direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied Emmen, Nieuw-Weerdinge, Weerdingerkanaal ZZ 20
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2014033-W701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding tot wijzigingsplan

De heer Sikken heeft burgemeester en wethouders van Emmen verzocht medewerking te verlenen aan het wijzigen van het bestemmingsplan voor het perceel Weerdingerkanaal ZZ 20 te Nieuw-Weerdinge. Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie AC, nummer 612.

Voorheen is het perceel gebruikt ten behoeve van een akkerbouwbedrijf. Op het perceel wordt echter geen akkerbouwbedrijf meer uitgeoefend. Verzocht wordt de bestemming te wijzigen naar een zelfstandige woonfunctie.

Met dit wijzigingsplan wordt voorzien in een passende bestemming (bestemming 'Wonen - Voormalige agrarische bebouwing').

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied is gelegen aan de zuidzijde van het Weerdingerkanaal in Nieuw-Weerdinge, nabij het Derde Kruisdiep.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2014033-W701_0001.png"

Afbeelding 1: Ligging plangebied in omgeving (indicatief rood omcirkeld het plangebied)

1.3 Huidige planologische regeling

1.3.1 Bestemming

Het perceel Weerdingerkanaal ZZ 20 heeft in het geldende bestemmingsplan “Buitengebied Emmen” de bestemming 'Agrarisch – Grondgebonden 1' (artikel 5), bestemd voor de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf met één bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken. Op het perceel wordt echter geen grondgebonden agrarisch bedrijf meer uitgeoefend. Voorheen is het gebruikt ten behoeve van een akkerbouwbedrijf. Verzocht wordt de bestemming te wijzigen naar een zelfstandige woonfunctie (bestemming 'Wonen – Voormalige agrarische bebouwing').

1.3.2 Wijzigingsbevoegdheid bestemmingsplan

In het bestemmingsplan “Buitengebied Emmen” is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 5.7.1 lid c) voor de wijziging van de agrarische functie van agrarische bedrijfsbebouwing bij bedrijfsbeëindiging naar wonen zoals bedoeld in Artikel 61 Wonen – Voormalige agrarische bebouwing. Daarbij gelden de volgende bepalingen:

  • er mag geen onevenredige verkeers- of parkeerdruk optreden voor de omgeving;
  • de functiewijziging is passend binnen de stedenbouwkundige- en landschappelijke structuur;
  • voldaan wordt aan milieu- en externe veiligheidswetgeving;
  • er is geen sprake van onevenredige aantasting van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

In de afweging omtrent toepassing van de wijzigingsbevoegdheid worden de volgende aspecten betrokken:

  • De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten.
  • In de afweging omtrent toepassing van de wijzigingsbevoegdheid worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken: de woonsituatie, de stedenbouwkundige structuur, het landschap, archeologie, cultuurhistorie, verkeersveiligheid, (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, natuur, het functioneren van het watersysteem en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
  • De aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap". Deze bijlage wordt betrokken bij de onder b genoemde afweging voor wat betreft de aspecten stedenbouw, landschap en cultuurhistorie.
  • Voorzover voor meerdere activiteiten een wijziging benodigd is en deze in één plan zijn ondergebracht, worden deze in zijn geheel in de beoordeling betrokken.
  • Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.

In de volgende hoofdstukken wordt nader ingegaan op bovenstaande aspecten.

1.4 Opzet wijzigingsplan

Dit wijzigingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting.

In de toelichting wordt een verantwoording gegeven van de in het plan gemaakte keuzes.

Op de verbeeding worden de percelen in het plangebied aangegeven met een bestemming.

In de regels worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het plangebied geregeld.

Hoofdstuk 2 Beleid

2.1 Gemeentelijk beleid

2.1.1 Bestemmingsplan "Buitengebied Emmen"

In het bestemmingsplan "Buitengebied Emmen" is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 5.7.1 lid c) voor de wijziging van de agrarische functie van agrarische bedrijfsbebouwing bij bedrijfsbeëindiging naar wonen zoals bedoeld in Artikel 61 Wonen – Voormalige agrarische bebouwing. Daarbij gelden de volgende bepalingen:

  • er mag geen onevenredige verkeers- of parkeerdruk optreden voor de omgeving;
  • de functiewijziging is passend binnen de stedenbouwkundige- en landschappelijke structuur;
  • voldaan wordt aan milieu- en externe veiligheidswetgeving;
  • er is geen sprake van onevenredige aantasting van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

De aspecten stedenbouwkundige structuur, landschap en cultuurhistorie worden beschreven in Bijlage 2 van de planregels van het bestemmingsplan "Buitengebied Emmen": "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap".

In de volgende hoofdstukken wordt nader ingegaan op bovenstaande bepalingen.

2.2 Provinciaal beleid

In de Omgevingsvisie van de provincie Drenthe staat aangegeven dat de provincie wil dat gemeenten in principe zelf mogen bepalen welke activiteiten worden toegestaan in vrijkomende agrarische bebouwing (VAB).

Het provinciaal beleid stelt verder geen specifieke bepalingen voor een functiewijziging van vrijkomende agrarische bebouwing naar wonen.

In dit geval is er geen sprake van vestiging van een nieuwe bedrijfsactiviteit (de woonfunctie blijft gehandhaafd) en is geen sprake van verbouwings-, bouw- en/ of sloopwerkzaamheden die inbreuk zouden kunnen doen op de ruimtelijke kwaliteit.

Geconcludeerd wordt dat de functiewijziging van vrijkomende agrarische bebouwing naar wonen in overeenstemming is met het provinciale beleid.

2.3 Rijksbeleid

In het Rijksbeleid zijn geen specifieke bepalingen opgenomen voor een functiewijziging van vrijkomende agrarische bebouwing naar wonen.

Hoofdstuk 3 Ligging en huidige situatie

3.1 Ontstaansgeschiedenis

In het rapport "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap", bijlage van de planregels van het bestemmingsplan "Buitengebied Emmen", is het plangebied gelegen in gebied 26 (Nieuw-Weerdinge).

Het gebied bij Nieuw-Weerdinge is het enige gebied in de Gemeente Emmen dat ontgonnen is door middel van het enkel kanaal systeem met kruisdiepen.

Voor de vervening van het Weerdingerveen is eerst een kanaal, de Weerdingermond, gegraven dat uitmondde in het Stadskanaal. Noordelijker, in de provincie Groningen, waren monden gegraven als de Exloërmond, Valthermond, Buinermond etc. De laatste twee zijn ontgonnen via het dubbel kanaal systeem. Bij de Weerdingermond is gezocht naar een verbetering van het dubbel kanaal systeem omdat dit systeem nogal wat bruggen vereist. Het aansluitende kanaal, het Weerdingerkanaal, buigt op drie plaatsen af, namelijk bij de aansluiting op het Weerdingermond/Stadskanaal, bij Wisseldijk/ Meijersmarke (oostkant verveend zonder wijken) en bij het brongebied van het Valtherdiep. De kruisdiepen zijn loodrecht op het Weerdingerkanaal gegraven. Tussen de kruisdiepen liggen 12 of minder veenplaatsen.

Aan het einde van de kruisdiepen is achter langs de plaatsen een verbindingskanaal gegraven, een achterdiep. Vledderdiep, Achterdiep en Siepelveenwijk zijn dergelijke achterdiepen (c.q. hoofdwijken). De gewone wijken zijn vervolgens aangesloten op het achterdiep. De afstand tussen twee wijken is 200 meter. Tussen twee wijken ligt, precies in het midden, evenwijdig aan de wijken een zwetsloot. Bruggen zijn aangelegd bij de uitmonding van de kruisdiepen op het kanaal en halverwege twee kruisdiepen.

Het Weerdingerkanaal, Tramwijk ZZ en het Eerste Kruisdiep zijn gedeeltelijk gedempt. Hier zijn brede groenstroken met bomen in gras (o.a. linde, eik) aangelegd. Daarentegen is het wijkenpatroon nog gaaf aanwezig. Vooral ten zuiden van het Weerdingerkanaal, dus tussen het eerste, tweede en derde kruisdiep is het oude wijkenpatroon nog gaaf. Overigens geldt dat ook voor het gebied buiten het dorp tussen het Eerste Kruisdiep en Wisseldijk. Ten noorden van het Weerdingerkanaal is het wijkenpatroon minder gaaf aanwezig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2014033-W701_0002.png"

Afbeelding 2: Abstracte overzichtskaart waterstructuur Nieuw-Weerdinge

In de loop der tijd heeft de bebouwing zich ontwikkeld langs de gehele lengte van het Weerdingerkanaal. Echter al in 1900 was sprake van de eerste centrumvorming bij het Eerste Kruisdiep. In de loop der tijd is het dorp hier, blokvormig, verdicht (nieuwbouw, industrie, sportvelden). Subkernen hebben zich ontwikkeld bij de aansluiting 3e Kruisdiep – Tramwijk – Weerdingerkanaal en Kruising N379 – Weerdingerkanaal. Hoewel de meeste bebouwing van het lint min of meer in één rooilijn staat, is sprake van een grote variatie door de verschillen in hoogte, vorm en kleur van de nok. De richting van de nok is, conform de historie, veelal loodrecht op het kanaal. Langs het Weerdingerkanaal is aan beide bebouwingszijden een bomenrij aangeplant. Langs de drie kruisdiepen staan, gedeeltelijk recent herplantte, bomenrijen. De bomenrijen langs het Weerdingerkanaal, zowel langs het gedempte als niet-gedempte gedeelte, zorgen voor een monumentaal karakter.

3.2 Huidige situatie

Het perceel Weerdingerkanaal ZZ 20 is gelegen aan de zuidzijde van het Weerdingerkanaal in Nieuw-Weerdinge, nabij het Derde Kruisdiep.

In de directe omgeving van het perceel zijn overwegend woningen gelegen. Direct nabij het perceel zijn aan de zuidzijde alleen woningen gelegen, in het lint van het Weerdingerkanaal. Er zijn geen (agrarische) bedrijven direct nabij het perceel gelegen.

De voormalige boerderij op het perceel Weerdingerkanaal ZZ 20 staat ten opzichte van de gevellijn van de woningen enigszins naar achteren geplaatst. Op het perceel staat tevens een tweetal kleinere bijgebouwen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2014033-W701_0003.png"

Afbeelding 3: Luchtfoto perceel Weerdingerkanaal ZZ 20 (rood omlijnd het woongedeelte op het perceel)

 

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Algemeen

De heer Sikken heeft burgemeester en wethouders van Emmen verzocht medewerking te verlenen aan het wijzigen van het bestemmingsplan voor het perceel Weerdingerkanaal ZZ 20 te Nieuw-Weerdinge. Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie AC, nummer 612.

Voorheen is het perceel gebruikt ten behoeve van een akkerbouwbedrijf. Op het perceel wordt echter geen akkerbouwbedrijf meer uitgeoefend. Verzocht wordt de bestemming te wijzigen naar een zelfstandige woonfunctie.

Met dit wijzigingsplan wordt voorzien in een passende bestemming (bestemming 'Wonen - Voormalige agrarische bebouwing'). Er vinden met het wijzigen van de bestemming geen verbouwings-, bouw- en/ of sloopwerkzaamheden plaats.

4.2 Beoordeling

Een zelfstandige woonfunctie op vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties biedt de mogelijkheid om leegstand van, vaak ook cultuurhistorisch waardevolle, bebouwing tegen te gaan. Verpaupering van die gebouwen wordt voorkomen en zodoende wordt kapitaalsvernietiging tegengegaan. Wonen is in beginsel een passend hergebruik voor een vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie. In het bestemmingsplan “Buitengebied Emmen” is daartoe de wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de wijziging van de agrarische functie van agrarische bedrijfsbebouwing bij bedrijfsbeëindiging naar wonen. Daarbij gelden de volgende bepalingen:

  • er mag geen onevenredige verkeers- of parkeerdruk optreden voor de omgeving;
  • de functiewijziging is passend binnen de stedenbouwkundige- en landschappelijke structuur;
  • voldaan wordt aan milieu- en externe veiligheidswetgeving;
  • er is geen sprake van onevenredige aantasting van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

De functiewijziging naar wonen vindt plaats voor het bestaande perceel met de aanwezige bebouwing. Er vinden met het wijzigen van de bestemming geen verbouwings-, bouw- en/ of sloopwerkzaamheden plaats.

De achtergrens van het woonpereel komt op gelijke hoogte te liggen met de achtergrenzen van de kavels van de naastgelegen woningen. Het perceel daarachter blijft, zoals het nu feitelijk is, in gebruik als agrarische grond. Dit gedeelte wordt bestemd als 'Agrarisch met waarden - Grootschalige Veenontginningen'.

Gelet hierop wordt geconcludeerd dat de functiewijziging passend is binnen de stedenbouwkundige- en landschappelijke structuur.

In Hoofdstuk 5 Onderzoeken en milieubeoordeling wordt nader ingegaan op de andere bepalingen.

Hoofdstuk 5 Onderzoeken en milieubeoordeling

5.1 Milieu

5.1.1 Vormvrije m.e.r.

In het Besluit m.e.r. zijn drempelwaarden opgenomen voor wanneer er een m.e.r. of m.e.r.-beoordeling moet worden uitgevoerd. Sinds de wijziging van het Besluit op 1 april 2011 is een beoordeling van een activiteit die op de D-lijst van het Besluit m.e.r. voorkomt noodzakelijk, ook al ligt de omvang van de activiteit (ver) onder de drempelwaarde.

In voorliggend plan komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen vormvrije m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

5.1.2 Functioneren omliggende bestemmingen

In de directe omgeving van het perceel Weerdingerkanaal ZZ 20 zijn overwegend woningen gelegen. Direct nabij het perceel zijn aan de zuidzijde alleen woningen gelegen, in het lint van het Weerdingerkanaal. Er zijn geen (agrarische) bedrijven direct nabij het perceel gelegen. Er worden geen (agrarische) bedrijven in hun functioneren aangetast.

5.1.3 Bodem

Het plangebied bevat geen locaties die voor wat betreft bodemverontreiniging verdacht zijn (historisch verdacht als gevolg van in het verleden uitgevoerde bodembedreigende activiteiten). Ook bevat het plangebied geen locaties waar de milieukundige bodemkwaliteit is onderzocht en geconstateerd is of de locaties verontreinigd zijn. Tot slot zijn geen locaties bekend waar ondergrondse tanks aanwezig zijn danwel aanwezig zijn geweest.

De woonboerderij (met bijbehorende bouwwerken) wordt niet meer gebruikt als grondgebonden agrarische bedrijfswoning. Met dit wijzigingsplan wordt voorzien in een passende bestemming. Er vinden met het wijzigen van de bestemming geen verbouwings-, bouw- en/ of sloopwerkzaamheden plaats. Gelet hierop zijn er vanuit oogpunt van bodem geen belemmeringen voor de functiewijziging van agrarisch naar wonen.

5.1.4 Geluid

De woonboerderij (met bijbehorende bouwwerken) wordt niet meer gebruikt als grondgebonden agrarische bedrijfswoning. Met dit wijzigingsplan wordt voorzien in een passende bestemming. Er vinden met het wijzigen van de bestemming geen verbouwings-, bouw- en/ of sloopwerkzaamheden plaats. Gelet hierop zijn er vanuit oogpunt van geluid geen belemmeringen voor de functiewijziging van agrarisch naar wonen.

5.1.5 Luchtkwaliteit

De woonboerderij (met bijbehorende bouwwerken) wordt niet meer gebruikt als grondgebonden agrarische bedrijfswoning. Met dit wijzigingsplan wordt voorzien in een passende bestemming. Ten opzichte van het agrarische gebruik is de verwachting dat met het gebruik als woning het aantal verkeersbewegingen afneemt. Omdat er zodoende geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet toenemen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het plan.

5.2 Verkeer

Het gebruik als woonfunctie zorgt niet voor onevenredige verkeers- en/ of parkeerdruk voor de omgeving. Ten opzichte van het agrarische gebruik is de verwachting dat met het gebruik als woning het aantal verkeersbewegingen juist afneemt.

Het parkeren ten behoeve van de woonfunctie vindt plaats op het bestaande erf.

5.3 Archeologie

Er vinden met het wijzigen van de bestemming geen verbouwings-, bouw- en/ of sloopwerkzaamheden plaats. Gelet hierop zijn er vanuit oogpunt van archeologie geen belemmeringen voor de functiewijziging van agrarisch naar wonen.

5.4 Flora en fauna

Er vinden met het wijzigen van de bestemming geen verbouwings-, bouw- en/ of sloopwerkzaamheden plaats. Gelet hierop zijn er vanuit oogpunt van flora en fauna geen belemmeringen voor de functiewijziging van agrarisch naar wonen.

5.5 Waterparagraaf

Met de functiewijziging van agrarisch naar wonen vindt geen toename plaats van het verharde oppervlak. Tevens vinden er geen verbouwings-, bouw- en/ of sloopwerkzaamheden plaats. Gelet hierop heeft het plan geen negatieve gevolgen voor het functioneren van het watersysteem.

5.6 Externe veiligheid

Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes.

Binnen en nabij het plangebied zijn geen bedrijven of transportroutes gelegen waarbij rekening moet worden gehouden met het aspect externe veiligheid.

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke betrokkenheid

6.1 Ontwerp wijzigingsplan en zienswijzen

Het ontwerp wijzigingingsplan heeft vanaf 3 december 2014 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn zijn er geen zienswijzen ingediend. De provincie Drenthe heeft aangegeven in te kunnen stemmen met het plan (Bijlage 2).

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid

Voor het opstellen van een wijzigingsplan is een bedrag opgenomen in de legesverordening. De plankosten komen geheel voor rekening van de aanvrager. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.