direct naar inhoud van 4.3 Geluid
vastgesteld
NL.IMRO.0114.2013012-0701

4.3 Geluid

4.3.1 Toetsingskader
4.3.1.1 Algemeen wettelijk kader

De normstelling voor geluid in het algemeen is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh). Deze geeft de normen voor industrielawaai (op een geluidsgezoneerd industrieterrein), wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai. Luchtvaartlawaai is niet in de Wet geluidhinder, maar in de Wet luchtvaart (Wlv) geregeld. Binnen de zones van industrieterreinen, wegen en spoorwegen dient bij het realiseren van geluidsgevoelige bestemmingen een akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden.

De Wet geluidhinder toetst plannen op geluidsbelastingen aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen of aan de rand van de locatie waarbinnen het realiseren van dergelijke bestemmingen mogelijk is. De Wet geluidhinder kent de voorkeursgrenswaarde en de maximaal toelaatbare waarde. Indien de geluidsbelasting lager is dan de voorkeursgrenswaarde is realisatie van geluidgevoelige bestemmingen op grond van de Wet geluidhinder zonder meer mogelijk. Het realiseren van geluidsgevoelige bestemmingen met een geluidsbelasting die hoger is dan de maximaal toelaatbare waarde is wettelijk niet toegestaan. Een geluidsbelasting in de bandbreedte van de voorkeursgrenswaarde tot de maximaal toelaatbare waarde is aan restricties gebonden en onder voorwaarden mogelijk.

Aangezien het plangebied niet in de nabijheid van een spoorverbinding en een industrieterrein is gelegen, wordt onderstaand enkel ingegaan op het aspect wegverkeerslawaai.

4.3.1.2 Wegverkeerslawaai

In de Wet geluidhinder wordt beschreven dat alle wegen een zone hebben, uitgezonderd een aantal situaties waaronder wegen met een snelheid van ten hoogste 30 km/uur. De zone is een gebied waarbinnen, voor een ontwikkeling van een geluidgevoelige bestemming, nader akoestisch onderzoek verplicht is. De breedte van de zone, aan weerszijde van de weg, is afhankelijk van het aantal rijstroken en de aard van de omgeving: stedelijk of buitenstedelijk.

In de Wet geluidhinder (Wgh) worden eisen gesteld aan de toelaatbare geluidbelasting op de gevels van nog niet geprojecteerde woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen langs een bestaande weg. Overeenkomstig artikel 82, lid 1 van de Wgh is de voor woningen binnen een zone ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van de gevel, vanwege de weg, 48 dB, de zogenaamde „voorkeursgrenswaarde.

Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan kunnen burgemeester en wethouders van de gemeente op basis van het Besluit geluidhinder een hogere toelaatbare waarde vaststellen. De maximaal te verlenen ontheffingswaarde voor een nog niet geprojecteerde woning in stedelijk gebied bedraagt 63 dB. Uitgangspunt voor het vaststellen van een hogere waarde is dat maatregelen, gericht op het terugbrengen van de te verwachten geluidsbelasting op de gevel, ten gevolge van de weg, tot 48 dB onvoldoende doeltreffend zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard.

4.3.2 Toetsing plangebied

Het plangebied is gelegen binnen de wettelijke geluidzone van de Houtweg en de Laan van het Kwekebos. De overige wegen in de omgeving van het plangebied betreffen 30 km/h wegen en hebben van rechtswege geen geluidzone. Gelet hierop, en gelet op de geringe verkeersintensiteiten over deze wegen, worden deze wegen verder niet beschouwd.

In het kader van het recent vastgestelde bestemmingsplan „Emmen, Emmerhout. is er door Ingenieursbureau Spreen in 2010 een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Hieruit zijn voor de van toepassing zijnde wegen de volgende geluidbelastingen naar voren gekomen:

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2013012-0701_0007.jpg"

Figuur 4.1: Geluiduitstraling Houtweg, ligging plangebied rood omcirceld (Bron: Akoestisch onderzoek behorende bij bestemmingsplan 'Emmen, Emmerhout')

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2013012-0701_0008.jpg"

Figuur 4.2: Geluiduitstraling Laan van het Kwekebos, ligging plangebied rood omcirceld (Bron: Akoestisch onderzoek behorende bij bestemmingsplan 'Emmen, Emmerhout')

4.3.3 Conclusie

Gelet op de berekende geluiduitstralingen van de beide wegen, de afstand van het plangebied tot deze wegen en de aanwezige geluidafschermende bebouwing tussen de wegen en het plangebied, kan worden geconcludeerd dat de voorkeursgrenswaarden ter plaatse van het plangebied niet zullen worden overschreden. Gelet op de relatief geringe geluidbelastingen zal het prognotiseren van de verkeersintensiteiten naar het jaar 2023 geen effect hebben op deze conclusie.