook draagvlak moet zijn bij de bevolking.
  • De energieafzet moet direct of indirect (financieel) ten gunste komen van de bewoners die betrokken zijn bij de zonneakker. Er moet een zekere balans zijn tussen de energieproductie en de afname in de directe omgeving. Hierdoor wordt de grootte van de akker bepaald.

Aan de gestelde criteria kan niet bij alle dorpen en wijken worden voldaan. Daarom worden initiatieven van dorpen of wijken als pilot opgenomen in de Structuurvisie Zonneakkers. Per initiatief wordt de haalbaarheid ter plaatse onderzocht en afgewogen.

Maatschappelijk draagvlak voor een initiatief van bijvoorbeeld een dorpscoöperatie, moet in het dorp en door het dorp zelf gevonden worden. De gemeente wil in dit proces faciliteren door de EOP te ondersteunen. Het actief betrekken van de dorpen en wijken bij de uitvoering van de structuurvisie wordt gefaciliteerd door Educohof. In paragraaf 7.3 wordt de werkwijze op hoofdlijnen toegelicht.

Bouwpercelen agrarische en overige bedrijven buitengebied

Wij willen in principe geen zonneakkers in het agrarisch buitengebied. De gemeente Emmen heeft voldoende locaties waar zonneakkers aangelegd kunnen worden en waar ze een goede functie vervullen. Het kwetsbare buitengebied geeft letterlijk ruimte aan belangrijke functies als voedselvoorziening en recreatie en toerisme. Wij geven prioriteit aan deze functies in het buitengebied. Op de visiekaart is dan ook geen locatie opgenomen.

Als uitzondering hierop willen wij wel meewerken aan het plaatsen van grondgebonden zonnepanelen binnen de grenzen van bouwpercelen van agrarische en overige bedrijven.

Als voorwaarde geldt dat eerst de benutbare daken van de bedrijfsbebouwing moeten worden gebruikt voor zonne-energie. In feite wil de gemeente meewerken aan een grondgebonden opstelling van zonnecollectoren indien de dakvlakken onvoldoende mogelijkheden bieden. De CO2 reductie wordt hiermee bevorderd.

Criteria:

  • De energieafzet wordt aantoonbaar in meerdere mate gebruikt voor de eigen bedrijfsvoering.
  • Een goede ruimtelijke inpasbaarheid.

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke en financiële haalbaarheid

6.1 Maatschappelijke betrokkenheid

Ten behoeve van de totstandkoming van deze structuurvisie is uitgebreid overleg gevoerd met provincie Drenthe. De overige betrokken instanties zijn o.a. LTO Noord Glaskracht, Vereniging Parkmanagement en allee Erkende Overleg Partners. Daarnaast zijn de waterschappen, de natuurorganisaties, de leidingbeheerders en het recreatieschap benaderd. Gemakshalve wordt verwezen naar het Vaststellingsbesluit.

Het ontwerp van de structuurvisie is in kader van advies en inspraak verzonden naar deze betrokken instanties. Ten behoeve van het draagvlak van de bevolking is een inloopbijeenkomst gehouden op 18 mei 2015 in hotel Emmen, Van der Valk te Nieuw-Amsterdam. Tijdens deze bijeenkomst konden geïnteresseerden kennisnemen van de ontwerp-structuurvisie.

Diverse geïnteresseerden hebben de structuurvisie bekeken en een aantal hebben mondeling en/of schriftelijk gereageerd op de structuurvisie. Deze zijn als zienswijze aangemerkt en in het bijgevoegde vaststellingsbesluit verwerkt.

Het ontwerp van de structuurvisie heeft vanaf 8 mei 2015 voor 6 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn zienswijzen ingediend. De 9 zienswijzen hebben niet geleid tot aanpassing van de structuurvisie. Wel zijn her en der verhelderende zinnen opgenomen. Dit is eveneens verwerkt in het bijgevoegde Vaststellingsbesluit.

6.2 Financiële haalbaarheid

De uitvoering van deze structuurvisie is afhankelijk van aanvragen van derden. Vanuit het rijk zijn subsidies beschikbaar, op basis waarvan diverse aanvragen worden verwacht. De kosten van de te voeren procedures in het kader van de WABO-vergunningen kunnen worden gedekt door de leges en/of een afzonderlijke overeenkomst.

De wijken en dorpen worden actief geïnformeerd en betrokken bij de uitvoering van de structuurvisie "Emmen, Zonneakkers". Dit wordt gefaciliteerd door Educohof. De kosten hiervoor worden gedekt uit het budget Natuur- en Milieu-educatie.

Hoofdstuk 7 Uitvoering

De uitvoering van deze structuurvisie is afhankelijk van aanvragen van derden. Vanuit het rijk zijn subsidies beschikbaar, op basis waarvan diverse aanvragen worden verwacht. Er is in 2015 een concrete aanvraag binnengekomen die in de lijn van deze structuurvisie is getoetst en beoordeeld. Onderstaand volgt een toelichting op: de procedure voor een WABO-vergunning; de ruimtelijke inpassing en tools en het Steunpunt Zonneakkers om tot een goede afweging en begeleiding van de vergunningaanvraag te komen.

7.1 WABO-vergunning

Aanvragen voor zonneakkers betreffen WABO-vergunningen met afwijking van het bestemmingsplan. De wettelijke proceduretijd is maximaal 26 weken (exclusief vooroverleg en exclusief eventueel beroep).

De raad dient aan te geven geen bedenkingen tegen de aanvraag te hebben. Omdat meerdere aanvragen worden verwacht is het gewenst om een algemene verklaring van geen bedenkingen door de Raad te laten afgeven. Dit bespaart proceduretijd. Tegelijkertijd met de vaststelling van deze structuurvisie wordt de raad gevraagd aan de lijst met algemene verklaring van geen bedenkingen een volgende categorie toe te voegen: "aanleg van zonneakkers, voor zover in overeenstemming met de structuurvisie “Emmen, Zonneakkers”. Aanvragen voor zonneakkers die passen binnen de structuurvisie behoeven niet door de raad beoordeeld te worden.

Een aanvraag tot een WABO-vergunning ten behoeve van een zonneakker is tevens een aanvraag voor een vergunning in afwijking het bestemmingsplan. Dit houdt in dat de bestemming geregeld in het bestemmingsplan ongewijzigd blijft en dat in afwijking daarvan daarnaast de specifieke activiteit gebruik ten behoeve van een zonneakker kan worden verleend. De bestemming blijft bestaan bij de verlening van de vergunning voor de afwijking. Bijvoorbeeld de bestemming glastuinbouw blijft van kracht, terwijl conform de verleende vergunning het terrein tevens voor zonneakker kan worden gebruikt. Als het zonneakker wordt verwijderd, vervalt de afwijking en is de bestemming, bijvoorbeeld glastuinbouw, nog steeds, onverminderd van kracht.

7.2 Ruimtelijke inpassing

De structuurvisie geeft aan op welke locaties en onder welke voorwaarden ruimte gegeven kan worden aan zonneakkers. Een van de voorwaarden is dat voldaan wordt aan ruimtelijke kwaliteit.

De rolverdeling hierbij is dat de gemeente de kaders bepaalt en de initiatiefnemer aangeeft hoe hij voldoet aan de eisen inzake ruimtelijke kwaliteit. Vervolgens toetst de gemeente initiatieven aan de hand van de kaders.

Voor het beantwoorden van de vraag of een zonneakker voldoet aan de eisen van ruimtelijke kwaliteit worden de bestaande kaders van provincie en gemeente gehanteerd.

7.3 Tools en het Steunpunt Zonneakkers

Interactief proces

In de praktijk van vergunningverlening is deze taak en rolverdeling vaak minder rigide dan hier voorgesteld. Zeker als het gaat om nieuwe initiatieven waar maatwerk gewenst is, vindt afstemming tussen partijen plaats in een interactief proces. De wat abstract ervaren kaders van de gemeente en de concrete eisen t.a.v. bedrijfsvoering worden in enkele stappen in samenspraak met elkaar in overeenstemming gebracht tot een tot een door beide partijen gedragen ontwerp en inrichtingsplan.

Werkatelier

Specifiek voor de ruimtelijke inpassing worden ook wel werk sessies gehouden waarbij zowel vanuit de ruimtelijke kant als vanuit de technische bedrijfsvoeringskant de adviseurs van de gemeente en de initiatiefnemer bij elkaar aan tafel zitten. Wij hebben inmiddels ervaring opgedaan met deze werkvorm in het kader van vergunningverlening in het agrarisch gebied, bijvoorbeeld als het gaat om inpassing van nieuwe agrarische bedrijven of andere ruimtelijke ontwikkelingen.

Tools

Ten aanzien van het vormgeven van de ruimtelijke /landschappelijke inpassing staan de initiatiefnemer en overheid verschillende 'tools' tot hun beschikking. Allereerst de kaders zelf. Zij geven de landschappelijke kaders i.c. de karakteristieken van het landschap aan. Voor de kaders, zie hoofdstuk 3.

Steunpunt Zonneakkers

Omdat zonneakkers een nieuw fenomeen zijn, wordt een team van verschillende deskundigen en disciplines ingesteld om de ontwikkeling, inpasbaarheid en, waar aan de orde, het onderzoeken van maatschappelijk draagvlak, integraal te begeleiden. Het Steunpunt Zonneakkers gaat invulling geven aan de nadere uitwerking van de genoemde tools en begeleidt aanvragen tot en met vergunningverlening, indien mogelijk.

Voorlichting aan dorpen en wijken over het toepassen van duurzame energie

De gemeente initieert en faciliteert in samenspraak met de EOP's het proces waarbij met bewoners wordt gesproken over het belang van verduurzaming en de mogelijkheden die het realiseren van en het participeren in zonneakkers daartoe bieden. Educohof faciliteert dit traject. Voor de actieve benadering van dorpen en wijken wordt onderstaand plan van aanpak (op hoofdlijnen) voorgesteld:

Stap 1 Het polsen van de belangstelling in de dorpen en wijken

Belangrijk is om zoveel mogelijk inwoners van de dorpen en wijken te bereiken. De wijze waarop dit het beste kan worden gerealiseerd kan wezenlijk verschillen per wijk en dorp. Dit kan het beste worden gevraagd aan de EOP's. Alle EOP's, als ingangskanaal voor de inwoners van de dorpen en wijken, worden benaderd door Educohof met de vraag op welke wijze de inwoners het best geïnformeerd kunnen worden over de mogelijkheden en kansen die de structuurvisie biedt voor een dorp of wijk. Educohof verzorgt vervolgens de informatie die verleidend is, links bevat voor meer informatie, duidelijkheid biedt wie er gebeld kan worden voor vragen en hoe het vervolgtraject er globaal uit ziet. Middelen die daar onder andere voor ingezet kunnen worden zijn wijkkrantjes, een persbericht en een huis aan huis brief.


Stap 2 Belangstellenden breed informeren over de omvang van zonneakkerproject

Op basis van de belangstelling worden er 1 of meerdere bijeenkomsten georganiseerd waar mensen uitgebreide (onafhankelijke) voorlichting krijgen over een zonneakkerproject.

Voor deze bijeenkomst wordt expertise ingezet vanuit ons eigen Steunpunt Zonneakkers, maar ook vanuit externe organisaties zoals adviesbureaus en ervaringsdeskundigen uit de samenleving. Aan de orde komen: technische en economische aspecten, het perspectief, mogelijkheden voor samenwerkingsvormen zoals een coöperatie, wat een volledig traject tot realisatie inhoudt.


Stap 3 Op weg naar concrete initiatieven

Na stap 2 wordt met nader geïnteresseerden of met mensen die een concreet initiatief hebben, aparte sessies georganiseerd met de benodigde expertise. Een excursie naar een reeds gerealiseerde zonneakker of een opgerichte coöperatie is een mogelijkheid. Collectief participeren in een zonneakker past uitstekend in het lokale subsidieprogramma van LEADER onder de noemer 'versterking lokale samenwerking'. Of uiteindelijk een aanvraag bij LEADER zal worden ingediend hangt uiteraard af van de initiatieven die uit de samenleving komen want de initiatiefnemer dient ook de aanvrager te zijn. Of er hierbij eventuele ondersteuning nodig is, wordt op dat moment bekeken.


Stap 4 Het verbinden van vraag en aanbod

Om vraag en aanbod bij elkaar te brengen wordt er een bijeenkomst georganiseerd met diverse belanghebbenden zoals de projectontwikkelaars, bedrijven, vertegenwoordiging van het Steunpunt Zonneakkers, belangstellende bewoners met een initiatief.


Planning

Uitgaande van het ervaren gegeven dat het betrekken van de dorpen en wijken minstens 6-8 weken in beslag neemt, wordt een eerste bijeenkomst voor belangstellende bewoners eind januari gepland.

Daaruit voortkomende initiatieven moeten door bewoners in voldoende mate worden gedragen. De gemeente begeleidt het initiatief tot realisatie van een economisch-financieel haalbaar en gedragen project, met behulp van de inzet van het Steunpunt Zonneakkers. Deze begeleiding vindt plaats in kader van de procedure voor een WABO vergunning.